donderdag, maart 14, 2002

Teleophobia 1)
Ik kijk naar mijzelf in de spiegel. De hond komt naar mij toe, hij gromt zijn tanden bloot. Hij ruikt aan mijn broek en begint wild te blaffen. Het is de hond van de kapper.
"Eh help", zeg ik.
De kapper komt binnen vanuit het achterhuis en maant de hond tot stilte.
"Heeft u soms beesten thuis?", vraagt hij bestraffend, zonder interesse in het antwoord.
"Gaat u daar maar zitten. Hoe had u het gehad willen hebben?"

Het is een noodzakelijke vraag. Als ik niet antwoord word ik niet geknipt. We verkeren in een patstelling. Het blijft lang stil en ik vecht tegen de weerzin om het door mij gewenste kapsel te beschrijven.
"Ik ben vier maanden niet geweest en mijn haar groeit nogal snel. Kunt u zelf uitrekenen hoeveel er af moet?"

Geen opmerkingen: