"Een compleet aantrekkelijk persoon is soms een beetje gemeen."
Niet alleen heeft mijn professor Henk Hillenaar mij binnen drie jaar door mijn afstudeerscriptie geloodst (een 7!!!), hij heeft mij ook voorzien van belangrijke levenslessen die hij op zijn beurt uit de literatuur heeft gepeurd. Bovenstaand citaat heeft betrekking op de verrukkelijke Gina Pietranera die de draak steekt met de onzekere suflul van een prins van Parma. Beide zijn personnages in La Chartreuse de Parme van Stendhal, "misschien wel het mooiste boek ooit geschreven" (cit. HH) . Lees het gerust als je eens tijd hebt, er is een recente vertaling van: De kartuize van Parma.
Hoe dan ook: ik weet al jaren wat mij te doen staat in mijn streven naar onweerstaanbaarheid, goede gelegenheden tot gemeenheid dienen zich echter niet dagelijks aan en ik wil het toch ook niet forceren. Een ware levenskunstenaar profiteert van wat de stroom hem brengt. Vandaag leek ik geluk te hebben.
Zoals wel vaker ging ik vanuit mijn werk naar de super. Ik had juist mijn fiets op slot gezet tegen de dichtsbijzijnde boom, toen ik een luid gejammer hoorde.
- Alsjeblieft, alsjeblieft. Wie koopt er een krantje van mij. Ik ben er zo flauw van, van die kutkrantjes. Als ik nog een keer 'nee sorry' hoor, eet ik ze op, allemaal.
Er waren meer mensen bij de ingang, maar de straatkantverkoper keek mij aan. Smekend. Hij toonde zijn stapeltje Riepes en vroeg bijna agressief:
- Mevrouw, wilt u misschien het tweede krantje van de dag kopen?
Dit was mijn kans. Een trilling van opwinding ging door me heen. Ik keek gauw tussen de electrische schuifdeuren door naar binnen om te checken of Ivana misschien getuige was van de vervolmaking van mijn aantrekkelijkheid, maar zag haar niet zitten. Ik opende mijn mond
- Nee s...
- Je gaat het zeggen hè, je gaat het zeggen hè, schreeuwde de straatkrantverkoper.
- Ik wil wel eens zien hoe jij die dingen oppeuzelt. En het is onschadelijk, het papier is chloorvrij, weet ik toevallig.
- Maak er maar een grapje van. Ik zit hier al vanaf twaalf uur en heb er nog maar één verkocht.
- Stop er dan mee.
- Die is lekker, dan kan ik buiten slapen.
Toen ik weer buitenkwam zat de zwerver op de grond. Een vrouw met een zwartgerande bril stond over hem heen gebogen. Ik gaf hem het kleingeld dat ik bij de kassa uit mijn portemonnaie had gehaald.
- Ik wil geen krantje, begeleidde ik mijn donatie, maar ook niet dat je buiten slaapt.
- Kijk, zei de vrouw, dat helpt weer een beetje.
- Dankjewel, riep de zwerver, hij woof me na met zijn linkerhand waaromheen een groezelig verband zat gewikkeld.
Ik woof neerslachtig terug en liep naar mijn fiets. Missie mislukt. Maar ja, ware liefdadigheid gaat nu eenmaal niet zonder offers.
dinsdag, mei 19, 2009
vrijdag, mei 15, 2009
Gevochten
- Wat heb je daar Bonny, heb je gevochten?
- Wat? Waar?
- Daar bij je oog.
- Oh dat. Nee niet gevochten, ik had een belevenis in de supermarkt.
- Vertel, ik kan niet wachten.
- Nou, ga er maar even goed voor zitten, want dit is me weer een geschiedenis. Het gebeurde gisteravond, ik kwam uit mijn werk en dan weet je het wel.
- Trek?
- Misselijk van de honger. Moe. Nat van de regen. Niet wetende wat te doen voor het avondeten. Bepakt met tassen vol met werk- en vrijetijdgerelateerde spullen...
- Ja ja, een heel gehannes met nog een mandje erbij. Ze hebben ook mandjes op wielen, dat weet je he. En karretjes.
- Maar ik nam dus een draagmandje. Ik gooide er zo her en der wat in, ging naar de de kassa en herinnerde me toen dat ik nog kattenvoer voor Trui moest halen
- Voor dat aanloopgeval?
- Nee, die is weer weg, dit is een nieuw aanloopgeval. Dus eigenlijk ook 'ja'. Afijn ik alle paden langs, nergens kattenvoer te vinden. Ik vraag aan een jongetje met supermarktbloes of er wel een kattenvoersectie is. Wat denk je?
- Hij heeft geen idee.
- Precies, hij moest het een collega vragen. Een eikeltje van een studentje die deed alsof ik een mongool was door alleen maar te veronderstellen dat er geen kattenvoer zou zijn. Maar ik zweer je, meer dan 1 strekkende meter winkelschap was het niet. Iedereen in mijn toestand zou het over het hoofd hebben gezien. Ik bedankte hem sardonisch om dat woord maar eens te gebruiken en ging richting kassa. Alle kassa's waren open, dus ik moest een rij kiezen en wat doe je dan?
- Je kiest de knapste caissière.
- Wat is dat nu voor seksistische opmerking?
- Er zijn immers maar weinig mannelijke caissières, anders zou je die wel kiezen, die is gegarandeerd de snelste.
- Ik koos de kortste rij.
- En hoe was je caissière?
- Bloedmooi.
- Naam gelezen?
- Ivana.
- Knap en nog goed in haar werk ook.
- Ik had geluk. En als ik zeg bloedmooi bedoel ik ook bloedmooi. Zo'n type waar zowel mannen als vrouwen op vallen.
- En alles wat daar tussen zit?
- Ja, het hele spectrum gaat voor de bijl.
- En daar stond je dan bij Ivana. Kon je nog een beetje gewoon doen? Niet alle boodschappen tot op de cent nauwkeurig uitgerekend?
- Ik was de gewoonheid zelve. Geen naam genoemd. De groet goed getimed beantwoord. Niks uitgerekend. Ik betaalde met 21,60, kreeg er 10 terug en bedankte. Ik bukte me om alle bagage die ik even op de grond had gezet weer op te pakken en knalde toen met mijn oog op het plastic plaatje waar je je geld op kan leggen.
- Ai! En dat na alles wat je al had meegemaakt. Gevloekt?
- Ja. Shit! riep ik.
- En Ivana sleepte je toen naar het achterkamertje om je te verzorgen?
- Nee, ik pakte schielijk mijn spullen en rende de winkel uit.
- Dan had ik toch gelijk.
- Hoe bedoel je?
- Je hebt wel een gevecht geleverd.
- Ja, dat is zo. Het dagelijks gevecht. Fijn dat er soms sporen van zijn.
- Wat? Waar?
- Daar bij je oog.
- Oh dat. Nee niet gevochten, ik had een belevenis in de supermarkt.
- Vertel, ik kan niet wachten.
- Nou, ga er maar even goed voor zitten, want dit is me weer een geschiedenis. Het gebeurde gisteravond, ik kwam uit mijn werk en dan weet je het wel.
- Trek?
- Misselijk van de honger. Moe. Nat van de regen. Niet wetende wat te doen voor het avondeten. Bepakt met tassen vol met werk- en vrijetijdgerelateerde spullen...
- Ja ja, een heel gehannes met nog een mandje erbij. Ze hebben ook mandjes op wielen, dat weet je he. En karretjes.
- Maar ik nam dus een draagmandje. Ik gooide er zo her en der wat in, ging naar de de kassa en herinnerde me toen dat ik nog kattenvoer voor Trui moest halen
- Voor dat aanloopgeval?
- Nee, die is weer weg, dit is een nieuw aanloopgeval. Dus eigenlijk ook 'ja'. Afijn ik alle paden langs, nergens kattenvoer te vinden. Ik vraag aan een jongetje met supermarktbloes of er wel een kattenvoersectie is. Wat denk je?
- Hij heeft geen idee.
- Precies, hij moest het een collega vragen. Een eikeltje van een studentje die deed alsof ik een mongool was door alleen maar te veronderstellen dat er geen kattenvoer zou zijn. Maar ik zweer je, meer dan 1 strekkende meter winkelschap was het niet. Iedereen in mijn toestand zou het over het hoofd hebben gezien. Ik bedankte hem sardonisch om dat woord maar eens te gebruiken en ging richting kassa. Alle kassa's waren open, dus ik moest een rij kiezen en wat doe je dan?
- Je kiest de knapste caissière.
- Wat is dat nu voor seksistische opmerking?
- Er zijn immers maar weinig mannelijke caissières, anders zou je die wel kiezen, die is gegarandeerd de snelste.
- Ik koos de kortste rij.
- En hoe was je caissière?
- Bloedmooi.
- Naam gelezen?
- Ivana.
- Knap en nog goed in haar werk ook.
- Ik had geluk. En als ik zeg bloedmooi bedoel ik ook bloedmooi. Zo'n type waar zowel mannen als vrouwen op vallen.
- En alles wat daar tussen zit?
- Ja, het hele spectrum gaat voor de bijl.
- En daar stond je dan bij Ivana. Kon je nog een beetje gewoon doen? Niet alle boodschappen tot op de cent nauwkeurig uitgerekend?
- Ik was de gewoonheid zelve. Geen naam genoemd. De groet goed getimed beantwoord. Niks uitgerekend. Ik betaalde met 21,60, kreeg er 10 terug en bedankte. Ik bukte me om alle bagage die ik even op de grond had gezet weer op te pakken en knalde toen met mijn oog op het plastic plaatje waar je je geld op kan leggen.
- Ai! En dat na alles wat je al had meegemaakt. Gevloekt?
- Ja. Shit! riep ik.
- En Ivana sleepte je toen naar het achterkamertje om je te verzorgen?
- Nee, ik pakte schielijk mijn spullen en rende de winkel uit.
- Dan had ik toch gelijk.
- Hoe bedoel je?
- Je hebt wel een gevecht geleverd.
- Ja, dat is zo. Het dagelijks gevecht. Fijn dat er soms sporen van zijn.
dinsdag, mei 05, 2009
Waterhouse, een natuurbeleving
Veel mensen voelen de behoefte zichzelf te definiëren als ofwel een natuur- ofwel een cultuurmens. En welk van de twee opties ze ook kiezen: ze zijn bijzonder tevreden met dit kenmerk: het geeft hun houvast bij het kiezen van een vakantiebestemming en het brengt reliëf aan in hun persoonlijkheid.
Voor natuurmensen is het lawaai van de grote stad onverdraaglijk. Zij vinden pas rust als de snelweg waar ze een uur eerder zelf over heen zijn geraasd buiten gehoorafstand is. In het hooggebergte, aan zee, in de lentepracht van de Provence komen ze weer tot zichzelf en raken ze in harmonie met de aarde.
Cultuurmensen daarentegen worden 'gek' als ze niet een minimale portie kunst, architectuur, geschiedenis tot zich kunnen nemen. Zij worden gevoed door de opwinding van de stad, ze verheffen zichzelf in musea, slenteren eindeloos over de boulevards, gaan terug in de tijd op historische locaties.
Ik vertel niks nieuws natuurlijk. We hebben dit gereutel allemaal al te vaak aan moeten horen en daarbij zijn alle varianten van heremitische wandelaar tot Picassojunk wel voorbijgekomen. Wij Droevees kunnen ons deel van de conversatie echter niet invullen in dezen. Wij kiezen zelfs niet voor het veilige midden van "een groene camping met een fatsoenlijke stad op hooguit een half uur rijden". Hou toch op! Wij zijn niets. Misschien waren we ooit wel wat, maar een gesprek te vaak voeren doet elke welwillendheid verdampen. En misschien ook wel elke inhoudelijke betekenis.
Wel verblijven wij graag op de tuin en bestuderen daar de krioelende pissenbedden onder een verdwaalde baksteen, de copulerende grauwe ganzen in de sloot en onvermijdelijk alles wat er aan fauna rondloopt en -fietst op de schelpenpaadjes. Niet alleen geven wij onze ogen de kost, ook steken wij met plezier de handen uit de mouwen, zeker in onze voornemens. Dat klinkt wellicht onheilspellend, maar met dit geweldige schilderij in gedachten zal het mij geen moeite kosten om op zijn minst goed voor de rozen te zorgen.
My sweet rose van John William Waterhouse, gisteren gezien in het Groninger Museum.
Voor natuurmensen is het lawaai van de grote stad onverdraaglijk. Zij vinden pas rust als de snelweg waar ze een uur eerder zelf over heen zijn geraasd buiten gehoorafstand is. In het hooggebergte, aan zee, in de lentepracht van de Provence komen ze weer tot zichzelf en raken ze in harmonie met de aarde.
Cultuurmensen daarentegen worden 'gek' als ze niet een minimale portie kunst, architectuur, geschiedenis tot zich kunnen nemen. Zij worden gevoed door de opwinding van de stad, ze verheffen zichzelf in musea, slenteren eindeloos over de boulevards, gaan terug in de tijd op historische locaties.
Ik vertel niks nieuws natuurlijk. We hebben dit gereutel allemaal al te vaak aan moeten horen en daarbij zijn alle varianten van heremitische wandelaar tot Picassojunk wel voorbijgekomen. Wij Droevees kunnen ons deel van de conversatie echter niet invullen in dezen. Wij kiezen zelfs niet voor het veilige midden van "een groene camping met een fatsoenlijke stad op hooguit een half uur rijden". Hou toch op! Wij zijn niets. Misschien waren we ooit wel wat, maar een gesprek te vaak voeren doet elke welwillendheid verdampen. En misschien ook wel elke inhoudelijke betekenis.
Wel verblijven wij graag op de tuin en bestuderen daar de krioelende pissenbedden onder een verdwaalde baksteen, de copulerende grauwe ganzen in de sloot en onvermijdelijk alles wat er aan fauna rondloopt en -fietst op de schelpenpaadjes. Niet alleen geven wij onze ogen de kost, ook steken wij met plezier de handen uit de mouwen, zeker in onze voornemens. Dat klinkt wellicht onheilspellend, maar met dit geweldige schilderij in gedachten zal het mij geen moeite kosten om op zijn minst goed voor de rozen te zorgen.
My sweet rose van John William Waterhouse, gisteren gezien in het Groninger Museum.
donderdag, april 30, 2009
Mijn Koninginnedag - omdat er nog wel een getuigenis bij kan
Eerst keek ik naar de tullefiessie. Ik had ook tumtums in de vorm van kersen.
De koningin had een roze boa en een rode jurk. Ik dacht: goh, wat verandert dat toch die kleurenmode. Een prinses met hoge hakken probeerde een golfbal te slaan vanaf de tee. Ze probeerde het drie keer, toen was het raak. Ze keek de bal na met de blik van een expert, dat vond ik lef.
Toen kwam er iemand met een bak met een grote lepel erin op de koningin af. Ze wilde het niet proeven, wat ik me goed kon voorstellen. Ze gingen in een cabriobus op weg naar Paleis het Loo waar ik zelf verscheidene malen ben geweest. Ze zwaaiden naar de mensen aan de kant van de weg. Ik zei nog: wat ben ik blij dat ik daar niet tussensta.
Toen vloog die auto tegen de Naald. Ik wist gelijk, in ieder geval eerder dan de toewandelende agenten en ook eerder dan Keti Zijnett die gilde "Laat Bea nou zien, daar gaat het toch om!" : dit is goed mis. Keti mopperde rigoureus feministisch dat de mevrouw van de tf ervan uit ging dat de bestuurder van de Suzuki een man was. Ik zei: logisch, vrouwen maken minder brokken. Keti: een vrouw had die bus wel geraakt. Via de tsjet droeg Roel bij: Wilders zal wel zeggen: die auto kwam van links.
In de stad was de stemming gewoon koninginnedags. Mensen waren oranje en uitgelaten.
E* van Cle was wat bedrukt en ik dacht: ja natuurlijk, het is ook erg.
Later in de middag zag ik een filmpje van de koningin waar ze zegt hoe ze van de kaart zijn in haar familie. Ze had nu iets zwarts aan. En ik kon wel zien dat ze van de kaart was, zou ik ook zijn, en toch dacht ik ook: maar wel de tegenwoordigheid van geest hebben om zo'n smaakvol zwart boezeroentje aan te trekken, hè. Daar kan ik niets aan doen, dat komt gewoon mijn hoofd inwaaien.
Bij mij in de straat hangen de meeste vlaggen nu halfstok. Heelstok vind ik niets op koninginnedag, halfstok ook niet.
De koningin had een roze boa en een rode jurk. Ik dacht: goh, wat verandert dat toch die kleurenmode. Een prinses met hoge hakken probeerde een golfbal te slaan vanaf de tee. Ze probeerde het drie keer, toen was het raak. Ze keek de bal na met de blik van een expert, dat vond ik lef.
Toen kwam er iemand met een bak met een grote lepel erin op de koningin af. Ze wilde het niet proeven, wat ik me goed kon voorstellen. Ze gingen in een cabriobus op weg naar Paleis het Loo waar ik zelf verscheidene malen ben geweest. Ze zwaaiden naar de mensen aan de kant van de weg. Ik zei nog: wat ben ik blij dat ik daar niet tussensta.
Toen vloog die auto tegen de Naald. Ik wist gelijk, in ieder geval eerder dan de toewandelende agenten en ook eerder dan Keti Zijnett die gilde "Laat Bea nou zien, daar gaat het toch om!" : dit is goed mis. Keti mopperde rigoureus feministisch dat de mevrouw van de tf ervan uit ging dat de bestuurder van de Suzuki een man was. Ik zei: logisch, vrouwen maken minder brokken. Keti: een vrouw had die bus wel geraakt. Via de tsjet droeg Roel bij: Wilders zal wel zeggen: die auto kwam van links.
In de stad was de stemming gewoon koninginnedags. Mensen waren oranje en uitgelaten.
E* van Cle was wat bedrukt en ik dacht: ja natuurlijk, het is ook erg.
Later in de middag zag ik een filmpje van de koningin waar ze zegt hoe ze van de kaart zijn in haar familie. Ze had nu iets zwarts aan. En ik kon wel zien dat ze van de kaart was, zou ik ook zijn, en toch dacht ik ook: maar wel de tegenwoordigheid van geest hebben om zo'n smaakvol zwart boezeroentje aan te trekken, hè. Daar kan ik niets aan doen, dat komt gewoon mijn hoofd inwaaien.
Bij mij in de straat hangen de meeste vlaggen nu halfstok. Heelstok vind ik niets op koninginnedag, halfstok ook niet.
dinsdag, april 28, 2009
Op mijn tuin!!!
- Ik dacht, zit daar nu iemand? laat ik maar even kijken. Hebben jullie dit gekocht?
- Daar komt het wel op neer.
- Goh wat leuk zeg. Ik heb je hier wel vaker gezien. Je was toch bij die anderen altijd.
- Klopt
- En nu zit je hier?
- Zoals je ziet.
- Ik zal me even voorstellen, ik ben Tineke.
- Bonny.
- Vorig jaar waren jullie hier met dat jongetje. Je was daar mee aan het voetballen.
- Kay.
- Mooi zoontje hoor.
- Het is niet mijn zoontje.
- Ah nee, wat jammer nou.
- Jammer?
- Ach misschien ook wel niet. Wie weet wat er nog kan gebeuren hè?
- Ik zie geen adoptie in het verschiet anders.
- haha, nee dat misschien niet, maar jullie zijn nog jong. Nou ik ga weer verder. Ik dacht ik laat de hond even uit, dat breekt de avond een beetje.
- En het moet toch gebeuren, twee vliegen in één klap.
- Gisteravond heeft hij me de hele deken volgekotst. Vandaag ben ik toch maar even naar huis gegaan, want zo'n kleed doe ik liever niet op de hand.
- En zo'n machine maalt er niet om.
- Zo is dat. Nou, kom maar eens langs voor een praatje. Weet je waar ik woon?
- Ja even verderop.
- Tot ziens dan.
- Daaag. Tineke.
zondag, maart 29, 2009
2. Polygamy
Polygamie is, zoals het woord al aangeeft, ontstaan in Polynesië.
De geografische situatie van deze oude natie heeft ervoor gezorgd dat er al sinds ver voor de prehistorie veel eilandhoppers waren onder de bevolking. Deze konden, ivm beperkingen in materiaal
en tijd, niet elke nacht de boot terug nemen. Ook toen en daar was de nacht er niet alleen om te slapen; om te voorzien in andere behoeftes vonden de polynesiërs eerst de driehoeksrelatie uit.
Toen ook dat moeilijk te combineren bleek met de vaarschema’s werd deze leefvorm uitgebreid tot polygamie.

Voor ons Groningers is het soms al onmogelijk om, ik noem maar een zijstraat, een boertje uit Kantens te verstaan. Hoe zit dat met een land dat zich uitstrekt over een wateroppervlakte van meer dan 50 miljoen km2? Welnu, dergelijke afstanden werpen inderdaad enorme taalbarrières op, waardoor een ander fenomeen ontstond dat wereldwijde navolging heeft gekregen: de polyglot.
Toen de verbindingen binnen de archipel steeds beter werden dankzij snelle boten en exploderend luchtverkeer, kwamen er stemmen op om polygamie te verbieden. Heeft het nog wel bestaansrecht als het niet praktische noodzaak, maar slechts ingesleten gewoontes zijn die aan de basis staan van deze leefvorm? zo vroegen velen zich af. Vooralsnog is hierover geen consensus bereikt in de polytiek.
dit was afl 2 in de serie writer's block. Volgende afl: a rant against a particular race or ethnicity, using common slurs and stereotypes.
De geografische situatie van deze oude natie heeft ervoor gezorgd dat er al sinds ver voor de prehistorie veel eilandhoppers waren onder de bevolking. Deze konden, ivm beperkingen in materiaal

Toen ook dat moeilijk te combineren bleek met de vaarschema’s werd deze leefvorm uitgebreid tot polygamie.
Voor ons Groningers is het soms al onmogelijk om, ik noem maar een zijstraat, een boertje uit Kantens te verstaan. Hoe zit dat met een land dat zich uitstrekt over een wateroppervlakte van meer dan 50 miljoen km2? Welnu, dergelijke afstanden werpen inderdaad enorme taalbarrières op, waardoor een ander fenomeen ontstond dat wereldwijde navolging heeft gekregen: de polyglot.
Toen de verbindingen binnen de archipel steeds beter werden dankzij snelle boten en exploderend luchtverkeer, kwamen er stemmen op om polygamie te verbieden. Heeft het nog wel bestaansrecht als het niet praktische noodzaak, maar slechts ingesleten gewoontes zijn die aan de basis staan van deze leefvorm? zo vroegen velen zich af. Vooralsnog is hierover geen consensus bereikt in de polytiek.
dit was afl 2 in de serie writer's block. Volgende afl: a rant against a particular race or ethnicity, using common slurs and stereotypes.
zaterdag, maart 28, 2009
dinsdag, maart 24, 2009
De mens krijgt nimmer iets cadeau
Rien n'est jamais acquis à l'homme
Ni sa force, ni sa faiblesse, ni son coeur
Et quand il croit ouvrir ses bras
Son ombre est celle d'une croix
Misschien denk je: ja, zo is het, mooi gezegd. Misschien denk je: wat een gezanik, ga toch lekker leven en miezer niet zo. En misschien denk je: wat staat daar nou weer, spreek je moerstaal aansteller!
Voor dat laatste geval heeft god een briljante schepping gedaan: de literair vertaler! Dankzij hem hebben wij, beperkttaligen, toegang tot meesterwerken als Oorlog en Vrede, Moby Dick, en sinds kort Volkswagen Blues.
Vandaag vo
nd ik voor de verandering geen krant op mijn deurmat, maar een cadeau-exemplaar van de Nederlandse vertaling van dit meesterwerk van de Canadese schrijver Jacques Poulin. De verklaring voor deze royale geste staat al op pagina 3: Vertaald door een groep studenten Frans van de Rijksuniversiteit Groningen o.l.v. Pauline Sarkar. En je raadt het al: een van die studenten was ik. Ik! Bonny Droevee! Uitgegeven. Bijna met naam genoemd in een boek in print. En met mij Clelia van Moerle, maar dit terzijde.
Het boek laat zich als volgt samenvatten: Jack Waterman, een zachtaardige man die worstelt met zijn zachtaardigheid, onderneemt in het gezelschap van een meisje dat we voor het gemak Grote Sprinkhaan noemen want dat doet de auteur ook, een reis van de baai van Gaspé (zie Google) naar San Francisco. Zij doen dit zoals de titel en omslag in eendrachtige samenwerking al doen vermoeden in een Volkswagen minibus en zoals de titel ook al prijsgeeft: het gaat niet van je hela hola met de hoofdpersonen.
Reden, aanleiding en thema van de onderneming is de zoektocht naar Jacks broer Théo, een avonturier met stoppelbaard. Zoals ik in mijn exposé, la mélancolie dans Volkswagen Blues, waarvoor ik toentertijd maar liefst een 7 heb gekregen, al overtuigend uiteen heb gezet, is Jack eigenlijk op zoek naar de echte man in zichzelf.
Afijn, de tocht leidt langs vele interessante Noordamerikaanse oorden. In Hoofdstuk 9 (mijn hoofdstuk!!!! ook een 7!!!) zijn Jack en GS tussen Detroit en Chicago en zingen ze treurige liedjes, die ook in vertaling rechtop overeind blijven staan, getuige het melodieuze:
De mens is ijdel zoekende
Naar zijn kracht, naar zijn zwakte, naar zijn hart
En als hij denkt dat hij zijn armen opent
Wordt zijn schaduw met een kruis verward
Swing it!
Ni sa force, ni sa faiblesse, ni son coeur
Et quand il croit ouvrir ses bras
Son ombre est celle d'une croix
Misschien denk je: ja, zo is het, mooi gezegd. Misschien denk je: wat een gezanik, ga toch lekker leven en miezer niet zo. En misschien denk je: wat staat daar nou weer, spreek je moerstaal aansteller!
Voor dat laatste geval heeft god een briljante schepping gedaan: de literair vertaler! Dankzij hem hebben wij, beperkttaligen, toegang tot meesterwerken als Oorlog en Vrede, Moby Dick, en sinds kort Volkswagen Blues.
Vandaag vo
Het boek laat zich als volgt samenvatten: Jack Waterman, een zachtaardige man die worstelt met zijn zachtaardigheid, onderneemt in het gezelschap van een meisje dat we voor het gemak Grote Sprinkhaan noemen want dat doet de auteur ook, een reis van de baai van Gaspé (zie Google) naar San Francisco. Zij doen dit zoals de titel en omslag in eendrachtige samenwerking al doen vermoeden in een Volkswagen minibus en zoals de titel ook al prijsgeeft: het gaat niet van je hela hola met de hoofdpersonen.
Reden, aanleiding en thema van de onderneming is de zoektocht naar Jacks broer Théo, een avonturier met stoppelbaard. Zoals ik in mijn exposé, la mélancolie dans Volkswagen Blues, waarvoor ik toentertijd maar liefst een 7 heb gekregen, al overtuigend uiteen heb gezet, is Jack eigenlijk op zoek naar de echte man in zichzelf.
Afijn, de tocht leidt langs vele interessante Noordamerikaanse oorden. In Hoofdstuk 9 (mijn hoofdstuk!!!! ook een 7!!!) zijn Jack en GS tussen Detroit en Chicago en zingen ze treurige liedjes, die ook in vertaling rechtop overeind blijven staan, getuige het melodieuze:
De mens is ijdel zoekende
Naar zijn kracht, naar zijn zwakte, naar zijn hart
En als hij denkt dat hij zijn armen opent
Wordt zijn schaduw met een kruis verward
Swing it!
zondag, maart 22, 2009
Spiegel-y
Normaal is deze muur zoals hier, maar van de week zag hij er zo uit:

Daar kijk je toch wel wat vreemd tegenaan natuurlijk, een dergelijk opschrift in de Uurwerkersgang.
Nu werd ik zelf onlangs een anarchist genoemd (omdat ik uitsprak voorstander te zijn van een niet-totalitair communistisch regime), maar een muur volkalken, nee, daar zal ik niet de daadkracht voor opbrengen, laat staan met leuzen die eigenlijk over een ander land gaan in de taal van dat land naar ik aanneem, met spelfouten (ja een accent vergeten is ook een spelfout) die een gebrekkig spreker zoals ik er zo uit haalt.
Maar, zo dacht ik net, misschien kan deze kladder wel helemaal niet schrijven, heeft hij de letters nagetekend, wat niet helemaal goed ging: het omgekeerde uitroepteken is vergeten en kijk eens naar de Y. Had ik vroeger wel eens met de ampersand, die kwam niet uit, of hij was in spiegelbeeld, een symptoom van ongeletterdheid.
En wie of wat is AWDP? Of staat er HWDP? De geadresseerde? dan staat die er wel een beetje lullig, zo achteraan de zin. Of is het de afzender? dan had het na het uitroepteken moeten komen, tenzij het een naam is als Wham! of Yahoo!
Te veel vragen voor wat het is. Morgen eens kijken of de muur al is overgeschilderd.
Daar kijk je toch wel wat vreemd tegenaan natuurlijk, een dergelijk opschrift in de Uurwerkersgang.
Nu werd ik zelf onlangs een anarchist genoemd (omdat ik uitsprak voorstander te zijn van een niet-totalitair communistisch regime), maar een muur volkalken, nee, daar zal ik niet de daadkracht voor opbrengen, laat staan met leuzen die eigenlijk over een ander land gaan in de taal van dat land naar ik aanneem, met spelfouten (ja een accent vergeten is ook een spelfout) die een gebrekkig spreker zoals ik er zo uit haalt.
Maar, zo dacht ik net, misschien kan deze kladder wel helemaal niet schrijven, heeft hij de letters nagetekend, wat niet helemaal goed ging: het omgekeerde uitroepteken is vergeten en kijk eens naar de Y. Had ik vroeger wel eens met de ampersand, die kwam niet uit, of hij was in spiegelbeeld, een symptoom van ongeletterdheid.
En wie of wat is AWDP? Of staat er HWDP? De geadresseerde? dan staat die er wel een beetje lullig, zo achteraan de zin. Of is het de afzender? dan had het na het uitroepteken moeten komen, tenzij het een naam is als Wham! of Yahoo!
Te veel vragen voor wat het is. Morgen eens kijken of de muur al is overgeschilderd.
Voor wie
donderdag, maart 19, 2009
Paranoia zit in een klein hoekje
Zoals ik heb aangekondigd heb ik mijn abonnement op de NRC beëindigd. Dat ging feilloos. Afgelopen vrijdag kreeg ik het laatste exemplaar in de bus. Ik heb hem plichtsgetrouw doorgebladerd. De koppen op de voorpagina waren Zeven personen vast na bedreiging A'dam en Nog geen akkoord kabinet over crisis. Ik heb de foto van de werkkamer van Mulisch bekeken in de boekenbijlage, een geleerde ruimte met rood karpet onder kasten vol geleerde boeken. In de verte zie je de broze geleerde schrijver iets doen.
En dat was het.
Krant adieu, zei ik. Zonder snik, maar wel dankbaar voor al die jaren, eerlijk is eerlijk.
Welgemoed stond ik zaterdagochtend op. Ik voelde mij bijvoorbaat licht. Wat zou ik eens gaan doen met deze mooie vrije weekenddag? Ik zette een licht muziekje op, bereidde mij een ontbijt en keek naar buiten, naar de auto's, de fietsen, de voetgangers, de vogels. Wat voelde ik mij gelukkig. Ik deed de deur open om mij in het decor te begeven waar ik zojuist zo van had genoten en wie liep ik tegen de brommer?
De krantenbezorger.
Met zijn melancholieke blik keek hij mij vanachter zijn helm aan.
- Gestopt? vroeg hij, want hij is buitenlander.
- Ja, bekende ik, algeheel gestopt met lezen.
- Alsjeblieft, was zijn antwoord. En hij duwde mij een dik pak papier in handen: de krant van zaterdag.
- Wat lief, stamelde ik, me pas later afvragend of je lief zegt tegen je krantenbezorger. Mijn ogen vulden zich met tranen, ik wist niet of het van ontroering of wanhoop was.
Maandag vond ik op mijn mat een Dagblad van het Noorden
Dinsdag werd ik gebeld door de Trouw. 'Ik lees geen krant', zei ik. 'Hoe komt u dan in ons bestand?' vroeg de telefoniste streng.
Woensdag zowaar niets.
En vandaag trof ik bij thuiskomst een Volkskrant (Crisisplan kabinet pas na weekend) aan. Vooral vreemd dat die vanochtend nog niet bezorgd was.
Paranoia zit in een klein hoekje, zei ik vanochtend nog tegen mijn collega Joost, omdat ik de melding 'access denied' kreeg toen ik mijn privémail wilde checken.
Wat zijn het voor krachten die ervoor zorgen dat ik mijn tijd blijf opofferen aan de waan van de dag?
En dat was het.
Krant adieu, zei ik. Zonder snik, maar wel dankbaar voor al die jaren, eerlijk is eerlijk.
Welgemoed stond ik zaterdagochtend op. Ik voelde mij bijvoorbaat licht. Wat zou ik eens gaan doen met deze mooie vrije weekenddag? Ik zette een licht muziekje op, bereidde mij een ontbijt en keek naar buiten, naar de auto's, de fietsen, de voetgangers, de vogels. Wat voelde ik mij gelukkig. Ik deed de deur open om mij in het decor te begeven waar ik zojuist zo van had genoten en wie liep ik tegen de brommer?
De krantenbezorger.
Met zijn melancholieke blik keek hij mij vanachter zijn helm aan.
- Gestopt? vroeg hij, want hij is buitenlander.
- Ja, bekende ik, algeheel gestopt met lezen.
- Alsjeblieft, was zijn antwoord. En hij duwde mij een dik pak papier in handen: de krant van zaterdag.
- Wat lief, stamelde ik, me pas later afvragend of je lief zegt tegen je krantenbezorger. Mijn ogen vulden zich met tranen, ik wist niet of het van ontroering of wanhoop was.
Maandag vond ik op mijn mat een Dagblad van het Noorden
Dinsdag werd ik gebeld door de Trouw. 'Ik lees geen krant', zei ik. 'Hoe komt u dan in ons bestand?' vroeg de telefoniste streng.
Woensdag zowaar niets.
En vandaag trof ik bij thuiskomst een Volkskrant (Crisisplan kabinet pas na weekend) aan. Vooral vreemd dat die vanochtend nog niet bezorgd was.
Paranoia zit in een klein hoekje, zei ik vanochtend nog tegen mijn collega Joost, omdat ik de melding 'access denied' kreeg toen ik mijn privémail wilde checken.
Wat zijn het voor krachten die ervoor zorgen dat ik mijn tijd blijf opofferen aan de waan van de dag?
woensdag, maart 18, 2009
1. My worst habit
Ik snap best waar ze naar toe willen, die lui van het writer's block. Ga uit van iets concreets en bouw daar een verhaaltje om heen. Succes verzekerd, zeker als het gepaard gaat aan seks en/of zelfspot.
Ik laat altijd scheten, oei oei, zo'n slechte gewoonte. Als iemand een kamer binnenkomt waar ik ook verblijf of waarin ik mij eerder die dag heb bevonden, begint hij al bij de deur met zijn hand voor zijn neus te wapperen. Heremijntijd wat een meur! Bonny is er zeker ook? Laatst was ik op groepsreis met OAD. We waren nog niet voorbij Assen of de buschauffeur weigerde verder te rijden. Ik doe maar of het me niet kan schelen, maar ik heb het behoorlijk moeilijk met mijn flatulentie. Vorige week had ik een sollicitatiegesprek etc.
Maar aan deze flauwekul gaan we ons natuurlijk niet overgeven. Bovendien blijf ik graag bij de waarheid. Slechte gewoontes, ik heb ze simpelweg niet. Waarom zou ik?
Volgende afl: polygamy
Ik laat altijd scheten, oei oei, zo'n slechte gewoonte. Als iemand een kamer binnenkomt waar ik ook verblijf of waarin ik mij eerder die dag heb bevonden, begint hij al bij de deur met zijn hand voor zijn neus te wapperen. Heremijntijd wat een meur! Bonny is er zeker ook? Laatst was ik op groepsreis met OAD. We waren nog niet voorbij Assen of de buschauffeur weigerde verder te rijden. Ik doe maar of het me niet kan schelen, maar ik heb het behoorlijk moeilijk met mijn flatulentie. Vorige week had ik een sollicitatiegesprek etc.
Maar aan deze flauwekul gaan we ons natuurlijk niet overgeven. Bovendien blijf ik graag bij de waarheid. Slechte gewoontes, ik heb ze simpelweg niet. Waarom zou ik?
Volgende afl: polygamy
maandag, maart 16, 2009
0. Ondankbare hond
Schrijven om het schrijven, ik houd er niet van. Het levert nooit wat op, behalve boeken zoals die van Arnon Grunberg en hoe heet ie, die van... prff, zelfs dat weet ik niet meer.
Je hebt wat te zeggen of niet.
Batjah, mijn partner in rhyme, dacht toch dat ik wel wat geforceerde inspiratie kon gebruiken en trakteerde mij op dit boekje. Er staan tips in voor schrijvers die even niet weten waar ze het over moeten hebben.
Wil je een bestseller schrijven zonder inspiratie? Sla The writer's block open en je fantasie wordt een handje geholpen, met ideeën als:
- write about your partner's first sexual experience
- Polygamy
- write about your worst habit
- More than ten million prescription medications are filled incorrectly every year. Write about one of them.
En zo nog 782 meer. Ik voel het al borrelen in me.
woensdag, februari 25, 2009
Aankleden
'Joehoe!!' riep ik. Ik was juist binnengestapt bij Clelia en E* en trof niemand aan beneden.
'Kom maar boven' riep E* beschäftigt, 'er zijn hier maar liefst twee naakte mensen.'
Ik naar boven. De eerste die ik zag was E*, niet naakt.
Juno (9mnd) lag op de commode. Ze moest worden aangekleed. Ze kan al stapjes zetten onder begeleiding, maar zelf een romper aan trekken zit er nog niet in.
Romper, luier, nog een romper of soort van, broekje, sokjes en misschien vergeet ik nog iets. Juno onderging het volgens E* voor haar doen vrolijk, omdat ik voor afleiding zorgde. Normaal werkte ze niet zo goed mee.
'Vind je het gek', al dat aan- en uitgekleed. Telkens dat enorme hoofd door die kleine openingetjes. 'En dat moet nog 26.000 dagen', kirde ik in het gezicht van de kleine. Maar dat kon ik beter niet zeggen, zei E*, Juno was nog te jong voor depressieve input.
'Ze is juist zo blij met elke nieuwe dag.'
Maar dat ben ik ook! Wie aan mijn dag komt, komt aan mij. Elke ochtend als ik wakker word voel ik dankbaarheid. Een dag is zo groot, zo allesomvattend, de kern van mijn bestaan. Ik heb niets anders dan de dag, elke dag opnieuw. Het liefst zou ik nooit iets plannen zodat ik die lege, allesbelovende dag als een onaangeroerd kapitaal voor me had liggen. Eigenlijk dachten we precies hetzelfde over de dingen. Ik schudde Juno de hand.
De tweede naakte mens was inmiddels ook aangekleed en kwam uit de badkamer. 'High Five!' riep ze terwijl ze met haar hand vooruit richting commode liep. Maar dat was wat te hoog gegrepen voor de juveniele levensgenieter.
'Kom maar boven' riep E* beschäftigt, 'er zijn hier maar liefst twee naakte mensen.'
Ik naar boven. De eerste die ik zag was E*, niet naakt.
Juno (9mnd) lag op de commode. Ze moest worden aangekleed. Ze kan al stapjes zetten onder begeleiding, maar zelf een romper aan trekken zit er nog niet in.
Romper, luier, nog een romper of soort van, broekje, sokjes en misschien vergeet ik nog iets. Juno onderging het volgens E* voor haar doen vrolijk, omdat ik voor afleiding zorgde. Normaal werkte ze niet zo goed mee.
'Vind je het gek', al dat aan- en uitgekleed. Telkens dat enorme hoofd door die kleine openingetjes. 'En dat moet nog 26.000 dagen', kirde ik in het gezicht van de kleine. Maar dat kon ik beter niet zeggen, zei E*, Juno was nog te jong voor depressieve input.
'Ze is juist zo blij met elke nieuwe dag.'
Maar dat ben ik ook! Wie aan mijn dag komt, komt aan mij. Elke ochtend als ik wakker word voel ik dankbaarheid. Een dag is zo groot, zo allesomvattend, de kern van mijn bestaan. Ik heb niets anders dan de dag, elke dag opnieuw. Het liefst zou ik nooit iets plannen zodat ik die lege, allesbelovende dag als een onaangeroerd kapitaal voor me had liggen. Eigenlijk dachten we precies hetzelfde over de dingen. Ik schudde Juno de hand.
De tweede naakte mens was inmiddels ook aangekleed en kwam uit de badkamer. 'High Five!' riep ze terwijl ze met haar hand vooruit richting commode liep. Maar dat was wat te hoog gegrepen voor de juveniele levensgenieter.
donderdag, februari 19, 2009
Het tweede titelverhaal
Twee vrouwen
Oud en eenzaam
Op weg naar het einde
knielen op een bed violen
de schaamte voorbij
Ons mankeert niets
bij nader inzien
Oud en eenzaam
Op weg naar het einde
knielen op een bed violen
de schaamte voorbij
Ons mankeert niets
bij nader inzien
Abonneren op:
Posts (Atom)