maandag, mei 26, 2008

Leuke weetjes over de Thraciërs die u niet in Wikipedia vindt

Hoe meer ik over de Thraciërs lees des te gekker ik ze vind.
Zo heb ik van Montaigne die het van Herodotus had dat als het donderde of bliksemde ze met een "vengeance titanienne" hun pijlen afvuurden naar de hemel om god tot rede te brengen.
Wie of wat er met die god precies bedoeld wordt weet ik niet, want hiero lees ik dat hun religieuze activiteiten voor een groot deel bestonden uit de aanbidding van moedergodin Bendida.
Daarnaast besteedden ze de nodige aandacht aan Zagreus die de Grieken Dionysus zouden noemen. Ze waren fervente wijnbouwers en eerden Zagreus met de onvermijdelijke drinkgelagen. In tegenstelling tot de oude Grieken en Romeinen verdunden ze hun wijn niet, waardoor ze te boek stonden als zuipschuiten.
Een volk met een vrouwelijke hoofdgod, gevoel voor humor en wijn, 't zal wel een vrolijke boel geweest zijn in Thracië, zul je verwachten. Lees ik gisteren bij Proust die Schopenhauer citeert die op zijn beurt ook weer schatplichtig aan Herodotus is dat de Thraciërs pasgeborenen verwelkomden met geweeklaag en zich verheugden over elke dode. Hetgeen, zo vervolgt Schopenhauer in Proust, in de mooie, ons door Plutarchus overgeleverde verzen is verwoord:

Lugere genitum, tanta qui intrarit mala:
At morte si quis finiisset miserias,
Hunc laude amicos atque laetitia exsequi.

Waarvan ik lezersvriendelijk als ik ben een vertaling heb gezocht en gevonden op een website over Schopenhauer:

Geborne zu beklagen, weil viel Schlimmem sie
Entgegengehen, aber die Gestorbenen
mit Freude zu geleiten und mit Segnungen,
Weil sie so vielen Leiden jetzt entronnen sind.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Nu nog even een vertaling uit het Duits, want die taal verstaan steeds minder mensen. :-)

Bonny zei

Hardlopen lezen is mijn advies, dat helpt. Net als bij teksten in dialect.

Anoniem zei

Hardlopen en lezen tegelijk valt niet mee. Maar mijn pogingen om de betekenis te doorgronden bleven steken bij 'entronnen', hoe hard ik ook rende. Wat mij betreft heeft meneer Gelkinghe dus een punt.