Kortom, niks aan de hand.
"Ik was teleurgesteld", zegt Corry, "ik hoopte dat het een terrorristische aanslag was, dan had ik vandaag niet naar mijn werk gehoeven. Althans, ik neem aan dat het leven dan een paar dagen plat ligt."
Dat is wat werken in het onderwijs met mensen kan doen, dacht ik vol medelijden. Maar na enig kritisch zelfonderzoek moest ik bekennen dat ik ook teleurstelling had gevoeld en die had niets te maken met het verzekeringswezen. Ergens hoop ik, naast het beste, altijd het ergste. Ik hoop dat er een naam voor is of dat het zelfs algemeen menselijk is, maar hoe kom je daar achter?

3 opmerkingen:
Jawel, winter 1979, het hele leven was ontwricht, althans, hier in het hoge noorden. Alle wegen waren onbegaanbaar; automobielen raakten ingesneeuwd, hele dorpen waren van de buitenwereld afgesneden en complete huizen ondergesneeuwd, zwangere vrouwen moesten per helikopter uit benarde posities worden gered, er heerste absolute chaos en het kon mij niet erg genoeg zijn: ik was blij als een kind. En hoewel ik toen nog een kind was (...) weet ik zeker dat ik dat nu ook zo zou ervaren. Zolang ik niet persoonlijk door ellende getroffen zou worden natuurlijk.
Persoonlijke ellende is ook welkom. Altijd hopen op bloed als je geblesseerd bent, op staande voet ontslagen worden, je huis afgebrand, afschuwelijk maar fijn.
Dat je de deur achter je in het slot gooit en direct weet; ai sleutels. Dat met de ergernis ook een soort opwinding zich opdringt; vandaag wordt anders dan normaal. En toch zou ik het nooit expres doen.
Een reactie posten