Nog even een klassiek mopje om ontspannen te bedde te gaan, dacht ik, dus ik zet radio 4 aan. Ben ik gelijk helemaal actief van hilariteit als ik het volgende hoor: "Leos Janacek, u heeft die naam de laatste maanden vast veel voorbij horen komen, en terecht, want hij is een van de meest toonaangevende Tsjechische componisten van het begin van de twintigste eeuw geweest."
Een echte grootheid dus. Niet zo maar een toonaangevende Tsjechische componist van het begin van de twintigste eeuw.
Je zult wel staan te trappelen om nog meer te weten te komen over Leos Janacek. Neem dan eens een kijkje op de site van the Guardian. Een voorproefje: "Someone once said that Brahms was the most remarkable of all the great composers because he alone achieved fame without ever writing an opera. Janacek, a native of Brno, deserves similar praise for writing an opera that can be performed in less than two hours."
woensdag, mei 23, 2007
dinsdag, mei 22, 2007
Jaloers op Jacques
Ik rook niet. Dat is niet zo erg, het heeft zelfs veel voordelen.
Het probleem is dat ik niet kan roken. Dat maakt het niet-roken wel erg makkelijk. Het is geen verdienste, het kost mij geen enkele moeite om van de sigaret af te blijven.
Ik heb het vaak geprobeerd, elke nieuwjaarsdag steek ik er wel een paar op, maar het lijkt nergens op. Ik moet natuurlijk niet te snel opgeven. Een maand lang elke dag twee of drie bijvoorbeeld. Heb ik gedaan, maar vruchteloos. Na een paar dagen komt de klad er vaak al in, zelfs als ik drie pakjes heb gekocht als financiële stok achter de deur.
Ik ben dus een niet-roker en iedereen kan het aan me zien. Ik mis een bezigheid, een houding, een excuus. Stijl.
Zo niet Jacques Chirac op deze oude foto met blancbec Sarkozy. Onuitstaanbaar als je hem hopelijk vindt, zou je toch best een avondje mosselen willen eten met deze roker? En hij heeft zijn nog verse gauloise ook nog precies goed: tussen de dichtgeknepen lippen, net niet in het midden. Ik denk dat hij de rook straks links langs de sigaret naar buiten blaast, precies in het gezicht van Nicolas die ongetwijfeld aan het beuzelen is over de inflatie of zijn officiële lengte in zijn paspoort.
Het probleem is dat ik niet kan roken. Dat maakt het niet-roken wel erg makkelijk. Het is geen verdienste, het kost mij geen enkele moeite om van de sigaret af te blijven.
Ik heb het vaak geprobeerd, elke nieuwjaarsdag steek ik er wel een paar op, maar het lijkt nergens op. Ik moet natuurlijk niet te snel opgeven. Een maand lang elke dag twee of drie bijvoorbeeld. Heb ik gedaan, maar vruchteloos. Na een paar dagen komt de klad er vaak al in, zelfs als ik drie pakjes heb gekocht als financiële stok achter de deur.
Ik ben dus een niet-roker en iedereen kan het aan me zien. Ik mis een bezigheid, een houding, een excuus. Stijl.
Zo niet Jacques Chirac op deze oude foto met blancbec Sarkozy. Onuitstaanbaar als je hem hopelijk vindt, zou je toch best een avondje mosselen willen eten met deze roker? En hij heeft zijn nog verse gauloise ook nog precies goed: tussen de dichtgeknepen lippen, net niet in het midden. Ik denk dat hij de rook straks links langs de sigaret naar buiten blaast, precies in het gezicht van Nicolas die ongetwijfeld aan het beuzelen is over de inflatie of zijn officiële lengte in zijn paspoort.
zaterdag, mei 12, 2007
Superbonny heeft dorst
Omdat ik zonodig een zak zoute pinda's leeg moest vreten, kom ik met een droge bakkes in de Albert Heijn. Ik kan mijn geluk niet op als ik zie dat er, op het gangpad tussen de zuivel en de wijn, een demonstratie van een nieuw soort vruchtensap is. Alsof er niet al 5 bij 3 meter light en heavy vruchtensappen in de winkel staan. M'enfin, dit nieuwe product komt mij nu wel goed uit.
Het gele of rode sap wordt geserveerd in van die doorzichtige plastic vingerhoedjes, waar je in het ziekenhuis medicijndrank uit krijgt; een te kleine hoeveelheid om het goedje echt op zijn waarde te beoordelen, laat staan om een flinke dorst te lessen.
Vóór mij staat een stel van wie zij in een rolstoel zit. Niet zomaar een rolstoel, een superdeluxe invalidenmobiel, met overal knopjes, handels en glimmend chroom. Het is eigenlijk een éénpersoonscabrio zonder kap. Om jaloers op te worden, maar dat mag je niet zeggen natuurlijk. Als ik zo'n rolstoel had zou ik hem verkopen en nooit meer werken.
- Wilt u het ook proberen? vraagt de sapman aan de mevrouw.
- njwoah, nals net nlukt.
Hij reikt haar het medicijnbekertje aan. Zij pakt het aan en PATS! ze plet het bekertje tussen haar vingers en de sap vliegt alle kanten op. Spastisch, is mijn snelle diagnose, maar ik kan er naast zitten natuurlijk. Verbazingwekkend hoeveel er dan toch in zo'n cupje blijkt te zitten.
Wat nu?
- Een doekje? suggereer ik
De sapman haalt een doekje op. Hij voelt zich verantwoordelijk en neemt de mevrouw en haar rolstoel onhandig af. Gelukkig had ze de gele gekozen. De meneer van de mevrouw staat er demonstratief wachtend bij. Als het aan hem had gelegen zou ze zich nooit aan de sap hebben gewaagd, hij wist wel hoe dit kon aflopen.
Vijf minuten later staan en zitten we weer in de beginopstelling: sapman, mevrouw, meneer en ik.
- Ik zou u zo graag wat van dit heerlijke sap laten proeven, zegt sapman, maar ik weet niet hoe we dit probleem oplossen.
- Een rietje? is mijn bijdrage
- Nja, neen nrietje, valt de mevrouw me bij.
Sapman kijkt heel ongelukkig. Rietjes heeft hij niet. Een kwestie van even een pak uit het rietjesschap halen, lijkt me, maar ik zeg niks, ik heb hem nu wel genoeg geholpen en besluit voor mezelf op te komen:
- Ik wil graag de gele proberen.
Sapman, zichtbaar opgelucht dat hiermee episode afgesloten lijkt, reikt mij een bekertje aan. Ik steek mijn hand uit, pak het bekertje. PATS!
- Wat een prutbekertjes! zeg ik terwijl ik begripvol naar de mevrouw kijk.
- Nja, zegt ze lachend.
Gelukkig is het doekje er nog.
Voldaan vervolg ik mijn weg door de winkel. Ik heb nog steeds dorst, maar geen enkele goede daad komt tot stand zonder offer.
Het gele of rode sap wordt geserveerd in van die doorzichtige plastic vingerhoedjes, waar je in het ziekenhuis medicijndrank uit krijgt; een te kleine hoeveelheid om het goedje echt op zijn waarde te beoordelen, laat staan om een flinke dorst te lessen.
Vóór mij staat een stel van wie zij in een rolstoel zit. Niet zomaar een rolstoel, een superdeluxe invalidenmobiel, met overal knopjes, handels en glimmend chroom. Het is eigenlijk een éénpersoonscabrio zonder kap. Om jaloers op te worden, maar dat mag je niet zeggen natuurlijk. Als ik zo'n rolstoel had zou ik hem verkopen en nooit meer werken.
- Wilt u het ook proberen? vraagt de sapman aan de mevrouw.
- njwoah, nals net nlukt.
Hij reikt haar het medicijnbekertje aan. Zij pakt het aan en PATS! ze plet het bekertje tussen haar vingers en de sap vliegt alle kanten op. Spastisch, is mijn snelle diagnose, maar ik kan er naast zitten natuurlijk. Verbazingwekkend hoeveel er dan toch in zo'n cupje blijkt te zitten.
Wat nu?
- Een doekje? suggereer ik
De sapman haalt een doekje op. Hij voelt zich verantwoordelijk en neemt de mevrouw en haar rolstoel onhandig af. Gelukkig had ze de gele gekozen. De meneer van de mevrouw staat er demonstratief wachtend bij. Als het aan hem had gelegen zou ze zich nooit aan de sap hebben gewaagd, hij wist wel hoe dit kon aflopen.
Vijf minuten later staan en zitten we weer in de beginopstelling: sapman, mevrouw, meneer en ik.
- Ik zou u zo graag wat van dit heerlijke sap laten proeven, zegt sapman, maar ik weet niet hoe we dit probleem oplossen.
- Een rietje? is mijn bijdrage
- Nja, neen nrietje, valt de mevrouw me bij.
Sapman kijkt heel ongelukkig. Rietjes heeft hij niet. Een kwestie van even een pak uit het rietjesschap halen, lijkt me, maar ik zeg niks, ik heb hem nu wel genoeg geholpen en besluit voor mezelf op te komen:
- Ik wil graag de gele proberen.
Sapman, zichtbaar opgelucht dat hiermee episode afgesloten lijkt, reikt mij een bekertje aan. Ik steek mijn hand uit, pak het bekertje. PATS!
- Wat een prutbekertjes! zeg ik terwijl ik begripvol naar de mevrouw kijk.
- Nja, zegt ze lachend.
Gelukkig is het doekje er nog.
Voldaan vervolg ik mijn weg door de winkel. Ik heb nog steeds dorst, maar geen enkele goede daad komt tot stand zonder offer.
vrijdag, mei 04, 2007
Een nachtelijk experiment (spannend!)
Vannacht lag ik weer eens wakker. Aan alle voorwaarden om lekker te kunnen slapen was voldaan -donkerte, stilte, frisse lucht, glas water naast het bed, blaas geleegd, rustgevende muziek geluisterd- maar het wilde niet lukken.
Ik besloot wat te gaan lezen, al heb ik horen zeggen dat je dat juist niet moet doen (ongelooflijk hoeveel slapeloosheidexperts er zijn alleen al in mijn vriendenkring): van lezen word je veel te actief. Maar ja, als je toch al wakker ligt... Het toeval wilde dat ik toe was aan het verhaal Slapeloosheid van Maarten Biesheuvel. Dat kwam goed uit. Het vehaal begint als volgt:
Wat ben ik toch een slapeloze van niks, dacht ik. Al na de tweede zin houdt bij mij de herkenning op. Mijn hoofd is leeg als ik wakker lig. Althans in de vakantie. En het is me nog nooit gelukt om wakker te liggen van het wereldnieuws. Sterker nog: ik moet overdag alle zeilen bijzetten om me door de buitenlandpagina's van de krant te worstelen.
Misschien, dacht ik, werkt het bij mij andersom en val ik in slaap van het wereldnieuws. Ik verzamelde wat items in mijn hoofd en probeerde me te concentreren.
klimaatverandering
Niet mijn schuld dacht ik, ik rijd geen auto en ik eet geen vlees. Langer kon ik mijn gedachten er niet bij houden. Toch gebruik ik bijna het dubbele (3,7 ha) van mijn eerlijk Aarde-aandeel heb ik hier net berekend. Dat komt doordat ik veel melk en yoghurt drink.
Palestijnse homo's worden door de Israëlische geheime dienst gedwongen voor ze te werken
Voor de tweede intifada (ik heb er net een boek over gelezen, anders zit intifada niet eens in mijn actieve lexicon, laat staan de tweede) gingen Palestijnse homo's uit in homobars in Tel Aviv. Daar zijn foto's van ze gemaakt en daar worden ze nu mee gechanteerd.
Massaslachtingen in Sudan
Hier raakte ik toch wel een beetje in paniek. Gelukkig kon ik er door gebrek aan kennis niet te lang over nadenken.
Ik gaf mezelf vrij en dat was een hele opluchting. Ik dacht aan Coco die in Ohio is en een Amish gemeenschap heeft bezocht ("het was net een Duitse kerstmarkt"), aan Miranda en Marjan die ik gisteren heb bezocht in hun nieuwe huis in Eelde ("dit is een mooie plek om langzaam te sterven", merkte ik op, waarop Miranda vol geestdrift antwoordde dat voor haar het leven nu pas begon: "ik zat van de week op de bank en ik dacht: dit kan ik dag in dag uit volhouden") en aan mijn bovenbuurvrouw die gisteren op het heetst van de dag een stuk ging fietsen met haar jas aan.
Wat ik daarna dacht weet ik niet meer. Ik zat opeens zelf op een fiets en er fietsten allemaal kinderen om me heen.
Ik besloot wat te gaan lezen, al heb ik horen zeggen dat je dat juist niet moet doen (ongelooflijk hoeveel slapeloosheidexperts er zijn alleen al in mijn vriendenkring): van lezen word je veel te actief. Maar ja, als je toch al wakker ligt... Het toeval wilde dat ik toe was aan het verhaal Slapeloosheid van Maarten Biesheuvel. Dat kwam goed uit. Het vehaal begint als volgt:
Reeds uren lig ik in bed te draaien, te zweten, te woelen. Ik kan maar niet in slaap raken. Te veel gedachten tollen rond in de inhoud van mijn schedelpan. Vandaag heb ik zoveel onrecht, smerigheden en botheid in hun meest onvoorstelbare, griezelige vormen gezien en hele kleine onderdelen van de werkelijkheid komen me daardoor plots dermate absurd voor dat het ene idee het andere nog moeilijker idee, mogelijke oplosing, beeld of raadsel oproept zodat je met het voortschrijden der tijd [....] tenslotte helemaal niet in slaap kunt komen [...].
Wat ben ik toch een slapeloze van niks, dacht ik. Al na de tweede zin houdt bij mij de herkenning op. Mijn hoofd is leeg als ik wakker lig. Althans in de vakantie. En het is me nog nooit gelukt om wakker te liggen van het wereldnieuws. Sterker nog: ik moet overdag alle zeilen bijzetten om me door de buitenlandpagina's van de krant te worstelen.
Misschien, dacht ik, werkt het bij mij andersom en val ik in slaap van het wereldnieuws. Ik verzamelde wat items in mijn hoofd en probeerde me te concentreren.
klimaatverandering
Niet mijn schuld dacht ik, ik rijd geen auto en ik eet geen vlees. Langer kon ik mijn gedachten er niet bij houden. Toch gebruik ik bijna het dubbele (3,7 ha) van mijn eerlijk Aarde-aandeel heb ik hier net berekend. Dat komt doordat ik veel melk en yoghurt drink.
Palestijnse homo's worden door de Israëlische geheime dienst gedwongen voor ze te werken
Voor de tweede intifada (ik heb er net een boek over gelezen, anders zit intifada niet eens in mijn actieve lexicon, laat staan de tweede) gingen Palestijnse homo's uit in homobars in Tel Aviv. Daar zijn foto's van ze gemaakt en daar worden ze nu mee gechanteerd.
Massaslachtingen in Sudan
Hier raakte ik toch wel een beetje in paniek. Gelukkig kon ik er door gebrek aan kennis niet te lang over nadenken.
Ik gaf mezelf vrij en dat was een hele opluchting. Ik dacht aan Coco die in Ohio is en een Amish gemeenschap heeft bezocht ("het was net een Duitse kerstmarkt"), aan Miranda en Marjan die ik gisteren heb bezocht in hun nieuwe huis in Eelde ("dit is een mooie plek om langzaam te sterven", merkte ik op, waarop Miranda vol geestdrift antwoordde dat voor haar het leven nu pas begon: "ik zat van de week op de bank en ik dacht: dit kan ik dag in dag uit volhouden") en aan mijn bovenbuurvrouw die gisteren op het heetst van de dag een stuk ging fietsen met haar jas aan.
Wat ik daarna dacht weet ik niet meer. Ik zat opeens zelf op een fiets en er fietsten allemaal kinderen om me heen.
woensdag, mei 02, 2007
Een enerverende dag
Vanochtend zat ik in de meizon voor mijn huis te lezen in het Boek der rusteloosheid van Pessoa en ik werd getroffen door het volgende:
"Ik leef altijd in het heden. De toekomst ken ik niet, het verleden heb ik al niet meer. Het een bedrukt me als de mogeljkheid van alles, het ander als de werkelijkheid van niets. Ik heb verwachtingen noch heimwee."
JA! dacht ik, dat heb ik precies zo en ik ga het vandaag op de blogspot zetten.
Maar waarom zou ik dat doen? vroeg ik me direct af. Het is immers al geschreven, de mensen kunnen het al lezen in het boek.
En ik baalde dat ik het niet zelf had geschreven. Maar zelfs dat balen had iets onauthentieks: is Maarten Biesheuvel niet ooit in een depressie geschoten omdat hij niet de auteur van Madame Bovary was?
Alles is al gedaan en gedacht, dit ook, het is om moedeloos van te worden en dat terwijl de dag zo genoeglijk was begonnen.
Om mijzelf van mijn blues te verlossen besloot ik tot een praktische actie: ik ging naar het postkantoor om mijn wachtwoord voor internetbankieren op te halen. Het leidde mij af en bracht mij op een bijzondere plek: winkelcentrum Paddepoel.
Hier loop ik dan, Bonny Droevee, 33 jaar, in winkelcentrum Paddepoel. Wanneer is mijn leven begonnen met stagneren? Dat vraag ik me af als ik daar rondloop. Vanaf dat punt kan ik alleen nog maar omhoog.
Als het slecht gaat kun je maar beter in de afgrond springen, misschien staat er wel een trampoline en kom je hoger uit dan het punt waar je vanaf sprong.
Verlost van de muzak, de paddepoelsters, de treurige winkels, voelde ik me alweer wat opknappen. Thuisgekomen heb ik Pessoa aan de kant gelegd en ben ik begonnen in het nieuwe testament. Is men hiervan nu al een eeuwen in de ban? verwonderde ik me. Zeer helende lectuur. Na een kwartier was ik weer helemaal de oude vertrouwde vrolijke Bonny.
Tot ik ging internetbankieren.
"Ik leef altijd in het heden. De toekomst ken ik niet, het verleden heb ik al niet meer. Het een bedrukt me als de mogeljkheid van alles, het ander als de werkelijkheid van niets. Ik heb verwachtingen noch heimwee."
JA! dacht ik, dat heb ik precies zo en ik ga het vandaag op de blogspot zetten.
Maar waarom zou ik dat doen? vroeg ik me direct af. Het is immers al geschreven, de mensen kunnen het al lezen in het boek.
En ik baalde dat ik het niet zelf had geschreven. Maar zelfs dat balen had iets onauthentieks: is Maarten Biesheuvel niet ooit in een depressie geschoten omdat hij niet de auteur van Madame Bovary was?
Alles is al gedaan en gedacht, dit ook, het is om moedeloos van te worden en dat terwijl de dag zo genoeglijk was begonnen.
Om mijzelf van mijn blues te verlossen besloot ik tot een praktische actie: ik ging naar het postkantoor om mijn wachtwoord voor internetbankieren op te halen. Het leidde mij af en bracht mij op een bijzondere plek: winkelcentrum Paddepoel.
Hier loop ik dan, Bonny Droevee, 33 jaar, in winkelcentrum Paddepoel. Wanneer is mijn leven begonnen met stagneren? Dat vraag ik me af als ik daar rondloop. Vanaf dat punt kan ik alleen nog maar omhoog.
Als het slecht gaat kun je maar beter in de afgrond springen, misschien staat er wel een trampoline en kom je hoger uit dan het punt waar je vanaf sprong.
Verlost van de muzak, de paddepoelsters, de treurige winkels, voelde ik me alweer wat opknappen. Thuisgekomen heb ik Pessoa aan de kant gelegd en ben ik begonnen in het nieuwe testament. Is men hiervan nu al een eeuwen in de ban? verwonderde ik me. Zeer helende lectuur. Na een kwartier was ik weer helemaal de oude vertrouwde vrolijke Bonny.
Tot ik ging internetbankieren.
Abonneren op:
Posts (Atom)