donderdag, december 14, 2006

Heel verdrietig

Zijn wij wel weerbaar genoeg voor deze maatschappij? Oké, we hebben centrale verwarming, genoeg eten, goede vrienden, fijne hobby's, maar het leven van alledag is een eenzame strijd.

Coco, ba in de filosofie, ma in de biologie, stapt een uitzendbureau binnen.
Ze ziet er goed uit, zelfs beter dan anders.
Achter een bureau zit een jong -jonger nog dan Corry-, zeer verzorgd, vrouwelijk persoon.
Ze leest Coco's cv. Ze kijkt heel ernstig, ze zal wel onder de indruk zijn.
Ze schudt haar hoofd.
- Ik word hier héél verdrietig van, zegt ze.
- Verdrietig? vraagt Coco
- Ik zie geen enkele commerciële ervaring. Nee, ik word hier echt heel verdrietig van. Ik kan niks voor je doen.
En Coco? Die ging niet meteen door het lint. Ze bedankte zelfs beleefd voor ze het uitzendbureau uitliep.

De vernederingen die ons ten deel vallen, laten lelijke littekens achter op onze ziel. En in de alcohol vinden wij steeds minder troost. We kunnen ook niet zo veel meer op. De aanname dat het alleen maar erger zal worden lijkt me dan ook gerechtvaardigd.

zondag, november 19, 2006

Zondagmiddag Zaikenhoes

Vroeger was het een uitje: op zondagmiddag met je vader en moeder op bezoek bij oma die in het ziekenhuis lag. Koetjes en kalfjes, een bloemetje op het nachtkastje, een vrolijke zuster met yoghurt en vla, een leuke kaart van de buurvrouw en als je je verveelde ging je naar de kinderkamer waar allemaal boeken lagen die je thuis en in de bibliotheek niet had. Wanneer je daarvan terugkeerde in de zaal van je oma stonden de gezichten wel eens zorgelijk, maar dat was vast omdat er over politiek werd gepraat.

Anno 2006 is het harde zakelijkheid. Een leuk uitje is het niet te noemen: op zondagmiddag naar de Albert Heijn in het Academisch ziekenhuis omdat de yoghurt of vla op is. Er zijn nog wel zieken in dat ziekenhuis. Chagrijnig slepen ze hun infuus door de grote hal, bepaald niet hun best doend er iets gezelligs van te maken. Reden om er maar weer snel vandoor te gaan met de boodschappen, terug naar het gezonde leven.

donderdag, november 16, 2006

Bij de overburen

Ik ken ze niet, de mensen van 77a, net zomin als ik de mensen van 75 ken. Maar ik weet nu wel wat van ze, namelijk dat ze het met elkaar eens zijn. Of zou de VVD het niet zó bedoeld hebben?



(klik om te vergroten)

maandag, november 13, 2006

Als ik niet schrijf word ik gek

dus schrijf ik
over een scheepswerf in Groningen
waar het ooit goed mee ging
maar nu niet meer
over een embryoloog
die op eigen houtje
zichzelf drie keer kloont
over mijn moeizame band met mijn moeder
die dement is
of dood
vuistdikke romans

vrijdag, oktober 27, 2006

Van Venus noch Mars

Met kaartlezen moet ik de kaart meedraaien.
Ik kan en wil vaak niet luisteren.
Toch praat ik niet veel.
Ik kan niet lachen om de Sopranos
en ook niet om desperate housewives.
Ik kan niet fileparkeren.
Als ik ja zeg bedoel ik niet misschien
Ik lieg niet en koop niet te veel schoenen.
Ik heb wel een herenfiets
maar weinig ruimtelijk inzicht.

donderdag, oktober 26, 2006

Bonny schrijft

(een koelkastgedicht, dat wel)

prinses op perzik
slaap maar weg
neem morgen maar een koffie
of twee

Bonny leest


Nederland leest. Hartstikke mooi, want "van alle menselijke verworvenheden is het lezen de belangrijkste", om met Hella Haasse te spreken. Zij geeft toe dat het vuur en het wiel ook niet uit te vlakken zijn, maar toch zo van een geheel andere orde dan het lezen.
En met ons allen gaan we nu hetzelfde boek lezen. Gratis te verkrijgen bij de Openbare bibliotheek. Het boek heet Alstublieft! Dubbelspel. Althans dat dacht ik toen ik een exemplaar in handen had. Dat bleek echter een misvatting.
Krijg je een keer wat, zul je het weten ook.

maandag, oktober 02, 2006

Borstkanker

"Oktober is de maand van de borstkanker", hoor ik net op ontbijttv.
Daar schrik je toch wel even van. Wie bepaalt dat?
Ik had juist zo'n zin in oktober. Mooie bomen, mooie luchten, 's avonds lekker binnen zitten met een goed glas, precies waar ik aan toe ben.
Zul je zien dat er wordt aangebeld terwijl ik net lekker zit. Dat ik dan denk: hé leuk, gezelschap, misschien is het Coco wel, kunnen we samen zitten. Blijkt het een weldoener te zijn met een collectebus.
Ik had het prettiger gevonden als november borstkanker had gekregen en oktober, zeg, Rembrandt. Of filosofie.

zondag, september 17, 2006

Naar Amerika

Ooit, zeg over een jaar of wat, gaan we, Corry en ik en wie mee wil, naar Amerika. Minstens eens per maand spreken we dat af. In Amerika kun je een huis bouwen. Dat willen we misschien wel. En als het mislukt, dan bouwen we ergens anders in Amerika weer een huis.
We zeggen Amerika, maar we bedoelen Hopperland. Of Canada. We weten het nog niet precies; alles moet nog uitgewerkt worden.
Wat gaan we daar doen? Dat staat ook nog niet vast. Er is iets waar we hier niet aan toekomen, we hopen dat daar te gaan doen. Ons leven zal zin krijgen. We zullen ons goed voelen met ruime natuur alom.
Corry wordt misschien wel boswachter. Of filosoof.

donderdag, augustus 03, 2006

Terug

De voordeur klemt nog steeds
Je hoopt toch op een wonder

De wasmachine draait, zucht
De buren zijn nu weg
Did I speak English?
Er is een nieuwe caissière

Fietsen, lang niet gedaan
Ik kan het nog
Heel goed zelfs
met mijn kont op het stuur
Ik ben een artiest
een stuntvrouw

maandag, mei 22, 2006

Ongedoucht naar het werk

Ik ben doodmoe. Wat heb ik een zin in slapen!
Ik ben te logeren bij Janavel, maar haar huis lijkt veel op het oude huis van mijn ouders.
"Nou", zegt Janavel, "je redt je wel hè? Ik ga ervandoor."
Tuurlijk red ik me wel. Kwestie van lampen uitdoen en naar bed gaan. En dan slapen, hmm.
Ik ga naar de hoek, druk op de schakelaar. De lamp gaat uit, maar tegelijkertijd gaat er een andere aan. Blijkbaar zijn er twee lampen met één schakelaar verbonden. Ik druk nog een keer. De tweede lamp gaat uit, een derde in een andere hoek springt aan. Een heel vreemd circuit. Zo ben ik, vechtend tegen de slaap, wel een half uur in de weer met schakelaars. Telkens floept er weer ergens een lamp aan en het is niet te voorspellen waar.
Dan is het, tot mijn verbazing, ineens donker. Het is gelukt! Ik mag naar bed. Ik ga de trap op naar de logeerkamer, kleed me uit, ga liggen. Wat een zaligheid. Ik sluit mijn ogen en zou net indommelen.
Gaat de wekker.
Dat kan toch niet waar zijn? denk ik eerst nog naïef.
Kan dus wel.
Dan mag ik toch zeker wel twee keer snoozen?

vrijdag, mei 12, 2006

Superbonny strikes again

Vanochtend was ik getuige van een ongeluk. Een niet oplettende, oude, corpulente man botste met zijn brommer op een jonge fietster. De overige aanwezigen op het kruispunt schrokken zich een hoedje, zo hard was de klap.
Met nog drie mensen probeerde ik de oude man overeind te hijsen, wat niet lukte, omdat hij nog half onder de brommer lag. Ik probeerde de brommer op te tillen, maar mens en machine lagen muurvast op de grond, elkaar gevangen houdend. Ik wist niet meer wat ik beet moest pakken of waar aan te sjorren en besloot mijn aandacht te verleggen naar de jonge vrouw.

"Hoe gaat het met jou?" vroeg ik, alsof ik de dienstdoende arts was die haar ronde deed langs de patiënten. Nu nog galmt die vraag vreemd na in mijn hoofd. Het zal hier niet zijn opgevallen. Ze was in shock en kon niet praten. Ze trilde. Ik schrok toen ik haar armen zag. Helemaal opengeschaafd, was mijn eerste indruk. Maar een tweede blik leerde mij dat ze psoriasis of een andere huidaandoening had. Gelukkig, dacht ik, niks aan de hand.
"Kun je verder?" vroeg ik.
Ze knikte.
"Sterkte vandaag" zei ik en ik gaf haar een klopje op de bovenarm. Ze glimlachte flauw door haar tranen heen.

Nu, zo thuis zittend, realiseer ik me dat ze beter opengeschaafd had kunnen zijn dan psoriasis hebben. Maar het was ook niet het moment om te zeggen: “hè wat vervelend, psoriasis, kan ik iets voor je doen?”
Ik had niet beter kunnen handelen. Op naar de volgende klus.

woensdag, mei 03, 2006

Weg met de liefdesliedjes

"Liefdesverdriet is heel naar. Wat kun je je slecht voelen. Maar met de dagen of de weken neemt dat slechte gevoel af in hevigheid. Na verloop van tijd doe je je dingen als voorheen en moet je het verdriet moedwillig opwekken om het nog te voelen. Als je er helemaal klaar mee bent, kun je je zelfs niet meer voorstellen hoe je je voelde. Het is weg en de herinnering eraan ook." Aldus Corry, ervaringsdeskundige.

Hoe vaak overkomt je zulk ernstig liefdesverdriet in je leven? Twee keer? Drie keer? Samen goed voor hooguit een half jaar aan ellende. Een half jaar op een mensenleven!Je bent langer aan het tandenpoetsen.
Zo bezien is het buitenproportioneel hoeveel liedjes er gaan over ongelukkige liefdes (80%). Alsof wij niets anders aan ons hoofd hebben. Zijn er al liedjes over burnouts, stamcelonderzoek, de nieuwe herfstmode, de driezitsbank, overgewicht of zelfs obesitas?
Liedjes over verrassende doch alledaagse onderwerpen zijn de leukste, zo luidt mijn stelling.

Goede voorbeelden:
1. So long, Frank Lloyd Wright (Simon and Garfunkel)
2. Short People (Randy Newman)
3. Paperback Writer (The Beatles)

Wie denkt er mee?

vrijdag, april 07, 2006

4x4

Vier dingen die niet later zijn gekomen:
- make-up
- jongens
- carrière
- rijbewijs

Vier dingen die inderdaad later zijn gekomen:
- alcohol
- koffie
- cafébezoek
- wandelen

Vier steden die ik wil bezoeken:
- San Francisco
- Madrid
- Rome
- Vancouver

Vier schrijvers van wie ik meer wil lezen:
- Reve
- Yourcenar
- Multatuli
- Proust

woensdag, april 05, 2006

Spring is in the air

Twee blote billen. Niet lelijk, niet mooi. Gewoon, zoals billen zijn.
Wat doen die billen zo bloot op straat? Gaat de eigenaar plassen?
Nee, hij bukt voorover.
Oei!

Ik fiets door de Westerhavenstraat en kijk naar rechts de Molendrift in. Ik kom van het station zoals zo vaak, maar dit tafereel is nieuw. Behalve de blotebillenfiguur, zijn er nog drie jongens. Ze hebben vettig, half lang haar, te grote joggingbroeken, te korte honkbaljacks. Ze hebben ook heel veel lol en een bal. Ze gaan proberen met de bal tegen de billen te schieten.

Dit heb ik binnen een seconde waargenomen.

donderdag, maart 23, 2006

You're So Vayne

Ik denk dus nooit aan Jan Vayne. Echt nooit. Zelfs niet als ik net mijn lange haar heb laten knippen.
Vanmiddag om vier uur had ik een afspraak bij de kapper, om vijf uur zat ik in de Tuinbouwstraat op de stoep bier te drinken omdat de lentezon zo zonnig scheen. Kon ik gelijk mijn nieuwe kapsel laten zien aan Andrine. We hieven vrolijk ons flesje op naar voorbijgangers die jaloers groetten.
- Hé daar heb je Jan Vayne, zegt Andrine,
- Valt op dikke vrouwen, reageer als ik een afgetrainde hond.
- Vorige week zag ik hem ook al in Amsterdam. Hij heeft net een baby gekregen.
Een grote groene glanzende mercedes komt langs ons gegleden. Er zit een man met zonnebril achter het stuur, er ligt heel veel haar op de rugleuning van de stoel en een baby op de achterbank.
Hij rijdt de straat uit. Driehonderd meter tegen het verkeer in, maar dat realiseren we ons later pas. Een minuut later komt hij de straat weer in en parkeert zijn auto op de stoep bij Alice die wij ook kennen. Alice was toevallig haar rolschaatsen aan het uitdoen en vanuit de verte zien we hen een gesprek voeren. Ik erheen, ik wil dat haar wel eens van dichtbij zien.
- Hé Alice, kun je niet zien dat ik naar de kapper ben geweest? zeg ik met een steelse blik richting Jan Vayne.
- Nee, daar zie ik echt helemaal niks van.
- Er is echt heel veel af. Wel tien centimeter.
- Misschien moet je, als je wil dat ik kan zien of je naar de kapper ben geweest, eens een ander kapsel nemen.
- Maar het is in laagjes geknipt en al, zeg ik veelbetekenend. Ik loer nogmaals naar Jan Vayne.
Jan Vayne is echter zijn baby aan het uitladen. Hij gaat bij iemand op bezoek die aan de overkant van de straat woont. Hij wappert zelfbewust met zijn haar en steekt over.
Gelukkig heb ik nooit beweerd dat ik me normaal gedraag in het bijzijn van bekende Nederlanders.

de auto van Jan Vayne, geparkeerd op de stoep, in de straat waar hij zo even tegen het verkeer in had gereden

zondag, februari 26, 2006

Een op de zeven

We hadden een uitwedstrijd in Appingedam, tegen de Pelikanen. We zaten met haar vijven in de auto en hebben nauwelijks grappen gemaakt over preventief ruimen, inenten en ophokken.
We hadden wel wat anders aan ons hoofd. Minerva had de Trouw mee. Waarom er mensen zijn (niet christenen nog wel) die die krant lezen is mij een raadsel, maar het kwam nu wel goed uit dat we hem bij ons hadden. Hoefden we ons niet met humor bezig te houden. De Trouw had een onderzoek gedaan (of publiceerde de uitkomst van een onderzoek dat ze niet zelf hadden gedaan) naar de kindvriendelijkheid van Nederlandse gemeentes.
Het kwam er op neer dat het overal in Nederland goed toeven is voor kinderen, behalve in de achterbuurten (achterstandswijken) van Rotterdam, en in Groningse en Friese dorpen. Het allerslechtste ben je als kind af in Oost-Groningen. De score van Appingedam hebben we niet opgezocht, ons oog viel op Bellingwedde.



Ja, kijk maar even goed. Dit is het kerkhof van Bellingwolde, dat ligt in de gemeente Bellingwedde. Bellingwedde heeft een kindersterftepercentage van 13,9%. Ik kon het ook haast niet geloven. Maar het stond in de Trouw.

donderdag, februari 16, 2006

forensenleed

De sneltrein tussen Leeuwarden is niet de meest comfortabele. Je zit altijd met je knie tegen iemand anders knie. En dat is vies en griezelig. Als je pech hebt deel je de coupé met luidruchtige jongeren, telefonerende ouderen en/of breeduitzittende mannen.
Geen wonder dat ik eenmaal aangekomen op station Groningen mijn misantropie botvier in de geïmproviseerde fietsenflat aan de westzijde.
Waar is mijn fiets. GRRR. Wat is het hier een zooi. Grrr. Als iedereen zijn fiets op een geëigende plek zou parkeren, zou hier een pad zijn in plaats van een hindernisbaan. Grrr. Godver, mijn fiets staat vast omdat iemand het nodig vond zijn fiets er tegenaan te parkeren. Grrrrr. Eruit met die fiets en ik hoop dat ik wat spaken breek.
RAG RAG!!

"Ho maar, ho maar dat is mijn fiets." klinkt een zachte mannenstem.
"Die staat hier erg onhandig, hoe wil je dat ik mijn fiets eruit krijg?" GRR
"Het is hier ook zo vol altijd."
"Boven is anders plek genoeg", bijt ik hem toe.
"Ja, maar dat kan ik niet goed zien. Ik ben zeer slechtziend en kan de glijders niet goed onderscheiden."
"Oh, oké dan."

Bareuh...Ik had het moeten weten. Een fiets met gezinsbodefietstassen kan niet van een geluksvogel zijn. En ik wou z'n spaken breken, zijn achterlicht eraf trappen. Waarom tref ik op zo'n moment niet gewoon een luie rotvent?

maandag, februari 13, 2006

Waar te beginnen

Vul de goede vorm in van aller: Béatrice et Pierre ... à la piscine.
- dat kan niet.
- waarom niet?
- er staat geen je of tu of zo voor.
- Maar wel wat anders. Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je Béatrice et Pierre vervangen?
- Eh?
- Béatrice et Pierre zijn degenen die gaan. Dat zijn twee mensen. Waar zou je die door kunnen vervangen: nous, vous, ils, elles?
- Nous?
- Nee, niet nous. Dat betekent wij, dus daar zit je zelf altijd bij. Of een moi. Het is zij meervoud.
- Elle?
- Nee meervoud. Béatrice et Pierre gaan, dus zij gaan.
- Oh hun gaan.
- Ja, hun ja.

zondag, februari 05, 2006

Mijn geheugen maakt er een potje van

- Met die enorme bos haar lijk je wel een beetje op Jan Vayne, merkte Kiki op na het headbangen.
Heb ik een keer lang haar, word ik nog vergeleken met een man. Maar daar denk ik nu pas aan, over mijn eerste reactie had ik helemaal geen controle:
- Jan Vayne valt op dikke vrouwen, antwoordde ik voor ik er erg in had.

Jan Vayne valt op dikke vrouwen. Althans, dat heeft mijn gezette buurvrouw in de studentenflat mij ooit een keer verteld. Ze haatte zijn muziek, maar moest wel een zwak voor hem hebben. In 1992 moet dat geweest zijn. Sindsdien had ik nooit meer een gedachte gewijd aan Jan Vayne laat staan aan zijn sexuele voorkeur, maar nu blijkt die mededeling nog gewoon in mijn geheugen te zitten. Vreselijk als je bedenkt wat ik allemaal vergeet: afspraken met goede vrienden, dringende rekeningen betalen, verplichte vergaderingen, kind van vaste verkering van de naschoolse opvang halen.
Maar Jan Vayne zit er nog en er is geen reden om aan te nemen dat dat zal veranderen.

woensdag, februari 01, 2006

Hand eraf!

Mijn fiets is gestolen. Een paar weken geleden was dat. Inmiddels heb ik een nieuwe fiets, een veel fijnere, maar ik ben er toch nog niet helemaal overheen. Ik wil kunnen denken: die stakker had hem (of de opbrengst van de fiets) vast harder nodig dan ik. Maar ik voel alleen maar agressie. Hand eraf! Helemaal niet zo'n gekke straf.
Wat gebeurt er eigenlijk met fietsendieven als ze gesnapt worden? Wat voor straf krijgen ze? En hangt die af van de waarde van de fiets? Dat zou ik niet terecht vinden. Mijn stadsfiets is veel belangrijker voor mij dan de Koga Myata Road Traveler voor mijn vader.
Ik vind dat fietsendiefstal net zo ernstig is als autodiefstal en ook net zo zwaar bestraft moet worden. Maar Corry denkt dat dat niet haalbaar is. Met auto's kom je op een ander niveau: een fiets stelen is niet zo erg, autostelen is een ernstig misdrijf. Is het net zo erg om een fiatje te jatten als een rolls royce? What the hell. Mijn fiets, mijn fiets daar gaat het om. Dat is pas erg. De rest kan me niet schelen.

zondag, januari 08, 2006

Wat is dat voor een ding

Dingedingeding, wat is dat voor een ding? zingt mijn vaste verkering. We zijn op vakantie geweest en verkeren in opperbeste stemming. Drie nachten in de Voerstreek en we zijn weer klaar voor een jaar werken en, dat is nieuw!, zuinig doen. We hebben er bijna zin in.
De Voerstreek, het is maar net over de grens, ze spreken er nog Nederlands, Nederland 1, 2 en 3 staan als eerste geprogrammeerd op de hoteltelevisie en toch zijn we er helemaal uit geweest. We waren in het dorpje Teuven (spreek de eu voor in de mond uit met getuite lippen): een knots van een katholieke kerk, een wasmachine- annex fietsenwinkel met benzinepomp direct aan de weg, twee hotels, het dorpshuis PATRIA en een hippiekroeg die we helaas niet hebben verkend.
Hoe konden wij immers het café halen als wij eerst het dorpshuis moesten passeren waar een verklede menigte deed alsof het carnaval was? En wij mochten er ook in voor vijf euro. Geen geld, want wij zagen een strak gepland programma met optredens van de plaatselijke turnvereniging, de dito lijndansclub, Big Benny uit Maastricht die carnavalskrakers ten gehore bracht onderwijl een indrukwekkend gemiddelde halend van 12 biertjes per uur, en enkele breekbare, schaars geklede meisjes die op bijna zuivere toon hartverscheurende liedjes zongen.
We voelden ons zeer bevoorrecht. Anderen moeten op wereldreis om als uitzonderlijke toerist aanwezig te mogen zijn bij een of ander inheems religieus ritueel. Wij waren slechts 5 minuten fietsen over de grens. We dronken bier mee alsof we volleerd waren, maar aansluiten bij de polonaise leek ons not done. Er zou ook een nieuwe Prins Carnaval worden gekozen, maar dat hebben we niet gehaald. De K. kerk slaapt niet uit, evenmin als de haan.

polonaise met overgave