Uit: Volledige handleiding voor het Schaakspel door Dr. Max Euwe
Het schaakbord heeft vierenzestig velden, t.w. tweeëndertig van lichte en tweeëndertig van donkere kleur. In schaaktaal is het algemeen gebruikelijk van “witte” en “zwarte” velden te spreken, ook al zouden deze velden in werkelijkheid bijvoorbeeld geel en bruin zijn.
Wij weten, dat een pion slechts invloed heeft op de drie velden, welke vóór hem liggen en dat hij nooit in omgekeerde richting mag spelen. Een pion die de overkant van het bord heeft bereikt, zou dus tot absolute non-activiteit veroordeeld zijn.
Het schaakreglement geeft echter als "happy-end" voor deze pion de volgende aanvullende bepaling: [...].
De pion in de oude Nederlandse schaakboeken "boer" genoemd, is de ziel van het spel, evenals de boer de ziel van de staat is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten