woensdag, april 27, 2005

De jut belt aan

Er loopt een vrouw door de tuin van de onderbuurman. Een potige vrouw met kort haar waar veel glimmend gel inzit. Ze heeft haar bril in haar hand en kijkt onderzoekend rond. De onderbuurman loopt achter haar aan met zijn handen in zijn zakken. De potige vrouw doet haar bril op, zet handig de schutting opzij en stapt de tuin uit. Ze werpt nog een laatste blik richting buurman en verdwijnt in het labyrint van schuurtjes.
Even later gaat de bel bij mij. Ik doe open en zie twee vrouwen in politie-uniform, de een potig met een zonnebankbruin gezicht en geblondeerde haren, de ander sullig met een blok politiepapier in haar handen.
"Goedenmorgen. Wij doen een buurtonderzoekje. Bij uw onderbuurman is in de nacht van maandag op dinsdag ingebroken. Heeft u daar misschien wat van gemerkt?"
"Och, wat erg. Maandag op dinsdag, was ik toen thuis? Nee. Ja, toch wel. Nee, ik heb niks gemerkt, geloof ik."
Mijn hersenen werken op volle kracht, maar ik kan me met de beste wil van de wereld niks herinneren van de nacht van maandag op dinsdag. Als ze mij maar niet verdenken, spookt het door mijn hoofd.
"Gistermiddag was ik een paar uur weg en al die tijd heeft mijn balkondeur opengestaan", zeg ik geheel ten overvloede. Informatie waar ze niks aan hebben voor hun buurtonderzoekje.
"Als u toch iets weet, we zijn van de Korreweg."
"U bedoelt dat ik dan contact op moet nemen met het politiebureau aan de Korreweg?"
"Juist."
De sullige agente wil wat op haar blok schrijven maar wordt terechtgewezen door haar potige collega.
"Nee, hier niet! alleen maar als...." De rest kan ik helaas niet verstaan.
"Ik zal naar de Korreweg bellen zodra ik iets verzin eh bedenk eh me herinner," besluit ik het onderhoud. Ik krijg twee vriendelijke glimlachen terug.
Met lichte spijt doe ik de deur dicht, toch jammer dat het niet uit de hand is gelopen.

1 opmerking:

Anoniem zei

leuk, goed geschrven stukje, waarom publiceer je niet in een krant of tijdschrift? Of doe je dat al?