Als de hagelslagkorrels die je van het aanrecht snoept bitterder smaken dan verwacht, weet je het wel: muis in huis.
Je oren en je ogen worden hypersensitief. Hoor je daar iets scharrelen? Schiet daar iets voorbij? Maar als je op onderzoek gaat vind je niks.
Deze periode kan weken, zelfs maanden duren. Je besluit niks meer van het aanrecht of van de grond te eten, je wast wat regelmatiger af, hangt je afval in een boom, je slaapt met de deken over je hoofd. Je weet: er zijn muizenvallen op de markt die de muis sparen, maar ach, die zoektocht is voor de dynamische, onderzoekende fases van het leven.
Als jij begint te wennen aan de cohabitatie doet de muis dat ook. Hij wordt overmoedig. Je verbeeldt je niet alleen dat je hem ziet, hij staat daar echt op het aanrecht. Hij kijkt je aan, het lichaampje trilt. Je verbaast je over de muizigheid van het beestje, het lijkt wel een karikatuur.
Wat te doen? Muis vlucht achter het koffiezetapparaat, dat schuif je weg. Muis vlucht door naar de koelkast, onder het gascomfort. Je tilt dat op en ontdekt wel een ons hagelslag. Je pakt met je vrije hand een spatel uit de keukenla en opent de keukendeur. Het einde is in zicht. Muis weet dat ook, wacht, ofschoon nog steeds heftig trillend, berustend zijn lot af. Je telt af: 3-2-1-showdown. Je sluit je ogen en geeft een zwieper over het oppervlak van de koelkast.
Hij is weg.
Maar heb je hem wel geraakt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten