Lunch!
De zon schijnt uitnodigend. Misschien ga ik zo een blokje om, maar eerst naar de kantine. Er zijn goed belegde broodjes. Eerder hebben we al verse appelflappen bij de koffie gehad. Echt lekker. Het ICT-bedrijf zorgt goed voor zijn nieuwe werknemers.
De kantine is flink vol. Aan een tafel achteraan zit een javaspecialist alleen. Voor de zekerheid vraag ik hem of hij gediend is van gezelschap. Je weet het niet met programmeurs. Ik mag aanschuiven. Hij zit alleen omdat alle andere tafeltjes vol waren, legt hij uit.
Ik vraag hem waar hij woont, hoe hij omgaat met de busstaking, waar hij eerder heeft gewerkt. Hij geeft kort en doelmatig antwoord.
Dan valt het stil.
Een tweede jongen schuift aan.
Hij begroet ons en gaat zitten.
Het valt nog stiller.
Hij onderwerpt zijn broodje kaas aan een gedegen onderzoek. Tilt de kaas op, strijkt met zijn vinger over het brood, ruikt eraan.
'Gelukkig!' roept hij uit, 'zonder boter. Boter vind ik wel zó smerig.'
Hij kijkt ons tevreden aan.
'Da's ook toevallig', reageert de javajongen, 'mijn neef kan ook niet tegen boter.'
Ik neem een slok melk, een hap van mijn croissantje brie. Brie staat voor Frankrijk, Frankrijk voor vakantie. Vakantie staat voor mooi weer, dat is het hier ook. Een eschereske lus. Ik kijk uit het raam. Ik ken iemand die geen boter lust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten