-Ik heb mijn schoenen uitgetrokken! jubelt een stemmetje boven mijn hoofd.
Ik kijk omhoog en zie het triomfantelijke gezicht van een bebrild, blond meisje dat over mijn rugleuning heen hangt. Ik zit in de trein van Zwolle naar Nijmegen. Het meisje zit achter mij met haar vader en broertje. Ik heb een zwak voor kleuters met bril.
- Dat moet ook wel als je op de bank staat, reageer ik.
- Jaaa, ik sta op de bank! Roze is mijn lievelingskleur, verandert ze opeens het onderwerp.
- Dat dacht ik al, antwoord ik. Het meisje draagt een zuurstokroze trui en heeft roze strikjes in haar haar.
- Hoe heet je?
- Minke.
- Nienke?
- NEE, MINKE!
-Hoe oud ben je?
- Vier, ik zit al op de basisschool. Ik ben in januari vier geworden.
Minke staat inmiddels op de armleuning van mijn bank.
- Hou je je goed vast? Als de trein plotseling remt, val je op de grond.
- En dan worden mijn sokken vies.
- Precies
Zo kletsen wij wat over appeltaart, de kleuren roze en blauw en Isa die vandaag twee is geworden, af en toe hinderlijk onderbroken door Minkes vader die informeert of ik geen last van haar heb en minder hinderlijk door broertje Nanne die op zijn tong heeft gebeten en onder het bloed zit.
In Deventer moet ze eruit.
- Nee, ik wil bij die mevrouw blijven! protesteert Minke.
Ze ziet echter al snel in dat ze deze strijd niet kan winnen.
- Dag Minke, zeg ik, het was gezellig.
Het gezinnetje stapt kibbelend uit. Ik zet mijn reis tevreden voort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten