Vannacht heb ik wéér gedroomd. Ik droomde dat ik een slecht boek las. Geen idee meer waar het over ging. Mijn ergernis groeide en groeide. Dat zulke rommel werd uitgegeven.
Toch las ik een aardige vergelijking: een liefdespaar dat was als een dubbele helix.
Hmm, niet onaardig erkende ik, dat zou ik best verzonnen willen hebben.
Stel je mijn tevredenheid voor toen ik wakker werd.
woensdag, maart 19, 2008
maandag, maart 17, 2008
Bonny denkt mee
In de gebarentaal voor niet-doven zijn er al vele tekens die internationaal gangbaar zijn. Zo kun je moeiteloos zonder woorden om de rekening vragen, je instemming of afkeuring kenbaar maken of iemand laten weten dat hij een idioot, klootzak, schijnheilige of homoseksueel is.
Na vandaag voor de zoveelste maal wazig aangestaard te zijn, stel ik een aanvulling voor: het gebaar waarmee men automobilisten waarschuwt dat een van een hun lampen het niet doet. Het gaat als volgt: Je hebt je hand gesloten voor je oog, opent de hand met gestrekte vingers naar buiten toe en sluit hem weer.
Hoeveel subsidie zou ik kunnen krijgen voor een Europese campagne?
Na vandaag voor de zoveelste maal wazig aangestaard te zijn, stel ik een aanvulling voor: het gebaar waarmee men automobilisten waarschuwt dat een van een hun lampen het niet doet. Het gaat als volgt: Je hebt je hand gesloten voor je oog, opent de hand met gestrekte vingers naar buiten toe en sluit hem weer.
Hoeveel subsidie zou ik kunnen krijgen voor een Europese campagne?
vrijdag, maart 14, 2008
2 voor 12 update
Dat ons mogelijk tv-optreden niet alleen mevrouw Pinksterbloem en mijzelf in beroering brengt besefte ik eens te meer na het lezen van het volgende bericht van Batjah:
ik was het al bijna weer vergeten, maar jullie gaan het dus misschien echt doen....! wat goed!
en iets van de roem straalt dan ook weer op mij af.
kandidaten kennen van 2 voor 12 geeft een zeker aanzien. mijn dank.
Het was dan ook met extra spanning dat ik de brief van de Vara opende. Het was maar een dunne enveloppe, wat mij hoop gaf. Een afwijzing zou vast gepaard gaan met een gratis Varagids bij wijze van valse troost. Tot mijn plezier zag ik al snel de zinsnede 'tot ons plezier' staan en toen wist ik genoeg: door. Het kan nog jaren duren voor we worden uitgenodigd, maar we zitten in het 'bestand'.
ik was het al bijna weer vergeten, maar jullie gaan het dus misschien echt doen....! wat goed!
en iets van de roem straalt dan ook weer op mij af.
kandidaten kennen van 2 voor 12 geeft een zeker aanzien. mijn dank.
Het was dan ook met extra spanning dat ik de brief van de Vara opende. Het was maar een dunne enveloppe, wat mij hoop gaf. Een afwijzing zou vast gepaard gaan met een gratis Varagids bij wijze van valse troost. Tot mijn plezier zag ik al snel de zinsnede 'tot ons plezier' staan en toen wist ik genoeg: door. Het kan nog jaren duren voor we worden uitgenodigd, maar we zitten in het 'bestand'.
donderdag, maart 13, 2008
Beginnende waanzin
- Bonny spreekt u mee.
- Dag, spreek ik met mevrouw Droevee?
- Ja, met mevrouw Droevee ja.
- Mevrouw Droevee, u heeft uw NRC weekendabonnement om laten zetten in een compleet abonnement. Waarom? Was u niet tevreden?
- Nee, ik heb de krant liever ook door de week in plaats van alleen in het weekend.
- U was niet ontevreden over de krant?
- Nee natuurlijk niet, anders had ik het abonnement niet uitgebreid.
- Juist, juist. Nu ja, jammer dat u uw weekendabonnement hebt opgezegd, maar we zijn wel blij dat u abonnee van de NRC bent gebleven.
- U klinkt anders niet zo blij.
- Nee nee, maar dat komt omdat ik al de hele tijd op dit kantoor zit.
- Misschien is het tijd voor een pauze.
- Ja misschien wel.
- Ik wens u nog veel sterkte vandaag.
- Dank u wel, en als u nog tips heeft voor de krant kunt u gewoon bellen, dan komt dat goed.
- Zal ik doen. Goedenavond.
- Goedenavond mevrouw Droevee.
- Dag, spreek ik met mevrouw Droevee?
- Ja, met mevrouw Droevee ja.
- Mevrouw Droevee, u heeft uw NRC weekendabonnement om laten zetten in een compleet abonnement. Waarom? Was u niet tevreden?
- Nee, ik heb de krant liever ook door de week in plaats van alleen in het weekend.
- U was niet ontevreden over de krant?
- Nee natuurlijk niet, anders had ik het abonnement niet uitgebreid.
- Juist, juist. Nu ja, jammer dat u uw weekendabonnement hebt opgezegd, maar we zijn wel blij dat u abonnee van de NRC bent gebleven.
- U klinkt anders niet zo blij.
- Nee nee, maar dat komt omdat ik al de hele tijd op dit kantoor zit.
- Misschien is het tijd voor een pauze.
- Ja misschien wel.
- Ik wens u nog veel sterkte vandaag.
- Dank u wel, en als u nog tips heeft voor de krant kunt u gewoon bellen, dan komt dat goed.
- Zal ik doen. Goedenavond.
- Goedenavond mevrouw Droevee.
woensdag, maart 12, 2008
affectiviteitsaccent
Hier in Groningen hebben we de Kerkláán, niet te verwarren met de Kérklaan die je in andere plaatsen hebt. Verder hebben wij een stadhúis en een A-kérk.
Wereldburger Roel Mosco wilde die klemtoon op de laatste lettergreep nog al eens afdoen als een boerse taalafwijking. Ik meen te hebben waargenomen dat er iets anders aan de hand is, want in de Randstad doet men het ook. Zo zeggen Amsterdammers bijvoorbeeld Rembrandtpléin en Herengrácht.
Mijn verklaring is dat het accent kan verschuiven als de spreker een affectieve band heeft met de betreffende plek. Wij zeggen immers wel Oosterpárk, maar (nog) niet Eurobórg.
Vanavond werd ik gesterkt in deze aanname dankzij Harry Mulisch, die bij Pauw en Witteman onbekommerd vertelde over het boekenbál van gisteren.
Wereldburger Roel Mosco wilde die klemtoon op de laatste lettergreep nog al eens afdoen als een boerse taalafwijking. Ik meen te hebben waargenomen dat er iets anders aan de hand is, want in de Randstad doet men het ook. Zo zeggen Amsterdammers bijvoorbeeld Rembrandtpléin en Herengrácht.
Mijn verklaring is dat het accent kan verschuiven als de spreker een affectieve band heeft met de betreffende plek. Wij zeggen immers wel Oosterpárk, maar (nog) niet Eurobórg.
Vanavond werd ik gesterkt in deze aanname dankzij Harry Mulisch, die bij Pauw en Witteman onbekommerd vertelde over het boekenbál van gisteren.
maandag, maart 10, 2008
Twee voor Twaalf, het verslag.
Ik ben vooraf wel een keer of zeven gewaarschuwd voor het mediapark: er zouden wel eens mensen worden vermoord. Wanneer houd ik eens op met beleefd lachen? Niet kaal zijnd, bovendien pseudovegetariër (ik, niet mevrouw Pinksterbloem), liepen we slechts een gering risico.
Het programma Twee voor Twaalf is bijzonder populair kregen we te horen. Jaarlijks waren er wel duizend aanmeldingen en die kunnen niet allemaal in de uitzending, dus er moest streng geselecteerd worden. Deze zaterdag was grote selectiedag: vanuit heel Nederland en Vlaanderen kwamen kandidaten naar het Net 3 gebouw. Elk uur werd een nieuwe lichting ontvangen.
Iedereen moest een lijst met een 100 algemene kennisvragen beantwoorden. Beide teamleden, dus ook de opzoeker die in principe niets hoeft te weten vond iedereen, moesten er minstens 30 van goed hebben. Was dat het geval dan ging je door naar de volgende ronde: een gesprek met Astrid en de vragenmaker van wie ik de naam ben vergeten helaas.
Onze lichting bestond uit een stuk of twintig koppels. We werden naar een examenkamer geleid op de zevende verdieping. Veel mensen moesten gniffelen om het woord examen. Hi hi, dat is lang geleden. Deed me denken aan toen ik een keer met een stel volwassen collega’s ging fietsen op een waddeneiland. Giechelende vrouwen: fietsen, eens kijken of ik het nog kan, hoei hoei. Hilariteit alom, een mengsel van depressie en verbazing in mij.
In de examenkamer stonden twee enorme tafels. Koppelgenoten mochten niet aan dezelfde tafel plaatsnemen. Iedereen kreeg dezelfde vragen. Het was dus heel makkelijk om af te kijken. De meeste vragen waren eigenlijk wel te doen, maar toch heb ik veel fouten gemaakt. De echte naam van Bernlef? Ik wist dat het een grote Nederlandse schrijversnaam was. Ben de hele kanon doorgegaan in mijn hoofd van Vondel tot aan Maarten ’t Hart, maar vond geen geschikte naam. Heb uiteindelijk Grönloh (echte naam van Nescio) ingevuld, wetende dat het fout was, maar het zou toch een schitterend toeval geweest zijn. Het goede antwoord was Marsman hoorde ik later in de uitblaasruimte waar wij wachtten op de testuitslag. Oh oh oh.
De snookervragen heb ik zeker goed, pochte ik van te voren tegen Mevr. Pinksterbloem in de auto. En er was een snookervraag! Welke bal is drie punten waard? Ik heb de beginopstelling van de snookertafel getekend, maar kreeg de volgorde van de drie lage kleuren maar niet goed. Geel gokte ik uiteindelijk, maar het was groen zoals mijn partner correct invulde. Voor wie wil weten welke vragen er nog meer werden gesteld: ik heb ze ’s avonds nog uitgeschreven.
De meeste koppels vielen jammerlijk af, maar wij mochten door voor gesprek. We waren behoorlijk blij, moet ik toegeven, een mens kan niet altijd cool zijn.
Op de gang voor de kamer van Astrid was het gezellig. Allemaal uitgelaten stellen. Kennisgemaakt met een persecondewijzerkampioene en een canvaskrak, en met een heuse schrijver met een grote bek, van wie ik nog nooit had gehoord, al was hij al heel wat keren genomineerd geweest voor allerhande prijzen, verzekerde hij mij. Wessel te Gussinklo, was zijn naam. “Kunt u dat voor me spellen?” kwam opeens mijn callcentreverleden boven. Hij trok fel van leer tegen Maarten Biesheuvel die de PC Hooftprijs had gewonnen in 2007 zoals iedereen correct had ingevuld en ook tegen Bernlef (“nog nooit zo’n slap handje van iemand gehad”).
“Het was zeker wel gezellig op de gang”, vroeg Astrid als reactie op de herrie die we maakten. Ze was heel bruin, heel strak en heel beroemd. Ook aardig wel, om Aliesje tegemoet te komen. De meneer van de vragen leek mij zeer goed kroeggezelschap.
Wij hielden ons uitstekend. Mevr. Pinksterbloem staat so wie so sterk in haar schoenen voor haar werk als ZMOKleraar, dus dit kon ze ook wel aan. Ze vroegen daadwerkelijk waar we elkaar van kenden. Voetbal dus. ‘Vroeger’ liet ik maar achterwege, onbekenden laten delen in je privégrapjes pakt zelden goed uit.
Ze gaan onze antwoorden nog eens gedegen nakijken en als daaruit blijkt dat we complementair zijn in onze kennis en als ze ons leuk genoeg vinden, worden we vroeg of laat uitgenodigd voor in de uitzending. Als we goed spelen, kan het zijn dat we drie afleveringen op een dag moeten doen. “Moeten we dan drie setjes kleren meenemen?” vroeg ik namens Brenda die daarnaar geïnformeerd had. Astrid lachte minzaam: “Ja inderdaad, maar dat zal allemaal in de brief staan die jullie tegen die tijd ontvangen.”
Wordt vervolgd.
Het programma Twee voor Twaalf is bijzonder populair kregen we te horen. Jaarlijks waren er wel duizend aanmeldingen en die kunnen niet allemaal in de uitzending, dus er moest streng geselecteerd worden. Deze zaterdag was grote selectiedag: vanuit heel Nederland en Vlaanderen kwamen kandidaten naar het Net 3 gebouw. Elk uur werd een nieuwe lichting ontvangen.
Iedereen moest een lijst met een 100 algemene kennisvragen beantwoorden. Beide teamleden, dus ook de opzoeker die in principe niets hoeft te weten vond iedereen, moesten er minstens 30 van goed hebben. Was dat het geval dan ging je door naar de volgende ronde: een gesprek met Astrid en de vragenmaker van wie ik de naam ben vergeten helaas.
Onze lichting bestond uit een stuk of twintig koppels. We werden naar een examenkamer geleid op de zevende verdieping. Veel mensen moesten gniffelen om het woord examen. Hi hi, dat is lang geleden. Deed me denken aan toen ik een keer met een stel volwassen collega’s ging fietsen op een waddeneiland. Giechelende vrouwen: fietsen, eens kijken of ik het nog kan, hoei hoei. Hilariteit alom, een mengsel van depressie en verbazing in mij.
In de examenkamer stonden twee enorme tafels. Koppelgenoten mochten niet aan dezelfde tafel plaatsnemen. Iedereen kreeg dezelfde vragen. Het was dus heel makkelijk om af te kijken. De meeste vragen waren eigenlijk wel te doen, maar toch heb ik veel fouten gemaakt. De echte naam van Bernlef? Ik wist dat het een grote Nederlandse schrijversnaam was. Ben de hele kanon doorgegaan in mijn hoofd van Vondel tot aan Maarten ’t Hart, maar vond geen geschikte naam. Heb uiteindelijk Grönloh (echte naam van Nescio) ingevuld, wetende dat het fout was, maar het zou toch een schitterend toeval geweest zijn. Het goede antwoord was Marsman hoorde ik later in de uitblaasruimte waar wij wachtten op de testuitslag. Oh oh oh.
De snookervragen heb ik zeker goed, pochte ik van te voren tegen Mevr. Pinksterbloem in de auto. En er was een snookervraag! Welke bal is drie punten waard? Ik heb de beginopstelling van de snookertafel getekend, maar kreeg de volgorde van de drie lage kleuren maar niet goed. Geel gokte ik uiteindelijk, maar het was groen zoals mijn partner correct invulde. Voor wie wil weten welke vragen er nog meer werden gesteld: ik heb ze ’s avonds nog uitgeschreven.
De meeste koppels vielen jammerlijk af, maar wij mochten door voor gesprek. We waren behoorlijk blij, moet ik toegeven, een mens kan niet altijd cool zijn.
Op de gang voor de kamer van Astrid was het gezellig. Allemaal uitgelaten stellen. Kennisgemaakt met een persecondewijzerkampioene en een canvaskrak, en met een heuse schrijver met een grote bek, van wie ik nog nooit had gehoord, al was hij al heel wat keren genomineerd geweest voor allerhande prijzen, verzekerde hij mij. Wessel te Gussinklo, was zijn naam. “Kunt u dat voor me spellen?” kwam opeens mijn callcentreverleden boven. Hij trok fel van leer tegen Maarten Biesheuvel die de PC Hooftprijs had gewonnen in 2007 zoals iedereen correct had ingevuld en ook tegen Bernlef (“nog nooit zo’n slap handje van iemand gehad”).
“Het was zeker wel gezellig op de gang”, vroeg Astrid als reactie op de herrie die we maakten. Ze was heel bruin, heel strak en heel beroemd. Ook aardig wel, om Aliesje tegemoet te komen. De meneer van de vragen leek mij zeer goed kroeggezelschap.
Wij hielden ons uitstekend. Mevr. Pinksterbloem staat so wie so sterk in haar schoenen voor haar werk als ZMOKleraar, dus dit kon ze ook wel aan. Ze vroegen daadwerkelijk waar we elkaar van kenden. Voetbal dus. ‘Vroeger’ liet ik maar achterwege, onbekenden laten delen in je privégrapjes pakt zelden goed uit.
Ze gaan onze antwoorden nog eens gedegen nakijken en als daaruit blijkt dat we complementair zijn in onze kennis en als ze ons leuk genoeg vinden, worden we vroeg of laat uitgenodigd voor in de uitzending. Als we goed spelen, kan het zijn dat we drie afleveringen op een dag moeten doen. “Moeten we dan drie setjes kleren meenemen?” vroeg ik namens Brenda die daarnaar geïnformeerd had. Astrid lachte minzaam: “Ja inderdaad, maar dat zal allemaal in de brief staan die jullie tegen die tijd ontvangen.”
Wordt vervolgd.
vrijdag, maart 07, 2008
De muis, het vervolg
Een jaar lang had ik niets van de muis vernomen. Vorige maand was hij er weer. Voor het gemak ga ik ervanuit dat het dezelfde is, dat hij van het mannelijk geslacht is en in zijn eentje opereert. Het bekende patroon: keutels, onzekere waarnemingen, confrontaties, zinloze queestes, huishoudelijke rigueur.
Van de week -ik zat op het toilet zoals wel vaker- hoorde ik een frenetiek gekraak vanuit de keuken komen. Het zal de lezer verheugen dat ik mijn zelfbeheersing bewaarde, afmaakte waar ik mee bezig was, zelfs mijn handen waste en toen pas op onderzoek ging. Waardig gedrag, te allen tijde, dat is mijn meest recente motto.
Het geluid kwam uit de afvalzak die aan de verwarmingsknop hing. Het geval danste ritmisch tegen de radiator aan alsof er een kleine muizenparty gaande was. Ik opende de deur naar het plaatsje, de actie waarmee de uitvoering van veel van mijn woningverbeterende plannen aanvangt, verzamelde moed, pakte de tas en slingerde die de tuin in. Nog voor ik de deur weer had gesloten was de muis al uit de zak en op weg terug naar binnen. Dieren: een bewonderenswaardige combinatie van veerkracht en koppigheid.
In een mondeling verslag heb ik beweerd dat ik het beestje met een technisch perfecte wreeftrap voor de drempel heb weggeveegd, maar zwart op wit lieg ik niet graag: het was een lullig schuivertje, binnenkantje voet. Mijn standbeen trilde, toch was ik tevreden met mijn alertheid: ik had de muis buiten de deur gehouden.
'Niet zo handig', oordeelde Roel Mosco evenwel, 'nu ben je nog steeds het dichtstbijzijnde huis, zorg voortaan dat hij minstens bij de buren belandt.'
Ik had het weer eens verkeerd gedaan, maar gisteren kwam er een herkansing. Wederom zat er een muis (nu wil ik wèl graag denken dat het een andere is) in de afvalzak aan de verwarming. Ik trok door, waste mijn handen en opende de deur naar het plaatsje. Ik tilde de klep van de biobak op en liep terug naar de radiator. Het met koffiedik besmeurde muisje deed verwoede pogingen uit de zak te springen, telkenmale kansloos terugglijdend langs het gladde plastic. Ik greep de zak van de verwarming, husselde even, stopte hem buiten in de biobak, en klapte het deksel erop.
Zo! Nu was het wachten tot het donker werd.
Om acht uur sloop ik, als was ik een Russische spion in bezit van een lading vervuild uranium, met de groene emmer mijn huis uit. Dit was hèt moment om een vijand te hebben, maar ik kon niemand verzinnen. Ik ben gelopen tot het plantsoen en heb de afvalzak tegen een vuilnisbak gezet. Er gebeurde niets. Zou de muis gestikt zijn of gestorven van frustratie? We zullen het niet weten. Ik ben terug naar huis gerend en heb met de gordijnen dicht Twee voor twaalf gekeken. Ik raadde beide woorden voor er een letter was gekocht.
Mijn weledelzeergeleerde vriend kan trots op me zijn.
Van de week -ik zat op het toilet zoals wel vaker- hoorde ik een frenetiek gekraak vanuit de keuken komen. Het zal de lezer verheugen dat ik mijn zelfbeheersing bewaarde, afmaakte waar ik mee bezig was, zelfs mijn handen waste en toen pas op onderzoek ging. Waardig gedrag, te allen tijde, dat is mijn meest recente motto.
Het geluid kwam uit de afvalzak die aan de verwarmingsknop hing. Het geval danste ritmisch tegen de radiator aan alsof er een kleine muizenparty gaande was. Ik opende de deur naar het plaatsje, de actie waarmee de uitvoering van veel van mijn woningverbeterende plannen aanvangt, verzamelde moed, pakte de tas en slingerde die de tuin in. Nog voor ik de deur weer had gesloten was de muis al uit de zak en op weg terug naar binnen. Dieren: een bewonderenswaardige combinatie van veerkracht en koppigheid.
In een mondeling verslag heb ik beweerd dat ik het beestje met een technisch perfecte wreeftrap voor de drempel heb weggeveegd, maar zwart op wit lieg ik niet graag: het was een lullig schuivertje, binnenkantje voet. Mijn standbeen trilde, toch was ik tevreden met mijn alertheid: ik had de muis buiten de deur gehouden.
'Niet zo handig', oordeelde Roel Mosco evenwel, 'nu ben je nog steeds het dichtstbijzijnde huis, zorg voortaan dat hij minstens bij de buren belandt.'
Ik had het weer eens verkeerd gedaan, maar gisteren kwam er een herkansing. Wederom zat er een muis (nu wil ik wèl graag denken dat het een andere is) in de afvalzak aan de verwarming. Ik trok door, waste mijn handen en opende de deur naar het plaatsje. Ik tilde de klep van de biobak op en liep terug naar de radiator. Het met koffiedik besmeurde muisje deed verwoede pogingen uit de zak te springen, telkenmale kansloos terugglijdend langs het gladde plastic. Ik greep de zak van de verwarming, husselde even, stopte hem buiten in de biobak, en klapte het deksel erop.
Zo! Nu was het wachten tot het donker werd.
Om acht uur sloop ik, als was ik een Russische spion in bezit van een lading vervuild uranium, met de groene emmer mijn huis uit. Dit was hèt moment om een vijand te hebben, maar ik kon niemand verzinnen. Ik ben gelopen tot het plantsoen en heb de afvalzak tegen een vuilnisbak gezet. Er gebeurde niets. Zou de muis gestikt zijn of gestorven van frustratie? We zullen het niet weten. Ik ben terug naar huis gerend en heb met de gordijnen dicht Twee voor twaalf gekeken. Ik raadde beide woorden voor er een letter was gekocht.
Mijn weledelzeergeleerde vriend kan trots op me zijn.
zondag, maart 02, 2008
Hoe ik mij door het leven sla zonder muizenval
Als de hagelslagkorrels die je van het aanrecht snoept bitterder smaken dan verwacht, weet je het wel: muis in huis.
Je oren en je ogen worden hypersensitief. Hoor je daar iets scharrelen? Schiet daar iets voorbij? Maar als je op onderzoek gaat vind je niks.
Deze periode kan weken, zelfs maanden duren. Je besluit niks meer van het aanrecht of van de grond te eten, je wast wat regelmatiger af, hangt je afval in een boom, je slaapt met de deken over je hoofd. Je weet: er zijn muizenvallen op de markt die de muis sparen, maar ach, die zoektocht is voor de dynamische, onderzoekende fases van het leven.
Als jij begint te wennen aan de cohabitatie doet de muis dat ook. Hij wordt overmoedig. Je verbeeldt je niet alleen dat je hem ziet, hij staat daar echt op het aanrecht. Hij kijkt je aan, het lichaampje trilt. Je verbaast je over de muizigheid van het beestje, het lijkt wel een karikatuur.
Wat te doen? Muis vlucht achter het koffiezetapparaat, dat schuif je weg. Muis vlucht door naar de koelkast, onder het gascomfort. Je tilt dat op en ontdekt wel een ons hagelslag. Je pakt met je vrije hand een spatel uit de keukenla en opent de keukendeur. Het einde is in zicht. Muis weet dat ook, wacht, ofschoon nog steeds heftig trillend, berustend zijn lot af. Je telt af: 3-2-1-showdown. Je sluit je ogen en geeft een zwieper over het oppervlak van de koelkast.
Hij is weg.
Maar heb je hem wel geraakt?
Je oren en je ogen worden hypersensitief. Hoor je daar iets scharrelen? Schiet daar iets voorbij? Maar als je op onderzoek gaat vind je niks.
Deze periode kan weken, zelfs maanden duren. Je besluit niks meer van het aanrecht of van de grond te eten, je wast wat regelmatiger af, hangt je afval in een boom, je slaapt met de deken over je hoofd. Je weet: er zijn muizenvallen op de markt die de muis sparen, maar ach, die zoektocht is voor de dynamische, onderzoekende fases van het leven.
Als jij begint te wennen aan de cohabitatie doet de muis dat ook. Hij wordt overmoedig. Je verbeeldt je niet alleen dat je hem ziet, hij staat daar echt op het aanrecht. Hij kijkt je aan, het lichaampje trilt. Je verbaast je over de muizigheid van het beestje, het lijkt wel een karikatuur.
Wat te doen? Muis vlucht achter het koffiezetapparaat, dat schuif je weg. Muis vlucht door naar de koelkast, onder het gascomfort. Je tilt dat op en ontdekt wel een ons hagelslag. Je pakt met je vrije hand een spatel uit de keukenla en opent de keukendeur. Het einde is in zicht. Muis weet dat ook, wacht, ofschoon nog steeds heftig trillend, berustend zijn lot af. Je telt af: 3-2-1-showdown. Je sluit je ogen en geeft een zwieper over het oppervlak van de koelkast.
Hij is weg.
Maar heb je hem wel geraakt?
donderdag, februari 28, 2008
Droomvragen
Het gaat niet aan om mensen te vermoeien met geneuzel over je dromen, maar soms mag het. Nu bijvoorbeeld.
Vaak weet ik tijdens het dromen al dat ik aan het dromen ben. Vorige week verscheen er ter afsluiting zelfs een aftiteling. Eindeloos lang, net als in het echt. En ik verzuchtte, ook net als in het echt, dat er toch heel wat bij komt kijken, bij zo'n droomproductie. Klassiek is de keer dat alle personages van de nacht hand in hand het podium oprenden om bij wijze van encore breedlachend "ik heb zo waanzinnig gedroomd" te zingen. Ik waardeerde het, want had tranen op mijn wangen van het lachen bij het ontwaken.
Nu ben ik een gezegend mens en droom ik meestal fijn, te fijn misschien wel, want vaak stel ik mezelf de vraag: heb ik hier ook nog wat aan als ik wakker ben? Dat het niet de echte, wakkere Bonny is die zich dit afvraagt, maar droombonny die een droomvraag stelt, besef ik op dat moment niet. Loterij gewonnen? Het is maar een droom helaas, maar dat geld pakken ze me nooit meer af. Een eufoor gevoel. Als je dit niet herkent is het misschien moeilijk te volgen. Neem dan maar gewoon aan dat het zo werkt bij mij.
Soms krijg ik nieuwe informatie: een geheime code, een telefoonnummer, zoiets. Onthouden voor als ik wakker word, denkt droombonny dan, je weet nooit. Soms lukt dat onthouden zelfs verbeeld ik me, maar wat heb je eraan? Vannacht droomde ik hierop een variant: een oude, vervelende man had een cryptische beschrijving bedacht. Het zou op mij slaan geloof ik. Hij herhaalde het als een mantra, daarom weet ik het nog:
Imago? gaat je geen zak aan.
Imago? gaat je geen zak aan.
Imago? gaat je geen zak aan.
Zes letters.
Zou er een antwoord bestaan? Of op zijn minst een bevredigende oplossing?
Vaak weet ik tijdens het dromen al dat ik aan het dromen ben. Vorige week verscheen er ter afsluiting zelfs een aftiteling. Eindeloos lang, net als in het echt. En ik verzuchtte, ook net als in het echt, dat er toch heel wat bij komt kijken, bij zo'n droomproductie. Klassiek is de keer dat alle personages van de nacht hand in hand het podium oprenden om bij wijze van encore breedlachend "ik heb zo waanzinnig gedroomd" te zingen. Ik waardeerde het, want had tranen op mijn wangen van het lachen bij het ontwaken.
Nu ben ik een gezegend mens en droom ik meestal fijn, te fijn misschien wel, want vaak stel ik mezelf de vraag: heb ik hier ook nog wat aan als ik wakker ben? Dat het niet de echte, wakkere Bonny is die zich dit afvraagt, maar droombonny die een droomvraag stelt, besef ik op dat moment niet. Loterij gewonnen? Het is maar een droom helaas, maar dat geld pakken ze me nooit meer af. Een eufoor gevoel. Als je dit niet herkent is het misschien moeilijk te volgen. Neem dan maar gewoon aan dat het zo werkt bij mij.
Soms krijg ik nieuwe informatie: een geheime code, een telefoonnummer, zoiets. Onthouden voor als ik wakker word, denkt droombonny dan, je weet nooit. Soms lukt dat onthouden zelfs verbeeld ik me, maar wat heb je eraan? Vannacht droomde ik hierop een variant: een oude, vervelende man had een cryptische beschrijving bedacht. Het zou op mij slaan geloof ik. Hij herhaalde het als een mantra, daarom weet ik het nog:
Imago? gaat je geen zak aan.
Imago? gaat je geen zak aan.
Imago? gaat je geen zak aan.
Zes letters.
Zou er een antwoord bestaan? Of op zijn minst een bevredigende oplossing?
zaterdag, februari 23, 2008
Instantshow
Daar ging ik. Er was geen redden meer aan. Voetjes van de vloer, niks meer om vast te pakken, geen enkele mogelijkheid om mijn val te breken. Ik voelde mijn hoofd tegen de deur slaan, een halve seconde later landde ik op mijn linkerzij.
Het was gebeurd.
Ik bleef bewegingloos liggen.
Niks aan de hand, wist ik meteen. De klap stelde niets voor. Geen open wonden, geen kneuzingen, geen hersenschudding.
Ik begon te kreunen, zoals ik me voorstelde dat Michael Caine het zou aanbevelen in een masterclass. Kreun alsof je probeert het te onderdrukken. Kreun tegen wil en dank.
Ik richtte me op en liet me weer zakken. Had ik nog wel gevoel in mijn linkerarm? Ik pakte hem beet met mijn rechterhand. Slingerde hem heen en weer, sloeg er op. Hij tintelde, maar ik liet hem bungelen als een lappenpoppenarm.
Nog een klein dapper kreuntje als slotakkoord.
De voorstelling was voorbij, het eenkoppig publiek heeft genoten.
Het was gebeurd.
Ik bleef bewegingloos liggen.
Niks aan de hand, wist ik meteen. De klap stelde niets voor. Geen open wonden, geen kneuzingen, geen hersenschudding.
Ik begon te kreunen, zoals ik me voorstelde dat Michael Caine het zou aanbevelen in een masterclass. Kreun alsof je probeert het te onderdrukken. Kreun tegen wil en dank.
Ik richtte me op en liet me weer zakken. Had ik nog wel gevoel in mijn linkerarm? Ik pakte hem beet met mijn rechterhand. Slingerde hem heen en weer, sloeg er op. Hij tintelde, maar ik liet hem bungelen als een lappenpoppenarm.
Nog een klein dapper kreuntje als slotakkoord.
De voorstelling was voorbij, het eenkoppig publiek heeft genoten.
woensdag, februari 13, 2008
Van die dingen...
Ik was net even in de keuken. Ik keek naar de koffiemolen, er lagen wat gespilde koffieboontjes naast. Die boontjes zagen er lekker uit. Diepbruin, glimmend. Ik had zin om ze op te eten, maar wist dat het tegen zou vallen. Nee, dat kan niet, je kunt niet weten dat iets tegenvalt. Anyway, ik wist dat ze niet lekker zouden zijn. En opeens begreep ik waarom er chocolaatjes bestaan in de vorm van koffiebonen. Die uitnodigende vorm en kleur moesten uitgebreid worden met een lekkere smaak. Toch vind ik chocolade koffieboontjes niet overdreven lekker, ook al ben ik dol op chocolade.
donderdag, februari 07, 2008
Astrid, we komen eraan!
Alsof de bonnyblog ook in Hilversum wordt gelezen, lag er gistermiddag een enveloppe van de VARA op de mat: een uitnodiging van H.J. Sonderman (afdeling amusement) voor de selectiedag van "Twee voor Twaalf".
Vreemd genoeg geen woord over mevrouw Pinksterbloem, het opzoekwonder uit Eelde dat ons duo zou moeten completeren. Mevrouw Pinksterbloem, bent u ook uitgenodigd? Ik ga er maar van uit, hoe moet het anders met 'waar kennen jullie elkaar van'? (van voetbal en van vroeger).
De selectie houdt in: een schriftelijke test, gevolgd door een kort gesprek. Hopelijk kunnen we normaal genoeg doen. Het is van groot belang dat we de uitzending halen, want ik verheug me zo op: "Ah Astrid, laat mevrouw Pinksterbloem toch lekker zoeken, haar vrouw neemt het op met de harddiskrecorder." Want opzoeken zal ze, zo veel staat nu al vast. Alle bloemen, vogels, vissen, mineralen, keukenkruiden, architecten, operettes en ga zo maar door.
Op mijn gelegenheidsblog zal ik verslag doen van onze voorbereidingen op de selectiedag. Tips (daar achter te laten) zijn van harte welkom.
Vreemd genoeg geen woord over mevrouw Pinksterbloem, het opzoekwonder uit Eelde dat ons duo zou moeten completeren. Mevrouw Pinksterbloem, bent u ook uitgenodigd? Ik ga er maar van uit, hoe moet het anders met 'waar kennen jullie elkaar van'? (van voetbal en van vroeger).
De selectie houdt in: een schriftelijke test, gevolgd door een kort gesprek. Hopelijk kunnen we normaal genoeg doen. Het is van groot belang dat we de uitzending halen, want ik verheug me zo op: "Ah Astrid, laat mevrouw Pinksterbloem toch lekker zoeken, haar vrouw neemt het op met de harddiskrecorder." Want opzoeken zal ze, zo veel staat nu al vast. Alle bloemen, vogels, vissen, mineralen, keukenkruiden, architecten, operettes en ga zo maar door.
Op mijn gelegenheidsblog zal ik verslag doen van onze voorbereidingen op de selectiedag. Tips (daar achter te laten) zijn van harte welkom.
maandag, februari 04, 2008
Prettige dag nog, Bonny
Wij kenden elkaar van... ach waar kent men elkaar van. Ik ken de mensen van voetbal of van vroeger. Flip kende ik van beide, dat kan natuurlijk ook. We kwamen elkaar tegen in een meubelzaak waar ik rondstruinde in afwachting van beter weer.
'Hoi Flip', groette ik, zijn naam met veel genoegen articulerend.
'Hoi.' zei Flip.
'Bonny', vulde ik aan.
'Sorry?
'Hoi Bonny', probeerde ik te verduidelijken, met weinig resultaat.
'Staat je goed die bank', zei Flip.
Ik zat op een knalgele bank. Met mijn natte broek en jas was ik op de eerste de beste tweezits neergeploft.
'Ga je een bank kopen?' vroeg hij.
'Nee, ik ben aan het wandelen.'
Flip stond jongevaderig achter een mooie ouderwetse kinderwagen met dunne witte bandjes. Zo zie je ze nog maar zelden, dacht ik nostalgisch.
'Staat je goed die kinderwagen. Ben je ook aan het wandelen?'
'Nee, ik ga een bank kopen.'
'Nou dan zijn we rond. Prettige dag nog, Flip.'
'Dank je, jij ook.'
'Bonny.'
'Sorry?'
'Prettige dag nog, Bonny.'
'Hoi Flip', groette ik, zijn naam met veel genoegen articulerend.
'Hoi.' zei Flip.
'Bonny', vulde ik aan.
'Sorry?
'Hoi Bonny', probeerde ik te verduidelijken, met weinig resultaat.
'Staat je goed die bank', zei Flip.
Ik zat op een knalgele bank. Met mijn natte broek en jas was ik op de eerste de beste tweezits neergeploft.
'Ga je een bank kopen?' vroeg hij.
'Nee, ik ben aan het wandelen.'
Flip stond jongevaderig achter een mooie ouderwetse kinderwagen met dunne witte bandjes. Zo zie je ze nog maar zelden, dacht ik nostalgisch.
'Staat je goed die kinderwagen. Ben je ook aan het wandelen?'
'Nee, ik ga een bank kopen.'
'Nou dan zijn we rond. Prettige dag nog, Flip.'
'Dank je, jij ook.'
'Bonny.'
'Sorry?'
'Prettige dag nog, Bonny.'
vrijdag, februari 01, 2008
Beste Astrid
Het is hoog tijd dat iemand er wat van zegt. Ik had gehoopt dat het een keer in een uitzending zou gebeuren, maar ik wacht al zo lang en ik houd het niet meer uit. Misschien ben ik depressief of melancholiek in de depressieve zin van het woord, maar ik denk het niet, zo heb ik vandaag een paar keer hartelijk gelachen, slaap ik goed en is er niks mis met mijn eetlust. Het is niet het leven dat ik moe ben, maar deze zin:
Als je wacht met zoeken, kun je nog even meekijken naar een filmpje gemaakt door de studenten van de HKU
Je weet toch inmiddels wel hoe lang sommige mensen nodig hebben om de hoofdstad van Bahrein te vinden (Manamah)? Gun ze die tijd. Of hoop je soms dat ze in tijdnood komen? Kick je erop ze bij het woordraden op te jutten, ze aan te sporen tot het kopen van meer letters omdat je toch zelf ook altijd een beetje zenuwachtig wordt?
En dan de filmpjes in kwestie, waarin van alles in van alles verandert, wegvaart, wegvliegt, wegrijdt, in ieder geval in beweging komt, letters poepend in een roze zee met nepgolven... Houd toch op, ik zou er het knippen van mijn teennagels nog niet voor uit willen stellen.
En als het voorgaande je niet overtuigt: die mensen, Astrid, die kandidaten nemen het op met hun harddiskrecorder. Mochten ze bang zijn iets gemist te hebben, kunnen ze thuis in alle rust met vrienden, familie of alleen, zonder de stress van de tikkende klok en de draaiende camera's tot in den treure genieten van het gefröbel van de HKU.
Kortom, laat ze lekker zoeken.
Zo, dat is eruit.
Normaal schrijf ik nooit dit soort brieven, maar tjonge, het lucht wel op zeg.
vr gr
Mvr Dr, Gr
Als je wacht met zoeken, kun je nog even meekijken naar een filmpje gemaakt door de studenten van de HKU
Je weet toch inmiddels wel hoe lang sommige mensen nodig hebben om de hoofdstad van Bahrein te vinden (Manamah)? Gun ze die tijd. Of hoop je soms dat ze in tijdnood komen? Kick je erop ze bij het woordraden op te jutten, ze aan te sporen tot het kopen van meer letters omdat je toch zelf ook altijd een beetje zenuwachtig wordt?
En dan de filmpjes in kwestie, waarin van alles in van alles verandert, wegvaart, wegvliegt, wegrijdt, in ieder geval in beweging komt, letters poepend in een roze zee met nepgolven... Houd toch op, ik zou er het knippen van mijn teennagels nog niet voor uit willen stellen.
En als het voorgaande je niet overtuigt: die mensen, Astrid, die kandidaten nemen het op met hun harddiskrecorder. Mochten ze bang zijn iets gemist te hebben, kunnen ze thuis in alle rust met vrienden, familie of alleen, zonder de stress van de tikkende klok en de draaiende camera's tot in den treure genieten van het gefröbel van de HKU.
Kortom, laat ze lekker zoeken.
Zo, dat is eruit.
Normaal schrijf ik nooit dit soort brieven, maar tjonge, het lucht wel op zeg.
vr gr
Mvr Dr, Gr
maandag, januari 28, 2008
Unterbonny en Clélia van Moerle kopen een brood
De jonge vrouw onderbreekt haar bakwerkzaamheden en neemt plaats achter de toonbank. Ze heeft het witte mutsje afgezet, haar korte roodgeverfde haar valt plat op haar hoofd. In beide oorlellen priemt een zilveren knopje.
- Zegt u het maar.
- Een heel volkoren met sesam graag, zeg ik.
Ze neemt een brood, legt het op de snijder en pakt de hendel beet.
- Ongesneden, roep ik op een toon alsof ik dacht dat dat vanzelf sprak, 'dat scheelt ú weer een handeling.'
Blozend schuift ze het ongeschonden brood in een papieren zak. Dan wendt ze zich tot Clé:
- Kan ik u helpen?
Clé laat haar ogen spiedend door de bakkerswinkel gaan. Haar gretige blik gaat langs ambachtelijk bereide ouwewijvenkoeken, scones, appeltaarten.
- Hebben jullie geen brioches? ik zie ze nergens liggen.
De vrouw kijkt vertwijfeld om zich heen.
- Brioches, brioches, we hebben ze ooit een keer gehad, maar nee, we hebben ze niet standaard. Ze wordt nog roder dan ze al was, tot achter haar oren.
Clé trekt een mombakkes waarop afkeuring en teleurstelling om voorrang vechten.
- Jammer, dan hoef ik niets, bedankt.
We verlaten de winkel. Een beetje geschokt over onszelf lopen we naar huis.
Gemeen zijn, er kleven bezwaren aan, maar het is heerlijk en goedkoper dan drugs.
- Zegt u het maar.
- Een heel volkoren met sesam graag, zeg ik.
Ze neemt een brood, legt het op de snijder en pakt de hendel beet.
- Ongesneden, roep ik op een toon alsof ik dacht dat dat vanzelf sprak, 'dat scheelt ú weer een handeling.'
Blozend schuift ze het ongeschonden brood in een papieren zak. Dan wendt ze zich tot Clé:
- Kan ik u helpen?
Clé laat haar ogen spiedend door de bakkerswinkel gaan. Haar gretige blik gaat langs ambachtelijk bereide ouwewijvenkoeken, scones, appeltaarten.
- Hebben jullie geen brioches? ik zie ze nergens liggen.
De vrouw kijkt vertwijfeld om zich heen.
- Brioches, brioches, we hebben ze ooit een keer gehad, maar nee, we hebben ze niet standaard. Ze wordt nog roder dan ze al was, tot achter haar oren.
Clé trekt een mombakkes waarop afkeuring en teleurstelling om voorrang vechten.
- Jammer, dan hoef ik niets, bedankt.
We verlaten de winkel. Een beetje geschokt over onszelf lopen we naar huis.
Gemeen zijn, er kleven bezwaren aan, maar het is heerlijk en goedkoper dan drugs.
Abonneren op:
Posts (Atom)