Voor de verandering was ik onlangs in het café. Ik was daar in gesprek met een ex-roker.
“Wat ik het meeste mis”, zei hij nostalgisch, “is het onderuit op de bank hangen met een sigaretje. En dan het asbakje op mijn borst. Och och, wat was dat fijn.”
Er zijn zoveel dingen die ik nimmer blijvend op de rails zal krijgen: mijn financiën, mijn administratie in het algemeen, mijn liefdesleven, mijn carrière, mijn gewichtscontrole, mijn persoonlijke verzorging algemeen, mijn huiselijke inrichting, mijn contact met verre vrienden, mijn fiets, mijn rijvaardigheid.
“Maar”, zo zei iemand, Coco vermoedelijk, laatst opbeurend, “je rookt niet Bonny en je hebt ook nooit gerookt. Dat heb je voor op vele andere mensen.”
Laat dat nou juist de zonde zijn waar ik me graag aan had overgegeven. Nu voel ik dat verlangen meer dan ooit. Asbakje op de borst, het lijkt zo haalbaar. Niet weggelegd voor mij.
woensdag, september 16, 2009
woensdag, augustus 05, 2009
Van Händel word je vrolijk
Als ariaschrijver heb je het maar gemakkelijk. Je schrijft een paar zinnetjes met een wijsheid van algemene aard; een briljant componist componeert er een melodij bij, ziet zich genoodzaakt je woorden eindeloos vaak te herhalen, waardoor er zelfs een effect van diepgang ontstaat en voor je het weet gaat je tekst eeuwen mee.
Neem nou Va tacito uit de opera Giulio Cesare van Händel:
Va tacito e nascosto
quand´avido è di preda
l´astuto cacciator.
E chi è mal far disposto,
non brama che si veda
l´inganno del suo cor
Vertaald in houterig Nederlands: de sluwe jager die fanatiek achter zijn prooi aan zit, gaat stiekem en geruisloos te werk. En wie er op uit is kwaad te doen, heeft liever niet dat anderen de laagheid van zijn hart zien.
Zes regeltjes, zes minuten lang, ga d'r maar aanstaan. In dit filmpje zingt de sublieme contra-tenor Andres Scholl in de titelrol en acteert Christopher Robson als slechterik Tolomeo in een moderne (waar zou ik dat nou aan zien?) Deense uitvoering.
Neem nou Va tacito uit de opera Giulio Cesare van Händel:
Va tacito e nascosto
quand´avido è di preda
l´astuto cacciator.
E chi è mal far disposto,
non brama che si veda
l´inganno del suo cor
Vertaald in houterig Nederlands: de sluwe jager die fanatiek achter zijn prooi aan zit, gaat stiekem en geruisloos te werk. En wie er op uit is kwaad te doen, heeft liever niet dat anderen de laagheid van zijn hart zien.
Zes regeltjes, zes minuten lang, ga d'r maar aanstaan. In dit filmpje zingt de sublieme contra-tenor Andres Scholl in de titelrol en acteert Christopher Robson als slechterik Tolomeo in een moderne (waar zou ik dat nou aan zien?) Deense uitvoering.
dinsdag, juli 28, 2009
Boeken zonder Zeeman
Een ramp heeft zich voltrokken: Michaël Zeeman is dood.
Hersentumor. Waar krijg je dat toch van? Eerst Patricia de Martelaere, nu Michaël. En dan zal ik nog wel iemand vergeten.
Ik kende hem persoonlijk. Althans, ik heb hem eens ontmoet bij Athena’s boekhandel. Wij maakten een praatje over Elizabeth Eijbers.
- Weet je wat het is, zei ik tegen hem, ik vind haar gedichten wel mooi, maar ik weet niet hoeveel effect ze cadeau krijgt door dat mooie Afrikaanse taaltje.
Hij ontstak in enthousiasme: over precies deze kanttekening had hij een essay geschreven in de krant. Of ik dat had gelezen.
- Nee, zei ik, dit kwam zo maar in me op.
Zielsverwanten, de cultuurpaus en ik.
- Het ergste, meldt Mosco vanuit Cambridge, is dat hij ons debuut nu niet meer kan bespreken in zijn programma.
Want die debuten, mensen, die komen eraan. En wij zagen al voor ons hoe Zeeman met boeken vanwege deze belangwekkende toevoegingen aan de Vaderlandse letteren opnieuw zou worden opgenomen. Rond de tafel zitten Bas Heijne, Nelleke Noordervliet en Maarten Doorman, speciaal opgetrommeld voor deze gelegenheid, allemaal wat ouder, dikker, grijzer. Aan het hoofd zit Michaël met nog datzelfde gekke haar. Hij houdt beide handen in de lucht, toont in de ene De Gastrodetective en in de andere De eigentijdse doktersroman. Zijn woorden tuimelen over elkaar, hij hapt naar adem tussen zijn zinnen door: twee debuten als oerknallen, dit moeten we bespreken, Bas, Nelleke, Maarten, fijn dat jullie hebben kunnen komen, ik zeg de Nederlandse literatuur leeft weer met deze geestige doch diepzinnige romans, maar natuurlijk wil ik ook graag weten wat jullie te zeggen hebben over deze meesterwerkjes. Bas, kunnen we weer spreken van de grote drie?
Hersentumor. Waar krijg je dat toch van? Eerst Patricia de Martelaere, nu Michaël. En dan zal ik nog wel iemand vergeten.
Ik kende hem persoonlijk. Althans, ik heb hem eens ontmoet bij Athena’s boekhandel. Wij maakten een praatje over Elizabeth Eijbers.
- Weet je wat het is, zei ik tegen hem, ik vind haar gedichten wel mooi, maar ik weet niet hoeveel effect ze cadeau krijgt door dat mooie Afrikaanse taaltje.
Hij ontstak in enthousiasme: over precies deze kanttekening had hij een essay geschreven in de krant. Of ik dat had gelezen.
- Nee, zei ik, dit kwam zo maar in me op.
Zielsverwanten, de cultuurpaus en ik.
- Het ergste, meldt Mosco vanuit Cambridge, is dat hij ons debuut nu niet meer kan bespreken in zijn programma.
Want die debuten, mensen, die komen eraan. En wij zagen al voor ons hoe Zeeman met boeken vanwege deze belangwekkende toevoegingen aan de Vaderlandse letteren opnieuw zou worden opgenomen. Rond de tafel zitten Bas Heijne, Nelleke Noordervliet en Maarten Doorman, speciaal opgetrommeld voor deze gelegenheid, allemaal wat ouder, dikker, grijzer. Aan het hoofd zit Michaël met nog datzelfde gekke haar. Hij houdt beide handen in de lucht, toont in de ene De Gastrodetective en in de andere De eigentijdse doktersroman. Zijn woorden tuimelen over elkaar, hij hapt naar adem tussen zijn zinnen door: twee debuten als oerknallen, dit moeten we bespreken, Bas, Nelleke, Maarten, fijn dat jullie hebben kunnen komen, ik zeg de Nederlandse literatuur leeft weer met deze geestige doch diepzinnige romans, maar natuurlijk wil ik ook graag weten wat jullie te zeggen hebben over deze meesterwerkjes. Bas, kunnen we weer spreken van de grote drie?
donderdag, juli 23, 2009
napraat over Brüno
Batjah (bekend van Bonny & Batjah) wilde met mij naar Brüno. Ik zou misschien met Coco, maar wilde ook met Batjah, vooral omdat Coco misschien wel zou afhaken. Kortom we zouden samen gaan, dat was min of meer de afspraak.
Van de week kreeg ik dit smsje: lieve vriendin, we hebben een busje gekocht! Klein, doch fijn. Nu 10 dagen zeilen met mn moeder en mn haar is geknipt. Ga bruno kijken opdat we kunnen napraten!
Nu vraag ik je! Hondstrouwe Bonny is gedist.
Wat te doen?
Huilen? Nee.
Boos worden? Nee.
Die film alleen kijken? Nee.
Die film kijken met Aliesje (bekend van radio en tv) en Nopi (überbekend als dj SoNori)? Ja. En napraten op het wijde web, want voordat we Batjah weer zien is dat haar alweer lang.
Dinsdagavond was het zo ver. Ik zat in zaal 8 van Pathé (hu) tussen mijn lieve vriendinnen in. Ik had koffie voor 1,90, dat vond ik aan de dure kant, op mijn werk kon je dezelfde drab gratis krijgen op de zesde verdieping en dat vonden we al te veel moeite!
Aliesje verwachtte niet te veel van de film, maar ze was toch in de stad en kon wel even naar de bios komen. Nopi wilde wel een keer naar een film die haar helemaal niets leek, bij wijze van experience. Ik daarentegen, verwachtte ondanks de wat matte recensies, dat deze film een knaller zou zijn!
Drie keer raden wie het goed had ingeschat! Bonny! Bonny! Bonny!
We hebben ons kostelijk vermaakt. Ik heb genoten van de dildofiets die overal mee naar toe werd gesleept en die ook nog eens dienst deed als aanduwer van de wieg van de zwarte adoptiebaby. De malle pakjes waren weergaloos, zoals de knotsgekke creatie die Brüno droeg tussen de orthodoxe Joden in Israël. Een enkele scène was afschuwelijk slecht, maar daar stond veel dijenkletserij tegenover: Africa is een geweldig land, full of afro-americans.
Als je denkt dat je met de trailer de hele film wel hebt gezien, heb je het mis. En van het gemekker van critici die vinden dat de spontaniteit er na Borat en Ali G wel af is, moet je je niets aantrekken. Het is juist spannend dat je niet weet of iets in scene is gezet of niet. Hoe dan ook is het bewonderenswaardig hoeveel lef Sacha Baron Cohen heeft en hoe knap en overtuigend hij in zijn rol blijft.
Aliesje bedankte mij na de film voor het initiatief. Nu had ze weer iets actueels gezien en kon ze ergens over meepraten. Ze zong vrolijk het slotlied van de film: Ich bin Brüno, dove of peace. We constateerden dat we allebei aan Paul de Leeuw uit de jaren '90 hadden moeten denken.
Nopi was ook tevreden. Ze vond de scène met de zoenende mannen in de freefightkooi geweldig. Ze verbaasde zich erover dat het slotlied nog geen grote hit was, omdat er allemaal wereldsterren aan meewerken.
“Dat is het misschien wèl, zei ik, weten wij veel wat er in de hitlijsten staat?" Maar het zou mij juist wel verwonderen.
Van de week kreeg ik dit smsje: lieve vriendin, we hebben een busje gekocht! Klein, doch fijn. Nu 10 dagen zeilen met mn moeder en mn haar is geknipt. Ga bruno kijken opdat we kunnen napraten!
Nu vraag ik je! Hondstrouwe Bonny is gedist.
Wat te doen?
Huilen? Nee.
Boos worden? Nee.
Die film alleen kijken? Nee.
Die film kijken met Aliesje (bekend van radio en tv) en Nopi (überbekend als dj SoNori)? Ja. En napraten op het wijde web, want voordat we Batjah weer zien is dat haar alweer lang.
Dinsdagavond was het zo ver. Ik zat in zaal 8 van Pathé (hu) tussen mijn lieve vriendinnen in. Ik had koffie voor 1,90, dat vond ik aan de dure kant, op mijn werk kon je dezelfde drab gratis krijgen op de zesde verdieping en dat vonden we al te veel moeite!
Aliesje verwachtte niet te veel van de film, maar ze was toch in de stad en kon wel even naar de bios komen. Nopi wilde wel een keer naar een film die haar helemaal niets leek, bij wijze van experience. Ik daarentegen, verwachtte ondanks de wat matte recensies, dat deze film een knaller zou zijn!
Drie keer raden wie het goed had ingeschat! Bonny! Bonny! Bonny!
We hebben ons kostelijk vermaakt. Ik heb genoten van de dildofiets die overal mee naar toe werd gesleept en die ook nog eens dienst deed als aanduwer van de wieg van de zwarte adoptiebaby. De malle pakjes waren weergaloos, zoals de knotsgekke creatie die Brüno droeg tussen de orthodoxe Joden in Israël. Een enkele scène was afschuwelijk slecht, maar daar stond veel dijenkletserij tegenover: Africa is een geweldig land, full of afro-americans.
Als je denkt dat je met de trailer de hele film wel hebt gezien, heb je het mis. En van het gemekker van critici die vinden dat de spontaniteit er na Borat en Ali G wel af is, moet je je niets aantrekken. Het is juist spannend dat je niet weet of iets in scene is gezet of niet. Hoe dan ook is het bewonderenswaardig hoeveel lef Sacha Baron Cohen heeft en hoe knap en overtuigend hij in zijn rol blijft.
Aliesje bedankte mij na de film voor het initiatief. Nu had ze weer iets actueels gezien en kon ze ergens over meepraten. Ze zong vrolijk het slotlied van de film: Ich bin Brüno, dove of peace. We constateerden dat we allebei aan Paul de Leeuw uit de jaren '90 hadden moeten denken.
Nopi was ook tevreden. Ze vond de scène met de zoenende mannen in de freefightkooi geweldig. Ze verbaasde zich erover dat het slotlied nog geen grote hit was, omdat er allemaal wereldsterren aan meewerken.
“Dat is het misschien wèl, zei ik, weten wij veel wat er in de hitlijsten staat?" Maar het zou mij juist wel verwonderen.
Bezoek op de tuin
Daar zaten aan de picknicktafel onze oude vertrouwde zelven in klusbroeken en vale, verknipte t-shirts. En daar kwam als in een halo van licht de jonge, frisse Yuta in een naar het leek gesteven, getailleerd blousje en een elegante pantalon.
Ze keek met grote ogen naar ons gezelschap. Waar was ze terecht gekomen? Ze deed haar koptelefoon af en stopte haar ipod in haar handtas. Ik peuterde wat zand weg onder mijn nagels, haalde een hand door mijn haar, poetste achter mijn hand mijn tanden met mijn tong en vroeg met de balorigheid van iemand die niets te winnen had:
- Wat heb je erop staan?
Weer die verbaasde blik. Ik herhaalde mijn vraag
- Tosca, antwoordde ze.
Nu was het mijn beurt om verbaasd te zijn. Opera op de mp3 speler, onderschat ze niet de jeugd van tegenwoordig.
- Wat gaaf! Van Puccini toch?
- Huh?
- Tosca, de opera van Puccini?
- Nee, Tosca de band. Althans ik geloof dat dat het laatste was dat ik ervoor had. Wil je het horen?
- Nee dankjewel, antwoordde ik, ik was gewoon nieuwsgierig.
Ze keek met grote ogen naar ons gezelschap. Waar was ze terecht gekomen? Ze deed haar koptelefoon af en stopte haar ipod in haar handtas. Ik peuterde wat zand weg onder mijn nagels, haalde een hand door mijn haar, poetste achter mijn hand mijn tanden met mijn tong en vroeg met de balorigheid van iemand die niets te winnen had:
- Wat heb je erop staan?
Weer die verbaasde blik. Ik herhaalde mijn vraag
- Tosca, antwoordde ze.
Nu was het mijn beurt om verbaasd te zijn. Opera op de mp3 speler, onderschat ze niet de jeugd van tegenwoordig.
- Wat gaaf! Van Puccini toch?
- Huh?
- Tosca, de opera van Puccini?
- Nee, Tosca de band. Althans ik geloof dat dat het laatste was dat ik ervoor had. Wil je het horen?
- Nee dankjewel, antwoordde ik, ik was gewoon nieuwsgierig.
maandag, juli 20, 2009
Vervelender dan Spinvis
Er is gebakkelei over het maximumloon van omroepmedewerkers. Jezes, wat een stom onderwerp, maar we moeten toch even verder, want er is een punt waar ik naartoe wil schrijven. Plasterk heeft besloten dat nog maar vier of zes publiekeomroepmedewerkers meer dan Jan Peter van Balkenende mogen verdienen. Dat geeft natuurlijk gezeur, want wie moeten dat dan zijn en waarom kan niet iedereen rondkomen van wat is het eigenlijk? (je ziet ik heb me goed gedocumenteerd). Er zijn immers zoveel vervelende mannetjes in Hilversum die voor veel geld vervelende vragen stellen aan andere vervelende mannetjes, het wordt moeilijk kiezen. Gelukkig hebben de kijkcijferkannonnen allemaal bv'tjes waar de omroepen het geld naar kunnen storten, zodat niet doorzichtig is wat loon is en wat betaald wordt voor het programma dat ze leveren in het algemeen. Of zoiets. God, waar ben ik aan begonnen.
Afijn, dan is daar zo'n amoebe, Rik Felderhof, nog nooit een programma van gezien en die heeft wat gezegd in de NRC, namelijk dat hij helemaal niet bang is dat zijn loon in het geding komt omdat hij dus zo'n bv heeft. Hij werkte zo'n twintig uur in de week en kreeg daarvoor zes euroton van de NCRV. Hij heeft het goed voor mekaar vindt ie zelf. Een andere meneer, Hagoorth, windt zich op over Felderhofs arrogantie en daar heb ik een artikel over gelezen. Daarom weet ik dit allemaal. Bij dat artikel stond een foto van de man van zes ton en daar wilde ik het over hebben.
Wat bezielt die kerels om zo'n t-shirt onder hun bloes aan te trekken? Het is echt geen gezicht. veel te hoog sluitende boord. Heeft ie dat ook in zijn programma's? En trekt ie dan ook dat nare zelfgenoegzame hoofd erbij? Ik dacht dat ik Spinvis HEEEEL vervelend vond, maar Rik Felderhof is hem met deze foto al ruimschoots gepasseerd.
Dat was het punt dat ik wilde maken, over dat t-shirt. Ik neem aan dat er al genoeg over geschreven is door modejournalisten, maar ik moest het ook kwijt. Volgende keer maar weer een stukje over de fauna, ik ben kapot.
Afijn, dan is daar zo'n amoebe, Rik Felderhof, nog nooit een programma van gezien en die heeft wat gezegd in de NRC, namelijk dat hij helemaal niet bang is dat zijn loon in het geding komt omdat hij dus zo'n bv heeft. Hij werkte zo'n twintig uur in de week en kreeg daarvoor zes euroton van de NCRV. Hij heeft het goed voor mekaar vindt ie zelf. Een andere meneer, Hagoorth, windt zich op over Felderhofs arrogantie en daar heb ik een artikel over gelezen. Daarom weet ik dit allemaal. Bij dat artikel stond een foto van de man van zes ton en daar wilde ik het over hebben.
Wat bezielt die kerels om zo'n t-shirt onder hun bloes aan te trekken? Het is echt geen gezicht. veel te hoog sluitende boord. Heeft ie dat ook in zijn programma's? En trekt ie dan ook dat nare zelfgenoegzame hoofd erbij? Ik dacht dat ik Spinvis HEEEEL vervelend vond, maar Rik Felderhof is hem met deze foto al ruimschoots gepasseerd.
Dat was het punt dat ik wilde maken, over dat t-shirt. Ik neem aan dat er al genoeg over geschreven is door modejournalisten, maar ik moest het ook kwijt. Volgende keer maar weer een stukje over de fauna, ik ben kapot.
zondag, juli 19, 2009
Vroege vogel
Ik zie graag dat de dieren zich aan onze infrastructuur houden. Een kat die oversteekt bij het zebrapad, en zijn weg vervolgt over het trottoir kan rekenen op mijn waardering.
Ik heb het niet op de muizen in mijn tuinhuisje, maar ik voelde toch enige sympathie toen ik ze gisteren hondsbrutaal via de voordeur in en uit zag trippelen. Dan voel ik de behoefte om een heel klein deurmatje neer te leggen of een minideurbel. Bovendien weet ik nu ook dat ze weer naar buiten gaan als ze klaar zijn binnen.
Gisternacht had ik in een zeldzame aanval van slapeloosheid. Hoe is het mogelijk dat het anders zo goed gaat, dacht ik, dat slapen. Om half zes was ik het wakkerliggen moe en ik besloot tot een ochtendwandeling. Het was nog net niet echt licht. Toen ik de deur opende zag ik een onverwacht grote gedaante in de lucht. Hij bewoog zich naar buiten mijn gezichtsveld. Gefascineerd sloop ik naar het pad en gluurde om het hoekje. Wat ik toen zag was meer dan ik ooit had durven dromen. Op de lantaarnpaal voor mijn huisje zat een enorme uil. Ik overdrijf niet: ENORM. Geen idee wat voor type, maar hij was wel tien keer zo groot als het ‘decoratieve’ geval dat bij de buren in de tuin staat. En een partij harig!
Goudvinken heb ik al gehad in mijn tuin, laatst een ontspannen winterkoning op de vlonder, en daar was ik al zo blij mee. En dan nu dit. Een enorme uil! In mijn eerste seizoen nog wel. Mijn hart klopte in mijn keel, ik voelde mij een beetje dronken van geluk.
Ik deed een stapje om de vogel nog beter te bekijken, dat was een jammerlijke beslissing. De uil sloeg zijn enorme vleugels uit en smeerde hem d’r vandoor. Precies boven het pad, geruisloos zoals het hoort in vroege morgen.
Ik heb het niet op de muizen in mijn tuinhuisje, maar ik voelde toch enige sympathie toen ik ze gisteren hondsbrutaal via de voordeur in en uit zag trippelen. Dan voel ik de behoefte om een heel klein deurmatje neer te leggen of een minideurbel. Bovendien weet ik nu ook dat ze weer naar buiten gaan als ze klaar zijn binnen.
Gisternacht had ik in een zeldzame aanval van slapeloosheid. Hoe is het mogelijk dat het anders zo goed gaat, dacht ik, dat slapen. Om half zes was ik het wakkerliggen moe en ik besloot tot een ochtendwandeling. Het was nog net niet echt licht. Toen ik de deur opende zag ik een onverwacht grote gedaante in de lucht. Hij bewoog zich naar buiten mijn gezichtsveld. Gefascineerd sloop ik naar het pad en gluurde om het hoekje. Wat ik toen zag was meer dan ik ooit had durven dromen. Op de lantaarnpaal voor mijn huisje zat een enorme uil. Ik overdrijf niet: ENORM. Geen idee wat voor type, maar hij was wel tien keer zo groot als het ‘decoratieve’ geval dat bij de buren in de tuin staat. En een partij harig!
Goudvinken heb ik al gehad in mijn tuin, laatst een ontspannen winterkoning op de vlonder, en daar was ik al zo blij mee. En dan nu dit. Een enorme uil! In mijn eerste seizoen nog wel. Mijn hart klopte in mijn keel, ik voelde mij een beetje dronken van geluk.
Ik deed een stapje om de vogel nog beter te bekijken, dat was een jammerlijke beslissing. De uil sloeg zijn enorme vleugels uit en smeerde hem d’r vandoor. Precies boven het pad, geruisloos zoals het hoort in vroege morgen.
zaterdag, juni 27, 2009
vrijdag, juni 26, 2009
Michael en ik
Tuurlijk was ik fan, daar was geen ontkomen aan. Ik speurde in de Varagids de playlist van de arbeidsvitaminen af en als Ben ervoor kwam of ABC dan zat ik klaar met mijn cassetterecordertje, een vinger op de rode knop en een op de blauwe.
Ik had ook een poster aan de muur. Van voor de operaties natuurlijk, al weet je het nooit helemaal zeker. Was dat neusje daar al niet een beetje klein en puntig?
Ik had één witte handschoen met glittertjes. Die deed het altijd goed in de playbackshow, zeker in combinatie met de polaroidzonnebril die ik stiekem van mijn vader leende. Niet dat ik ooit won. Misschien liet de rest van mijn outfit te wensen over, mijn broek was wel veel te kort, maar ik had geen glittersokken.
Pas nu besef ik hoe vreemd dat eigenlijk is: één handschoen. Je moet wel briljant zijn om dat te verzinnen.
Bij USA for Africa was ik er ook nog bij. Was ie niet schitterend in zijn uniform? en ook zo mooi van onder naar tot boven gefilmd. Kenny Rogers en Diana Ross waren gewoon in gelegenheids-t-shirt, maar daar hoefde je bij Michael niet mee aan te komen. Hij deed al genoeg voor het goede doel, hij had dat nummer goddomme geschreven. Iedereen die meedeed kon ik benoemen, zelfs de mensen die alleen in het koor zaten zoals Harry Belafonte en Michaels broers en zusjes.
Toch kwam toen wel zo'n beetje de omslag. Ik deinde karakterloos mee op de golven van de massa. Was Thriller de eerste plaat die ik moest en zou hebben, BAD heb ik niet eens meer gekocht, maar geleend uit de bibliotheek. Born In The USA moest en zou ik nu hebben. Ik heb een jaar lang met een pet in mijn kontzak rondgelopen.
Ik had ook een poster aan de muur. Van voor de operaties natuurlijk, al weet je het nooit helemaal zeker. Was dat neusje daar al niet een beetje klein en puntig?
Ik had één witte handschoen met glittertjes. Die deed het altijd goed in de playbackshow, zeker in combinatie met de polaroidzonnebril die ik stiekem van mijn vader leende. Niet dat ik ooit won. Misschien liet de rest van mijn outfit te wensen over, mijn broek was wel veel te kort, maar ik had geen glittersokken.
Pas nu besef ik hoe vreemd dat eigenlijk is: één handschoen. Je moet wel briljant zijn om dat te verzinnen.
Bij USA for Africa was ik er ook nog bij. Was ie niet schitterend in zijn uniform? en ook zo mooi van onder naar tot boven gefilmd. Kenny Rogers en Diana Ross waren gewoon in gelegenheids-t-shirt, maar daar hoefde je bij Michael niet mee aan te komen. Hij deed al genoeg voor het goede doel, hij had dat nummer goddomme geschreven. Iedereen die meedeed kon ik benoemen, zelfs de mensen die alleen in het koor zaten zoals Harry Belafonte en Michaels broers en zusjes.
Toch kwam toen wel zo'n beetje de omslag. Ik deinde karakterloos mee op de golven van de massa. Was Thriller de eerste plaat die ik moest en zou hebben, BAD heb ik niet eens meer gekocht, maar geleend uit de bibliotheek. Born In The USA moest en zou ik nu hebben. Ik heb een jaar lang met een pet in mijn kontzak rondgelopen.
woensdag, juni 24, 2009
Toch niet hier?
We zagen ze al rijden vlak voor we rechtsaf sloegen naar de camping: legertrucks. En ook hoorden we af en toe het geratel van mitrailleurs.
Langs de kant van de weg stonden schietschijven
"Maar er wordt niet met scherp geschoten hoor", stelde een grijze man ons gerust, "en ik kan het weten, want ik ben geboren en getogen in Darp."
Dus wij zetten onze tent op.
De volgende ochtend vroeg de beheerster of we lekker hadden geslapen
"Gaat wel. De hele nacht was het herrie: het leek wel alsof er een motorcrosswedstrijd werd gehouden of dat het bos om ons heen werd weggezaagd."
"Dat zijn de militairen, die aan het oefenen zijn."
"En dat moet ook 's nachts?"
"Ze oefenen voor Afghanistan."
"En daar is het altijd donker?"
"Ik weet het niet, maar laatst waren ze de hele nacht aan het schieten, dat was pas naar. Ik kon er niet van slapen. Oefenen okay, maar het kan toch wel een kéér ophouden? Toen heb ik de politie gebeld. Die zeiden dat ik de marechaussee moest hebben. De marechaussee opgezocht in het telefoonboek, mijn beklag gedaan en je raadt nooit wat voor reactie ik kreeg."
"..."
"Het is oorlog, mevrouw. Echt waar, dat is wat ie zei. Het is oorlog."
"Dus u heeft een klacht ingediend?"
"Ja dat heb ik gedaan. Ik zei: ik wil een klacht indienen, het is oorlog, maar toch niet hier?"
Langs de kant van de weg stonden schietschijven
"Maar er wordt niet met scherp geschoten hoor", stelde een grijze man ons gerust, "en ik kan het weten, want ik ben geboren en getogen in Darp."
Dus wij zetten onze tent op.
De volgende ochtend vroeg de beheerster of we lekker hadden geslapen
"Gaat wel. De hele nacht was het herrie: het leek wel alsof er een motorcrosswedstrijd werd gehouden of dat het bos om ons heen werd weggezaagd."
"Dat zijn de militairen, die aan het oefenen zijn."
"En dat moet ook 's nachts?"
"Ze oefenen voor Afghanistan."
"En daar is het altijd donker?"
"Ik weet het niet, maar laatst waren ze de hele nacht aan het schieten, dat was pas naar. Ik kon er niet van slapen. Oefenen okay, maar het kan toch wel een kéér ophouden? Toen heb ik de politie gebeld. Die zeiden dat ik de marechaussee moest hebben. De marechaussee opgezocht in het telefoonboek, mijn beklag gedaan en je raadt nooit wat voor reactie ik kreeg."
"..."
"Het is oorlog, mevrouw. Echt waar, dat is wat ie zei. Het is oorlog."
"Dus u heeft een klacht ingediend?"
"Ja dat heb ik gedaan. Ik zei: ik wil een klacht indienen, het is oorlog, maar toch niet hier?"
maandag, juni 22, 2009
vrijdag, juni 05, 2009
Flirt
Als je blogger wil zijn moet je bloggen, tuinhuisje of geen tuinhuisje. En ik heb ook van alles te neulen: Europese verkiezings, Roger Federer, de familiefoto, maar het moet allemaal wachten want er gebeurde zojuist weer wat bij de kassa. Niet bij Ivana helaas, maar in een andere supermarkt.
De caissière van vandaag was best leuk, daar niet van, maar ik had niet de neiging op haar naambordje te kijken. Ik was mijn boodschappen in mijn tas aan het proppen toen zij het woord richtte tot de klant achter mij.
- Hoe is het met de verkering? vroeg ze zonder inleiding.
De klant achter mij begon hard te lachen. Het was geen onknappe jongen, niet de populairste van de klas vroeger, maar je kon zien dat hij zich goed had ontwikkeld (de populairen blijven juist vaak stilstaan, beweert mijn zus, en doen derhalve boete voor hun glorieuze schooltijd met een oninteressante persoonlijkheid).
- Doet men dat zo tegenwoordig? antwoordde hij, kun je niet gewoon zeggen 'wil je met me uit?'
De caissière bloosde tot achter haar oren. Ze zocht al scannend naar woorden, maar kon niks vinden.
- Weet je wat, zei de jongen, ik doe het zelf wel: wil je een keer met me uit?
- Ik heb al een vriend zei het meisje, bedeesd.
Uitmaken! direct! je mag mijn telefoon wel lenen, dacht ik, maar ik wist mijn mond eens een keer te houden.
De caissière van vandaag was best leuk, daar niet van, maar ik had niet de neiging op haar naambordje te kijken. Ik was mijn boodschappen in mijn tas aan het proppen toen zij het woord richtte tot de klant achter mij.
- Hoe is het met de verkering? vroeg ze zonder inleiding.
De klant achter mij begon hard te lachen. Het was geen onknappe jongen, niet de populairste van de klas vroeger, maar je kon zien dat hij zich goed had ontwikkeld (de populairen blijven juist vaak stilstaan, beweert mijn zus, en doen derhalve boete voor hun glorieuze schooltijd met een oninteressante persoonlijkheid).
- Doet men dat zo tegenwoordig? antwoordde hij, kun je niet gewoon zeggen 'wil je met me uit?'
De caissière bloosde tot achter haar oren. Ze zocht al scannend naar woorden, maar kon niks vinden.
- Weet je wat, zei de jongen, ik doe het zelf wel: wil je een keer met me uit?
- Ik heb al een vriend zei het meisje, bedeesd.
Uitmaken! direct! je mag mijn telefoon wel lenen, dacht ik, maar ik wist mijn mond eens een keer te houden.
dinsdag, mei 19, 2009
Hoe ik mijn onaantrekkelijkheid behoud
"Een compleet aantrekkelijk persoon is soms een beetje gemeen."
Niet alleen heeft mijn professor Henk Hillenaar mij binnen drie jaar door mijn afstudeerscriptie geloodst (een 7!!!), hij heeft mij ook voorzien van belangrijke levenslessen die hij op zijn beurt uit de literatuur heeft gepeurd. Bovenstaand citaat heeft betrekking op de verrukkelijke Gina Pietranera die de draak steekt met de onzekere suflul van een prins van Parma. Beide zijn personnages in La Chartreuse de Parme van Stendhal, "misschien wel het mooiste boek ooit geschreven" (cit. HH) . Lees het gerust als je eens tijd hebt, er is een recente vertaling van: De kartuize van Parma.
Hoe dan ook: ik weet al jaren wat mij te doen staat in mijn streven naar onweerstaanbaarheid, goede gelegenheden tot gemeenheid dienen zich echter niet dagelijks aan en ik wil het toch ook niet forceren. Een ware levenskunstenaar profiteert van wat de stroom hem brengt. Vandaag leek ik geluk te hebben.
Zoals wel vaker ging ik vanuit mijn werk naar de super. Ik had juist mijn fiets op slot gezet tegen de dichtsbijzijnde boom, toen ik een luid gejammer hoorde.
- Alsjeblieft, alsjeblieft. Wie koopt er een krantje van mij. Ik ben er zo flauw van, van die kutkrantjes. Als ik nog een keer 'nee sorry' hoor, eet ik ze op, allemaal.
Er waren meer mensen bij de ingang, maar de straatkantverkoper keek mij aan. Smekend. Hij toonde zijn stapeltje Riepes en vroeg bijna agressief:
- Mevrouw, wilt u misschien het tweede krantje van de dag kopen?
Dit was mijn kans. Een trilling van opwinding ging door me heen. Ik keek gauw tussen de electrische schuifdeuren door naar binnen om te checken of Ivana misschien getuige was van de vervolmaking van mijn aantrekkelijkheid, maar zag haar niet zitten. Ik opende mijn mond
- Nee s...
- Je gaat het zeggen hè, je gaat het zeggen hè, schreeuwde de straatkrantverkoper.
- Ik wil wel eens zien hoe jij die dingen oppeuzelt. En het is onschadelijk, het papier is chloorvrij, weet ik toevallig.
- Maak er maar een grapje van. Ik zit hier al vanaf twaalf uur en heb er nog maar één verkocht.
- Stop er dan mee.
- Die is lekker, dan kan ik buiten slapen.
Toen ik weer buitenkwam zat de zwerver op de grond. Een vrouw met een zwartgerande bril stond over hem heen gebogen. Ik gaf hem het kleingeld dat ik bij de kassa uit mijn portemonnaie had gehaald.
- Ik wil geen krantje, begeleidde ik mijn donatie, maar ook niet dat je buiten slaapt.
- Kijk, zei de vrouw, dat helpt weer een beetje.
- Dankjewel, riep de zwerver, hij woof me na met zijn linkerhand waaromheen een groezelig verband zat gewikkeld.
Ik woof neerslachtig terug en liep naar mijn fiets. Missie mislukt. Maar ja, ware liefdadigheid gaat nu eenmaal niet zonder offers.
Niet alleen heeft mijn professor Henk Hillenaar mij binnen drie jaar door mijn afstudeerscriptie geloodst (een 7!!!), hij heeft mij ook voorzien van belangrijke levenslessen die hij op zijn beurt uit de literatuur heeft gepeurd. Bovenstaand citaat heeft betrekking op de verrukkelijke Gina Pietranera die de draak steekt met de onzekere suflul van een prins van Parma. Beide zijn personnages in La Chartreuse de Parme van Stendhal, "misschien wel het mooiste boek ooit geschreven" (cit. HH) . Lees het gerust als je eens tijd hebt, er is een recente vertaling van: De kartuize van Parma.
Hoe dan ook: ik weet al jaren wat mij te doen staat in mijn streven naar onweerstaanbaarheid, goede gelegenheden tot gemeenheid dienen zich echter niet dagelijks aan en ik wil het toch ook niet forceren. Een ware levenskunstenaar profiteert van wat de stroom hem brengt. Vandaag leek ik geluk te hebben.
Zoals wel vaker ging ik vanuit mijn werk naar de super. Ik had juist mijn fiets op slot gezet tegen de dichtsbijzijnde boom, toen ik een luid gejammer hoorde.
- Alsjeblieft, alsjeblieft. Wie koopt er een krantje van mij. Ik ben er zo flauw van, van die kutkrantjes. Als ik nog een keer 'nee sorry' hoor, eet ik ze op, allemaal.
Er waren meer mensen bij de ingang, maar de straatkantverkoper keek mij aan. Smekend. Hij toonde zijn stapeltje Riepes en vroeg bijna agressief:
- Mevrouw, wilt u misschien het tweede krantje van de dag kopen?
Dit was mijn kans. Een trilling van opwinding ging door me heen. Ik keek gauw tussen de electrische schuifdeuren door naar binnen om te checken of Ivana misschien getuige was van de vervolmaking van mijn aantrekkelijkheid, maar zag haar niet zitten. Ik opende mijn mond
- Nee s...
- Je gaat het zeggen hè, je gaat het zeggen hè, schreeuwde de straatkrantverkoper.
- Ik wil wel eens zien hoe jij die dingen oppeuzelt. En het is onschadelijk, het papier is chloorvrij, weet ik toevallig.
- Maak er maar een grapje van. Ik zit hier al vanaf twaalf uur en heb er nog maar één verkocht.
- Stop er dan mee.
- Die is lekker, dan kan ik buiten slapen.
Toen ik weer buitenkwam zat de zwerver op de grond. Een vrouw met een zwartgerande bril stond over hem heen gebogen. Ik gaf hem het kleingeld dat ik bij de kassa uit mijn portemonnaie had gehaald.
- Ik wil geen krantje, begeleidde ik mijn donatie, maar ook niet dat je buiten slaapt.
- Kijk, zei de vrouw, dat helpt weer een beetje.
- Dankjewel, riep de zwerver, hij woof me na met zijn linkerhand waaromheen een groezelig verband zat gewikkeld.
Ik woof neerslachtig terug en liep naar mijn fiets. Missie mislukt. Maar ja, ware liefdadigheid gaat nu eenmaal niet zonder offers.
vrijdag, mei 15, 2009
Gevochten
- Wat heb je daar Bonny, heb je gevochten?
- Wat? Waar?
- Daar bij je oog.
- Oh dat. Nee niet gevochten, ik had een belevenis in de supermarkt.
- Vertel, ik kan niet wachten.
- Nou, ga er maar even goed voor zitten, want dit is me weer een geschiedenis. Het gebeurde gisteravond, ik kwam uit mijn werk en dan weet je het wel.
- Trek?
- Misselijk van de honger. Moe. Nat van de regen. Niet wetende wat te doen voor het avondeten. Bepakt met tassen vol met werk- en vrijetijdgerelateerde spullen...
- Ja ja, een heel gehannes met nog een mandje erbij. Ze hebben ook mandjes op wielen, dat weet je he. En karretjes.
- Maar ik nam dus een draagmandje. Ik gooide er zo her en der wat in, ging naar de de kassa en herinnerde me toen dat ik nog kattenvoer voor Trui moest halen
- Voor dat aanloopgeval?
- Nee, die is weer weg, dit is een nieuw aanloopgeval. Dus eigenlijk ook 'ja'. Afijn ik alle paden langs, nergens kattenvoer te vinden. Ik vraag aan een jongetje met supermarktbloes of er wel een kattenvoersectie is. Wat denk je?
- Hij heeft geen idee.
- Precies, hij moest het een collega vragen. Een eikeltje van een studentje die deed alsof ik een mongool was door alleen maar te veronderstellen dat er geen kattenvoer zou zijn. Maar ik zweer je, meer dan 1 strekkende meter winkelschap was het niet. Iedereen in mijn toestand zou het over het hoofd hebben gezien. Ik bedankte hem sardonisch om dat woord maar eens te gebruiken en ging richting kassa. Alle kassa's waren open, dus ik moest een rij kiezen en wat doe je dan?
- Je kiest de knapste caissière.
- Wat is dat nu voor seksistische opmerking?
- Er zijn immers maar weinig mannelijke caissières, anders zou je die wel kiezen, die is gegarandeerd de snelste.
- Ik koos de kortste rij.
- En hoe was je caissière?
- Bloedmooi.
- Naam gelezen?
- Ivana.
- Knap en nog goed in haar werk ook.
- Ik had geluk. En als ik zeg bloedmooi bedoel ik ook bloedmooi. Zo'n type waar zowel mannen als vrouwen op vallen.
- En alles wat daar tussen zit?
- Ja, het hele spectrum gaat voor de bijl.
- En daar stond je dan bij Ivana. Kon je nog een beetje gewoon doen? Niet alle boodschappen tot op de cent nauwkeurig uitgerekend?
- Ik was de gewoonheid zelve. Geen naam genoemd. De groet goed getimed beantwoord. Niks uitgerekend. Ik betaalde met 21,60, kreeg er 10 terug en bedankte. Ik bukte me om alle bagage die ik even op de grond had gezet weer op te pakken en knalde toen met mijn oog op het plastic plaatje waar je je geld op kan leggen.
- Ai! En dat na alles wat je al had meegemaakt. Gevloekt?
- Ja. Shit! riep ik.
- En Ivana sleepte je toen naar het achterkamertje om je te verzorgen?
- Nee, ik pakte schielijk mijn spullen en rende de winkel uit.
- Dan had ik toch gelijk.
- Hoe bedoel je?
- Je hebt wel een gevecht geleverd.
- Ja, dat is zo. Het dagelijks gevecht. Fijn dat er soms sporen van zijn.
- Wat? Waar?
- Daar bij je oog.
- Oh dat. Nee niet gevochten, ik had een belevenis in de supermarkt.
- Vertel, ik kan niet wachten.
- Nou, ga er maar even goed voor zitten, want dit is me weer een geschiedenis. Het gebeurde gisteravond, ik kwam uit mijn werk en dan weet je het wel.
- Trek?
- Misselijk van de honger. Moe. Nat van de regen. Niet wetende wat te doen voor het avondeten. Bepakt met tassen vol met werk- en vrijetijdgerelateerde spullen...
- Ja ja, een heel gehannes met nog een mandje erbij. Ze hebben ook mandjes op wielen, dat weet je he. En karretjes.
- Maar ik nam dus een draagmandje. Ik gooide er zo her en der wat in, ging naar de de kassa en herinnerde me toen dat ik nog kattenvoer voor Trui moest halen
- Voor dat aanloopgeval?
- Nee, die is weer weg, dit is een nieuw aanloopgeval. Dus eigenlijk ook 'ja'. Afijn ik alle paden langs, nergens kattenvoer te vinden. Ik vraag aan een jongetje met supermarktbloes of er wel een kattenvoersectie is. Wat denk je?
- Hij heeft geen idee.
- Precies, hij moest het een collega vragen. Een eikeltje van een studentje die deed alsof ik een mongool was door alleen maar te veronderstellen dat er geen kattenvoer zou zijn. Maar ik zweer je, meer dan 1 strekkende meter winkelschap was het niet. Iedereen in mijn toestand zou het over het hoofd hebben gezien. Ik bedankte hem sardonisch om dat woord maar eens te gebruiken en ging richting kassa. Alle kassa's waren open, dus ik moest een rij kiezen en wat doe je dan?
- Je kiest de knapste caissière.
- Wat is dat nu voor seksistische opmerking?
- Er zijn immers maar weinig mannelijke caissières, anders zou je die wel kiezen, die is gegarandeerd de snelste.
- Ik koos de kortste rij.
- En hoe was je caissière?
- Bloedmooi.
- Naam gelezen?
- Ivana.
- Knap en nog goed in haar werk ook.
- Ik had geluk. En als ik zeg bloedmooi bedoel ik ook bloedmooi. Zo'n type waar zowel mannen als vrouwen op vallen.
- En alles wat daar tussen zit?
- Ja, het hele spectrum gaat voor de bijl.
- En daar stond je dan bij Ivana. Kon je nog een beetje gewoon doen? Niet alle boodschappen tot op de cent nauwkeurig uitgerekend?
- Ik was de gewoonheid zelve. Geen naam genoemd. De groet goed getimed beantwoord. Niks uitgerekend. Ik betaalde met 21,60, kreeg er 10 terug en bedankte. Ik bukte me om alle bagage die ik even op de grond had gezet weer op te pakken en knalde toen met mijn oog op het plastic plaatje waar je je geld op kan leggen.
- Ai! En dat na alles wat je al had meegemaakt. Gevloekt?
- Ja. Shit! riep ik.
- En Ivana sleepte je toen naar het achterkamertje om je te verzorgen?
- Nee, ik pakte schielijk mijn spullen en rende de winkel uit.
- Dan had ik toch gelijk.
- Hoe bedoel je?
- Je hebt wel een gevecht geleverd.
- Ja, dat is zo. Het dagelijks gevecht. Fijn dat er soms sporen van zijn.
dinsdag, mei 05, 2009
Waterhouse, een natuurbeleving
Veel mensen voelen de behoefte zichzelf te definiëren als ofwel een natuur- ofwel een cultuurmens. En welk van de twee opties ze ook kiezen: ze zijn bijzonder tevreden met dit kenmerk: het geeft hun houvast bij het kiezen van een vakantiebestemming en het brengt reliëf aan in hun persoonlijkheid.
Voor natuurmensen is het lawaai van de grote stad onverdraaglijk. Zij vinden pas rust als de snelweg waar ze een uur eerder zelf over heen zijn geraasd buiten gehoorafstand is. In het hooggebergte, aan zee, in de lentepracht van de Provence komen ze weer tot zichzelf en raken ze in harmonie met de aarde.
Cultuurmensen daarentegen worden 'gek' als ze niet een minimale portie kunst, architectuur, geschiedenis tot zich kunnen nemen. Zij worden gevoed door de opwinding van de stad, ze verheffen zichzelf in musea, slenteren eindeloos over de boulevards, gaan terug in de tijd op historische locaties.
Ik vertel niks nieuws natuurlijk. We hebben dit gereutel allemaal al te vaak aan moeten horen en daarbij zijn alle varianten van heremitische wandelaar tot Picassojunk wel voorbijgekomen. Wij Droevees kunnen ons deel van de conversatie echter niet invullen in dezen. Wij kiezen zelfs niet voor het veilige midden van "een groene camping met een fatsoenlijke stad op hooguit een half uur rijden". Hou toch op! Wij zijn niets. Misschien waren we ooit wel wat, maar een gesprek te vaak voeren doet elke welwillendheid verdampen. En misschien ook wel elke inhoudelijke betekenis.
Wel verblijven wij graag op de tuin en bestuderen daar de krioelende pissenbedden onder een verdwaalde baksteen, de copulerende grauwe ganzen in de sloot en onvermijdelijk alles wat er aan fauna rondloopt en -fietst op de schelpenpaadjes. Niet alleen geven wij onze ogen de kost, ook steken wij met plezier de handen uit de mouwen, zeker in onze voornemens. Dat klinkt wellicht onheilspellend, maar met dit geweldige schilderij in gedachten zal het mij geen moeite kosten om op zijn minst goed voor de rozen te zorgen.
My sweet rose van John William Waterhouse, gisteren gezien in het Groninger Museum.
Voor natuurmensen is het lawaai van de grote stad onverdraaglijk. Zij vinden pas rust als de snelweg waar ze een uur eerder zelf over heen zijn geraasd buiten gehoorafstand is. In het hooggebergte, aan zee, in de lentepracht van de Provence komen ze weer tot zichzelf en raken ze in harmonie met de aarde.
Cultuurmensen daarentegen worden 'gek' als ze niet een minimale portie kunst, architectuur, geschiedenis tot zich kunnen nemen. Zij worden gevoed door de opwinding van de stad, ze verheffen zichzelf in musea, slenteren eindeloos over de boulevards, gaan terug in de tijd op historische locaties.
Ik vertel niks nieuws natuurlijk. We hebben dit gereutel allemaal al te vaak aan moeten horen en daarbij zijn alle varianten van heremitische wandelaar tot Picassojunk wel voorbijgekomen. Wij Droevees kunnen ons deel van de conversatie echter niet invullen in dezen. Wij kiezen zelfs niet voor het veilige midden van "een groene camping met een fatsoenlijke stad op hooguit een half uur rijden". Hou toch op! Wij zijn niets. Misschien waren we ooit wel wat, maar een gesprek te vaak voeren doet elke welwillendheid verdampen. En misschien ook wel elke inhoudelijke betekenis.
Wel verblijven wij graag op de tuin en bestuderen daar de krioelende pissenbedden onder een verdwaalde baksteen, de copulerende grauwe ganzen in de sloot en onvermijdelijk alles wat er aan fauna rondloopt en -fietst op de schelpenpaadjes. Niet alleen geven wij onze ogen de kost, ook steken wij met plezier de handen uit de mouwen, zeker in onze voornemens. Dat klinkt wellicht onheilspellend, maar met dit geweldige schilderij in gedachten zal het mij geen moeite kosten om op zijn minst goed voor de rozen te zorgen.
My sweet rose van John William Waterhouse, gisteren gezien in het Groninger Museum.
donderdag, april 30, 2009
Mijn Koninginnedag - omdat er nog wel een getuigenis bij kan
Eerst keek ik naar de tullefiessie. Ik had ook tumtums in de vorm van kersen.
De koningin had een roze boa en een rode jurk. Ik dacht: goh, wat verandert dat toch die kleurenmode. Een prinses met hoge hakken probeerde een golfbal te slaan vanaf de tee. Ze probeerde het drie keer, toen was het raak. Ze keek de bal na met de blik van een expert, dat vond ik lef.
Toen kwam er iemand met een bak met een grote lepel erin op de koningin af. Ze wilde het niet proeven, wat ik me goed kon voorstellen. Ze gingen in een cabriobus op weg naar Paleis het Loo waar ik zelf verscheidene malen ben geweest. Ze zwaaiden naar de mensen aan de kant van de weg. Ik zei nog: wat ben ik blij dat ik daar niet tussensta.
Toen vloog die auto tegen de Naald. Ik wist gelijk, in ieder geval eerder dan de toewandelende agenten en ook eerder dan Keti Zijnett die gilde "Laat Bea nou zien, daar gaat het toch om!" : dit is goed mis. Keti mopperde rigoureus feministisch dat de mevrouw van de tf ervan uit ging dat de bestuurder van de Suzuki een man was. Ik zei: logisch, vrouwen maken minder brokken. Keti: een vrouw had die bus wel geraakt. Via de tsjet droeg Roel bij: Wilders zal wel zeggen: die auto kwam van links.
In de stad was de stemming gewoon koninginnedags. Mensen waren oranje en uitgelaten.
E* van Cle was wat bedrukt en ik dacht: ja natuurlijk, het is ook erg.
Later in de middag zag ik een filmpje van de koningin waar ze zegt hoe ze van de kaart zijn in haar familie. Ze had nu iets zwarts aan. En ik kon wel zien dat ze van de kaart was, zou ik ook zijn, en toch dacht ik ook: maar wel de tegenwoordigheid van geest hebben om zo'n smaakvol zwart boezeroentje aan te trekken, hè. Daar kan ik niets aan doen, dat komt gewoon mijn hoofd inwaaien.
Bij mij in de straat hangen de meeste vlaggen nu halfstok. Heelstok vind ik niets op koninginnedag, halfstok ook niet.
De koningin had een roze boa en een rode jurk. Ik dacht: goh, wat verandert dat toch die kleurenmode. Een prinses met hoge hakken probeerde een golfbal te slaan vanaf de tee. Ze probeerde het drie keer, toen was het raak. Ze keek de bal na met de blik van een expert, dat vond ik lef.
Toen kwam er iemand met een bak met een grote lepel erin op de koningin af. Ze wilde het niet proeven, wat ik me goed kon voorstellen. Ze gingen in een cabriobus op weg naar Paleis het Loo waar ik zelf verscheidene malen ben geweest. Ze zwaaiden naar de mensen aan de kant van de weg. Ik zei nog: wat ben ik blij dat ik daar niet tussensta.
Toen vloog die auto tegen de Naald. Ik wist gelijk, in ieder geval eerder dan de toewandelende agenten en ook eerder dan Keti Zijnett die gilde "Laat Bea nou zien, daar gaat het toch om!" : dit is goed mis. Keti mopperde rigoureus feministisch dat de mevrouw van de tf ervan uit ging dat de bestuurder van de Suzuki een man was. Ik zei: logisch, vrouwen maken minder brokken. Keti: een vrouw had die bus wel geraakt. Via de tsjet droeg Roel bij: Wilders zal wel zeggen: die auto kwam van links.
In de stad was de stemming gewoon koninginnedags. Mensen waren oranje en uitgelaten.
E* van Cle was wat bedrukt en ik dacht: ja natuurlijk, het is ook erg.
Later in de middag zag ik een filmpje van de koningin waar ze zegt hoe ze van de kaart zijn in haar familie. Ze had nu iets zwarts aan. En ik kon wel zien dat ze van de kaart was, zou ik ook zijn, en toch dacht ik ook: maar wel de tegenwoordigheid van geest hebben om zo'n smaakvol zwart boezeroentje aan te trekken, hè. Daar kan ik niets aan doen, dat komt gewoon mijn hoofd inwaaien.
Bij mij in de straat hangen de meeste vlaggen nu halfstok. Heelstok vind ik niets op koninginnedag, halfstok ook niet.
dinsdag, april 28, 2009
Op mijn tuin!!!
- Ik dacht, zit daar nu iemand? laat ik maar even kijken. Hebben jullie dit gekocht?
- Daar komt het wel op neer.
- Goh wat leuk zeg. Ik heb je hier wel vaker gezien. Je was toch bij die anderen altijd.
- Klopt
- En nu zit je hier?
- Zoals je ziet.
- Ik zal me even voorstellen, ik ben Tineke.
- Bonny.
- Vorig jaar waren jullie hier met dat jongetje. Je was daar mee aan het voetballen.
- Kay.
- Mooi zoontje hoor.
- Het is niet mijn zoontje.
- Ah nee, wat jammer nou.
- Jammer?
- Ach misschien ook wel niet. Wie weet wat er nog kan gebeuren hè?
- Ik zie geen adoptie in het verschiet anders.
- haha, nee dat misschien niet, maar jullie zijn nog jong. Nou ik ga weer verder. Ik dacht ik laat de hond even uit, dat breekt de avond een beetje.
- En het moet toch gebeuren, twee vliegen in één klap.
- Gisteravond heeft hij me de hele deken volgekotst. Vandaag ben ik toch maar even naar huis gegaan, want zo'n kleed doe ik liever niet op de hand.
- En zo'n machine maalt er niet om.
- Zo is dat. Nou, kom maar eens langs voor een praatje. Weet je waar ik woon?
- Ja even verderop.
- Tot ziens dan.
- Daaag. Tineke.
zondag, maart 29, 2009
2. Polygamy
Polygamie is, zoals het woord al aangeeft, ontstaan in Polynesië.
De geografische situatie van deze oude natie heeft ervoor gezorgd dat er al sinds ver voor de prehistorie veel eilandhoppers waren onder de bevolking. Deze konden, ivm beperkingen in materiaal en tijd, niet elke nacht de boot terug nemen. Ook toen en daar was de nacht er niet alleen om te slapen; om te voorzien in andere behoeftes vonden de polynesiërs eerst de driehoeksrelatie uit.
Toen ook dat moeilijk te combineren bleek met de vaarschema’s werd deze leefvorm uitgebreid tot polygamie.
Voor ons Groningers is het soms al onmogelijk om, ik noem maar een zijstraat, een boertje uit Kantens te verstaan. Hoe zit dat met een land dat zich uitstrekt over een wateroppervlakte van meer dan 50 miljoen km2? Welnu, dergelijke afstanden werpen inderdaad enorme taalbarrières op, waardoor een ander fenomeen ontstond dat wereldwijde navolging heeft gekregen: de polyglot.
Toen de verbindingen binnen de archipel steeds beter werden dankzij snelle boten en exploderend luchtverkeer, kwamen er stemmen op om polygamie te verbieden. Heeft het nog wel bestaansrecht als het niet praktische noodzaak, maar slechts ingesleten gewoontes zijn die aan de basis staan van deze leefvorm? zo vroegen velen zich af. Vooralsnog is hierover geen consensus bereikt in de polytiek.
dit was afl 2 in de serie writer's block. Volgende afl: a rant against a particular race or ethnicity, using common slurs and stereotypes.
De geografische situatie van deze oude natie heeft ervoor gezorgd dat er al sinds ver voor de prehistorie veel eilandhoppers waren onder de bevolking. Deze konden, ivm beperkingen in materiaal en tijd, niet elke nacht de boot terug nemen. Ook toen en daar was de nacht er niet alleen om te slapen; om te voorzien in andere behoeftes vonden de polynesiërs eerst de driehoeksrelatie uit.
Toen ook dat moeilijk te combineren bleek met de vaarschema’s werd deze leefvorm uitgebreid tot polygamie.
Voor ons Groningers is het soms al onmogelijk om, ik noem maar een zijstraat, een boertje uit Kantens te verstaan. Hoe zit dat met een land dat zich uitstrekt over een wateroppervlakte van meer dan 50 miljoen km2? Welnu, dergelijke afstanden werpen inderdaad enorme taalbarrières op, waardoor een ander fenomeen ontstond dat wereldwijde navolging heeft gekregen: de polyglot.
Toen de verbindingen binnen de archipel steeds beter werden dankzij snelle boten en exploderend luchtverkeer, kwamen er stemmen op om polygamie te verbieden. Heeft het nog wel bestaansrecht als het niet praktische noodzaak, maar slechts ingesleten gewoontes zijn die aan de basis staan van deze leefvorm? zo vroegen velen zich af. Vooralsnog is hierover geen consensus bereikt in de polytiek.
dit was afl 2 in de serie writer's block. Volgende afl: a rant against a particular race or ethnicity, using common slurs and stereotypes.
zaterdag, maart 28, 2009
dinsdag, maart 24, 2009
De mens krijgt nimmer iets cadeau
Rien n'est jamais acquis à l'homme
Ni sa force, ni sa faiblesse, ni son coeur
Et quand il croit ouvrir ses bras
Son ombre est celle d'une croix
Misschien denk je: ja, zo is het, mooi gezegd. Misschien denk je: wat een gezanik, ga toch lekker leven en miezer niet zo. En misschien denk je: wat staat daar nou weer, spreek je moerstaal aansteller!
Voor dat laatste geval heeft god een briljante schepping gedaan: de literair vertaler! Dankzij hem hebben wij, beperkttaligen, toegang tot meesterwerken als Oorlog en Vrede, Moby Dick, en sinds kort Volkswagen Blues.
Vandaag vond ik voor de verandering geen krant op mijn deurmat, maar een cadeau-exemplaar van de Nederlandse vertaling van dit meesterwerk van de Canadese schrijver Jacques Poulin. De verklaring voor deze royale geste staat al op pagina 3: Vertaald door een groep studenten Frans van de Rijksuniversiteit Groningen o.l.v. Pauline Sarkar. En je raadt het al: een van die studenten was ik. Ik! Bonny Droevee! Uitgegeven. Bijna met naam genoemd in een boek in print. En met mij Clelia van Moerle, maar dit terzijde.
Het boek laat zich als volgt samenvatten: Jack Waterman, een zachtaardige man die worstelt met zijn zachtaardigheid, onderneemt in het gezelschap van een meisje dat we voor het gemak Grote Sprinkhaan noemen want dat doet de auteur ook, een reis van de baai van Gaspé (zie Google) naar San Francisco. Zij doen dit zoals de titel en omslag in eendrachtige samenwerking al doen vermoeden in een Volkswagen minibus en zoals de titel ook al prijsgeeft: het gaat niet van je hela hola met de hoofdpersonen.
Reden, aanleiding en thema van de onderneming is de zoektocht naar Jacks broer Théo, een avonturier met stoppelbaard. Zoals ik in mijn exposé, la mélancolie dans Volkswagen Blues, waarvoor ik toentertijd maar liefst een 7 heb gekregen, al overtuigend uiteen heb gezet, is Jack eigenlijk op zoek naar de echte man in zichzelf.
Afijn, de tocht leidt langs vele interessante Noordamerikaanse oorden. In Hoofdstuk 9 (mijn hoofdstuk!!!! ook een 7!!!) zijn Jack en GS tussen Detroit en Chicago en zingen ze treurige liedjes, die ook in vertaling rechtop overeind blijven staan, getuige het melodieuze:
De mens is ijdel zoekende
Naar zijn kracht, naar zijn zwakte, naar zijn hart
En als hij denkt dat hij zijn armen opent
Wordt zijn schaduw met een kruis verward
Swing it!
Ni sa force, ni sa faiblesse, ni son coeur
Et quand il croit ouvrir ses bras
Son ombre est celle d'une croix
Misschien denk je: ja, zo is het, mooi gezegd. Misschien denk je: wat een gezanik, ga toch lekker leven en miezer niet zo. En misschien denk je: wat staat daar nou weer, spreek je moerstaal aansteller!
Voor dat laatste geval heeft god een briljante schepping gedaan: de literair vertaler! Dankzij hem hebben wij, beperkttaligen, toegang tot meesterwerken als Oorlog en Vrede, Moby Dick, en sinds kort Volkswagen Blues.
Vandaag vond ik voor de verandering geen krant op mijn deurmat, maar een cadeau-exemplaar van de Nederlandse vertaling van dit meesterwerk van de Canadese schrijver Jacques Poulin. De verklaring voor deze royale geste staat al op pagina 3: Vertaald door een groep studenten Frans van de Rijksuniversiteit Groningen o.l.v. Pauline Sarkar. En je raadt het al: een van die studenten was ik. Ik! Bonny Droevee! Uitgegeven. Bijna met naam genoemd in een boek in print. En met mij Clelia van Moerle, maar dit terzijde.
Het boek laat zich als volgt samenvatten: Jack Waterman, een zachtaardige man die worstelt met zijn zachtaardigheid, onderneemt in het gezelschap van een meisje dat we voor het gemak Grote Sprinkhaan noemen want dat doet de auteur ook, een reis van de baai van Gaspé (zie Google) naar San Francisco. Zij doen dit zoals de titel en omslag in eendrachtige samenwerking al doen vermoeden in een Volkswagen minibus en zoals de titel ook al prijsgeeft: het gaat niet van je hela hola met de hoofdpersonen.
Reden, aanleiding en thema van de onderneming is de zoektocht naar Jacks broer Théo, een avonturier met stoppelbaard. Zoals ik in mijn exposé, la mélancolie dans Volkswagen Blues, waarvoor ik toentertijd maar liefst een 7 heb gekregen, al overtuigend uiteen heb gezet, is Jack eigenlijk op zoek naar de echte man in zichzelf.
Afijn, de tocht leidt langs vele interessante Noordamerikaanse oorden. In Hoofdstuk 9 (mijn hoofdstuk!!!! ook een 7!!!) zijn Jack en GS tussen Detroit en Chicago en zingen ze treurige liedjes, die ook in vertaling rechtop overeind blijven staan, getuige het melodieuze:
De mens is ijdel zoekende
Naar zijn kracht, naar zijn zwakte, naar zijn hart
En als hij denkt dat hij zijn armen opent
Wordt zijn schaduw met een kruis verward
Swing it!
zondag, maart 22, 2009
Spiegel-y
Normaal is deze muur zoals hier, maar van de week zag hij er zo uit:
Daar kijk je toch wel wat vreemd tegenaan natuurlijk, een dergelijk opschrift in de Uurwerkersgang.
Nu werd ik zelf onlangs een anarchist genoemd (omdat ik uitsprak voorstander te zijn van een niet-totalitair communistisch regime), maar een muur volkalken, nee, daar zal ik niet de daadkracht voor opbrengen, laat staan met leuzen die eigenlijk over een ander land gaan in de taal van dat land naar ik aanneem, met spelfouten (ja een accent vergeten is ook een spelfout) die een gebrekkig spreker zoals ik er zo uit haalt.
Maar, zo dacht ik net, misschien kan deze kladder wel helemaal niet schrijven, heeft hij de letters nagetekend, wat niet helemaal goed ging: het omgekeerde uitroepteken is vergeten en kijk eens naar de Y. Had ik vroeger wel eens met de ampersand, die kwam niet uit, of hij was in spiegelbeeld, een symptoom van ongeletterdheid.
En wie of wat is AWDP? Of staat er HWDP? De geadresseerde? dan staat die er wel een beetje lullig, zo achteraan de zin. Of is het de afzender? dan had het na het uitroepteken moeten komen, tenzij het een naam is als Wham! of Yahoo!
Te veel vragen voor wat het is. Morgen eens kijken of de muur al is overgeschilderd.
Daar kijk je toch wel wat vreemd tegenaan natuurlijk, een dergelijk opschrift in de Uurwerkersgang.
Nu werd ik zelf onlangs een anarchist genoemd (omdat ik uitsprak voorstander te zijn van een niet-totalitair communistisch regime), maar een muur volkalken, nee, daar zal ik niet de daadkracht voor opbrengen, laat staan met leuzen die eigenlijk over een ander land gaan in de taal van dat land naar ik aanneem, met spelfouten (ja een accent vergeten is ook een spelfout) die een gebrekkig spreker zoals ik er zo uit haalt.
Maar, zo dacht ik net, misschien kan deze kladder wel helemaal niet schrijven, heeft hij de letters nagetekend, wat niet helemaal goed ging: het omgekeerde uitroepteken is vergeten en kijk eens naar de Y. Had ik vroeger wel eens met de ampersand, die kwam niet uit, of hij was in spiegelbeeld, een symptoom van ongeletterdheid.
En wie of wat is AWDP? Of staat er HWDP? De geadresseerde? dan staat die er wel een beetje lullig, zo achteraan de zin. Of is het de afzender? dan had het na het uitroepteken moeten komen, tenzij het een naam is als Wham! of Yahoo!
Te veel vragen voor wat het is. Morgen eens kijken of de muur al is overgeschilderd.
Voor wie
donderdag, maart 19, 2009
Paranoia zit in een klein hoekje
Zoals ik heb aangekondigd heb ik mijn abonnement op de NRC beëindigd. Dat ging feilloos. Afgelopen vrijdag kreeg ik het laatste exemplaar in de bus. Ik heb hem plichtsgetrouw doorgebladerd. De koppen op de voorpagina waren Zeven personen vast na bedreiging A'dam en Nog geen akkoord kabinet over crisis. Ik heb de foto van de werkkamer van Mulisch bekeken in de boekenbijlage, een geleerde ruimte met rood karpet onder kasten vol geleerde boeken. In de verte zie je de broze geleerde schrijver iets doen.
En dat was het.
Krant adieu, zei ik. Zonder snik, maar wel dankbaar voor al die jaren, eerlijk is eerlijk.
Welgemoed stond ik zaterdagochtend op. Ik voelde mij bijvoorbaat licht. Wat zou ik eens gaan doen met deze mooie vrije weekenddag? Ik zette een licht muziekje op, bereidde mij een ontbijt en keek naar buiten, naar de auto's, de fietsen, de voetgangers, de vogels. Wat voelde ik mij gelukkig. Ik deed de deur open om mij in het decor te begeven waar ik zojuist zo van had genoten en wie liep ik tegen de brommer?
De krantenbezorger.
Met zijn melancholieke blik keek hij mij vanachter zijn helm aan.
- Gestopt? vroeg hij, want hij is buitenlander.
- Ja, bekende ik, algeheel gestopt met lezen.
- Alsjeblieft, was zijn antwoord. En hij duwde mij een dik pak papier in handen: de krant van zaterdag.
- Wat lief, stamelde ik, me pas later afvragend of je lief zegt tegen je krantenbezorger. Mijn ogen vulden zich met tranen, ik wist niet of het van ontroering of wanhoop was.
Maandag vond ik op mijn mat een Dagblad van het Noorden
Dinsdag werd ik gebeld door de Trouw. 'Ik lees geen krant', zei ik. 'Hoe komt u dan in ons bestand?' vroeg de telefoniste streng.
Woensdag zowaar niets.
En vandaag trof ik bij thuiskomst een Volkskrant (Crisisplan kabinet pas na weekend) aan. Vooral vreemd dat die vanochtend nog niet bezorgd was.
Paranoia zit in een klein hoekje, zei ik vanochtend nog tegen mijn collega Joost, omdat ik de melding 'access denied' kreeg toen ik mijn privémail wilde checken.
Wat zijn het voor krachten die ervoor zorgen dat ik mijn tijd blijf opofferen aan de waan van de dag?
En dat was het.
Krant adieu, zei ik. Zonder snik, maar wel dankbaar voor al die jaren, eerlijk is eerlijk.
Welgemoed stond ik zaterdagochtend op. Ik voelde mij bijvoorbaat licht. Wat zou ik eens gaan doen met deze mooie vrije weekenddag? Ik zette een licht muziekje op, bereidde mij een ontbijt en keek naar buiten, naar de auto's, de fietsen, de voetgangers, de vogels. Wat voelde ik mij gelukkig. Ik deed de deur open om mij in het decor te begeven waar ik zojuist zo van had genoten en wie liep ik tegen de brommer?
De krantenbezorger.
Met zijn melancholieke blik keek hij mij vanachter zijn helm aan.
- Gestopt? vroeg hij, want hij is buitenlander.
- Ja, bekende ik, algeheel gestopt met lezen.
- Alsjeblieft, was zijn antwoord. En hij duwde mij een dik pak papier in handen: de krant van zaterdag.
- Wat lief, stamelde ik, me pas later afvragend of je lief zegt tegen je krantenbezorger. Mijn ogen vulden zich met tranen, ik wist niet of het van ontroering of wanhoop was.
Maandag vond ik op mijn mat een Dagblad van het Noorden
Dinsdag werd ik gebeld door de Trouw. 'Ik lees geen krant', zei ik. 'Hoe komt u dan in ons bestand?' vroeg de telefoniste streng.
Woensdag zowaar niets.
En vandaag trof ik bij thuiskomst een Volkskrant (Crisisplan kabinet pas na weekend) aan. Vooral vreemd dat die vanochtend nog niet bezorgd was.
Paranoia zit in een klein hoekje, zei ik vanochtend nog tegen mijn collega Joost, omdat ik de melding 'access denied' kreeg toen ik mijn privémail wilde checken.
Wat zijn het voor krachten die ervoor zorgen dat ik mijn tijd blijf opofferen aan de waan van de dag?
woensdag, maart 18, 2009
1. My worst habit
Ik snap best waar ze naar toe willen, die lui van het writer's block. Ga uit van iets concreets en bouw daar een verhaaltje om heen. Succes verzekerd, zeker als het gepaard gaat aan seks en/of zelfspot.
Ik laat altijd scheten, oei oei, zo'n slechte gewoonte. Als iemand een kamer binnenkomt waar ik ook verblijf of waarin ik mij eerder die dag heb bevonden, begint hij al bij de deur met zijn hand voor zijn neus te wapperen. Heremijntijd wat een meur! Bonny is er zeker ook? Laatst was ik op groepsreis met OAD. We waren nog niet voorbij Assen of de buschauffeur weigerde verder te rijden. Ik doe maar of het me niet kan schelen, maar ik heb het behoorlijk moeilijk met mijn flatulentie. Vorige week had ik een sollicitatiegesprek etc.
Maar aan deze flauwekul gaan we ons natuurlijk niet overgeven. Bovendien blijf ik graag bij de waarheid. Slechte gewoontes, ik heb ze simpelweg niet. Waarom zou ik?
Volgende afl: polygamy
Ik laat altijd scheten, oei oei, zo'n slechte gewoonte. Als iemand een kamer binnenkomt waar ik ook verblijf of waarin ik mij eerder die dag heb bevonden, begint hij al bij de deur met zijn hand voor zijn neus te wapperen. Heremijntijd wat een meur! Bonny is er zeker ook? Laatst was ik op groepsreis met OAD. We waren nog niet voorbij Assen of de buschauffeur weigerde verder te rijden. Ik doe maar of het me niet kan schelen, maar ik heb het behoorlijk moeilijk met mijn flatulentie. Vorige week had ik een sollicitatiegesprek etc.
Maar aan deze flauwekul gaan we ons natuurlijk niet overgeven. Bovendien blijf ik graag bij de waarheid. Slechte gewoontes, ik heb ze simpelweg niet. Waarom zou ik?
Volgende afl: polygamy
maandag, maart 16, 2009
0. Ondankbare hond
Schrijven om het schrijven, ik houd er niet van. Het levert nooit wat op, behalve boeken zoals die van Arnon Grunberg en hoe heet ie, die van... prff, zelfs dat weet ik niet meer.
Je hebt wat te zeggen of niet.
Batjah, mijn partner in rhyme, dacht toch dat ik wel wat geforceerde inspiratie kon gebruiken en trakteerde mij op dit boekje. Er staan tips in voor schrijvers die even niet weten waar ze het over moeten hebben.
Wil je een bestseller schrijven zonder inspiratie? Sla The writer's block open en je fantasie wordt een handje geholpen, met ideeën als:
- write about your partner's first sexual experience
- Polygamy
- write about your worst habit
- More than ten million prescription medications are filled incorrectly every year. Write about one of them.
En zo nog 782 meer. Ik voel het al borrelen in me.
woensdag, februari 25, 2009
Aankleden
'Joehoe!!' riep ik. Ik was juist binnengestapt bij Clelia en E* en trof niemand aan beneden.
'Kom maar boven' riep E* beschäftigt, 'er zijn hier maar liefst twee naakte mensen.'
Ik naar boven. De eerste die ik zag was E*, niet naakt.
Juno (9mnd) lag op de commode. Ze moest worden aangekleed. Ze kan al stapjes zetten onder begeleiding, maar zelf een romper aan trekken zit er nog niet in.
Romper, luier, nog een romper of soort van, broekje, sokjes en misschien vergeet ik nog iets. Juno onderging het volgens E* voor haar doen vrolijk, omdat ik voor afleiding zorgde. Normaal werkte ze niet zo goed mee.
'Vind je het gek', al dat aan- en uitgekleed. Telkens dat enorme hoofd door die kleine openingetjes. 'En dat moet nog 26.000 dagen', kirde ik in het gezicht van de kleine. Maar dat kon ik beter niet zeggen, zei E*, Juno was nog te jong voor depressieve input.
'Ze is juist zo blij met elke nieuwe dag.'
Maar dat ben ik ook! Wie aan mijn dag komt, komt aan mij. Elke ochtend als ik wakker word voel ik dankbaarheid. Een dag is zo groot, zo allesomvattend, de kern van mijn bestaan. Ik heb niets anders dan de dag, elke dag opnieuw. Het liefst zou ik nooit iets plannen zodat ik die lege, allesbelovende dag als een onaangeroerd kapitaal voor me had liggen. Eigenlijk dachten we precies hetzelfde over de dingen. Ik schudde Juno de hand.
De tweede naakte mens was inmiddels ook aangekleed en kwam uit de badkamer. 'High Five!' riep ze terwijl ze met haar hand vooruit richting commode liep. Maar dat was wat te hoog gegrepen voor de juveniele levensgenieter.
'Kom maar boven' riep E* beschäftigt, 'er zijn hier maar liefst twee naakte mensen.'
Ik naar boven. De eerste die ik zag was E*, niet naakt.
Juno (9mnd) lag op de commode. Ze moest worden aangekleed. Ze kan al stapjes zetten onder begeleiding, maar zelf een romper aan trekken zit er nog niet in.
Romper, luier, nog een romper of soort van, broekje, sokjes en misschien vergeet ik nog iets. Juno onderging het volgens E* voor haar doen vrolijk, omdat ik voor afleiding zorgde. Normaal werkte ze niet zo goed mee.
'Vind je het gek', al dat aan- en uitgekleed. Telkens dat enorme hoofd door die kleine openingetjes. 'En dat moet nog 26.000 dagen', kirde ik in het gezicht van de kleine. Maar dat kon ik beter niet zeggen, zei E*, Juno was nog te jong voor depressieve input.
'Ze is juist zo blij met elke nieuwe dag.'
Maar dat ben ik ook! Wie aan mijn dag komt, komt aan mij. Elke ochtend als ik wakker word voel ik dankbaarheid. Een dag is zo groot, zo allesomvattend, de kern van mijn bestaan. Ik heb niets anders dan de dag, elke dag opnieuw. Het liefst zou ik nooit iets plannen zodat ik die lege, allesbelovende dag als een onaangeroerd kapitaal voor me had liggen. Eigenlijk dachten we precies hetzelfde over de dingen. Ik schudde Juno de hand.
De tweede naakte mens was inmiddels ook aangekleed en kwam uit de badkamer. 'High Five!' riep ze terwijl ze met haar hand vooruit richting commode liep. Maar dat was wat te hoog gegrepen voor de juveniele levensgenieter.
donderdag, februari 19, 2009
Het tweede titelverhaal
Twee vrouwen
Oud en eenzaam
Op weg naar het einde
knielen op een bed violen
de schaamte voorbij
Ons mankeert niets
bij nader inzien
Oud en eenzaam
Op weg naar het einde
knielen op een bed violen
de schaamte voorbij
Ons mankeert niets
bij nader inzien
dinsdag, februari 17, 2009
Getrouwd met blogger
Zojuist las ik in de krant een bericht over de mij onbekende Duitse politicus, Frank-Walter Steinmeier. Hij laat zijn tweede voornaam steeds vaker weg; wil hij zich soms een nieuw identiteit aanmeten?
Ik dacht dat ik niet goed werd, zo schrijnend oninteressant was het item. Is dit van een stagiair, of van een blaséje babyboomer? vroeg ik me af. Dit kan zelfs in Duitsland geen echt nieuws zijn.
Als ik getrouwd was zou ik diep zuchten, mezelf nog een glas inschenken en hopen dat mijn vrouw zou vragen wat er nu weer voor ergs in de krant stond.
En dan zou ik haar de laatste alinea van "Onze correspondent" voorlezen: 'In herinnering komt de ongelukkige imagoverandering van een voorganger van Steinmeier, toenmalig SPD-lijsttrekker Rudolf Scharping.'
What the fuck? Mij komt niets in herinnering. En waar slaat dat 'toenmalig' op? Kan ik op zijn minst een decennium krijgen, ik hoef toch niet alles bij elkaar te googelen?
- Rustig maar, zou mijn vrouw zeggen, want zo eentje zou ik trouwen, er staan veel erger dingen in de krant.
- Klopt! zou ik zieden, want zo gaat het verder: 'Hij ontdeed zich op enig moment van zijn baard, een gezichtsattribuut dat in Duitsland volledig accepté is. Nadien is het met de politicus Scharping niet meer goedgekomen.' Dat is toch niet te verdragen? Ik heb niets tegen gallicismen, au contraire!, maar dit is potsierlijk. En dan die slotzin, puberaal!
- Ben je klaar?
- Nee. Hoe langer ik naar 'gezichtsattribuut' kijk, hoe chagrijniger ik word. En waarom moet überhaupt vermeld worden dat baarden acceptées zijn in Duitsland? Waar niet dan?
- Zullen we hem maar opzeggen dan die krant?
- Rigoureus, dus vermoedelijk het beste.
De zaken zijnd zoals ze zijn, houd ik het bij een glas. En oké, ook een zucht, want theater speel je niet alleen voor anderen.
Ik dacht dat ik niet goed werd, zo schrijnend oninteressant was het item. Is dit van een stagiair, of van een blaséje babyboomer? vroeg ik me af. Dit kan zelfs in Duitsland geen echt nieuws zijn.
Als ik getrouwd was zou ik diep zuchten, mezelf nog een glas inschenken en hopen dat mijn vrouw zou vragen wat er nu weer voor ergs in de krant stond.
En dan zou ik haar de laatste alinea van "Onze correspondent" voorlezen: 'In herinnering komt de ongelukkige imagoverandering van een voorganger van Steinmeier, toenmalig SPD-lijsttrekker Rudolf Scharping.'
What the fuck? Mij komt niets in herinnering. En waar slaat dat 'toenmalig' op? Kan ik op zijn minst een decennium krijgen, ik hoef toch niet alles bij elkaar te googelen?
- Rustig maar, zou mijn vrouw zeggen, want zo eentje zou ik trouwen, er staan veel erger dingen in de krant.
- Klopt! zou ik zieden, want zo gaat het verder: 'Hij ontdeed zich op enig moment van zijn baard, een gezichtsattribuut dat in Duitsland volledig accepté is. Nadien is het met de politicus Scharping niet meer goedgekomen.' Dat is toch niet te verdragen? Ik heb niets tegen gallicismen, au contraire!, maar dit is potsierlijk. En dan die slotzin, puberaal!
- Ben je klaar?
- Nee. Hoe langer ik naar 'gezichtsattribuut' kijk, hoe chagrijniger ik word. En waarom moet überhaupt vermeld worden dat baarden acceptées zijn in Duitsland? Waar niet dan?
- Zullen we hem maar opzeggen dan die krant?
- Rigoureus, dus vermoedelijk het beste.
De zaken zijnd zoals ze zijn, houd ik het bij een glas. En oké, ook een zucht, want theater speel je niet alleen voor anderen.
maandag, februari 09, 2009
Titelverhaal
[zijn die ook nog ergens goed voor]
Komt een vrouw bij de dokter
De moeder van David S
Vanwege een tere huid
Eerst grijs dan wit dan blauw
Komt een vrouw bij de dokter
De moeder van David S
Vanwege een tere huid
Eerst grijs dan wit dan blauw
My ars poetica
Een beetje boek is 400 pag dik
Een film duurt een halve avond lang
maar een gedicht, en dan heb ik het niet over de epische poëmen van weleer
of postmoderne herinvullingen van dat genre
-mochten die bestaan-
kost je als lezer nog geen minuut
Ook de maker is spekkoper
Mits zij zich verre houdt van rijm en metrum
Want dan wordt het een eindeloos geschaaf en –schuif
En gemarchandeer
Ben je een week verder en dan loopt het nog niet
Wat voor oeuvre moet dat worden?
Een film duurt een halve avond lang
maar een gedicht, en dan heb ik het niet over de epische poëmen van weleer
of postmoderne herinvullingen van dat genre
-mochten die bestaan-
kost je als lezer nog geen minuut
Ook de maker is spekkoper
Mits zij zich verre houdt van rijm en metrum
Want dan wordt het een eindeloos geschaaf en –schuif
En gemarchandeer
Ben je een week verder en dan loopt het nog niet
Wat voor oeuvre moet dat worden?
dinsdag, februari 03, 2009
slippers in de pergola
In de winter zitten we binnen, ieder in haar eigen huis met elektrische apparaten en comfortabele bedden. De tuin is ver weg, misschien is 'ie wel verdwenen in de aarde, en wordt 'ie als een ingenieus decorstuk straks teruggetakeld, net voordat de hoofdrolspelers in maart of april voor het eerst weer onder de A-nogwat door fietsen.
En anders zal het er nu koud en kaal zijn. Met overal rondslingerende takken; het heeft nogal gewaaid de afgelopen dagen.
Waar zouden mijn slippers zijn? vroeg ik me opeens af vanavond. Zouden ze ook zijn weggewaaid?
Ik had ze goed kunnen gebruiken. In de keuken, lagen als gevolg van een recente koelkastontdooiing een paar plasjes water op het zeil. Niet fijn als je, zoals ik was, op sokken bent, maar prima te doen op slippers.
En dan geen teenslippers natuurlijk, want met sokken in teenslippers kan echt niet.
Sportslippers!
Ik zie ze zo liggen. Niet in het huisje, niet in het schuurtje, niet in de openluchtbadkamer. Maar in de pergola bij de ingang. Josse had ze daar neergelegd.
Wat doen mijn slippers hier? had ik verbaasd gevraagd. Josse antwoordde: ik wist niet wat de bedoeling was met die dingen, maar ik wil zo min mogelijk rommel in mijn huisje, dus heb ik ze hier neergelegd, dat je ze mee kunt nemen.
En ik dacht: oh ja? oh ja? en mijn mooie pannetje dan? Dat mag zeker wel binnen blijven? Maar ik zei het niet, want het was toch al te kinderachtig. Ik vroeg: zal ik ze hier laten, ze kunnen je hier toch niet in de weg liggen?
Met een vies gezicht keek Josse naar de slippers. Ze streek langs haar kin en bromde grootmoedig: nou oké dan, misschien neemt iemand anders ze wel mee als ze zo voor het grijpen liggen.
Tegen wegwaaien zal ze ook wel geen bezwaar gehad hebben.
En anders zal het er nu koud en kaal zijn. Met overal rondslingerende takken; het heeft nogal gewaaid de afgelopen dagen.
Waar zouden mijn slippers zijn? vroeg ik me opeens af vanavond. Zouden ze ook zijn weggewaaid?
Ik had ze goed kunnen gebruiken. In de keuken, lagen als gevolg van een recente koelkastontdooiing een paar plasjes water op het zeil. Niet fijn als je, zoals ik was, op sokken bent, maar prima te doen op slippers.
En dan geen teenslippers natuurlijk, want met sokken in teenslippers kan echt niet.
Sportslippers!
Ik zie ze zo liggen. Niet in het huisje, niet in het schuurtje, niet in de openluchtbadkamer. Maar in de pergola bij de ingang. Josse had ze daar neergelegd.
Wat doen mijn slippers hier? had ik verbaasd gevraagd. Josse antwoordde: ik wist niet wat de bedoeling was met die dingen, maar ik wil zo min mogelijk rommel in mijn huisje, dus heb ik ze hier neergelegd, dat je ze mee kunt nemen.
En ik dacht: oh ja? oh ja? en mijn mooie pannetje dan? Dat mag zeker wel binnen blijven? Maar ik zei het niet, want het was toch al te kinderachtig. Ik vroeg: zal ik ze hier laten, ze kunnen je hier toch niet in de weg liggen?
Met een vies gezicht keek Josse naar de slippers. Ze streek langs haar kin en bromde grootmoedig: nou oké dan, misschien neemt iemand anders ze wel mee als ze zo voor het grijpen liggen.
Tegen wegwaaien zal ze ook wel geen bezwaar gehad hebben.
zaterdag, januari 17, 2009
een licht gedicht
Ik ben alleen en wil de deur niet uit
Ik wil dat er iemand aanbelt
Een leuk iemand
En dat die iets meebrengt
Iets waar we ons over moeten buigen
Een gewond aapje
Een mysterieus gedicht
Een dure fiets zonder slot
Ik ben alleen en ga niemand bellen
Ik weet niet wat ik zeggen moet
Hallo met mij, hoe is het daar?
Wat drink jij?
Ik ben alleen, maar niet eenzaam
Mocht je dat soms denken
Ik doe niet aan eenzaamheid
Dat is me te zwaar
Ik wil dat er iemand aanbelt
Een leuk iemand
En dat die iets meebrengt
Iets waar we ons over moeten buigen
Een gewond aapje
Een mysterieus gedicht
Een dure fiets zonder slot
Ik ben alleen en ga niemand bellen
Ik weet niet wat ik zeggen moet
Hallo met mij, hoe is het daar?
Wat drink jij?
Ik ben alleen, maar niet eenzaam
Mocht je dat soms denken
Ik doe niet aan eenzaamheid
Dat is me te zwaar
maandag, januari 12, 2009
Beyoncé's nieuwste monsterhit
If I were a boy staat nog steady op nr 2 in de top 40 en er komt alweer een nieuwe hit van superster Beyonce aangestormd: Single Ladies (Put a ring on it). Vorige week nog op nr 21, nu met stip op 10. En dat is begrijpelijk.
Het is een energieke plaat met een goed thema. Kort samengevat: jank maar niet dat ik een nieuw vrindje heb; als je me had willen houden had je een ring om me heen moeten schuiven.
Veel vrouwen zullen zich hierin herkennen. Jarenlang verkering, het beste van zichzelf gegeven, maar een huwelijksaanzoek, ho maar! Beyons roept alle alleenstaande vrouwen op hun handen in de lucht te doen. Zo kunnen wij (ja wij) een front vormen tegen dit wangedrag.
De clip doet denken aan de dans van het Nieuwzeelandse rugbyteam vlak voor de wedstrijd. In synchronie met haar dansgenoten stampt ze dreigend in het rond net als de Maori's, maar Beyoncé en co doen het in leuke badpakken met dito benen daaronder. Ook het haar (goed haar!) en de strijdbare maskara bevallen me. Helemaal goed, om in newspeaktermen te spreken.
Toch zou het nummer ondanks al deze positieve elementen niet zo'n monsterhit (want dat wordt het) worden zonder de kredietcrisis. Verrassend niet? Als het slecht gaat met de economie in de wereld willen we liedjes met een steady beat en dat heeft Single Ladies. Daarom was bijvoorbeeld Take on me zo'n succes tijdens de jaren '80 depressie. Als we in een hausse zitten dan maken liedjes met een avontuurlijke percussie weer een kans. Deze kennis heb ik hier vandaan.
De voorkeur van de massa schijnt zelfs voorspellende waarde te hebben. Als we straks uit dit financiële dal zijn geklommen (want ook dat gaat gebeuren. Eerst nog erin lazeren natuurlijk, want we merken er hier in de Oranjebuurt nog steeds maar weinig van), en we verkeren weer zorgeloos in een hoogconjunctuur, verkoop dan je aandelen als er liedjes met monotone dreun op nummer 1 staan. Dan ben je misschien nog op tijd.
Het is een energieke plaat met een goed thema. Kort samengevat: jank maar niet dat ik een nieuw vrindje heb; als je me had willen houden had je een ring om me heen moeten schuiven.
Veel vrouwen zullen zich hierin herkennen. Jarenlang verkering, het beste van zichzelf gegeven, maar een huwelijksaanzoek, ho maar! Beyons roept alle alleenstaande vrouwen op hun handen in de lucht te doen. Zo kunnen wij (ja wij) een front vormen tegen dit wangedrag.
De clip doet denken aan de dans van het Nieuwzeelandse rugbyteam vlak voor de wedstrijd. In synchronie met haar dansgenoten stampt ze dreigend in het rond net als de Maori's, maar Beyoncé en co doen het in leuke badpakken met dito benen daaronder. Ook het haar (goed haar!) en de strijdbare maskara bevallen me. Helemaal goed, om in newspeaktermen te spreken.
Toch zou het nummer ondanks al deze positieve elementen niet zo'n monsterhit (want dat wordt het) worden zonder de kredietcrisis. Verrassend niet? Als het slecht gaat met de economie in de wereld willen we liedjes met een steady beat en dat heeft Single Ladies. Daarom was bijvoorbeeld Take on me zo'n succes tijdens de jaren '80 depressie. Als we in een hausse zitten dan maken liedjes met een avontuurlijke percussie weer een kans. Deze kennis heb ik hier vandaan.
De voorkeur van de massa schijnt zelfs voorspellende waarde te hebben. Als we straks uit dit financiële dal zijn geklommen (want ook dat gaat gebeuren. Eerst nog erin lazeren natuurlijk, want we merken er hier in de Oranjebuurt nog steeds maar weinig van), en we verkeren weer zorgeloos in een hoogconjunctuur, verkoop dan je aandelen als er liedjes met monotone dreun op nummer 1 staan. Dan ben je misschien nog op tijd.
zaterdag, januari 10, 2009
Een leven
- Vindt u het goed als ik naast u kom zitten?
We zijn bij Haren. Een hoogbejaarde dame en een koffer op wieltjes staan in het gangpad. Ze is net ingestapt. Ik schuif een stoel op en sla uitnodigend op de vrijgekomen plek.
- Speciaal voor u voorverwarmd.
Mevrouw is 85. Haar kinderen hebben besloten dat ze niet meer mag autorijden, daarom zit ze in de trein. Eerst was ze het er niet mee eens, maar een beetje kletsen met medereizigers is ook gezellig. Ze heeft veel van de wereld gezien vroeger, alle continenten bezocht.
- Zijn we al bij Meppel?
- Nee dit is Assen.
- Weet u het zeker? Ik ben een ervaren reiziger hoor, ik ben ooit met de trein naar Peking geweest.
- Ik weet het zeker.
- En Meppel is nog niet geweest?
- Nee.
- Waar moet u heen?
- Naar Dieren.
- Ah, mooie omgeving.
Mevrouw haar vader was schaatsenslijper. En vroeger had je nog echte winters hè. Ze woonden in Drachten en als ze naar haar grootmoeder in Akkrum wilde, schaatste ze zo de achterdeur uit. En-dat-kon-elleke-winter.
- Van Drachten naar Akkrum op de schaats zonder te klunen?
- Ja hoor, en weer terug ook. Vroeger hoefden we nooit te klunen. Is dit Meppel?
- Nee, Beilen.
- Waar gaat u heen?
- Dieren.
- Ach natuurlijk, dat had ik al gevraagd.
Haar man is nu al 17 jaar dood. De eerste jaren waren zwaar geweest, maar ze raakte eraan gewend. Aad kwam wel eens langs, zijn vrouw was ook overleden. Het was wel gezellig, samen koffiedrinken. Op een gegeven moment deed hij haar een voorstel. "Wat bedoel je daar precies mee, Aad?" had ze gevraagd. Aad wilde samenwonen. Maar zij hoefde geen kerel meer tussen de lakens, want dat is toch wat ze willen. Dat hoofdstuk is klaar. Aad had haar bedankt voor haar duidelijkheid en had enkele maanden later een andere vriendin. Als ze hen tegenkomt trekt hij lachend een lange neus naar haar. Dan moet ze ook lachen.
- Meppel?
- Nee Hoogeveen.
- Waar gaat u heen?
- Dieren.
- Och ja, dat was ook zo.
En ja, wat is er verder nog. Ze woont nog op haarzelf, maar de kinderen hebben haar alvast ingeschreven bij een verzorgingshuis in Steenwijk. Hopelijk kan ze ooit nog een keer schaatsen, maar de heupen doen het niet goed meer. Wandelen gaat ook niet zo gemakkelijk. Als het apparaat hapert is er niet veel meer aan.
- Alles gaat voorbij, zeg ik misplaatst berustend. U heeft mooie dingen om op terug te kijken.
- Maar het gaat zo snel.
- Zeker, we zijn nu bij Meppel.
- Meppel?
- Hier moet u er toch uit?
- Ja, bedankt. Ah, ik zie mijn schoonzoon al. Waar moet u heen?
- Dieren. Ik hoop maar dat ik ook word opgehaald.
- Vast wel. Ik vond het gezellig. Tot ziens
- Ik ook. Tot ziens.
We zijn bij Haren. Een hoogbejaarde dame en een koffer op wieltjes staan in het gangpad. Ze is net ingestapt. Ik schuif een stoel op en sla uitnodigend op de vrijgekomen plek.
- Speciaal voor u voorverwarmd.
Mevrouw is 85. Haar kinderen hebben besloten dat ze niet meer mag autorijden, daarom zit ze in de trein. Eerst was ze het er niet mee eens, maar een beetje kletsen met medereizigers is ook gezellig. Ze heeft veel van de wereld gezien vroeger, alle continenten bezocht.
- Zijn we al bij Meppel?
- Nee dit is Assen.
- Weet u het zeker? Ik ben een ervaren reiziger hoor, ik ben ooit met de trein naar Peking geweest.
- Ik weet het zeker.
- En Meppel is nog niet geweest?
- Nee.
- Waar moet u heen?
- Naar Dieren.
- Ah, mooie omgeving.
Mevrouw haar vader was schaatsenslijper. En vroeger had je nog echte winters hè. Ze woonden in Drachten en als ze naar haar grootmoeder in Akkrum wilde, schaatste ze zo de achterdeur uit. En-dat-kon-elleke-winter.
- Van Drachten naar Akkrum op de schaats zonder te klunen?
- Ja hoor, en weer terug ook. Vroeger hoefden we nooit te klunen. Is dit Meppel?
- Nee, Beilen.
- Waar gaat u heen?
- Dieren.
- Ach natuurlijk, dat had ik al gevraagd.
Haar man is nu al 17 jaar dood. De eerste jaren waren zwaar geweest, maar ze raakte eraan gewend. Aad kwam wel eens langs, zijn vrouw was ook overleden. Het was wel gezellig, samen koffiedrinken. Op een gegeven moment deed hij haar een voorstel. "Wat bedoel je daar precies mee, Aad?" had ze gevraagd. Aad wilde samenwonen. Maar zij hoefde geen kerel meer tussen de lakens, want dat is toch wat ze willen. Dat hoofdstuk is klaar. Aad had haar bedankt voor haar duidelijkheid en had enkele maanden later een andere vriendin. Als ze hen tegenkomt trekt hij lachend een lange neus naar haar. Dan moet ze ook lachen.
- Meppel?
- Nee Hoogeveen.
- Waar gaat u heen?
- Dieren.
- Och ja, dat was ook zo.
En ja, wat is er verder nog. Ze woont nog op haarzelf, maar de kinderen hebben haar alvast ingeschreven bij een verzorgingshuis in Steenwijk. Hopelijk kan ze ooit nog een keer schaatsen, maar de heupen doen het niet goed meer. Wandelen gaat ook niet zo gemakkelijk. Als het apparaat hapert is er niet veel meer aan.
- Alles gaat voorbij, zeg ik misplaatst berustend. U heeft mooie dingen om op terug te kijken.
- Maar het gaat zo snel.
- Zeker, we zijn nu bij Meppel.
- Meppel?
- Hier moet u er toch uit?
- Ja, bedankt. Ah, ik zie mijn schoonzoon al. Waar moet u heen?
- Dieren. Ik hoop maar dat ik ook word opgehaald.
- Vast wel. Ik vond het gezellig. Tot ziens
- Ik ook. Tot ziens.
vrijdag, januari 02, 2009
iets sneus
zo scherp
ogen vol glans, je bent er!
verbale acrobatiek
na twee drie biertjes
los uit de pols
grappen thuis bedenken kunnen we allemaal wel
hoewel
toch heeft het iets sneus
dit is van een andere orde
niet zomaar kroegpraat
het hoogst haalbare
dit wordt een avond om
een avond om
ogen vol glans, je bent er!
verbale acrobatiek
na twee drie biertjes
los uit de pols
grappen thuis bedenken kunnen we allemaal wel
hoewel
toch heeft het iets sneus
dit is van een andere orde
niet zomaar kroegpraat
het hoogst haalbare
dit wordt een avond om
een avond om
Abonneren op:
Posts (Atom)