Kozijn
Maandag ben ik van Groningen naar Balk gefietst. Mooie tocht, mooi weer (zonnetje enzo), zuidwestenwind helaas. Om tien uur vertrok ik en om half zes had ik mijn laatste pauze in Sint Nicolaasga. Ik zat daar daas een broodje aspergekroket (jaja) te eten toen ik gezelschap kreeg van een groezelig uitziende man. Hij opende het gesprek met wat onbegrijpelijk gemurmel waarin ik alleen het woord machine herkende.
- Pardon? zei ik onuitnodigend
- Oh, u verstaat geen Fries?
- Nee.
- De machine is net kapot gegaan en we moeten morgen een grote hoeveelheid kozijnen afhebben.
- Vervelend, dat wordt zeker nachtwerk?
Daar ging hij niet op in. Hij vroeg waar ik vandaan kwam, wat ik aan het doen was, of ik een vriend had en wat voor werk ik deed. Daarvan heb ik niets naar waarheid beantwoord.
- Mijn vrouw is vier jaar geleden bij me weggegaan. Met m'n neef, zegt hij plotseling
- Dat is beroerd, reageer ik als was ik Frank Kramer. Daar ben je nog niet overheen?
- Nog elke ochtend als ik wakker word, voel ik de pijn.
- Verschrikkelijk, zeg ik.
- Is wel fijn hè, even een gesprek?
Ik beaam dat en besluit weer op te stappen. Ik gooi mijn servet weg, haal mijn fiets van het slot en kijk naar de patat etende man.
- Sterkte met de machine en de kozijnen! roep ik terwijl ik wegrijd.
Om kwart voor zeven was ik in Balk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten