Hoe meer ik over de Thraciërs lees des te gekker ik ze vind.
Zo heb ik van Montaigne die het van Herodotus had dat als het donderde of bliksemde ze met een "vengeance titanienne" hun pijlen afvuurden naar de hemel om god tot rede te brengen.
Wie of wat er met die god precies bedoeld wordt weet ik niet, want hiero lees ik dat hun religieuze activiteiten voor een groot deel bestonden uit de aanbidding van moedergodin Bendida.
Daarnaast besteedden ze de nodige aandacht aan Zagreus die de Grieken Dionysus zouden noemen. Ze waren fervente wijnbouwers en eerden Zagreus met de onvermijdelijke drinkgelagen. In tegenstelling tot de oude Grieken en Romeinen verdunden ze hun wijn niet, waardoor ze te boek stonden als zuipschuiten.
Een volk met een vrouwelijke hoofdgod, gevoel voor humor en wijn, 't zal wel een vrolijke boel geweest zijn in Thracië, zul je verwachten. Lees ik gisteren bij Proust die Schopenhauer citeert die op zijn beurt ook weer schatplichtig aan Herodotus is dat de Thraciërs pasgeborenen verwelkomden met geweeklaag en zich verheugden over elke dode. Hetgeen, zo vervolgt Schopenhauer in Proust, in de mooie, ons door Plutarchus overgeleverde verzen is verwoord:
Lugere genitum, tanta qui intrarit mala:
At morte si quis finiisset miserias,
Hunc laude amicos atque laetitia exsequi.
Waarvan ik lezersvriendelijk als ik ben een vertaling heb gezocht en gevonden op een website over Schopenhauer:
Geborne zu beklagen, weil viel Schlimmem sie
Entgegengehen, aber die Gestorbenen
mit Freude zu geleiten und mit Segnungen,
Weil sie so vielen Leiden jetzt entronnen sind.
maandag, mei 26, 2008
woensdag, mei 21, 2008
kijkverslagje

Nu kijk ik via internet, heel modern. Vanochtend op Cultura een stukje polygoonjournaal uit 1932: Maurice Chevalier brengt een bezoek aan Amsterdam. Misschien weet jij niet wie MC was, dat gold echter niet voor de Amsterdammers uit die tijd. Beatlemania! Acht soms wel meer rijen dik stonden ze langs de straten waar hij staand in wat toen nog geen oldtimer was doorheen reed. De auto werd geflankeerd door zes politie-agenten te paard. Blije volwassen mannen fietsten met bravoure voor de optocht uit. Chevalier zwaaide minzaam naar het publiek. Wat was iedereen goed gekleed! En de beurs van Berlage stond er al. Al lang en al lang zelfs, lees ik net op wikipedia.
Daarna ging hij naar Volendam om gefilmd te worden met mensen in klederdracht. Een stoïcijnse man in kiel poseert gewillig met de beroemde Fransman. Een klein meisje met kanten kapje begint wild te huilen zodra MC zijn hoed afneemt en naar haar toebuigt. De charmezanger laat zich niet van de wijs brengen en slaat zijn armen om twee Hollandse deernes met glimmende wangen.
Philip Bloemendaal was misschien ziek die dag of misschien werkte hij nog niet bij het PJ. Alleen aan het eind van het filmpje was er een voice-over. Maurice Chevalier stond op het dak van het Carlton om speciaal voor het Polygoon enkele woorden op te nemen voor het Nederlands publiek. Eerst in het Frans, toen in fonetisch Nederlands bedankte hij ons voor de hartelijke ontvangst.
Dat was het. Morgen is het er weer voor om 8.23, vrijdag om 5.23, en het zal me niet verbazen als het er zaterdag om 2.23 op is.
dinsdag, mei 20, 2008
Bonny gaat uit plichtsbewustzijn naar de bieb, leent een paar boeken en zet er ook een aantal terug in de kast
Een boek lenen, al dan niet lezen en weer terugbrengen geven me een tevreden gevoel over mezelf: weer iets niet gekocht. Er zijn veel redenen om geen boeken te willen kopen: je voelt je niet verplicht ze te lezen, je voelt je geen poseur als je ze niet leest, je voelt je geen materialistische consument, je huis wordt niet te vol.
Ik moet bekennen dat als ik met een tas vol meesterwerken van de bibliotheek kom me een stuk minder gelukkig voel dan wanneer ik een middelmatig gevalletje koop in de boekhandel. Dit is een van de vele voorbeelden die bewijzen dat ik constant moet vechten tegen mijn verdorvenheid. Ook Bonny krijgt het niet cadeau!
Naar de bieb dus. Maar dat is niet per sé een pretje. Net als de streekbus, is de OB een verzamelplaats voor vrouwen, kinderen en losers. Gelukkig behoor ik eens een keer tot de grootste en de sterkste groep.
De centrale bibliotheek in Groningen telt wel vier verdiepingen met boeken. Hoe een keuze te maken? Daarvoor hebben de mensen van de OB een charmante service. Omdat ze ook wel weten dat achterflappen niet te vertrouwen zijn, zetten ze voorin de boeken altijd een eenregelige samenvatting. Daarmee kan het werk echter flink onrecht gedaan worden. Zo las ik voorin Le côté de Guermantes: een jongeman die als kind droomde over een onbereikbaar schijnende hertogin die in de buurt van zijn dorpje woonde krijgt haar in Parijs als buurvrouw.
Natuurlijk is het een gemakkelijke, vaakgemaakte grap om klassiekers zo belachelijk te maken (in het jaar nul geboren bastaard krijgt het aan de stok met farizeeërs etc), maar de OB is onverstoorbaar in haar missie de potentiële lezer een schijnbaar objectief samenvattinkje te geven van wat hij in handen heeft en dat is wel weer subliem.
Vandaag kwam ik thuis met een verhandelingetje van Proust (essay over het lezen) waarin hopelijk iets verrassends staat (lezen is een geestvernauwende bezigheid die jouw eigen originele gedachten naar de achtergrond verdringt, ja zelfs vernietigt, bijvoorbeeld) en een Franse detective die mij aantrok vanwege de titel (Le grand faiseur), de uitnodigende blauwe sticker waarop NIEUW! stond en het zinnetje voorin: een berooide detective krijgt de opdracht een document terug te vinden. Dat belooft bloedstollend te worden.
Nog enkele juweeltjes die ik terug heb gezet in de kast:
Een opgroeiende jongen verveelt zich, maar denkt wel veel aan seks (Avant les hommes van Nina Bouraoui)
Vanaf het moment dat zijn vrouw hem verlaat, heeft een indexmaker de hik en probeert te begrijpen wat er is gebeurd in zijn leven (The Fit van Philip Hersher). Een indexmaker!?
Ik wilde aanvankelijk eindigen met een prijsvraag: wat zou er voorin Madame Bovary staan? wie het dichtst bij het zinnetje van de OB komt wint een aardige verrassing. Maar ik heb er opeens geen zin meer in. Misschien kom ik er nog eens op terug. Ook wilde ik in deze post nog ergens een linkje naar de All England Summarize Proust competition van Monty Python stoppen, maar ben te lui om een fatsoenlijk bruggetje te maken. Hier maar dan en veel plezier ermee.
Ik moet bekennen dat als ik met een tas vol meesterwerken van de bibliotheek kom me een stuk minder gelukkig voel dan wanneer ik een middelmatig gevalletje koop in de boekhandel. Dit is een van de vele voorbeelden die bewijzen dat ik constant moet vechten tegen mijn verdorvenheid. Ook Bonny krijgt het niet cadeau!
Naar de bieb dus. Maar dat is niet per sé een pretje. Net als de streekbus, is de OB een verzamelplaats voor vrouwen, kinderen en losers. Gelukkig behoor ik eens een keer tot de grootste en de sterkste groep.
De centrale bibliotheek in Groningen telt wel vier verdiepingen met boeken. Hoe een keuze te maken? Daarvoor hebben de mensen van de OB een charmante service. Omdat ze ook wel weten dat achterflappen niet te vertrouwen zijn, zetten ze voorin de boeken altijd een eenregelige samenvatting. Daarmee kan het werk echter flink onrecht gedaan worden. Zo las ik voorin Le côté de Guermantes: een jongeman die als kind droomde over een onbereikbaar schijnende hertogin die in de buurt van zijn dorpje woonde krijgt haar in Parijs als buurvrouw.
Natuurlijk is het een gemakkelijke, vaakgemaakte grap om klassiekers zo belachelijk te maken (in het jaar nul geboren bastaard krijgt het aan de stok met farizeeërs etc), maar de OB is onverstoorbaar in haar missie de potentiële lezer een schijnbaar objectief samenvattinkje te geven van wat hij in handen heeft en dat is wel weer subliem.
Vandaag kwam ik thuis met een verhandelingetje van Proust (essay over het lezen) waarin hopelijk iets verrassends staat (lezen is een geestvernauwende bezigheid die jouw eigen originele gedachten naar de achtergrond verdringt, ja zelfs vernietigt, bijvoorbeeld) en een Franse detective die mij aantrok vanwege de titel (Le grand faiseur), de uitnodigende blauwe sticker waarop NIEUW! stond en het zinnetje voorin: een berooide detective krijgt de opdracht een document terug te vinden. Dat belooft bloedstollend te worden.
Nog enkele juweeltjes die ik terug heb gezet in de kast:
Een opgroeiende jongen verveelt zich, maar denkt wel veel aan seks (Avant les hommes van Nina Bouraoui)
Vanaf het moment dat zijn vrouw hem verlaat, heeft een indexmaker de hik en probeert te begrijpen wat er is gebeurd in zijn leven (The Fit van Philip Hersher). Een indexmaker!?
Ik wilde aanvankelijk eindigen met een prijsvraag: wat zou er voorin Madame Bovary staan? wie het dichtst bij het zinnetje van de OB komt wint een aardige verrassing. Maar ik heb er opeens geen zin meer in. Misschien kom ik er nog eens op terug. Ook wilde ik in deze post nog ergens een linkje naar de All England Summarize Proust competition van Monty Python stoppen, maar ben te lui om een fatsoenlijk bruggetje te maken. Hier maar dan en veel plezier ermee.
woensdag, mei 07, 2008
Superbonny krijgt geen nieuw contract
- Met Bonny.
- Spreek ik met mevrouw Droevee?
- jazeker.
- En die B staat voor Bonny?
- Vanzelfsprekend.
- Dat dacht ik al. Enkele jaren geleden was u klant van Essent, maar toen bent u weggegaan. Wie is nu uw gas- en electriciteitsleverancier?
- Oxxio.
- Oxxio? Waarom bent u overgestapt als ik u vragen mag?
- Ze belden aan, vroegen of ik klant wilde worden en ik zei oké, mij best.
- Als u wilt kunt u weer klant worden voor Essent. U hoeft niets te doen. Wij zorgen dat uw contract bij Oxxio wordt beëindigd en dat uw contract bij Essent naadloos aansluit. En het is zo, mevrouw Droevee, dat u zult zien dat u op jaarbasis 60 euro minder zult betalen. En het is ook zo mevrouw Droevee, dat ik u ook nog een cadeautje mag aanbieden. Sterker nog, u mag kiezen uit twee cadeaus.
- Namelijk...
- U kunt krijgen een Irischeque ter waarde van €25.
- ...
- Of een handdoekset met 4 washandjes ter waarde van €69. Zonder essentlogo en van uitstekende kwaliteit.
- Maar ik heb al meer handdoeken dan ik in een heel leven kan verslijten.
- Oh ja? heeft u die handdoeken van Esso?
- De handdoeken van Esso? Nee.
- Ja ja, die hadden een paar jaar terug een actie en die zegeltjes had ik gespaard. En toen ik ging samenwonen bleek dat mijn vriendin de handdoeken van BP had en toen hadden we opeens veel te veel van dat spul.
- Als je ergens snel te veel van hebt zijn het handdoeken.
- U krijgt de irischeque en het nieuwe contract zo snel mogelijk thuisgestuurd.
- Mooi.
- Nu moeten we alleen onze overeenkomst nog vastleggen op een bandje.
- Waarom, ik krijg toch een contract dat ik nog onderteken?
- Ja, ik vind het ook onzin, maar het moet van de overheid. Het is voor uw veiligheid.
- Maar ik heb helemaal geen zin in die poppenkast. Dan gaat u alles nog een keer zeggen en dan moet ik op commando ja zeggen?
- Ik had het gesprek ook op kunnen nemen zonder dat u het wist.
- Dat lijkt me geen overtuigend argument in deze discussie.
- Maar het heeft niks te betekenen mevrouw. Wat kunt u er nou op tegen hebben?
- Meneer, het is gewoon belachelijk, een aanslag op mijn waardigheid als mens. Waarom zou ik iets belachelijks willen doen alleen omdat de overheid een regeltje heeft opgesteld. U vindt het zelf ook onzin, laten we het gewoon samen niet doen. U stuurt mij het contract, ik onderteken, klaar.
- We laten het hier bij mevrouw.
- Oké, ook goed. Goedenavond.
- Spreek ik met mevrouw Droevee?
- jazeker.
- En die B staat voor Bonny?
- Vanzelfsprekend.
- Dat dacht ik al. Enkele jaren geleden was u klant van Essent, maar toen bent u weggegaan. Wie is nu uw gas- en electriciteitsleverancier?
- Oxxio.
- Oxxio? Waarom bent u overgestapt als ik u vragen mag?
- Ze belden aan, vroegen of ik klant wilde worden en ik zei oké, mij best.
- Als u wilt kunt u weer klant worden voor Essent. U hoeft niets te doen. Wij zorgen dat uw contract bij Oxxio wordt beëindigd en dat uw contract bij Essent naadloos aansluit. En het is zo, mevrouw Droevee, dat u zult zien dat u op jaarbasis 60 euro minder zult betalen. En het is ook zo mevrouw Droevee, dat ik u ook nog een cadeautje mag aanbieden. Sterker nog, u mag kiezen uit twee cadeaus.
- Namelijk...
- U kunt krijgen een Irischeque ter waarde van €25.
- ...
- Of een handdoekset met 4 washandjes ter waarde van €69. Zonder essentlogo en van uitstekende kwaliteit.
- Maar ik heb al meer handdoeken dan ik in een heel leven kan verslijten.
- Oh ja? heeft u die handdoeken van Esso?
- De handdoeken van Esso? Nee.
- Ja ja, die hadden een paar jaar terug een actie en die zegeltjes had ik gespaard. En toen ik ging samenwonen bleek dat mijn vriendin de handdoeken van BP had en toen hadden we opeens veel te veel van dat spul.
- Als je ergens snel te veel van hebt zijn het handdoeken.
- U krijgt de irischeque en het nieuwe contract zo snel mogelijk thuisgestuurd.
- Mooi.
- Nu moeten we alleen onze overeenkomst nog vastleggen op een bandje.
- Waarom, ik krijg toch een contract dat ik nog onderteken?
- Ja, ik vind het ook onzin, maar het moet van de overheid. Het is voor uw veiligheid.
- Maar ik heb helemaal geen zin in die poppenkast. Dan gaat u alles nog een keer zeggen en dan moet ik op commando ja zeggen?
- Ik had het gesprek ook op kunnen nemen zonder dat u het wist.
- Dat lijkt me geen overtuigend argument in deze discussie.
- Maar het heeft niks te betekenen mevrouw. Wat kunt u er nou op tegen hebben?
- Meneer, het is gewoon belachelijk, een aanslag op mijn waardigheid als mens. Waarom zou ik iets belachelijks willen doen alleen omdat de overheid een regeltje heeft opgesteld. U vindt het zelf ook onzin, laten we het gewoon samen niet doen. U stuurt mij het contract, ik onderteken, klaar.
- We laten het hier bij mevrouw.
- Oké, ook goed. Goedenavond.
woensdag, april 23, 2008
De kunst van het afdingen
Jessica's zus is een prachtige verschijning: lang, slank als ze niet zwanger is, lange blonde haren rond een vriendelijk gezicht. 'Iedereen loopt met haar weg', verzucht Jessica pseudo-jaloers, 'zij hoeft een winkel maar binnen te lopen en ze heeft al tien procent korting te pakken.'
Dat is oneerlijk, dus rottig, voor ons, foeilelijke schepsels, maar met veel doorzettingsvermogen en mensenkennis kunnen wij nog veel meer dan die 10% van de vraagprijs afpeuteren. Levend bewijs van deze stelling is Pa Droevee, een pensionado van 1m75 met embonpoint.
'Er is altijd ruimte, Bonny.'
'Maar pa, het is toch oneerlijk dat je altijd moet afdingen. Dat betekent dat ze je oplichten als je het niet doet.'
'Dat is geen oplichting, dat is handel.'
'Maar waarom zeggen ze niet gewoon gelijk wat ze ervoor willen hebben. Waarom moet ik de hele tijd op zoek naar de bodemprijs en hoe weet ik dat ik niet te veel betaal?'
'Als de verkoper zegt: 'die bureaustoel kost 500 euro', dan antwoord je: 'oké, maar dan wil ik hem wel in leer', of: 'per drie bedoelt u?
'Maar dat zal hij niet serieus nemen.'
'Ja, maar een beetje humor helpt altijd. Humor is je smeerolie, het houdt de sfeer van de onderhandelingen luchtig. Je kunt ook een andere insteek hebben: 'Meneer ik vind het een mooie stoel en ik wil er ook best wat voor betalen, maar ik ben geen filantroop. 300 Euro.' Dan zal hij zeggen '450 euro'. Hèt moment om te doen of je de zaak uitloopt, moet je eens zien hoe snel hij er 425 van maakt. Maar Bonny, er zit zoveel marge op die meubels, 15% van de vraagprijs is niets. 'Oké', zeg je dan '400 euro, maar dan wil ik er wel reservewieltjes bij.'
'Reservewieltjes?'
'Ja reservewieltjes, of wat dan ook. De assessoires zijn je wisselgeld voor verdere onderhandelingen. Heb ik je al verteld over mijn fiets?'
'Ja ja, je kreeg er geen cent meer van af, maar nog wel gratis jasbeschermers, een zadeltas en installatie van je fietscomputer.'
'Samen goed voor 60 euro. En die mop met die plavuizen?'
'Eh..'
Nou, die mop met die plavuizen was kostelijk, lieve lezer. Van 130 euro per m2 naar 67,20. En dat terwijl er wel 50m2 van nodig waren. Daar valt niet tegenop te werken, dat wil ik wel toegeven.
'Moet ik naar Groningen komen?'
'En mij helpen afdingen?'
'Ik doe het met plezier.'
'Nee, ik moet leren op eigen benen te staan. 10% eraf, minstens, en gratis wieltjes, dat is de doelstelling.'
'Heel goed en onthoud: er is altijd ruimte.'
'Jâhâa.'
Ik ben nu al sinds vrijdag in onderhandeling en ik heb alleen nog maar de reservewieltjes afgedongen. Uit arren moede heb ik mijn afdingterrein verlegd naar een andere winkel. Ook daar dreigt het vast te lopen. Toen ik de zaak uitliep met de mededeling dat ik verder ging kijken en misschien nog wel terug kwam, antwoordde de verkoper: 'en dan gaan we onderhandelen!' en dat terwijl ik vond ik dat ik al flink wat onderhandelende opmerkingen had gemaakt.
'Reken maar!' riep ik energiek terug, me moedeloos afvragend of het het allemaal waard was.
‘Misschien moet je die zus meenemen’, zei ma Droevee toen ik mijn twijfel uitte.
Een behoorlijk scherp idee, moet ik toegeven, maar dat vereist weer onderhandelingen van een andere soort, dus het zal er wel niet van komen.
Dat is oneerlijk, dus rottig, voor ons, foeilelijke schepsels, maar met veel doorzettingsvermogen en mensenkennis kunnen wij nog veel meer dan die 10% van de vraagprijs afpeuteren. Levend bewijs van deze stelling is Pa Droevee, een pensionado van 1m75 met embonpoint.
'Er is altijd ruimte, Bonny.'
'Maar pa, het is toch oneerlijk dat je altijd moet afdingen. Dat betekent dat ze je oplichten als je het niet doet.'
'Dat is geen oplichting, dat is handel.'
'Maar waarom zeggen ze niet gewoon gelijk wat ze ervoor willen hebben. Waarom moet ik de hele tijd op zoek naar de bodemprijs en hoe weet ik dat ik niet te veel betaal?'
'Als de verkoper zegt: 'die bureaustoel kost 500 euro', dan antwoord je: 'oké, maar dan wil ik hem wel in leer', of: 'per drie bedoelt u?
'Maar dat zal hij niet serieus nemen.'
'Ja, maar een beetje humor helpt altijd. Humor is je smeerolie, het houdt de sfeer van de onderhandelingen luchtig. Je kunt ook een andere insteek hebben: 'Meneer ik vind het een mooie stoel en ik wil er ook best wat voor betalen, maar ik ben geen filantroop. 300 Euro.' Dan zal hij zeggen '450 euro'. Hèt moment om te doen of je de zaak uitloopt, moet je eens zien hoe snel hij er 425 van maakt. Maar Bonny, er zit zoveel marge op die meubels, 15% van de vraagprijs is niets. 'Oké', zeg je dan '400 euro, maar dan wil ik er wel reservewieltjes bij.'
'Reservewieltjes?'
'Ja reservewieltjes, of wat dan ook. De assessoires zijn je wisselgeld voor verdere onderhandelingen. Heb ik je al verteld over mijn fiets?'
'Ja ja, je kreeg er geen cent meer van af, maar nog wel gratis jasbeschermers, een zadeltas en installatie van je fietscomputer.'
'Samen goed voor 60 euro. En die mop met die plavuizen?'
'Eh..'
Nou, die mop met die plavuizen was kostelijk, lieve lezer. Van 130 euro per m2 naar 67,20. En dat terwijl er wel 50m2 van nodig waren. Daar valt niet tegenop te werken, dat wil ik wel toegeven.
'Moet ik naar Groningen komen?'
'En mij helpen afdingen?'
'Ik doe het met plezier.'
'Nee, ik moet leren op eigen benen te staan. 10% eraf, minstens, en gratis wieltjes, dat is de doelstelling.'
'Heel goed en onthoud: er is altijd ruimte.'
'Jâhâa.'
Ik ben nu al sinds vrijdag in onderhandeling en ik heb alleen nog maar de reservewieltjes afgedongen. Uit arren moede heb ik mijn afdingterrein verlegd naar een andere winkel. Ook daar dreigt het vast te lopen. Toen ik de zaak uitliep met de mededeling dat ik verder ging kijken en misschien nog wel terug kwam, antwoordde de verkoper: 'en dan gaan we onderhandelen!' en dat terwijl ik vond ik dat ik al flink wat onderhandelende opmerkingen had gemaakt.
'Reken maar!' riep ik energiek terug, me moedeloos afvragend of het het allemaal waard was.
‘Misschien moet je die zus meenemen’, zei ma Droevee toen ik mijn twijfel uitte.
Een behoorlijk scherp idee, moet ik toegeven, maar dat vereist weer onderhandelingen van een andere soort, dus het zal er wel niet van komen.
dinsdag, april 22, 2008
Corvee
Omdat het zonnig was en de temperatuur redelijk aangenaam besloot ik te wachten voor het rode verkeerslicht. Het was op het kruispunt van de Paterswoldseweg en de Leonard Springerlaan, daar waar de volkswagendealer zit die ik minder bewust dan ik zou willen Sentuurie noem, net als alle andere Groningers.
Ik stond te wachten naast de Van Lieflandschool. Het was pauze. Buiten het hek van de school verzamelde een man in een knaloranje werkoverall met behulp van een grijpstok verdwaalde papiertjes en patatbakjes. Achter het hek stond een jongen van een jaar of 14. Hij had zich afgezonderd van zijn klasgenoten die verderop op het schoolplein een spel aan het doen waren.
De jongen volgde de werkzaamheden van de man in overall nauwgezet. Hij had zijn handen om de spijlen van het hekwerk. De gemeentewerker negeerde de vreemde stalker en vulde onverstoorbaar de vuilniszak die hij achter zich aan sleepte.
'Weet je wat ik dacht...' zegt de jongen plotseling.
De man kijkt nieuwsgierig op.
'Nou?'
'Ik dacht dat corvee alleen voor kinderen was, maar blijkbaar heb ik me vergist, of niet meneer?'
De man lijkt even iets te willen antwoorden, perst dan zijn kaken stijf op elkaar en draait zich om naar de Paterswoldseweg.
Ik kijk gauw weg, en zie dat het licht groen is.
Corvee, alleen voor kinderen, haha, laat ze maar in die waan.
Trouwens lees ik net in de etymo dat het woord dezelfde herkomst heeft als 'karwei'. Leuk, nietwaar?
Ik stond te wachten naast de Van Lieflandschool. Het was pauze. Buiten het hek van de school verzamelde een man in een knaloranje werkoverall met behulp van een grijpstok verdwaalde papiertjes en patatbakjes. Achter het hek stond een jongen van een jaar of 14. Hij had zich afgezonderd van zijn klasgenoten die verderop op het schoolplein een spel aan het doen waren.
De jongen volgde de werkzaamheden van de man in overall nauwgezet. Hij had zijn handen om de spijlen van het hekwerk. De gemeentewerker negeerde de vreemde stalker en vulde onverstoorbaar de vuilniszak die hij achter zich aan sleepte.
'Weet je wat ik dacht...' zegt de jongen plotseling.
De man kijkt nieuwsgierig op.
'Nou?'
'Ik dacht dat corvee alleen voor kinderen was, maar blijkbaar heb ik me vergist, of niet meneer?'
De man lijkt even iets te willen antwoorden, perst dan zijn kaken stijf op elkaar en draait zich om naar de Paterswoldseweg.
Ik kijk gauw weg, en zie dat het licht groen is.
Corvee, alleen voor kinderen, haha, laat ze maar in die waan.
Trouwens lees ik net in de etymo dat het woord dezelfde herkomst heeft als 'karwei'. Leuk, nietwaar?
dinsdag, april 15, 2008
Levensles
Bonny, voor jou is het glas altijd halfvol, constateerde Danzhout laatst tevreden.
Was het maar waar dacht ik. Maar al te vaak is mijn glas leeg en dan moet ik weer overeind.
Nu echter staat er een halfvol glas naast de laptop. En wat zit er dan wel in?
een flinke scheut rum, suiker, beetje kaneel, citroen, kruidnagel en heet water.
Een grog, inderdaad.
Toen ik gisteren met een zere keel en verstopte neus wakker werd, sprong ik verheugd mijn bed uit omdat ik me verplicht zag een fles rum te kopen. Helaas was het maandag en moest ik wachten tot 13 uur tot de slijterij open ging. De slijter, die zelf ook nasaler klonk dan anders, gaf me er een zakje kruidnagels bij. Met een onvervalst geluksgevoel kwam ik thuis met mijn buit.
Focus op wat je hebt en vul aan waar nodig, dat is mijn advies.
Was het maar waar dacht ik. Maar al te vaak is mijn glas leeg en dan moet ik weer overeind.
Nu echter staat er een halfvol glas naast de laptop. En wat zit er dan wel in?
een flinke scheut rum, suiker, beetje kaneel, citroen, kruidnagel en heet water.
Een grog, inderdaad.
Toen ik gisteren met een zere keel en verstopte neus wakker werd, sprong ik verheugd mijn bed uit omdat ik me verplicht zag een fles rum te kopen. Helaas was het maandag en moest ik wachten tot 13 uur tot de slijterij open ging. De slijter, die zelf ook nasaler klonk dan anders, gaf me er een zakje kruidnagels bij. Met een onvervalst geluksgevoel kwam ik thuis met mijn buit.
Focus op wat je hebt en vul aan waar nodig, dat is mijn advies.
woensdag, maart 19, 2008
De dag goed begonnen
Vannacht heb ik wéér gedroomd. Ik droomde dat ik een slecht boek las. Geen idee meer waar het over ging. Mijn ergernis groeide en groeide. Dat zulke rommel werd uitgegeven.
Toch las ik een aardige vergelijking: een liefdespaar dat was als een dubbele helix.
Hmm, niet onaardig erkende ik, dat zou ik best verzonnen willen hebben.
Stel je mijn tevredenheid voor toen ik wakker werd.
Toch las ik een aardige vergelijking: een liefdespaar dat was als een dubbele helix.
Hmm, niet onaardig erkende ik, dat zou ik best verzonnen willen hebben.
Stel je mijn tevredenheid voor toen ik wakker werd.
maandag, maart 17, 2008
Bonny denkt mee
In de gebarentaal voor niet-doven zijn er al vele tekens die internationaal gangbaar zijn. Zo kun je moeiteloos zonder woorden om de rekening vragen, je instemming of afkeuring kenbaar maken of iemand laten weten dat hij een idioot, klootzak, schijnheilige of homoseksueel is.
Na vandaag voor de zoveelste maal wazig aangestaard te zijn, stel ik een aanvulling voor: het gebaar waarmee men automobilisten waarschuwt dat een van een hun lampen het niet doet. Het gaat als volgt: Je hebt je hand gesloten voor je oog, opent de hand met gestrekte vingers naar buiten toe en sluit hem weer.
Hoeveel subsidie zou ik kunnen krijgen voor een Europese campagne?
Na vandaag voor de zoveelste maal wazig aangestaard te zijn, stel ik een aanvulling voor: het gebaar waarmee men automobilisten waarschuwt dat een van een hun lampen het niet doet. Het gaat als volgt: Je hebt je hand gesloten voor je oog, opent de hand met gestrekte vingers naar buiten toe en sluit hem weer.
Hoeveel subsidie zou ik kunnen krijgen voor een Europese campagne?
vrijdag, maart 14, 2008
2 voor 12 update
Dat ons mogelijk tv-optreden niet alleen mevrouw Pinksterbloem en mijzelf in beroering brengt besefte ik eens te meer na het lezen van het volgende bericht van Batjah:
ik was het al bijna weer vergeten, maar jullie gaan het dus misschien echt doen....! wat goed!
en iets van de roem straalt dan ook weer op mij af.
kandidaten kennen van 2 voor 12 geeft een zeker aanzien. mijn dank.
Het was dan ook met extra spanning dat ik de brief van de Vara opende. Het was maar een dunne enveloppe, wat mij hoop gaf. Een afwijzing zou vast gepaard gaan met een gratis Varagids bij wijze van valse troost. Tot mijn plezier zag ik al snel de zinsnede 'tot ons plezier' staan en toen wist ik genoeg: door. Het kan nog jaren duren voor we worden uitgenodigd, maar we zitten in het 'bestand'.
ik was het al bijna weer vergeten, maar jullie gaan het dus misschien echt doen....! wat goed!
en iets van de roem straalt dan ook weer op mij af.
kandidaten kennen van 2 voor 12 geeft een zeker aanzien. mijn dank.
Het was dan ook met extra spanning dat ik de brief van de Vara opende. Het was maar een dunne enveloppe, wat mij hoop gaf. Een afwijzing zou vast gepaard gaan met een gratis Varagids bij wijze van valse troost. Tot mijn plezier zag ik al snel de zinsnede 'tot ons plezier' staan en toen wist ik genoeg: door. Het kan nog jaren duren voor we worden uitgenodigd, maar we zitten in het 'bestand'.
donderdag, maart 13, 2008
Beginnende waanzin
- Bonny spreekt u mee.
- Dag, spreek ik met mevrouw Droevee?
- Ja, met mevrouw Droevee ja.
- Mevrouw Droevee, u heeft uw NRC weekendabonnement om laten zetten in een compleet abonnement. Waarom? Was u niet tevreden?
- Nee, ik heb de krant liever ook door de week in plaats van alleen in het weekend.
- U was niet ontevreden over de krant?
- Nee natuurlijk niet, anders had ik het abonnement niet uitgebreid.
- Juist, juist. Nu ja, jammer dat u uw weekendabonnement hebt opgezegd, maar we zijn wel blij dat u abonnee van de NRC bent gebleven.
- U klinkt anders niet zo blij.
- Nee nee, maar dat komt omdat ik al de hele tijd op dit kantoor zit.
- Misschien is het tijd voor een pauze.
- Ja misschien wel.
- Ik wens u nog veel sterkte vandaag.
- Dank u wel, en als u nog tips heeft voor de krant kunt u gewoon bellen, dan komt dat goed.
- Zal ik doen. Goedenavond.
- Goedenavond mevrouw Droevee.
- Dag, spreek ik met mevrouw Droevee?
- Ja, met mevrouw Droevee ja.
- Mevrouw Droevee, u heeft uw NRC weekendabonnement om laten zetten in een compleet abonnement. Waarom? Was u niet tevreden?
- Nee, ik heb de krant liever ook door de week in plaats van alleen in het weekend.
- U was niet ontevreden over de krant?
- Nee natuurlijk niet, anders had ik het abonnement niet uitgebreid.
- Juist, juist. Nu ja, jammer dat u uw weekendabonnement hebt opgezegd, maar we zijn wel blij dat u abonnee van de NRC bent gebleven.
- U klinkt anders niet zo blij.
- Nee nee, maar dat komt omdat ik al de hele tijd op dit kantoor zit.
- Misschien is het tijd voor een pauze.
- Ja misschien wel.
- Ik wens u nog veel sterkte vandaag.
- Dank u wel, en als u nog tips heeft voor de krant kunt u gewoon bellen, dan komt dat goed.
- Zal ik doen. Goedenavond.
- Goedenavond mevrouw Droevee.
woensdag, maart 12, 2008
affectiviteitsaccent
Hier in Groningen hebben we de Kerkláán, niet te verwarren met de Kérklaan die je in andere plaatsen hebt. Verder hebben wij een stadhúis en een A-kérk.
Wereldburger Roel Mosco wilde die klemtoon op de laatste lettergreep nog al eens afdoen als een boerse taalafwijking. Ik meen te hebben waargenomen dat er iets anders aan de hand is, want in de Randstad doet men het ook. Zo zeggen Amsterdammers bijvoorbeeld Rembrandtpléin en Herengrácht.
Mijn verklaring is dat het accent kan verschuiven als de spreker een affectieve band heeft met de betreffende plek. Wij zeggen immers wel Oosterpárk, maar (nog) niet Eurobórg.
Vanavond werd ik gesterkt in deze aanname dankzij Harry Mulisch, die bij Pauw en Witteman onbekommerd vertelde over het boekenbál van gisteren.
Wereldburger Roel Mosco wilde die klemtoon op de laatste lettergreep nog al eens afdoen als een boerse taalafwijking. Ik meen te hebben waargenomen dat er iets anders aan de hand is, want in de Randstad doet men het ook. Zo zeggen Amsterdammers bijvoorbeeld Rembrandtpléin en Herengrácht.
Mijn verklaring is dat het accent kan verschuiven als de spreker een affectieve band heeft met de betreffende plek. Wij zeggen immers wel Oosterpárk, maar (nog) niet Eurobórg.
Vanavond werd ik gesterkt in deze aanname dankzij Harry Mulisch, die bij Pauw en Witteman onbekommerd vertelde over het boekenbál van gisteren.
maandag, maart 10, 2008
Twee voor Twaalf, het verslag.
Ik ben vooraf wel een keer of zeven gewaarschuwd voor het mediapark: er zouden wel eens mensen worden vermoord. Wanneer houd ik eens op met beleefd lachen? Niet kaal zijnd, bovendien pseudovegetariër (ik, niet mevrouw Pinksterbloem), liepen we slechts een gering risico.
Het programma Twee voor Twaalf is bijzonder populair kregen we te horen. Jaarlijks waren er wel duizend aanmeldingen en die kunnen niet allemaal in de uitzending, dus er moest streng geselecteerd worden. Deze zaterdag was grote selectiedag: vanuit heel Nederland en Vlaanderen kwamen kandidaten naar het Net 3 gebouw. Elk uur werd een nieuwe lichting ontvangen.
Iedereen moest een lijst met een 100 algemene kennisvragen beantwoorden. Beide teamleden, dus ook de opzoeker die in principe niets hoeft te weten vond iedereen, moesten er minstens 30 van goed hebben. Was dat het geval dan ging je door naar de volgende ronde: een gesprek met Astrid en de vragenmaker van wie ik de naam ben vergeten helaas.
Onze lichting bestond uit een stuk of twintig koppels. We werden naar een examenkamer geleid op de zevende verdieping. Veel mensen moesten gniffelen om het woord examen. Hi hi, dat is lang geleden. Deed me denken aan toen ik een keer met een stel volwassen collega’s ging fietsen op een waddeneiland. Giechelende vrouwen: fietsen, eens kijken of ik het nog kan, hoei hoei. Hilariteit alom, een mengsel van depressie en verbazing in mij.
In de examenkamer stonden twee enorme tafels. Koppelgenoten mochten niet aan dezelfde tafel plaatsnemen. Iedereen kreeg dezelfde vragen. Het was dus heel makkelijk om af te kijken. De meeste vragen waren eigenlijk wel te doen, maar toch heb ik veel fouten gemaakt. De echte naam van Bernlef? Ik wist dat het een grote Nederlandse schrijversnaam was. Ben de hele kanon doorgegaan in mijn hoofd van Vondel tot aan Maarten ’t Hart, maar vond geen geschikte naam. Heb uiteindelijk Grönloh (echte naam van Nescio) ingevuld, wetende dat het fout was, maar het zou toch een schitterend toeval geweest zijn. Het goede antwoord was Marsman hoorde ik later in de uitblaasruimte waar wij wachtten op de testuitslag. Oh oh oh.
De snookervragen heb ik zeker goed, pochte ik van te voren tegen Mevr. Pinksterbloem in de auto. En er was een snookervraag! Welke bal is drie punten waard? Ik heb de beginopstelling van de snookertafel getekend, maar kreeg de volgorde van de drie lage kleuren maar niet goed. Geel gokte ik uiteindelijk, maar het was groen zoals mijn partner correct invulde. Voor wie wil weten welke vragen er nog meer werden gesteld: ik heb ze ’s avonds nog uitgeschreven.
De meeste koppels vielen jammerlijk af, maar wij mochten door voor gesprek. We waren behoorlijk blij, moet ik toegeven, een mens kan niet altijd cool zijn.
Op de gang voor de kamer van Astrid was het gezellig. Allemaal uitgelaten stellen. Kennisgemaakt met een persecondewijzerkampioene en een canvaskrak, en met een heuse schrijver met een grote bek, van wie ik nog nooit had gehoord, al was hij al heel wat keren genomineerd geweest voor allerhande prijzen, verzekerde hij mij. Wessel te Gussinklo, was zijn naam. “Kunt u dat voor me spellen?” kwam opeens mijn callcentreverleden boven. Hij trok fel van leer tegen Maarten Biesheuvel die de PC Hooftprijs had gewonnen in 2007 zoals iedereen correct had ingevuld en ook tegen Bernlef (“nog nooit zo’n slap handje van iemand gehad”).
“Het was zeker wel gezellig op de gang”, vroeg Astrid als reactie op de herrie die we maakten. Ze was heel bruin, heel strak en heel beroemd. Ook aardig wel, om Aliesje tegemoet te komen. De meneer van de vragen leek mij zeer goed kroeggezelschap.
Wij hielden ons uitstekend. Mevr. Pinksterbloem staat so wie so sterk in haar schoenen voor haar werk als ZMOKleraar, dus dit kon ze ook wel aan. Ze vroegen daadwerkelijk waar we elkaar van kenden. Voetbal dus. ‘Vroeger’ liet ik maar achterwege, onbekenden laten delen in je privégrapjes pakt zelden goed uit.
Ze gaan onze antwoorden nog eens gedegen nakijken en als daaruit blijkt dat we complementair zijn in onze kennis en als ze ons leuk genoeg vinden, worden we vroeg of laat uitgenodigd voor in de uitzending. Als we goed spelen, kan het zijn dat we drie afleveringen op een dag moeten doen. “Moeten we dan drie setjes kleren meenemen?” vroeg ik namens Brenda die daarnaar geïnformeerd had. Astrid lachte minzaam: “Ja inderdaad, maar dat zal allemaal in de brief staan die jullie tegen die tijd ontvangen.”
Wordt vervolgd.
Het programma Twee voor Twaalf is bijzonder populair kregen we te horen. Jaarlijks waren er wel duizend aanmeldingen en die kunnen niet allemaal in de uitzending, dus er moest streng geselecteerd worden. Deze zaterdag was grote selectiedag: vanuit heel Nederland en Vlaanderen kwamen kandidaten naar het Net 3 gebouw. Elk uur werd een nieuwe lichting ontvangen.
Iedereen moest een lijst met een 100 algemene kennisvragen beantwoorden. Beide teamleden, dus ook de opzoeker die in principe niets hoeft te weten vond iedereen, moesten er minstens 30 van goed hebben. Was dat het geval dan ging je door naar de volgende ronde: een gesprek met Astrid en de vragenmaker van wie ik de naam ben vergeten helaas.
Onze lichting bestond uit een stuk of twintig koppels. We werden naar een examenkamer geleid op de zevende verdieping. Veel mensen moesten gniffelen om het woord examen. Hi hi, dat is lang geleden. Deed me denken aan toen ik een keer met een stel volwassen collega’s ging fietsen op een waddeneiland. Giechelende vrouwen: fietsen, eens kijken of ik het nog kan, hoei hoei. Hilariteit alom, een mengsel van depressie en verbazing in mij.
In de examenkamer stonden twee enorme tafels. Koppelgenoten mochten niet aan dezelfde tafel plaatsnemen. Iedereen kreeg dezelfde vragen. Het was dus heel makkelijk om af te kijken. De meeste vragen waren eigenlijk wel te doen, maar toch heb ik veel fouten gemaakt. De echte naam van Bernlef? Ik wist dat het een grote Nederlandse schrijversnaam was. Ben de hele kanon doorgegaan in mijn hoofd van Vondel tot aan Maarten ’t Hart, maar vond geen geschikte naam. Heb uiteindelijk Grönloh (echte naam van Nescio) ingevuld, wetende dat het fout was, maar het zou toch een schitterend toeval geweest zijn. Het goede antwoord was Marsman hoorde ik later in de uitblaasruimte waar wij wachtten op de testuitslag. Oh oh oh.
De snookervragen heb ik zeker goed, pochte ik van te voren tegen Mevr. Pinksterbloem in de auto. En er was een snookervraag! Welke bal is drie punten waard? Ik heb de beginopstelling van de snookertafel getekend, maar kreeg de volgorde van de drie lage kleuren maar niet goed. Geel gokte ik uiteindelijk, maar het was groen zoals mijn partner correct invulde. Voor wie wil weten welke vragen er nog meer werden gesteld: ik heb ze ’s avonds nog uitgeschreven.
De meeste koppels vielen jammerlijk af, maar wij mochten door voor gesprek. We waren behoorlijk blij, moet ik toegeven, een mens kan niet altijd cool zijn.
Op de gang voor de kamer van Astrid was het gezellig. Allemaal uitgelaten stellen. Kennisgemaakt met een persecondewijzerkampioene en een canvaskrak, en met een heuse schrijver met een grote bek, van wie ik nog nooit had gehoord, al was hij al heel wat keren genomineerd geweest voor allerhande prijzen, verzekerde hij mij. Wessel te Gussinklo, was zijn naam. “Kunt u dat voor me spellen?” kwam opeens mijn callcentreverleden boven. Hij trok fel van leer tegen Maarten Biesheuvel die de PC Hooftprijs had gewonnen in 2007 zoals iedereen correct had ingevuld en ook tegen Bernlef (“nog nooit zo’n slap handje van iemand gehad”).
“Het was zeker wel gezellig op de gang”, vroeg Astrid als reactie op de herrie die we maakten. Ze was heel bruin, heel strak en heel beroemd. Ook aardig wel, om Aliesje tegemoet te komen. De meneer van de vragen leek mij zeer goed kroeggezelschap.
Wij hielden ons uitstekend. Mevr. Pinksterbloem staat so wie so sterk in haar schoenen voor haar werk als ZMOKleraar, dus dit kon ze ook wel aan. Ze vroegen daadwerkelijk waar we elkaar van kenden. Voetbal dus. ‘Vroeger’ liet ik maar achterwege, onbekenden laten delen in je privégrapjes pakt zelden goed uit.
Ze gaan onze antwoorden nog eens gedegen nakijken en als daaruit blijkt dat we complementair zijn in onze kennis en als ze ons leuk genoeg vinden, worden we vroeg of laat uitgenodigd voor in de uitzending. Als we goed spelen, kan het zijn dat we drie afleveringen op een dag moeten doen. “Moeten we dan drie setjes kleren meenemen?” vroeg ik namens Brenda die daarnaar geïnformeerd had. Astrid lachte minzaam: “Ja inderdaad, maar dat zal allemaal in de brief staan die jullie tegen die tijd ontvangen.”
Wordt vervolgd.
vrijdag, maart 07, 2008
De muis, het vervolg
Een jaar lang had ik niets van de muis vernomen. Vorige maand was hij er weer. Voor het gemak ga ik ervanuit dat het dezelfde is, dat hij van het mannelijk geslacht is en in zijn eentje opereert. Het bekende patroon: keutels, onzekere waarnemingen, confrontaties, zinloze queestes, huishoudelijke rigueur.
Van de week -ik zat op het toilet zoals wel vaker- hoorde ik een frenetiek gekraak vanuit de keuken komen. Het zal de lezer verheugen dat ik mijn zelfbeheersing bewaarde, afmaakte waar ik mee bezig was, zelfs mijn handen waste en toen pas op onderzoek ging. Waardig gedrag, te allen tijde, dat is mijn meest recente motto.
Het geluid kwam uit de afvalzak die aan de verwarmingsknop hing. Het geval danste ritmisch tegen de radiator aan alsof er een kleine muizenparty gaande was. Ik opende de deur naar het plaatsje, de actie waarmee de uitvoering van veel van mijn woningverbeterende plannen aanvangt, verzamelde moed, pakte de tas en slingerde die de tuin in. Nog voor ik de deur weer had gesloten was de muis al uit de zak en op weg terug naar binnen. Dieren: een bewonderenswaardige combinatie van veerkracht en koppigheid.
In een mondeling verslag heb ik beweerd dat ik het beestje met een technisch perfecte wreeftrap voor de drempel heb weggeveegd, maar zwart op wit lieg ik niet graag: het was een lullig schuivertje, binnenkantje voet. Mijn standbeen trilde, toch was ik tevreden met mijn alertheid: ik had de muis buiten de deur gehouden.
'Niet zo handig', oordeelde Roel Mosco evenwel, 'nu ben je nog steeds het dichtstbijzijnde huis, zorg voortaan dat hij minstens bij de buren belandt.'
Ik had het weer eens verkeerd gedaan, maar gisteren kwam er een herkansing. Wederom zat er een muis (nu wil ik wèl graag denken dat het een andere is) in de afvalzak aan de verwarming. Ik trok door, waste mijn handen en opende de deur naar het plaatsje. Ik tilde de klep van de biobak op en liep terug naar de radiator. Het met koffiedik besmeurde muisje deed verwoede pogingen uit de zak te springen, telkenmale kansloos terugglijdend langs het gladde plastic. Ik greep de zak van de verwarming, husselde even, stopte hem buiten in de biobak, en klapte het deksel erop.
Zo! Nu was het wachten tot het donker werd.
Om acht uur sloop ik, als was ik een Russische spion in bezit van een lading vervuild uranium, met de groene emmer mijn huis uit. Dit was hèt moment om een vijand te hebben, maar ik kon niemand verzinnen. Ik ben gelopen tot het plantsoen en heb de afvalzak tegen een vuilnisbak gezet. Er gebeurde niets. Zou de muis gestikt zijn of gestorven van frustratie? We zullen het niet weten. Ik ben terug naar huis gerend en heb met de gordijnen dicht Twee voor twaalf gekeken. Ik raadde beide woorden voor er een letter was gekocht.
Mijn weledelzeergeleerde vriend kan trots op me zijn.
Van de week -ik zat op het toilet zoals wel vaker- hoorde ik een frenetiek gekraak vanuit de keuken komen. Het zal de lezer verheugen dat ik mijn zelfbeheersing bewaarde, afmaakte waar ik mee bezig was, zelfs mijn handen waste en toen pas op onderzoek ging. Waardig gedrag, te allen tijde, dat is mijn meest recente motto.
Het geluid kwam uit de afvalzak die aan de verwarmingsknop hing. Het geval danste ritmisch tegen de radiator aan alsof er een kleine muizenparty gaande was. Ik opende de deur naar het plaatsje, de actie waarmee de uitvoering van veel van mijn woningverbeterende plannen aanvangt, verzamelde moed, pakte de tas en slingerde die de tuin in. Nog voor ik de deur weer had gesloten was de muis al uit de zak en op weg terug naar binnen. Dieren: een bewonderenswaardige combinatie van veerkracht en koppigheid.
In een mondeling verslag heb ik beweerd dat ik het beestje met een technisch perfecte wreeftrap voor de drempel heb weggeveegd, maar zwart op wit lieg ik niet graag: het was een lullig schuivertje, binnenkantje voet. Mijn standbeen trilde, toch was ik tevreden met mijn alertheid: ik had de muis buiten de deur gehouden.
'Niet zo handig', oordeelde Roel Mosco evenwel, 'nu ben je nog steeds het dichtstbijzijnde huis, zorg voortaan dat hij minstens bij de buren belandt.'
Ik had het weer eens verkeerd gedaan, maar gisteren kwam er een herkansing. Wederom zat er een muis (nu wil ik wèl graag denken dat het een andere is) in de afvalzak aan de verwarming. Ik trok door, waste mijn handen en opende de deur naar het plaatsje. Ik tilde de klep van de biobak op en liep terug naar de radiator. Het met koffiedik besmeurde muisje deed verwoede pogingen uit de zak te springen, telkenmale kansloos terugglijdend langs het gladde plastic. Ik greep de zak van de verwarming, husselde even, stopte hem buiten in de biobak, en klapte het deksel erop.
Zo! Nu was het wachten tot het donker werd.
Om acht uur sloop ik, als was ik een Russische spion in bezit van een lading vervuild uranium, met de groene emmer mijn huis uit. Dit was hèt moment om een vijand te hebben, maar ik kon niemand verzinnen. Ik ben gelopen tot het plantsoen en heb de afvalzak tegen een vuilnisbak gezet. Er gebeurde niets. Zou de muis gestikt zijn of gestorven van frustratie? We zullen het niet weten. Ik ben terug naar huis gerend en heb met de gordijnen dicht Twee voor twaalf gekeken. Ik raadde beide woorden voor er een letter was gekocht.
Mijn weledelzeergeleerde vriend kan trots op me zijn.
zondag, maart 02, 2008
Hoe ik mij door het leven sla zonder muizenval
Als de hagelslagkorrels die je van het aanrecht snoept bitterder smaken dan verwacht, weet je het wel: muis in huis.
Je oren en je ogen worden hypersensitief. Hoor je daar iets scharrelen? Schiet daar iets voorbij? Maar als je op onderzoek gaat vind je niks.
Deze periode kan weken, zelfs maanden duren. Je besluit niks meer van het aanrecht of van de grond te eten, je wast wat regelmatiger af, hangt je afval in een boom, je slaapt met de deken over je hoofd. Je weet: er zijn muizenvallen op de markt die de muis sparen, maar ach, die zoektocht is voor de dynamische, onderzoekende fases van het leven.
Als jij begint te wennen aan de cohabitatie doet de muis dat ook. Hij wordt overmoedig. Je verbeeldt je niet alleen dat je hem ziet, hij staat daar echt op het aanrecht. Hij kijkt je aan, het lichaampje trilt. Je verbaast je over de muizigheid van het beestje, het lijkt wel een karikatuur.
Wat te doen? Muis vlucht achter het koffiezetapparaat, dat schuif je weg. Muis vlucht door naar de koelkast, onder het gascomfort. Je tilt dat op en ontdekt wel een ons hagelslag. Je pakt met je vrije hand een spatel uit de keukenla en opent de keukendeur. Het einde is in zicht. Muis weet dat ook, wacht, ofschoon nog steeds heftig trillend, berustend zijn lot af. Je telt af: 3-2-1-showdown. Je sluit je ogen en geeft een zwieper over het oppervlak van de koelkast.
Hij is weg.
Maar heb je hem wel geraakt?
Je oren en je ogen worden hypersensitief. Hoor je daar iets scharrelen? Schiet daar iets voorbij? Maar als je op onderzoek gaat vind je niks.
Deze periode kan weken, zelfs maanden duren. Je besluit niks meer van het aanrecht of van de grond te eten, je wast wat regelmatiger af, hangt je afval in een boom, je slaapt met de deken over je hoofd. Je weet: er zijn muizenvallen op de markt die de muis sparen, maar ach, die zoektocht is voor de dynamische, onderzoekende fases van het leven.
Als jij begint te wennen aan de cohabitatie doet de muis dat ook. Hij wordt overmoedig. Je verbeeldt je niet alleen dat je hem ziet, hij staat daar echt op het aanrecht. Hij kijkt je aan, het lichaampje trilt. Je verbaast je over de muizigheid van het beestje, het lijkt wel een karikatuur.
Wat te doen? Muis vlucht achter het koffiezetapparaat, dat schuif je weg. Muis vlucht door naar de koelkast, onder het gascomfort. Je tilt dat op en ontdekt wel een ons hagelslag. Je pakt met je vrije hand een spatel uit de keukenla en opent de keukendeur. Het einde is in zicht. Muis weet dat ook, wacht, ofschoon nog steeds heftig trillend, berustend zijn lot af. Je telt af: 3-2-1-showdown. Je sluit je ogen en geeft een zwieper over het oppervlak van de koelkast.
Hij is weg.
Maar heb je hem wel geraakt?
Abonneren op:
Posts (Atom)