Sinds wij ons kunnen heugen worden wij heen en weer geslingerd tussen twee overtuigingen:
1. Wij horen er niet bij. Wij schieten te veel tekort om het te redden in deze maatschappij.
2. Er zijn maar weinig mensen die aan ons kunnen tippen.
Beide zijn ongezond voor ons.
Zijn wij te veel alleen, komen wij te weinig tot vergelijk met andere mensen, dan blijven wij hangen in overtuiging 1. Verlamd door een negatief zelfbeeld denken wij dat de gewoonste dingen niet voor ons zijn weggelegd: een vaste baan, een gelukkig gezinsleven, een eigen huis. Ofschoon afgestudeerd leiden wij rond de dertig nog steeds een studentikoos leven, maar wel van een triest soort: zonder beloftevolle toekomst.
Gaan wij te veel om met gelijkgestemden die ons feliciteren met onze talenten, vergelijken wij ons met het grauw dat ons omringt op het werk en in onze vrije tijd, dan beginnen wij te geloven in een ons eigen superioriteit op de vlakken die ertoe doen. Enig maatschappelijk malfunctioneren dat wij vertonen komt voort uit deze superioriteit. Onaangepaste bohémiens zijn wij, die wel uitkijken onze beste jaren in suburbia te slijten. Wij leven ons leven zoals het ons goeddunkt en deconstrueren alle gangbare gewoontes en conventies. Goede smaak en maatschappelijk makkelijk functioneren gaan moeilijk samen. Wij houden ons liever stil dan dat wij een voorspelbaar gesprek voeren over zaken die ons toch al niet interesseren.
Vreemde snuiters zijn we, zelden worden we helemaal serieus genomen door onszelf en anderen. Althans, zo stonden we er vanochtend voor.
Om half elf echter stapte Coco, zonder moraal, een auto in. Eergisteren had ze midden op het Europaplein nog een huilbui gekregen van de rijlesstress. Op de bijrijdersplaats nam plaats mevrouw B. De gevreesde mevrouw B.. Coco was eigenlijk bij voorbaat al kansloos, had haar rij-instructeur gezegd. Binnen een minuut scheurde Coco de busbaan op en had ze een ingreep te pakken. Waarna zij van de schrik de ruitenwissers aanzette en in zijn drie de bocht doorging (op rijles ging ik in zijn vier, dus er zit verbetering in, vergoelijkte ze (ik moet hier eerlijkheidshalve aan toevoegen dat ik niet eens wist dat het door de bocht gaan gekoppeld was aan wat voor versnelling dan ook)).
Na een half uur waren ze weer bij het CBR. "De schoonheidsprijs verdient het niet", zei mevrouw B., "maar het was wel veilig." Mevrouw B., met haar staalblauwe ogen had nog nooit iemand voor zijn eerste poging laten slagen. On-ge-lo-fe-lijk. Een ingreep en toch geslaagd!
Coco heeft een rijbewijs! En ik daardoor ook een beetje. We kunnen het niet geloven. Het is van zo'n gewoonheid dat we er euforisch van worden: er is iets doorbroken. Wat zal er nog meer voor ons weggelegd zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten