woensdag, maart 19, 2008

De dag goed begonnen

Vannacht heb ik wéér gedroomd. Ik droomde dat ik een slecht boek las. Geen idee meer waar het over ging. Mijn ergernis groeide en groeide. Dat zulke rommel werd uitgegeven.
Toch las ik een aardige vergelijking: een liefdespaar dat was als een dubbele helix.
Hmm, niet onaardig erkende ik, dat zou ik best verzonnen willen hebben.
Stel je mijn tevredenheid voor toen ik wakker werd.

maandag, maart 17, 2008

Bonny denkt mee

In de gebarentaal voor niet-doven zijn er al vele tekens die internationaal gangbaar zijn. Zo kun je moeiteloos zonder woorden om de rekening vragen, je instemming of afkeuring kenbaar maken of iemand laten weten dat hij een idioot, klootzak, schijnheilige of homoseksueel is.
Na vandaag voor de zoveelste maal wazig aangestaard te zijn, stel ik een aanvulling voor: het gebaar waarmee men automobilisten waarschuwt dat een van een hun lampen het niet doet. Het gaat als volgt: Je hebt je hand gesloten voor je oog, opent de hand met gestrekte vingers naar buiten toe en sluit hem weer.
Hoeveel subsidie zou ik kunnen krijgen voor een Europese campagne?

vrijdag, maart 14, 2008

2 voor 12 update

Dat ons mogelijk tv-optreden niet alleen mevrouw Pinksterbloem en mijzelf in beroering brengt besefte ik eens te meer na het lezen van het volgende bericht van Batjah:

ik was het al bijna weer vergeten, maar jullie gaan het dus misschien echt doen....! wat goed!
en iets van de roem straalt dan ook weer op mij af.
kandidaten kennen van 2 voor 12 geeft een zeker aanzien. mijn dank.


Het was dan ook met extra spanning dat ik de brief van de Vara opende. Het was maar een dunne enveloppe, wat mij hoop gaf. Een afwijzing zou vast gepaard gaan met een gratis Varagids bij wijze van valse troost. Tot mijn plezier zag ik al snel de zinsnede 'tot ons plezier' staan en toen wist ik genoeg: door. Het kan nog jaren duren voor we worden uitgenodigd, maar we zitten in het 'bestand'.

donderdag, maart 13, 2008

Beginnende waanzin

- Bonny spreekt u mee.
- Dag, spreek ik met mevrouw Droevee?
- Ja, met mevrouw Droevee ja.
- Mevrouw Droevee, u heeft uw NRC weekendabonnement om laten zetten in een compleet abonnement. Waarom? Was u niet tevreden?
- Nee, ik heb de krant liever ook door de week in plaats van alleen in het weekend.
- U was niet ontevreden over de krant?
- Nee natuurlijk niet, anders had ik het abonnement niet uitgebreid.
- Juist, juist. Nu ja, jammer dat u uw weekendabonnement hebt opgezegd, maar we zijn wel blij dat u abonnee van de NRC bent gebleven.
- U klinkt anders niet zo blij.
- Nee nee, maar dat komt omdat ik al de hele tijd op dit kantoor zit.
- Misschien is het tijd voor een pauze.
- Ja misschien wel.
- Ik wens u nog veel sterkte vandaag.
- Dank u wel, en als u nog tips heeft voor de krant kunt u gewoon bellen, dan komt dat goed.
- Zal ik doen. Goedenavond.
- Goedenavond mevrouw Droevee.

woensdag, maart 12, 2008

affectiviteitsaccent

Hier in Groningen hebben we de Kerkláán, niet te verwarren met de Kérklaan die je in andere plaatsen hebt. Verder hebben wij een stadhúis en een A-kérk.
Wereldburger Roel Mosco wilde die klemtoon op de laatste lettergreep nog al eens afdoen als een boerse taalafwijking. Ik meen te hebben waargenomen dat er iets anders aan de hand is, want in de Randstad doet men het ook. Zo zeggen Amsterdammers bijvoorbeeld Rembrandtpléin en Herengrácht.
Mijn verklaring is dat het accent kan verschuiven als de spreker een affectieve band heeft met de betreffende plek. Wij zeggen immers wel Oosterpárk, maar (nog) niet Eurobórg.
Vanavond werd ik gesterkt in deze aanname dankzij Harry Mulisch, die bij Pauw en Witteman onbekommerd vertelde over het boekenbál van gisteren.

maandag, maart 10, 2008

Twee voor Twaalf, het verslag.

Ik ben vooraf wel een keer of zeven gewaarschuwd voor het mediapark: er zouden wel eens mensen worden vermoord. Wanneer houd ik eens op met beleefd lachen? Niet kaal zijnd, bovendien pseudovegetariër (ik, niet mevrouw Pinksterbloem), liepen we slechts een gering risico.

Het programma Twee voor Twaalf is bijzonder populair kregen we te horen. Jaarlijks waren er wel duizend aanmeldingen en die kunnen niet allemaal in de uitzending, dus er moest streng geselecteerd worden. Deze zaterdag was grote selectiedag: vanuit heel Nederland en Vlaanderen kwamen kandidaten naar het Net 3 gebouw. Elk uur werd een nieuwe lichting ontvangen.
Iedereen moest een lijst met een 100 algemene kennisvragen beantwoorden. Beide teamleden, dus ook de opzoeker die in principe niets hoeft te weten vond iedereen, moesten er minstens 30 van goed hebben. Was dat het geval dan ging je door naar de volgende ronde: een gesprek met Astrid en de vragenmaker van wie ik de naam ben vergeten helaas.
Onze lichting bestond uit een stuk of twintig koppels. We werden naar een examenkamer geleid op de zevende verdieping. Veel mensen moesten gniffelen om het woord examen. Hi hi, dat is lang geleden. Deed me denken aan toen ik een keer met een stel volwassen collega’s ging fietsen op een waddeneiland. Giechelende vrouwen: fietsen, eens kijken of ik het nog kan, hoei hoei. Hilariteit alom, een mengsel van depressie en verbazing in mij.
In de examenkamer stonden twee enorme tafels. Koppelgenoten mochten niet aan dezelfde tafel plaatsnemen. Iedereen kreeg dezelfde vragen. Het was dus heel makkelijk om af te kijken. De meeste vragen waren eigenlijk wel te doen, maar toch heb ik veel fouten gemaakt. De echte naam van Bernlef? Ik wist dat het een grote Nederlandse schrijversnaam was. Ben de hele kanon doorgegaan in mijn hoofd van Vondel tot aan Maarten ’t Hart, maar vond geen geschikte naam. Heb uiteindelijk Grönloh (echte naam van Nescio) ingevuld, wetende dat het fout was, maar het zou toch een schitterend toeval geweest zijn. Het goede antwoord was Marsman hoorde ik later in de uitblaasruimte waar wij wachtten op de testuitslag. Oh oh oh.
De snookervragen heb ik zeker goed, pochte ik van te voren tegen Mevr. Pinksterbloem in de auto. En er was een snookervraag! Welke bal is drie punten waard? Ik heb de beginopstelling van de snookertafel getekend, maar kreeg de volgorde van de drie lage kleuren maar niet goed. Geel gokte ik uiteindelijk, maar het was groen zoals mijn partner correct invulde. Voor wie wil weten welke vragen er nog meer werden gesteld: ik heb ze ’s avonds nog uitgeschreven.
De meeste koppels vielen jammerlijk af, maar wij mochten door voor gesprek. We waren behoorlijk blij, moet ik toegeven, een mens kan niet altijd cool zijn.
Op de gang voor de kamer van Astrid was het gezellig. Allemaal uitgelaten stellen. Kennisgemaakt met een persecondewijzerkampioene en een canvaskrak, en met een heuse schrijver met een grote bek, van wie ik nog nooit had gehoord, al was hij al heel wat keren genomineerd geweest voor allerhande prijzen, verzekerde hij mij. Wessel te Gussinklo, was zijn naam. “Kunt u dat voor me spellen?” kwam opeens mijn callcentreverleden boven. Hij trok fel van leer tegen Maarten Biesheuvel die de PC Hooftprijs had gewonnen in 2007 zoals iedereen correct had ingevuld en ook tegen Bernlef (“nog nooit zo’n slap handje van iemand gehad”).
“Het was zeker wel gezellig op de gang”, vroeg Astrid als reactie op de herrie die we maakten. Ze was heel bruin, heel strak en heel beroemd. Ook aardig wel, om Aliesje tegemoet te komen. De meneer van de vragen leek mij zeer goed kroeggezelschap.
Wij hielden ons uitstekend. Mevr. Pinksterbloem staat so wie so sterk in haar schoenen voor haar werk als ZMOKleraar, dus dit kon ze ook wel aan. Ze vroegen daadwerkelijk waar we elkaar van kenden. Voetbal dus. ‘Vroeger’ liet ik maar achterwege, onbekenden laten delen in je privégrapjes pakt zelden goed uit.
Ze gaan onze antwoorden nog eens gedegen nakijken en als daaruit blijkt dat we complementair zijn in onze kennis en als ze ons leuk genoeg vinden, worden we vroeg of laat uitgenodigd voor in de uitzending. Als we goed spelen, kan het zijn dat we drie afleveringen op een dag moeten doen. “Moeten we dan drie setjes kleren meenemen?” vroeg ik namens Brenda die daarnaar geïnformeerd had. Astrid lachte minzaam: “Ja inderdaad, maar dat zal allemaal in de brief staan die jullie tegen die tijd ontvangen.”
Wordt vervolgd.

vrijdag, maart 07, 2008

De muis, het vervolg

Een jaar lang had ik niets van de muis vernomen. Vorige maand was hij er weer. Voor het gemak ga ik ervanuit dat het dezelfde is, dat hij van het mannelijk geslacht is en in zijn eentje opereert. Het bekende patroon: keutels, onzekere waarnemingen, confrontaties, zinloze queestes, huishoudelijke rigueur.
Van de week -ik zat op het toilet zoals wel vaker- hoorde ik een frenetiek gekraak vanuit de keuken komen. Het zal de lezer verheugen dat ik mijn zelfbeheersing bewaarde, afmaakte waar ik mee bezig was, zelfs mijn handen waste en toen pas op onderzoek ging. Waardig gedrag, te allen tijde, dat is mijn meest recente motto.
Het geluid kwam uit de afvalzak die aan de verwarmingsknop hing. Het geval danste ritmisch tegen de radiator aan alsof er een kleine muizenparty gaande was. Ik opende de deur naar het plaatsje, de actie waarmee de uitvoering van veel van mijn woningverbeterende plannen aanvangt, verzamelde moed, pakte de tas en slingerde die de tuin in. Nog voor ik de deur weer had gesloten was de muis al uit de zak en op weg terug naar binnen. Dieren: een bewonderenswaardige combinatie van veerkracht en koppigheid.
In een mondeling verslag heb ik beweerd dat ik het beestje met een technisch perfecte wreeftrap voor de drempel heb weggeveegd, maar zwart op wit lieg ik niet graag: het was een lullig schuivertje, binnenkantje voet. Mijn standbeen trilde, toch was ik tevreden met mijn alertheid: ik had de muis buiten de deur gehouden.
'Niet zo handig', oordeelde Roel Mosco evenwel, 'nu ben je nog steeds het dichtstbijzijnde huis, zorg voortaan dat hij minstens bij de buren belandt.'
Ik had het weer eens verkeerd gedaan, maar gisteren kwam er een herkansing. Wederom zat er een muis (nu wil ik wèl graag denken dat het een andere is) in de afvalzak aan de verwarming. Ik trok door, waste mijn handen en opende de deur naar het plaatsje. Ik tilde de klep van de biobak op en liep terug naar de radiator. Het met koffiedik besmeurde muisje deed verwoede pogingen uit de zak te springen, telkenmale kansloos terugglijdend langs het gladde plastic. Ik greep de zak van de verwarming, husselde even, stopte hem buiten in de biobak, en klapte het deksel erop.
Zo! Nu was het wachten tot het donker werd.

Om acht uur sloop ik, als was ik een Russische spion in bezit van een lading vervuild uranium, met de groene emmer mijn huis uit. Dit was hèt moment om een vijand te hebben, maar ik kon niemand verzinnen. Ik ben gelopen tot het plantsoen en heb de afvalzak tegen een vuilnisbak gezet. Er gebeurde niets. Zou de muis gestikt zijn of gestorven van frustratie? We zullen het niet weten. Ik ben terug naar huis gerend en heb met de gordijnen dicht Twee voor twaalf gekeken. Ik raadde beide woorden voor er een letter was gekocht.
Mijn weledelzeergeleerde vriend kan trots op me zijn.

zondag, maart 02, 2008

Hoe ik mij door het leven sla zonder muizenval

Als de hagelslagkorrels die je van het aanrecht snoept bitterder smaken dan verwacht, weet je het wel: muis in huis.
Je oren en je ogen worden hypersensitief. Hoor je daar iets scharrelen? Schiet daar iets voorbij? Maar als je op onderzoek gaat vind je niks.
Deze periode kan weken, zelfs maanden duren. Je besluit niks meer van het aanrecht of van de grond te eten, je wast wat regelmatiger af, hangt je afval in een boom, je slaapt met de deken over je hoofd. Je weet: er zijn muizenvallen op de markt die de muis sparen, maar ach, die zoektocht is voor de dynamische, onderzoekende fases van het leven.
Als jij begint te wennen aan de cohabitatie doet de muis dat ook. Hij wordt overmoedig. Je verbeeldt je niet alleen dat je hem ziet, hij staat daar echt op het aanrecht. Hij kijkt je aan, het lichaampje trilt. Je verbaast je over de muizigheid van het beestje, het lijkt wel een karikatuur.
Wat te doen? Muis vlucht achter het koffiezetapparaat, dat schuif je weg. Muis vlucht door naar de koelkast, onder het gascomfort. Je tilt dat op en ontdekt wel een ons hagelslag. Je pakt met je vrije hand een spatel uit de keukenla en opent de keukendeur. Het einde is in zicht. Muis weet dat ook, wacht, ofschoon nog steeds heftig trillend, berustend zijn lot af. Je telt af: 3-2-1-showdown. Je sluit je ogen en geeft een zwieper over het oppervlak van de koelkast.
Hij is weg.
Maar heb je hem wel geraakt?