Vorige week deze tijd, de lunch overgeslagen hebbende, was ik aan het genieten van een vervroegd diner in de V&D. Ik had een vierpersoonstafeltje aan het raam, met uitzicht op de Martinitoren. Het was een mooie maandag, waterig zonnetje, matig tot stevige wind.
Toen ik naar buiten keek, werd mijn aandacht getrokken door een witte plastic zak die boven het Kwinkenplein zweefde. Zo sierlijk, zo kwetsbaar, zo overgeleverd aan de grillen van de wind, ik kreeg er een brok van in mijn keel. Eindeloos leek het te duren, van de derde naar de tweede, naar de eerste en dan met een ruk terug naar de derde verdieping, heen en weer tussen het Carillon en de fotograaf. Totdat een kale boom met gemene takken de tas opving en platsloeg, in een mum van tijd was de gracieuze ballerina verworden tot een smerig stuk machteloos klapperend plastic.
Natuurlijk moest ik denken aan American Beauty, waarin die rare buurjongen een kast vol heeft met opnames van een zwevende plastic tas. Toen ik de film bekeek vond ik het onversneden sentiment en daar houden wij Droevees niet zo van, maar vorige week maandag deze tijd was ik volkomen weerloos.
De vraag is, helaas, of ik er zonder de film oog voor had gehad.
2 opmerkingen:
Natuurlijk wel! Wat denkt die film wel niet?
ik ken de film niet.
het beeld wel.
ja, is mooi.
en je woorden geven het beeld (weer).
Een reactie posten