maandag, januari 28, 2008

Unterbonny en Clélia van Moerle kopen een brood

De jonge vrouw onderbreekt haar bakwerkzaamheden en neemt plaats achter de toonbank. Ze heeft het witte mutsje afgezet, haar korte roodgeverfde haar valt plat op haar hoofd. In beide oorlellen priemt een zilveren knopje.
- Zegt u het maar.
- Een heel volkoren met sesam graag, zeg ik.
Ze neemt een brood, legt het op de snijder en pakt de hendel beet.
- Ongesneden, roep ik op een toon alsof ik dacht dat dat vanzelf sprak, 'dat scheelt ú weer een handeling.'
Blozend schuift ze het ongeschonden brood in een papieren zak. Dan wendt ze zich tot Clé:
- Kan ik u helpen?
Clé laat haar ogen spiedend door de bakkerswinkel gaan. Haar gretige blik gaat langs ambachtelijk bereide ouwewijvenkoeken, scones, appeltaarten.
- Hebben jullie geen brioches? ik zie ze nergens liggen.
De vrouw kijkt vertwijfeld om zich heen.
- Brioches, brioches, we hebben ze ooit een keer gehad, maar nee, we hebben ze niet standaard. Ze wordt nog roder dan ze al was, tot achter haar oren.
Clé trekt een mombakkes waarop afkeuring en teleurstelling om voorrang vechten.
- Jammer, dan hoef ik niets, bedankt.
We verlaten de winkel. Een beetje geschokt over onszelf lopen we naar huis.
Gemeen zijn, er kleven bezwaren aan, maar het is heerlijk en goedkoper dan drugs.

dinsdag, januari 22, 2008

Sjablonen

Vorige maand is mijn mobiele telefoon gestolen. Het is een verdrietige wereld, maar daarover een andere keer weer meer.
Nu heb ik het oude toestel van mijn zwager (gek trouwens hoe lang het gek blijft om volwassen dingen te zeggen als mijn zwager en mijn collega; wennen 'mijn dochter' en 'mijn vrouw' ooit?), en daar was ik zojuist in aan het rondneuzen in de hoop intieme items aan te treffen. Ik vond een mapje 'sjablonen'. Sjablonen zijn standaardteksten die je met één druk op de knop in je sms'jes kunt plakken zodat je ze niet telkens weer bij elkaar hoeft te pielen met die kleine rotknopjes.
Wat zouden die voor mij moeten zijn? Ik ging mijn 15 verzonden sms'jes na en deze teksten kwam ik het meest tegen:

- werkze (4x)
- Hoe laat waar? (5x)
- in de Bres (6x)

Het zou dus handig zijn als ik daar sjablonen van maak.
Wat waren de sjablonen van mijn zwager:

- ik ben in vergadering. Bel me later op
- ik ben bezig. Ik bel je straks terug
- ik ben laat. Ik ben er om
- Hou ook van jou

Verdacht op zijn minst. Druk druk op het werk, jaa jaa.
En wat te denken van die laatste: Hou ook van jou! Wat een luiheid om het a) te sms'en, b) in een incomplete zin zonder onderwerp en dan ook nog c) als sjabloon. 'Hou van jou' staat er veelbetekenenderwijs niet tussen, net zo min als 'ik ben vandaag wat vroeger'.
Moet ik mijn zusje waarschuwen dat ze verkering heeft met een schuinsmarcheerder die zich op de intiemste momenten bedient van standaardzinnen? Ik weet niet wat ik erger vind. Het is een verdrietige, verdrietige wereld.

maandag, januari 21, 2008

Rush Hour, extra kaartje

Voor Coco en alle andere spelers van Rush Hour voor wie de uitbreidingsset niet genoeg uitdaging biedt: de gele bus wil linksaf.

dinsdag, januari 15, 2008

Superbonny krijgt telefoon

- Droevee Productions, met Bonny zelf.
- Goedenavond, spreek ik met mevrouw B. Droevee?
- Nou en of.
- Mevrouw Droevee, wat zou u ervan vinden als uw woonlasten werden gehalveerd?
- Dat lijkt me heerlijk, kunt u dat voor me regelen?
- Dat zou heel goed kunnen mevrouw,
- Dan heeft u vast heel goede contacten met de woningbouwvereniging.
- Hoe bedoelt u?
- Die bepaalt de hoogte van mijn huur.
- U heeft een huurhuis?
- Ja, maar u kunt natuurlijk ook gewoon de helft van mijn huur op mijn bankrekening overmaken.
- Haha, u maakt er een grapje van, mevrouw Droevee.
- Nee, waarom zou ik. Wat mij betreft is er geen vaste werkwijze, bepaalt u maar hoe u het regelt. Dacht u aan een maandelijkse verlichting of wilde u jaarlijks een bedrag storten?
- Het spijt me mevrouw, maar ons aanbod geldt alleen voor mensen met een hypotheek.
- Maar dat is discriminatie! Ik protesteer!
- Maar mevrouw, u begrijpt toch wel dat...
- U begint er zelf over. Ik niet. Ik ben rustig aan het lezen, ik vraag er niet om gebeld te worden en al helemaal niet om lekkergemaakt te worden met een aanbod dat u niet waar kan maken. En nu moet ik mijn rust en concentratie hervinden om nog maar te zwijgen van de regel waar ik was.
- Mevrouw Droevee, ik ben bang dat ik de verb....
- U bent bang? Bent u zo'n schijtlijster of hebben we hier te maken met een misplaatst anglicisme? Schrap me uit uw bestand. Nu! Anders heeft u pas reden om bang te zijn. En let op: ik ga nu de verbinding verbreken. Goedenavond.

maandag, januari 07, 2008

Ook maar een mens

Ik ben van adel. En dan heb ik het niet over een goedkope titel van nullerlei waarde zoals die anderhalve eeuw geleden over de toonbank gingen. Droevee is een oud geslacht, adel van verdienste uit de tijd van Karel de Grote.
Toch laat ik me niet voorstaan op mijn afkomst. Ik zal nooit zoals mijn zuster met modderige bottines over een pas geboende vloer banjeren en de sopemmer 'par accident' omschoppen. Ik groet de bedienden en als er iets gedaan moet worden, voel ik me niet te goed om zelf de handen uit de mouwen te steken. En dan verwacht ik geen applaus of bewondering.
Gravin Bonny heeft de badkamer schoongemaakt. En niet zomaar schoon, blinkend schoon. Heel gewoon toch?

zondag, januari 06, 2008

Rectificatie

Er zijn dingen die je niet met anderen dient te delen. Dat wist ik al wel. Uitgebreide verhalen over wc-bezoek, hoe interessant ook in mijn eigen ogen: ik houd ze voor me (behalve dan dat ene voorval met het klosje garen). Masturberen: nooit gedaan. Gevoelens van eenzaamheid: een onuitputtelijke bron van grappen, maar nooit een echt probleem.
Daar is nu een categorie bijgekomen: Liefde voor lullige liedjes. Kan ik beter niet over reppen. Dat heb ik geleerd na de publicatie van het vorige stukje, een ijzige stilte weerklonk er in mijn meelbox. Minerva die op bezoek was, probeerde gegeneerd door de gesloten luxaflex naar buiten te kijken. Too much information.

Om het nog erger te maken, volgt hier een voortzetting:

Was er dan niemand die mijn liefde voor On top of the world deelde? Toch wel lieve lezer, Kiki en Aliesje waren enthousiast, maar die houden zelf openlijk van lullige liedjes.
Toen ze mij aantroffen in mijn verkouden singsongmodus begonnen ze enthousiast mee te zingen en de loftrompet te steken over... The Carpenters.
- Jaaaa!! The Carpenters, gilde Kiki blij.
- Nee nee, greep ik in, dit is Lynn Anderson. The Carpenters zijn griezelig.
- Karen Carpenter is een van mijn helden, zei Aliesje verontwaardigd. Die stem, die uitstraling. Je hebt geen idee waar je over praat!
En wetende dat ik van nature niet zo standvastig ben, haalde ze Youtube erbij. Binnen één couplet ging ik voor de bijl. Richard Carpenter vind ik nog altijd vrij griezelig, maar Karen... och! Karen. Karen is de blauwdruk geworden voor mijn nieuwe levenspartner, afgezien van de anorexia nervosa dan.


Noem me sentimenteel, noem me licht ontvlambaar, maar het is januari goddomme, een mens moet wat.

donderdag, januari 03, 2008

Singsong

De meeste mensen zijn niets waard met een beetje verkoudheid. Hun ogen tranen te pas en te onpas, je woorden bereiken hen niet omdat ze 'de wereld door een laag watten waarnemen', ze doen zielig met zakdoeken of closetrollen. Je zult ze de kost geven die zich ziek melden zodra ze een beetje beginnen te snotteren.
Zo niet Bonny Droevee! Ik voel me juist heel speciaal wanneer ik verkouden ben. Als tiener heb ik namelijk een fantastische ontdekking gedaan: ik kan prachtig zingen met verstopte neus. En dan zing ik het liefst I'm on the top of the world. Ik heb het natuurlijk niet over dat christelijke gezever van The Carpenters, maar over de bijna-schorre hardcore country-uitvoering van Lynn Anderson. Bonny verkouden of Lynn Anderson, veel verschil hoor je niet met het blote oor.
Zo wandelde ik zojuist al zingend naar -waarheen anders?- de buurtsuper. Such a feelin's coming over me. Ik werd echt een beetje verliefd, zomaar wat in het algemeen. Mensen aan de andere kant van de Kloosterstraat knikten naar me en ik zwaaide terug. Alsof het was voorbestemd waren alle artikelen die ik wilde kopen in de aanbieding. En wie kwam ik tegen toen ik de winkel uitkwam? Begt! Lekkere Begt van de Drie Uiltjes, en hij lachte naar me. Jammer dat ik maar zo zelden verkouden ben.

woensdag, januari 02, 2008

Kun je dan helemaal NIKS?

Hoe vaak ik dat niet gehoord heb in mijn leven. Als mijn moeder ongeduldig de stofdoek uit mijn handen rukte of wanneer mijn vader kwam kijken hoe ik radeloos met een fietsreparatieset en een bak water in de garage stond. Zelfs van de buurjongen als ik van repen tijdschriftpapier (uit de leesmap!) pijltjes probeerde te vouwen voor mijn pvc-buis. Het resultaat leek nooit op een pijltje en paste vaak niet eens in de buis. Ik kan je zeggen dat het extra raar klinkt uit de mond van een leeftijdgenoot. 'Hoeveel had je ook al weer voor de citotoets?' vroeg hij ook nog sarcastisch, want dat kon ik wel, citotoetsen maken, maar die vaardigheid blijkt in de categorie ‘helemaal niks’ te vallen.
Nog steeds kan ik helemaal niks, maar de retorische vraag uit de titel wordt me niet meer gesteld. Behalve door mezelf als ik een sjekje draai, een spijker in de muur sla of een boterkoek probeer te bakken. Op visite bij Marina Fles trachtte ik koffie te zetten met haar percolatorgeval. Had ik hem maar nooit gedemonteerd om hem eerst schoon te maken, want ik had geen idee hoe hij weer in elkaar moest. Ik kon zelfs niet met zekerheid zeggen of ik hem kapot gemaakt had.
En nu ben ik weer in mijn eigen huis. Mijn stofzuigpoging is zojuist gestrand omdat de zak vol was. De volle eruit halen was geen probleem. Ik heb nog goed opgelet hoe de zak in het zakcompartiment geschoven zat, maar zodra ik hem had weggemieterd was het beeld onherroepelijk uit mijn hoofd gepercoleerd.

zaterdag, december 22, 2007

Makrodroom

Vannacht droomde ik dat ik weer naar de Makro ging. Tussen de schappen met levensmiddelen was een koffiehoekje ingericht. Koffie en sap stonden al ingeschonken in papieren bekertjes.
Gretig als ik ben nam ik een koffie èn een sinaasappelsap. Ik ging zitten, plotseling stond er een vrouw met makroschort voor voor mij.
- Dat is dan €7,85
- Wat? Is dat niet wat prijzig? Bovendien dacht ik dat het gratis was.
- Het is vers sap.
- Zo smaakt het niet.
Achter haar zag ik een pak appelsientje staan. Helaas kwam ik niet in verzet en betaalde ik.
Gisteren droomde ik dat ik wakker werd van het geluid van de buurvrouws draaiende wasmachine. Ik heb de indruk dat mijn onbewuste mij momenteel niet zo veel te melden heeft. Dit is ongetwijfeld het gevolg van een evenwichtig zieleleven, goed nieuws dus zou je zeggen. Toch zou iets meer avontuur wel op prijs worden gesteld.

donderdag, december 20, 2007

Makro 2

De makromagie blijkt een wijdverbreid verschijnsel te zijn; tientallen reacties heb ik mogen ontvangen op de vorige episode.
Het hartverscheurendste verhaal kwam van Janavel, een stoere, gevoelige vrouw uit de Hortusbuurt. Vorige week vrijdag kwam ik haar tegen op de binnenrand van het Plantsoen. Ze fietste op me af, kneep tijdig in de remmen gelukkig en zei zonder veel inleiding:
'Dat makrogevoel, Bonny, is zó herkenbaar. Die verwachting, die spanning, die heb ik vroeger ook meegemaakt. Alleen ik kreeg helemáál niks. En om het nog erger te maken: mijn vader nam mijn broer en mij altijd mee, en liet ons wachten in de auto terwijl hij inkopen deed. Wanneer hij terugkwam konden wij door de van onze adem beslagen raampjes niet eens zien dat er niets voor ons in de winkelwagen zat. Nog geen rolletje pepermunt.'
Er viel een stilte. Ik legde een troostende hand op haar schouder.
'Stil maar, zei ik, 'stil maar, want moet je luisteren....'.
Ik boog me naar haar toe alsof ik iets in haar oor ging fluisteren, besloot toch een dansje te maken, en riep handenklappend uit:
'IK HEB NU ZELF EEN MAKROPAS! Yes yes, ik kan er in- en uitlopen wanneer ik maar wil en jij mag mee!'

En dat is de waarheid, beste lezer: sinds vorige week ben ik makropashouder. Dan kijk je ineens heel anders tegen zo'n Bonny Droevee aan, of niet soms? Aliesje beweert boosaardig dat elke Nederlander wel op de een of andere manier toegang tot de Makro heeft, maar daar trappen we niet in. Ga maar na bij jezelf. Hoewel...je kunt nu met mij mee. Per keer mag ik één introducé meenemen.
Onlangs ben ik, niet met Janavel maar met Clélia van Moerle, op verkenning geweest naar de Makro. Dat was een emotioneel avontuur met onverwachte wendingen, dat kun je op je vingers wel natellen. Ik wil er graag verslag van doen, maar wacht nog even op de foto's.

donderdag, december 13, 2007

Makro 1

Onze buren waren de hipste mensen van de straat. Als eerste hadden ze zowel binnens- als buitenshuis een zitkuil, ze gingen liefst twee keer per jaar op vakantie en zijn na een spectaculaire overspelaffaire, die de buurt maandenlang in haar ban heeft gehouden, gescheiden. De ware popsterallure ontleenden ze echter aan een klein stukje plastic: de Makropas.
Wij hadden een onwankelbare, eindeloos lange ladder waarvoor zelfs onbekende dorpsgenoten uit de Wielewaalstraat langskwamen als ze de windveer wilden schilderen, maar de Makropas, dat was buitencategorie.
De groothandel was een paradijs waar je de belangrijkste dingen van het leven voor een habbekrats kon kopen.
‘Uit Hengelo', zei mijn buurjongen altijd achteloos als hij op straat paradeerde met zijn nieuwe BMX, leren adidasbal of denim bodywarmer. Dan wisten we het wel: bij de Makro vandaan. Een makropas bezitten of miljonair zijn, veel verschil maakte het niet in de praktijk.
Op een dag, wij zaten aan het avondeten, zei mijn vader: 'Morgen ga ik met Gerrit mee naar Hengelo.’ Met onverholen trots keek hij de tafel rond. De vreugde die toen losbrak... mijn zus en ik trommelden met ons bestek op tafel, gaven elkaar high fives boven onze borden met macaroni en brulden in de euforische roes die alleen onbevangen consumentisme teweeg kan brengen al onze wensen door de ruimte.
De blijde verwachting waarin we de volgende dag verkeerden degradeerde elke bezigheid tot loos tijdverdrijf. Mijn zus en ik waren zonder overtuiging aan het stoepranden toen wij aan het eind van de middag eindelijk Gerrits station wagon de hoek om zagen rijden. Wij renden de auto tegemoet en speurden door de raampjes naar makkelijk waarneembare objecten als pingpongtafels en crossfietsen.
Als onstuimige honden belaagden we mijn vader nadat hij uit de auto was gestapt: ‘Heb je dit, heb je dat?' Hij antwoordde niet en begon gevolgd door onze gespannen blikken met Gerrit de kofferbak te ontladen.
Grote tonnen waspoeder kwamen tevoorschijn, gevolgd door industriële hoeveelheden rijst, houdbare melk en vooral wc-papier. ‘Koning, keizer, admiraal, schijten moeten ze allemaal’, zong hij vrolijk als hij weer een grootverpakking van de achterbank toverde. Al die kostbare laadruimte verdaan aan wc-papier, we konden er niet over uit. Gedesillusioneerd gingen we naar binnen.
Toen mijn vader klaar was met uitruimen kwam hij naar me toe.
‘En die is voor jou’, zei hij voldaan. Vanachter zijn rug haalde hij een doos met 25 rollen King pepermunt tevoorschijn. Ik pakte het aan, teleurgesteld, maar toch ook gefascineerd door de duizelingwekkende hoeveelheid snoep. Ik nam er een paar rollen uit en legde ze naast elkaar op mijn hand.
‘Och jee, is dat wel verstandig?’ riep mijn moeder en tegen mij: ’pas op dat je jezelf niet vergiftigt.’ Ze was ervan overtuigd -en god mag weten waar die overtuiging vandaan kwam- dat pepermunt een gevaarlijke dosis spiritus bevatte.
Binnen een maand was de doos op. Een jaar later kwam de tafeltennistafel, een crossfiets heb ik nooit gehad.

donderdag, november 29, 2007

Geruit petje

Soms voel ik me een freak als ik met mijn op- en afklikbare fietstas de bieb binnenloop. Bonny komt boeken halen en hier stopt ze ze in. Hopsa. Misschien moet ik er een geruit petje bij dragen voor optimaal effect.
En ik wil me niet freaky voelen, want die fietstas is juist superhandig. Er kan veel in, hij is stevig als een koffer en ik vermijd gehannes met een tas aan het stuur of gezweet met een zak op mijn rug. Ik spreek mezelf vermanend toe: zou ik wel rock 'n' roll zijn zonder dat ding? Denk ik nou echt dat er iemand op let? Waarom zou ik überhaupt cool willen zijn?
Als ik weer buiten ben en het geval heb opgeklikt, voel ik me bevrijd. Misschien staat het het nog steeds wel lullig, die kliktas aan mijn bagagedrager, maar dat speelt zich buiten mijn gezichtsveld af.

Vanavond fietste ik na mijn bibliotheekbezoek met de tas vol boeken en cd's richting Haren. Vanaf de Oosterpoort reed ik achter een meisje. Ze droeg een leren schoudertas, waardoor ze iets naar rechts neigde. Haar in een strakke spijkerbroek gewrongen billen schoven heen en weer over het iets te hoog afgestelde zadel. Met mijn hoofd bij andere zaken -vanzelfsprekend- reed ik kilometers lang in haar kielzog. Aan het einde van de Helperzoom begon ze ongedurig achterom te kijken. Voelde ze zich gevolgd? Reed ik te dicht op haar? Ik besloot haar uit haar mogelijke onzekerheid te verlossen en zette even aan. Toen ik op gelijke hoogte met haar was, keek ik opzij en zei vriendelijk lachend:
- Je fietst te langzaam om achter te blijven plakken en te snel om in te halen. Ken je dat verschijnsel?.
Het meisje keek me verbouwereerd aan. Ze zocht naar woorden, maar vond niets. Ik stak mijn hand op en spurtte er vandoor.
Oh oh oh.
Dat petje heb ik helemaal niet nodig.

zondag, november 25, 2007

Met kapok

Na twee uur wandelen in de striemende regen kwamen we bij een uitspanning. Koffie wilden we en snel. En taartjes als het even kon. Ik dacht aan vers zandgebak met aardbeien en slagroom.
We zaten nog niet of de kakjoris van een eigenaar kwam ons vriendelijk doch beslist verzoeken op te hoepelen: iemand had de tent afgehuurd voor een feestje. Lijdzaam stonden we op, we trokken onze natte handschoenen weer aan en sjokten naar de uitgang. Toen kreeg de eigenaar een brainwave. Hij herinnerde zich dat er op zolder een quilttentoonstelling was. Toegang twee euro's pp, koffie inbegrepen. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen en we stormden de trap op.

Boven werden we verwelkomd door twee dames. Een van de twee behoorde tot de exposanten, de andere noemde zichzelf ‘een eenvoudige bewonderaar' en liet deze mededeling volgen door een luide lach. We wierpen een blik op de bonte textielverzameling, maar maakten kenbaar dat het niet de kunst was die onze prioriteit had. We schoven wat tafels aan elkaar en lieten ons de koffie serveren. Volgens de Rough Guide is beroerde koffie een zeldzaamheid geworden in Nederland; nochtans kregen wij een overtuigende staal van dit verdwijnende fenomeen toegediend. De schaal bokkepootjes zorgde voor enige troost.

Na de koffie besteedden wij aandacht aan het naaiwerk met titels als 'J'aime le rouge et le noir' en 'Mijn Mondriaantje'. We liepen rond met de verwondering van iemand die voor het eerst harde porno aanschouwt.
Toen gebeurde er iets verrassends. Ik kreeg een visioen.
Ik zag mijzelf zitten bij de houtkachel. Op mijn schoot een hoop stof, om mij heen op grijpafstand een arsenaal aan naaimaterieel: veertig kleuren garen, naalden in alle verkrijgbare maten, een loep, een vingerhoed, een peperdure gegarandeerd rechtknippende schaar. Lange winteravonden zouden zich vredig aaneenrijgen. Het resultaat, een prachtige dubbelgestikte lappendeken gevuld met kapok, zou ik niet aan de muur hangen, ik zou het dag en nacht meeslepen als een reuzepeuter zijn reuzekoesdoek.
Vreemd hoe je zoiets heel even heel serieus van plan kunt zijn.

woensdag, november 14, 2007

Gewoon leven

Als ik een auto had zou ik ermee naar de supermarkt rijden.
Ik zou de artikelen kopen die nodig zijn om dit eenpersoonshuishouden drie dagen draaiende te houden.
Als ik mijn wagen weer in de straat had geparkeerd, zou ik de doos met boodschappen op het dak zetten.
Het is mijn auto tenslotte.
En als ik het portier op slot heb gedraaid laat ik mijn gezicht enkele tellen koesteren door de herfstzon.
Niet vergeten morgen de olie te checken, denk ik, terwijl ik met een air van bezigheid de leren sleutelhanger tussen mijn lippen klem en met het doosje in mijn armen naar de voordeur loop.

dinsdag, november 06, 2007

In de buurtsuper

Mijn boodschappen liggen op de band. De klant voor me heeft afgerekend, ik houd mijn giropas in de aanslag. De caissière wendt zich echter niet tot mij, maar richt zich op en roept naar de andere kassa:
- Yvonne! Yvonne! Ik werk hier nu voor vast, wist je dat al?
- Wat zeg je?
- Ik werk hier nu voor vast, Ik hoef nooit meer naar de Wilhelminakade.
- Ik versta je niet.
- Ze werkt hier nu voor vast, zeg ik tegen Yvonne.
- Wat leuk voor je. Hoef je nu niet meer naar de Wilhelminakade?
- Nee, zeg ik, nooit meer.
- Gelukkig niet, zegt mijn caissière.
- Gelukkig? vraag ik.
- Oh, ik vond het er zo afschuwelijk.
- Nou mooi dat je hier dan voor vast werkt.
- Ja, ik ben zo blij.
Half zitdansend scant ze mijn artikelen haar kauwgum kauwend op de maat van de muzak. And now I wonder...if I could fall into the sky.