Ik denk dus nooit aan Jan Vayne. Echt nooit. Zelfs niet als ik net mijn lange haar heb laten knippen.
Vanmiddag om vier uur had ik een afspraak bij de kapper, om vijf uur zat ik in de Tuinbouwstraat op de stoep bier te drinken omdat de lentezon zo zonnig scheen. Kon ik gelijk mijn nieuwe kapsel laten zien aan Andrine. We hieven vrolijk ons flesje op naar voorbijgangers die jaloers groetten.
- Hé daar heb je Jan Vayne, zegt Andrine,
- Valt op dikke vrouwen, reageer als ik een afgetrainde hond.
- Vorige week zag ik hem ook al in Amsterdam. Hij heeft net een baby gekregen.
Een grote groene glanzende mercedes komt langs ons gegleden. Er zit een man met zonnebril achter het stuur, er ligt heel veel haar op de rugleuning van de stoel en een baby op de achterbank.
Hij rijdt de straat uit. Driehonderd meter tegen het verkeer in, maar dat realiseren we ons later pas. Een minuut later komt hij de straat weer in en parkeert zijn auto op de stoep bij Alice die wij ook kennen. Alice was toevallig haar rolschaatsen aan het uitdoen en vanuit de verte zien we hen een gesprek voeren. Ik erheen, ik wil dat haar wel eens van dichtbij zien.
- Hé Alice, kun je niet zien dat ik naar de kapper ben geweest? zeg ik met een steelse blik richting Jan Vayne.
- Nee, daar zie ik echt helemaal niks van.
- Er is echt heel veel af. Wel tien centimeter.
- Misschien moet je, als je wil dat ik kan zien of je naar de kapper ben geweest, eens een ander kapsel nemen.
- Maar het is in laagjes geknipt en al, zeg ik veelbetekenend. Ik loer nogmaals naar Jan Vayne.
Jan Vayne is echter zijn baby aan het uitladen. Hij gaat bij iemand op bezoek die aan de overkant van de straat woont. Hij wappert zelfbewust met zijn haar en steekt over.
Gelukkig heb ik nooit beweerd dat ik me normaal gedraag in het bijzijn van bekende Nederlanders.
de auto van Jan Vayne, geparkeerd op de stoep, in de straat waar hij zo even tegen het verkeer in had gereden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten