donderdag, maart 23, 2006

You're So Vayne

Ik denk dus nooit aan Jan Vayne. Echt nooit. Zelfs niet als ik net mijn lange haar heb laten knippen.
Vanmiddag om vier uur had ik een afspraak bij de kapper, om vijf uur zat ik in de Tuinbouwstraat op de stoep bier te drinken omdat de lentezon zo zonnig scheen. Kon ik gelijk mijn nieuwe kapsel laten zien aan Andrine. We hieven vrolijk ons flesje op naar voorbijgangers die jaloers groetten.
- Hé daar heb je Jan Vayne, zegt Andrine,
- Valt op dikke vrouwen, reageer als ik een afgetrainde hond.
- Vorige week zag ik hem ook al in Amsterdam. Hij heeft net een baby gekregen.
Een grote groene glanzende mercedes komt langs ons gegleden. Er zit een man met zonnebril achter het stuur, er ligt heel veel haar op de rugleuning van de stoel en een baby op de achterbank.
Hij rijdt de straat uit. Driehonderd meter tegen het verkeer in, maar dat realiseren we ons later pas. Een minuut later komt hij de straat weer in en parkeert zijn auto op de stoep bij Alice die wij ook kennen. Alice was toevallig haar rolschaatsen aan het uitdoen en vanuit de verte zien we hen een gesprek voeren. Ik erheen, ik wil dat haar wel eens van dichtbij zien.
- Hé Alice, kun je niet zien dat ik naar de kapper ben geweest? zeg ik met een steelse blik richting Jan Vayne.
- Nee, daar zie ik echt helemaal niks van.
- Er is echt heel veel af. Wel tien centimeter.
- Misschien moet je, als je wil dat ik kan zien of je naar de kapper ben geweest, eens een ander kapsel nemen.
- Maar het is in laagjes geknipt en al, zeg ik veelbetekenend. Ik loer nogmaals naar Jan Vayne.
Jan Vayne is echter zijn baby aan het uitladen. Hij gaat bij iemand op bezoek die aan de overkant van de straat woont. Hij wappert zelfbewust met zijn haar en steekt over.
Gelukkig heb ik nooit beweerd dat ik me normaal gedraag in het bijzijn van bekende Nederlanders.

de auto van Jan Vayne, geparkeerd op de stoep, in de straat waar hij zo even tegen het verkeer in had gereden

zondag, februari 26, 2006

Een op de zeven

We hadden een uitwedstrijd in Appingedam, tegen de Pelikanen. We zaten met haar vijven in de auto en hebben nauwelijks grappen gemaakt over preventief ruimen, inenten en ophokken.
We hadden wel wat anders aan ons hoofd. Minerva had de Trouw mee. Waarom er mensen zijn (niet christenen nog wel) die die krant lezen is mij een raadsel, maar het kwam nu wel goed uit dat we hem bij ons hadden. Hoefden we ons niet met humor bezig te houden. De Trouw had een onderzoek gedaan (of publiceerde de uitkomst van een onderzoek dat ze niet zelf hadden gedaan) naar de kindvriendelijkheid van Nederlandse gemeentes.
Het kwam er op neer dat het overal in Nederland goed toeven is voor kinderen, behalve in de achterbuurten (achterstandswijken) van Rotterdam, en in Groningse en Friese dorpen. Het allerslechtste ben je als kind af in Oost-Groningen. De score van Appingedam hebben we niet opgezocht, ons oog viel op Bellingwedde.



Ja, kijk maar even goed. Dit is het kerkhof van Bellingwolde, dat ligt in de gemeente Bellingwedde. Bellingwedde heeft een kindersterftepercentage van 13,9%. Ik kon het ook haast niet geloven. Maar het stond in de Trouw.

donderdag, februari 16, 2006

forensenleed

De sneltrein tussen Leeuwarden is niet de meest comfortabele. Je zit altijd met je knie tegen iemand anders knie. En dat is vies en griezelig. Als je pech hebt deel je de coupé met luidruchtige jongeren, telefonerende ouderen en/of breeduitzittende mannen.
Geen wonder dat ik eenmaal aangekomen op station Groningen mijn misantropie botvier in de geïmproviseerde fietsenflat aan de westzijde.
Waar is mijn fiets. GRRR. Wat is het hier een zooi. Grrr. Als iedereen zijn fiets op een geëigende plek zou parkeren, zou hier een pad zijn in plaats van een hindernisbaan. Grrr. Godver, mijn fiets staat vast omdat iemand het nodig vond zijn fiets er tegenaan te parkeren. Grrrrr. Eruit met die fiets en ik hoop dat ik wat spaken breek.
RAG RAG!!

"Ho maar, ho maar dat is mijn fiets." klinkt een zachte mannenstem.
"Die staat hier erg onhandig, hoe wil je dat ik mijn fiets eruit krijg?" GRR
"Het is hier ook zo vol altijd."
"Boven is anders plek genoeg", bijt ik hem toe.
"Ja, maar dat kan ik niet goed zien. Ik ben zeer slechtziend en kan de glijders niet goed onderscheiden."
"Oh, oké dan."

Bareuh...Ik had het moeten weten. Een fiets met gezinsbodefietstassen kan niet van een geluksvogel zijn. En ik wou z'n spaken breken, zijn achterlicht eraf trappen. Waarom tref ik op zo'n moment niet gewoon een luie rotvent?

maandag, februari 13, 2006

Waar te beginnen

Vul de goede vorm in van aller: Béatrice et Pierre ... à la piscine.
- dat kan niet.
- waarom niet?
- er staat geen je of tu of zo voor.
- Maar wel wat anders. Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je Béatrice et Pierre vervangen?
- Eh?
- Béatrice et Pierre zijn degenen die gaan. Dat zijn twee mensen. Waar zou je die door kunnen vervangen: nous, vous, ils, elles?
- Nous?
- Nee, niet nous. Dat betekent wij, dus daar zit je zelf altijd bij. Of een moi. Het is zij meervoud.
- Elle?
- Nee meervoud. Béatrice et Pierre gaan, dus zij gaan.
- Oh hun gaan.
- Ja, hun ja.

zondag, februari 05, 2006

Mijn geheugen maakt er een potje van

- Met die enorme bos haar lijk je wel een beetje op Jan Vayne, merkte Kiki op na het headbangen.
Heb ik een keer lang haar, word ik nog vergeleken met een man. Maar daar denk ik nu pas aan, over mijn eerste reactie had ik helemaal geen controle:
- Jan Vayne valt op dikke vrouwen, antwoordde ik voor ik er erg in had.

Jan Vayne valt op dikke vrouwen. Althans, dat heeft mijn gezette buurvrouw in de studentenflat mij ooit een keer verteld. Ze haatte zijn muziek, maar moest wel een zwak voor hem hebben. In 1992 moet dat geweest zijn. Sindsdien had ik nooit meer een gedachte gewijd aan Jan Vayne laat staan aan zijn sexuele voorkeur, maar nu blijkt die mededeling nog gewoon in mijn geheugen te zitten. Vreselijk als je bedenkt wat ik allemaal vergeet: afspraken met goede vrienden, dringende rekeningen betalen, verplichte vergaderingen, kind van vaste verkering van de naschoolse opvang halen.
Maar Jan Vayne zit er nog en er is geen reden om aan te nemen dat dat zal veranderen.

woensdag, februari 01, 2006

Hand eraf!

Mijn fiets is gestolen. Een paar weken geleden was dat. Inmiddels heb ik een nieuwe fiets, een veel fijnere, maar ik ben er toch nog niet helemaal overheen. Ik wil kunnen denken: die stakker had hem (of de opbrengst van de fiets) vast harder nodig dan ik. Maar ik voel alleen maar agressie. Hand eraf! Helemaal niet zo'n gekke straf.
Wat gebeurt er eigenlijk met fietsendieven als ze gesnapt worden? Wat voor straf krijgen ze? En hangt die af van de waarde van de fiets? Dat zou ik niet terecht vinden. Mijn stadsfiets is veel belangrijker voor mij dan de Koga Myata Road Traveler voor mijn vader.
Ik vind dat fietsendiefstal net zo ernstig is als autodiefstal en ook net zo zwaar bestraft moet worden. Maar Corry denkt dat dat niet haalbaar is. Met auto's kom je op een ander niveau: een fiets stelen is niet zo erg, autostelen is een ernstig misdrijf. Is het net zo erg om een fiatje te jatten als een rolls royce? What the hell. Mijn fiets, mijn fiets daar gaat het om. Dat is pas erg. De rest kan me niet schelen.

zondag, januari 08, 2006

Wat is dat voor een ding

Dingedingeding, wat is dat voor een ding? zingt mijn vaste verkering. We zijn op vakantie geweest en verkeren in opperbeste stemming. Drie nachten in de Voerstreek en we zijn weer klaar voor een jaar werken en, dat is nieuw!, zuinig doen. We hebben er bijna zin in.
De Voerstreek, het is maar net over de grens, ze spreken er nog Nederlands, Nederland 1, 2 en 3 staan als eerste geprogrammeerd op de hoteltelevisie en toch zijn we er helemaal uit geweest. We waren in het dorpje Teuven (spreek de eu voor in de mond uit met getuite lippen): een knots van een katholieke kerk, een wasmachine- annex fietsenwinkel met benzinepomp direct aan de weg, twee hotels, het dorpshuis PATRIA en een hippiekroeg die we helaas niet hebben verkend.
Hoe konden wij immers het café halen als wij eerst het dorpshuis moesten passeren waar een verklede menigte deed alsof het carnaval was? En wij mochten er ook in voor vijf euro. Geen geld, want wij zagen een strak gepland programma met optredens van de plaatselijke turnvereniging, de dito lijndansclub, Big Benny uit Maastricht die carnavalskrakers ten gehore bracht onderwijl een indrukwekkend gemiddelde halend van 12 biertjes per uur, en enkele breekbare, schaars geklede meisjes die op bijna zuivere toon hartverscheurende liedjes zongen.
We voelden ons zeer bevoorrecht. Anderen moeten op wereldreis om als uitzonderlijke toerist aanwezig te mogen zijn bij een of ander inheems religieus ritueel. Wij waren slechts 5 minuten fietsen over de grens. We dronken bier mee alsof we volleerd waren, maar aansluiten bij de polonaise leek ons not done. Er zou ook een nieuwe Prins Carnaval worden gekozen, maar dat hebben we niet gehaald. De K. kerk slaapt niet uit, evenmin als de haan.

polonaise met overgave

dinsdag, december 27, 2005

De Stadsweg

Groningen is een stad. Geen Parijs of New York, maar ook zeker geen Drachten of Hoogeveen. Groningen is wel zo zeer een stad dat de enkele overgebleven dorpse elementen charmante curiositeiten zijn.
Zo heb ik een zwak voor de Stadsweg, de kortste weg tussen de Oosterparkwijk en Lewenborg. Niets doet er denken aan de stadse volksbuurt die je net hebt verlaten of aan de ellendige nieuwbouwwijk die je tegemoet rijdt. Moderne bestemmingsplannen zijn er nog niet gemaakt of uitgevoerd. Aan de linkerkant grazen wat verloren schapen op een bonkig stukje grasland, rechts staat een rijtje arbeidershuizen waar keurige dames kalmpjes van het pensioen van hun overleden echtgenoot leven. En het is er netjes: de tuintjes, de vensterbanken, de entree.
Dagelijks hoogtepunt is de komst van de postbode, die men al jaren kent, maar nog steeds met u aanspreekt. Zo nu en dan komt hij binnen voor een kop koffie, maar niet te vaak want daar krijg je maar praatjes van.

dinsdag, november 29, 2005

Les jours de ma vie

Het was de schuld van de Superdeboer. Ik wilde sinaasappels. Helaas waren ze in de aanbieding: twee netjes voor de prijs van één. Waarom niet één netje voor de helft van de prijs? Kan Balkenende niet eens wat gaan doen aan deze praktijken?
M'enfin, omdat ik wist dat de boodschappen nu niet meer in mijn rugzak zouden passen, besloot ik nog meer boodschappen te kopen, zodat ik met recht een doosje kon pakken. Want plastic tasjes kopen doe ik liever niet.
Doosjes op.
Zul je altijd zien.
Dan moeten de pakken zuivel maar onder de snelbinders.
Blijken er geen snelbinders op mijn leenfiets te zitten. Dan leg ik de pakken op de bagagedrager, houd ik de netten sinaasappels in de ene en mijn fiets aan de andere hand. Netten snijden in mijn vingers, maar ik houd vol. Een pak melk valt op de grond. Ik zet de fiets op de standaard om een hand vrij te hebben om het pak op te rappen. Standaard lam. Ik zet de fiets tegen mijn linkerbeen en raap in perfecte balans het pak op.
Na nog twee keer rapen besluit ik de pakken en de netten te wisselen. Ik drapeer de netten over de bagagedrager, klem de pakken onder mijn oksel, houd een hand aan het stuur en vervolg mijn weg. Pak schuift weg, valt op de grond. Ik buk om het op te rapen, maar moet dan de sinaasappels loslaten. Die vallen ook. Ik vloek. Ik ben op dertig meter van de superdeboer. Er komt een fietser uit een steegje.
"Gaat lekker hè?"
"Sorry", antwoord ik verdwaasd.
Soms kan ik het leven gewoon niet aan.

maandag, november 28, 2005

Geluk gehad

Corry is ziek. Al sinds 10 september. Een hersenschudding, opgelopen met voetbal. Pas na een weekendje feestvieren in Den Haag kwam ze er achter dat het ernstig is. Sindsdien is ze thuis, luistert ze naar boeken op cd's, radio 1 en cassettes van Paulus de Boskabouter.
Eerst was ze bang dat ze onherstelbaar hersenletsel zou hebben. Het duurde zo lang en het voelde kapot. Nu neemt ze toch wel enige verbetering waar en wil ze zorgen dat mensen die ook een hersenschuddig krijgen niet in paniek raken. Zegt het voort! Het gaat over, zij het langzaam.

"Ach", overrelativeert ze, "eigenlijk heb ik nog geluk. Een collega van mij, echt een heel mooie jongen, is met zijn gezicht tegen een bus opgelopen. Alles was stuk."
Vandeweek was hij, net als Corry, even op het werk. Zijn gezicht laten zien. Hij zag er niet zo slecht uit als werd gevreesd. Hij had een litteken, maar hij was nog steeds een behoorlijk mooie jongen. Wel voelt hij zich verschrikkelijk, heeft hij last van hoofdpijnen, oorsuizingen en watnietal. De collega's waren blij hem zo aan te treffen en vertelden hem dat hij geluk had gehad. Je kunt tenslotte ook doodgaan van tegen een bus aan lopen.
De jongen had tranen in zijn ogen. Je knalt tegen een bus, je bent maanden uit de roulatie, je wordt misschien wel nooit meer de oude en dan vertellen die amoebes dat je geluk hebt gehad.

Woensdag is de linkertrapper afgebroken van mijn fiets. "Heb ik weer", zei ik nepfatalistisch. Maar van het idee dat dit mijn stroke of bad luck is, vult mijn hart zich met blijmoedigheid. Trapper eraf. Haha.

maandag, november 14, 2005

IJsbergsla, wat een kommer


Het enige wat ik in het voordeel kan zeggen van ijsbergsla is dat knapperig is. Voor de rest alleen maar klachten.
Het ziet er niet uit. Dat blekige groene, wèèh. Als je het in reepjes snijdt blijft er niets van over, zeker niet als er nog een dressing overheen gaat. Echt zielig. De onooglijk gespierde bladeren heel laten kan ook niet.
En laten we wel wezen. Het smaakt nergens naar. Sommigen zeggen dat het naar water smaakt, maar daar doe je water te kort mee. Zeker zoals het bij ons uit de kraan komt.
Godverdegodver, wat kan ik chagrijnig worden van ijsbergsla. En hierin sta ik zeker niet alleen!

maandag, september 26, 2005

Zo adrem

Ik woon alleen. In een heel groot huis. En ik kom wel mensen tegen, thuis, op het voetbalveld, in de supermarkt, maar de dingen maak ik voornamelijk mee in de trein.

Behalve laatst, met Bommen Berend, in de Febo, toen een boze man de mayonaisetap in het hete frituurvet gooide. Dat was wat, vooral toen de politie overging tot een charge in de snackbar. Was helemaal niet nodig, twee potige mannen hadden de rebel al bij de kladden. Zij hoopten dat hij de tyfus en kanker kreeg, althans dat zeiden ze. Ik besloot dat ik meer zin had in shoarma dan in patat. Soms is het lastig vast te houden aan je vegetariaat.

In de trein is ook veel asocialiteit. Vooral in overvolle treinen. Dat is fijn, want dan maak ik nog eens wat mee. Ik ga tenslotte nooit naar het voetbalstadion of naar het strand, dus ik moet het van het openbaar vervoer hebben.
Van de week zaten er onder anderen en onder meer vier asociale jongeren in mijn wagon. "Tjonge jonge, wat ziet iedereen er hier gezellig uit zeg", zeiden ze ironisch tegen elkaar. Aan alle medereizigers weidden ze een paar zinnen. "Zit zeker onder de plak bij zijn vrouw", "heeft vast een kutbaan", "kan ongetwijfeld heel goed punniken en verder niks", etc. Al die arme hardwerkende forensen in de trein van Leeuwarden naar Groningen. Een dag lang zwoegen en dan zo behandeld worden door een stel achttienjarige nietsnutten. Ik voelde mijn woede en haat groeien. Niemand greep in, ik ook niet. Ze waren bij mijn buurman aangekomen die een beetje lag te dommelen. "Is vast niet getrouwd," zeiden ze tegen elkaar. Eentje deed of hij er een aantekening van maakte.

En dan zijn ze bij mij. Ik ga er even recht voor zitten. Ik denk aan kanker en tyfus en dat ik hoop dat ze het krijgen. Op jonge leeftijd. Slepende, slopende ziektes. Benen geamputeerd zonder verdoving. Wapperende haren tussen de deuren van een wegrijdende trein. Ik kijk ze aan met alle verachting die ik in me heb en wacht.
"Grijpskerk", zegt een van de vier terwijl we langs een station zoeven, "stopt de trein hier niet?"
"NEE!!!", snauw ik, "moet je de dienstregeling lezen, dan had je het geweten!!"

donderdag, september 01, 2005

Hoe zit dat nou met het oor van Vincent van Gogh




Ooit, in een andere zomervakantie, heb ik een dikke biografie gelezen van Vincent van Gogh. Ik wilde weten hoe het nou zat met dat oor van hem.
Ik heb er vooral uit onthouden dat Vincent geen tekentalent had. Iedereen lachte hem uit als hij vertelde dat hij schilder wilde worden. Hij trok zich daar niks van aan, oefende oefende oefende, en uiteindelijk kon hij wel tekenen. Dat is natuurlijk goed nieuws voor ons soort mensen, de matige middenhoede. Iets willen, goed je best doen en het zal wel lukken.
Het vele oefenen heeft Vincent echter geen geluk gebracht. Zijn vermaarde melancholie kwam niet voort uit het gebrek aan tekentalent en ook niet aan het uitblijven van erkenning. Exact een jaar voor zijn geboortedag werd bij zijn ouders een eerdere Vincent Willem van Gogh geboren die dezelfde dag stierf.
En daardoor heeft Vincent van Gogh zijn oor afgesneden. Met een bot mes. Wat zou jij doen als je als kind dagelijks langs je eigen graf had gelopen? Zijn vader was immers dominee en ze woonden zo'n beetje op het kerkhof.
Overigens is hij niet overleden door het oor, maar door een pistoolschot in zijn borst, afgevuurd door hemzelf. Vreselijk.

donderdag, augustus 25, 2005

Human kindness is overflowing

In opstand gekomen tegen de weergoden besloten Aliesje en ik tot een fietsvakantie binnen de lage landen. Wij maken toch godverdomme zelf wel uit wat we doen, en niet het weer? Wij besloten te gaan "fietsen langs bierbrouwerijen" want dat was de enige beschreven route die we hadden, en het thema sprak ons aan.
We vertrokken op een maandag en het was droog. Dinsdag was het droog. Woensdag scheen de zon en donderdag was het weer bijkans te mooi om te fietsen. "Dat is onze verdienste", vonden we. Je moet het weer gewoon dwingen, net als je haar, althans dat zei mijn moeder vroeger wanneer ik wanhopig voor de spiegel stond.

Die donderdag is alweer een week geleden en nog steeds hoor ik mensen praten over die heerlijke vorige week donderdag. Ja, dat was wat. Ik kan er nog van nagenieten. Vorige week donderdag, mmmm. Dat er al weer een hele week weerleed overheen is gekomen doet daar niets aan af. Integendeel.
Eigenlijk hadden wij de Lachouffe brouwerij in Achouffe willen bezoeken, maar die was volgeboekt. Vandaar ons compensatiegedrag 's avonds in de taveerne vlakbij de camping. In Nadrin was dat als ik me niet vergis. Hoe snel vergeet je de namen van de gehuchten waar je je vakantie hebt doorgebracht!
Aan het tafeltje naast ons zaten twee mensen die ook Lachouffe dronken. De man een blonde, de vrouw een donkere (zoetere). Iedereen die naar binnen of buiten ging kuste dit stel. Wij hieven zo nu en dan ons glas om te proosten (santé, zeiden we dan zo joviaal mogelijk voor een Nederlander in België), verder was er geen contact. Totdat de man zich direct to mij wendde:

- Weet u, ik ben een zeer gelukkig man.
- Van harte.
- Twee vrouwen heb ik gehad en ik kan in alle eerlijkheid zeggen: ze zijn allebei even goed.
- Dan bent u zeker een gelukkig man!
- Nou en of. En iedere man die zegt: ik heb twee vrouwen gehad, maar de tweede was niet zo goed als de eerste, da's n'n leugenaar.
- Ik heb dat nog nooit een man horen zeggen.
- Nou ik wel, en ik weet: het is niet waar. Ik heb maar twee vrouwen aangeraakt in mijn leven en allebei waren ze even goed en dan heb ik het over seks hè.
- Ja natuurlijk, zei ik net iets te snel.
- En jij kan het weten: wat wil een vrouw nou liever: een man die vrouw na vrouw afwerkt, of één die trouw is en slechts twee vrouwen aanraakt in zijn hele leven.
- Maar uw leven is toch nog niet voorbij? vroeg ik schalks.

Iedereen begreep dat er een einde was gekomen aan de genoeglijke donderdagavond. De inmiddels chagrijnige tweede vrouw die al meerdere malen haar praatgrage partner had gemaand door te drinken, de dronken, trouwe man zelf, de barman, en ook ik vond het ook welletjes. Alleen de stug doorlezende Aliesje dacht nog niet aan opstappen, maar die had zich de laatste uren beperkt tot citroenthee. Gelukkig maar, zo was er nog iemand die vrijdagochtend de donkere wolken zag komen en de benodigde daadkracht had de tent tijdig af te breken.

dinsdag, augustus 23, 2005

Stevige kost op de camping

Nopi was naar de Albert Heijn in het AZG geweest en kwam terug met een zak sla en een krant.

- Vandaag heb ik voor het eerst van mijn leven de Telegraaf gekocht.
- Maar waarom?
- Het is zondag.
- Och ja natuurlijk.

- Jan Lenferink heeft een boek geschreven samen met zijn hond Ben. Het heet Ben in de stad.
- Ja en zijn hond is eindredacteur.
- Hoe weet je dat?
- Gelezen in de Varagids.
- Hoe heette dat programma van hem ook alweer?
- Rur.
- Heeft hij daarna nog iets gemaakt?
Dat weet niemand

- Hé wat een leuke rubriek. "Frisse neus", gaat over naar buiten gaan.
- En ze gaan een wandeling maken op Schier. Hihi, er staat een hele plattegrond in en ook nog een routebeschrijving.
- Vergeet je GPS niet mensen!
- Hihi.

- Weer dat Franz Ferdinand. Is er ook maar iemand die dat kent?
- Het is een Belgisch bandje.
- Ze maken teringherrie
- Welnee ze zijn Duits en maken Duitse muziek.
- Hier staat dat ze Schots zijn.
- Jaaa, de Telegraaf.
- Band is zeer populair onder muzikanten.
- Oeioei, kwaliteit dus.
- Veel te moeilijk voor ons gewone mensen.

- Bewegen met Karl. We moeten niet diëten, maar ons eetpatroon structureel aanpassen.
- Wat eten we?
- Sla.
- Sla? Theo van Gogh zei: liever scheurbuik dan rauwkost. Zag ik bij Zomergasten.
- Zei die dat? Haha.