dinsdag, maart 24, 2009

De mens krijgt nimmer iets cadeau

Rien n'est jamais acquis à l'homme
Ni sa force, ni sa faiblesse, ni son coeur
Et quand il croit ouvrir ses bras
Son ombre est celle d'une croix


Misschien denk je: ja, zo is het, mooi gezegd. Misschien denk je: wat een gezanik, ga toch lekker leven en miezer niet zo. En misschien denk je: wat staat daar nou weer, spreek je moerstaal aansteller!
Voor dat laatste geval heeft god een briljante schepping gedaan: de literair vertaler! Dankzij hem hebben wij, beperkttaligen, toegang tot meesterwerken als Oorlog en Vrede, Moby Dick, en sinds kort Volkswagen Blues.
Vandaag vond ik voor de verandering geen krant op mijn deurmat, maar een cadeau-exemplaar van de Nederlandse vertaling van dit meesterwerk van de Canadese schrijver Jacques Poulin. De verklaring voor deze royale geste staat al op pagina 3: Vertaald door een groep studenten Frans van de Rijksuniversiteit Groningen o.l.v. Pauline Sarkar. En je raadt het al: een van die studenten was ik. Ik! Bonny Droevee! Uitgegeven. Bijna met naam genoemd in een boek in print. En met mij Clelia van Moerle, maar dit terzijde.
Het boek laat zich als volgt samenvatten: Jack Waterman, een zachtaardige man die worstelt met zijn zachtaardigheid, onderneemt in het gezelschap van een meisje dat we voor het gemak Grote Sprinkhaan noemen want dat doet de auteur ook, een reis van de baai van Gaspé (zie Google) naar San Francisco. Zij doen dit zoals de titel en omslag in eendrachtige samenwerking al doen vermoeden in een Volkswagen minibus en zoals de titel ook al prijsgeeft: het gaat niet van je hela hola met de hoofdpersonen.
Reden, aanleiding en thema van de onderneming is de zoektocht naar Jacks broer Théo, een avonturier met stoppelbaard. Zoals ik in mijn exposé, la mélancolie dans Volkswagen Blues, waarvoor ik toentertijd maar liefst een 7 heb gekregen, al overtuigend uiteen heb gezet, is Jack eigenlijk op zoek naar de echte man in zichzelf.
Afijn, de tocht leidt langs vele interessante Noordamerikaanse oorden. In Hoofdstuk 9 (mijn hoofdstuk!!!! ook een 7!!!) zijn Jack en GS tussen Detroit en Chicago en zingen ze treurige liedjes, die ook in vertaling rechtop overeind blijven staan, getuige het melodieuze:

De mens is ijdel zoekende
Naar zijn kracht, naar zijn zwakte, naar zijn hart

En als hij denkt dat hij zijn armen opent

Wordt zijn schaduw met een kruis verward


Swing it!

zondag, maart 22, 2009

Spiegel-y

Normaal is deze muur zoals hier, maar van de week zag hij er zo uit:




Daar kijk je toch wel wat vreemd tegenaan natuurlijk, een dergelijk opschrift in de Uurwerkersgang.
Nu werd ik zelf onlangs een anarchist genoemd (omdat ik uitsprak voorstander te zijn van een niet-totalitair communistisch regime), maar een muur volkalken, nee, daar zal ik niet de daadkracht voor opbrengen, laat staan met leuzen die eigenlijk over een ander land gaan in de taal van dat land naar ik aanneem, met spelfouten (ja een accent vergeten is ook een spelfout) die een gebrekkig spreker zoals ik er zo uit haalt.
Maar, zo dacht ik net, misschien kan deze kladder wel helemaal niet schrijven, heeft hij de letters nagetekend, wat niet helemaal goed ging: het omgekeerde uitroepteken is vergeten en kijk eens naar de Y. Had ik vroeger wel eens met de ampersand, die kwam niet uit, of hij was in spiegelbeeld, een symptoom van ongeletterdheid.
En wie of wat is AWDP? Of staat er HWDP? De geadresseerde? dan staat die er wel een beetje lullig, zo achteraan de zin. Of is het de afzender? dan had het na het uitroepteken moeten komen, tenzij het een naam is als Wham! of Yahoo!
Te veel vragen voor wat het is. Morgen eens kijken of de muur al is overgeschilderd.

Voor wie

zich afvraagt wat de voormalige ster van Vitesse, Arsenal en het Nederlands elftal tegenwoordig doet voor de kost.


















(Foto genomen in de Koninginnelaan)

donderdag, maart 19, 2009

Paranoia zit in een klein hoekje

Zoals ik heb aangekondigd heb ik mijn abonnement op de NRC beëindigd. Dat ging feilloos. Afgelopen vrijdag kreeg ik het laatste exemplaar in de bus. Ik heb hem plichtsgetrouw doorgebladerd. De koppen op de voorpagina waren Zeven personen vast na bedreiging A'dam en Nog geen akkoord kabinet over crisis. Ik heb de foto van de werkkamer van Mulisch bekeken in de boekenbijlage, een geleerde ruimte met rood karpet onder kasten vol geleerde boeken. In de verte zie je de broze geleerde schrijver iets doen.
En dat was het.
Krant adieu, zei ik. Zonder snik, maar wel dankbaar voor al die jaren, eerlijk is eerlijk.
Welgemoed stond ik zaterdagochtend op. Ik voelde mij bijvoorbaat licht. Wat zou ik eens gaan doen met deze mooie vrije weekenddag? Ik zette een licht muziekje op, bereidde mij een ontbijt en keek naar buiten, naar de auto's, de fietsen, de voetgangers, de vogels. Wat voelde ik mij gelukkig. Ik deed de deur open om mij in het decor te begeven waar ik zojuist zo van had genoten en wie liep ik tegen de brommer?
De krantenbezorger.
Met zijn melancholieke blik keek hij mij vanachter zijn helm aan.
- Gestopt? vroeg hij, want hij is buitenlander.
- Ja, bekende ik, algeheel gestopt met lezen.
- Alsjeblieft, was zijn antwoord. En hij duwde mij een dik pak papier in handen: de krant van zaterdag.
- Wat lief, stamelde ik, me pas later afvragend of je lief zegt tegen je krantenbezorger. Mijn ogen vulden zich met tranen, ik wist niet of het van ontroering of wanhoop was.
Maandag vond ik op mijn mat een Dagblad van het Noorden
Dinsdag werd ik gebeld door de Trouw. 'Ik lees geen krant', zei ik. 'Hoe komt u dan in ons bestand?' vroeg de telefoniste streng.
Woensdag zowaar niets.
En vandaag trof ik bij thuiskomst een Volkskrant (Crisisplan kabinet pas na weekend) aan. Vooral vreemd dat die vanochtend nog niet bezorgd was.
Paranoia zit in een klein hoekje, zei ik vanochtend nog tegen mijn collega Joost, omdat ik de melding 'access denied' kreeg toen ik mijn privémail wilde checken.
Wat zijn het voor krachten die ervoor zorgen dat ik mijn tijd blijf opofferen aan de waan van de dag?

woensdag, maart 18, 2009

1. My worst habit

Ik snap best waar ze naar toe willen, die lui van het writer's block. Ga uit van iets concreets en bouw daar een verhaaltje om heen. Succes verzekerd, zeker als het gepaard gaat aan seks en/of zelfspot.

Ik laat altijd scheten, oei oei, zo'n slechte gewoonte. Als iemand een kamer binnenkomt waar ik ook verblijf of waarin ik mij eerder die dag heb bevonden, begint hij al bij de deur met zijn hand voor zijn neus te wapperen. Heremijntijd wat een meur! Bonny is er zeker ook? Laatst was ik op groepsreis met OAD. We waren nog niet voorbij Assen of de buschauffeur weigerde verder te rijden. Ik doe maar of het me niet kan schelen, maar ik heb het behoorlijk moeilijk met mijn flatulentie. Vorige week had ik een sollicitatiegesprek etc.

Maar aan deze flauwekul gaan we ons natuurlijk niet overgeven. Bovendien blijf ik graag bij de waarheid. Slechte gewoontes, ik heb ze simpelweg niet. Waarom zou ik?

Volgende afl: polygamy

maandag, maart 16, 2009

0. Ondankbare hond















Schrijven om het schrijven, ik houd er niet van. Het levert nooit wat op, behalve boeken zoals die van Arnon Grunberg en hoe heet ie, die van... prff, zelfs dat weet ik niet meer.
Je hebt wat te zeggen of niet.
Batjah, mijn partner in rhyme, dacht toch dat ik wel wat geforceerde inspiratie kon gebruiken en trakteerde mij op dit boekje. Er staan tips in voor schrijvers die even niet weten waar ze het over moeten hebben.
Wil je een bestseller schrijven zonder inspiratie? Sla The writer's block open en je fantasie wordt een handje geholpen, met ideeën als:

- write about your partner's first sexual experience
- Polygamy
- write about your worst habit
- More than ten million prescription medications are filled incorrectly every year. Write about one of them.

En zo nog 782 meer. Ik voel het al borrelen in me.

woensdag, februari 25, 2009

Aankleden

'Joehoe!!' riep ik. Ik was juist binnengestapt bij Clelia en E* en trof niemand aan beneden.
'Kom maar boven' riep E* beschäftigt, 'er zijn hier maar liefst twee naakte mensen.'
Ik naar boven. De eerste die ik zag was E*, niet naakt.
Juno (9mnd) lag op de commode. Ze moest worden aangekleed. Ze kan al stapjes zetten onder begeleiding, maar zelf een romper aan trekken zit er nog niet in.
Romper, luier, nog een romper of soort van, broekje, sokjes en misschien vergeet ik nog iets. Juno onderging het volgens E* voor haar doen vrolijk, omdat ik voor afleiding zorgde. Normaal werkte ze niet zo goed mee.
'Vind je het gek', al dat aan- en uitgekleed. Telkens dat enorme hoofd door die kleine openingetjes. 'En dat moet nog 26.000 dagen', kirde ik in het gezicht van de kleine. Maar dat kon ik beter niet zeggen, zei E*, Juno was nog te jong voor depressieve input.
'Ze is juist zo blij met elke nieuwe dag.'
Maar dat ben ik ook! Wie aan mijn dag komt, komt aan mij. Elke ochtend als ik wakker word voel ik dankbaarheid. Een dag is zo groot, zo allesomvattend, de kern van mijn bestaan. Ik heb niets anders dan de dag, elke dag opnieuw. Het liefst zou ik nooit iets plannen zodat ik die lege, allesbelovende dag als een onaangeroerd kapitaal voor me had liggen. Eigenlijk dachten we precies hetzelfde over de dingen. Ik schudde Juno de hand.

De tweede naakte mens was inmiddels ook aangekleed en kwam uit de badkamer. 'High Five!' riep ze terwijl ze met haar hand vooruit richting commode liep. Maar dat was wat te hoog gegrepen voor de juveniele levensgenieter.

donderdag, februari 19, 2009

Het tweede titelverhaal

Twee vrouwen
Oud en eenzaam
Op weg naar het einde
knielen op een bed violen
de schaamte voorbij

Ons mankeert niets
bij nader inzien

dinsdag, februari 17, 2009

Getrouwd met blogger

Zojuist las ik in de krant een bericht over de mij onbekende Duitse politicus, Frank-Walter Steinmeier. Hij laat zijn tweede voornaam steeds vaker weg; wil hij zich soms een nieuw identiteit aanmeten?
Ik dacht dat ik niet goed werd, zo schrijnend oninteressant was het item. Is dit van een stagiair, of van een blaséje babyboomer? vroeg ik me af. Dit kan zelfs in Duitsland geen echt nieuws zijn.
Als ik getrouwd was zou ik diep zuchten, mezelf nog een glas inschenken en hopen dat mijn vrouw zou vragen wat er nu weer voor ergs in de krant stond.
En dan zou ik haar de laatste alinea van "Onze correspondent" voorlezen: 'In herinnering komt de ongelukkige imagoverandering van een voorganger van Steinmeier, toenmalig SPD-lijsttrekker Rudolf Scharping.'
What the fuck? Mij komt niets in herinnering. En waar slaat dat 'toenmalig' op? Kan ik op zijn minst een decennium krijgen, ik hoef toch niet alles bij elkaar te googelen?
- Rustig maar, zou mijn vrouw zeggen, want zo eentje zou ik trouwen, er staan veel erger dingen in de krant.
- Klopt! zou ik zieden, want zo gaat het verder: 'Hij ontdeed zich op enig moment van zijn baard, een gezichtsattribuut dat in Duitsland volledig accepté is. Nadien is het met de politicus Scharping niet meer goedgekomen.' Dat is toch niet te verdragen? Ik heb niets tegen gallicismen, au contraire!, maar dit is potsierlijk. En dan die slotzin, puberaal!
- Ben je klaar?
- Nee. Hoe langer ik naar 'gezichtsattribuut' kijk, hoe chagrijniger ik word. En waarom moet überhaupt vermeld worden dat baarden acceptées zijn in Duitsland? Waar niet dan?
- Zullen we hem maar opzeggen dan die krant?
- Rigoureus, dus vermoedelijk het beste.

De zaken zijnd zoals ze zijn, houd ik het bij een glas. En oké, ook een zucht, want theater speel je niet alleen voor anderen.

maandag, februari 09, 2009

Titelverhaal

[zijn die ook nog ergens goed voor]

Komt een vrouw bij de dokter
De moeder van David S
Vanwege een tere huid
Eerst grijs dan wit dan blauw

My ars poetica

Een beetje boek is 400 pag dik
Een film duurt een halve avond lang
maar een gedicht, en dan heb ik het niet over de epische poëmen van weleer
of postmoderne herinvullingen van dat genre
-mochten die bestaan-
kost je als lezer nog geen minuut

Ook de maker is spekkoper
Mits zij zich verre houdt van rijm en metrum
Want dan wordt het een eindeloos geschaaf en –schuif
En gemarchandeer
Ben je een week verder en dan loopt het nog niet
Wat voor oeuvre moet dat worden?

dinsdag, februari 03, 2009

slippers in de pergola

In de winter zitten we binnen, ieder in haar eigen huis met elektrische apparaten en comfortabele bedden. De tuin is ver weg, misschien is 'ie wel verdwenen in de aarde, en wordt 'ie als een ingenieus decorstuk straks teruggetakeld, net voordat de hoofdrolspelers in maart of april voor het eerst weer onder de A-nogwat door fietsen.
En anders zal het er nu koud en kaal zijn. Met overal rondslingerende takken; het heeft nogal gewaaid de afgelopen dagen.

Waar zouden mijn slippers zijn? vroeg ik me opeens af vanavond. Zouden ze ook zijn weggewaaid?
Ik had ze goed kunnen gebruiken. In de keuken, lagen als gevolg van een recente koelkastontdooiing een paar plasjes water op het zeil. Niet fijn als je, zoals ik was, op sokken bent, maar prima te doen op slippers.
En dan geen teenslippers natuurlijk, want met sokken in teenslippers kan echt niet.
Sportslippers!

Ik zie ze zo liggen. Niet in het huisje, niet in het schuurtje, niet in de openluchtbadkamer. Maar in de pergola bij de ingang. Josse had ze daar neergelegd.
Wat doen mijn slippers hier? had ik verbaasd gevraagd. Josse antwoordde: ik wist niet wat de bedoeling was met die dingen, maar ik wil zo min mogelijk rommel in mijn huisje, dus heb ik ze hier neergelegd, dat je ze mee kunt nemen.
En ik dacht: oh ja? oh ja? en mijn mooie pannetje dan? Dat mag zeker wel binnen blijven? Maar ik zei het niet, want het was toch al te kinderachtig. Ik vroeg: zal ik ze hier laten, ze kunnen je hier toch niet in de weg liggen?
Met een vies gezicht keek Josse naar de slippers. Ze streek langs haar kin en bromde grootmoedig: nou oké dan, misschien neemt iemand anders ze wel mee als ze zo voor het grijpen liggen.
Tegen wegwaaien zal ze ook wel geen bezwaar gehad hebben.

zaterdag, januari 17, 2009

een licht gedicht

Ik ben alleen en wil de deur niet uit
Ik wil dat er iemand aanbelt
Een leuk iemand
En dat die iets meebrengt

Iets waar we ons over moeten buigen
Een gewond aapje
Een mysterieus gedicht
Een dure fiets zonder slot

Ik ben alleen en ga niemand bellen
Ik weet niet wat ik zeggen moet
Hallo met mij, hoe is het daar?
Wat drink jij?

Ik ben alleen, maar niet eenzaam
Mocht je dat soms denken
Ik doe niet aan eenzaamheid
Dat is me te zwaar

maandag, januari 12, 2009

Beyoncé's nieuwste monsterhit

If I were a boy staat nog steady op nr 2 in de top 40 en er komt alweer een nieuwe hit van superster Beyonce aangestormd: Single Ladies (Put a ring on it). Vorige week nog op nr 21, nu met stip op 10. En dat is begrijpelijk.
Het is een energieke plaat met een goed thema. Kort samengevat: jank maar niet dat ik een nieuw vrindje heb; als je me had willen houden had je een ring om me heen moeten schuiven.
Veel vrouwen zullen zich hierin herkennen. Jarenlang verkering, het beste van zichzelf gegeven, maar een huwelijksaanzoek, ho maar! Beyons roept alle alleenstaande vrouwen op hun handen in de lucht te doen. Zo kunnen wij (ja wij) een front vormen tegen dit wangedrag.
De clip doet denken aan de dans van het Nieuwzeelandse rugbyteam vlak voor de wedstrijd. In synchronie met haar dansgenoten stampt ze dreigend in het rond net als de Maori's, maar Beyoncé en co doen het in leuke badpakken met dito benen daaronder. Ook het haar (goed haar!) en de strijdbare maskara bevallen me. Helemaal goed, om in newspeaktermen te spreken.
Toch zou het nummer ondanks al deze positieve elementen niet zo'n monsterhit (want dat wordt het) worden zonder de kredietcrisis. Verrassend niet? Als het slecht gaat met de economie in de wereld willen we liedjes met een steady beat en dat heeft Single Ladies. Daarom was bijvoorbeeld Take on me zo'n succes tijdens de jaren '80 depressie. Als we in een hausse zitten dan maken liedjes met een avontuurlijke percussie weer een kans. Deze kennis heb ik hier vandaan.
De voorkeur van de massa schijnt zelfs voorspellende waarde te hebben. Als we straks uit dit financiële dal zijn geklommen (want ook dat gaat gebeuren. Eerst nog erin lazeren natuurlijk, want we merken er hier in de Oranjebuurt nog steeds maar weinig van), en we verkeren weer zorgeloos in een hoogconjunctuur, verkoop dan je aandelen als er liedjes met monotone dreun op nummer 1 staan. Dan ben je misschien nog op tijd.

zaterdag, januari 10, 2009

Een leven

- Vindt u het goed als ik naast u kom zitten?

We zijn bij Haren. Een hoogbejaarde dame en een koffer op wieltjes staan in het gangpad. Ze is net ingestapt. Ik schuif een stoel op en sla uitnodigend op de vrijgekomen plek.

- Speciaal voor u voorverwarmd.

Mevrouw is 85. Haar kinderen hebben besloten dat ze niet meer mag autorijden, daarom zit ze in de trein. Eerst was ze het er niet mee eens, maar een beetje kletsen met medereizigers is ook gezellig. Ze heeft veel van de wereld gezien vroeger, alle continenten bezocht.

- Zijn we al bij Meppel?

- Nee dit is Assen.

- Weet u het zeker? Ik ben een ervaren reiziger hoor, ik ben ooit met de trein naar Peking geweest.

- Ik weet het zeker.

- En Meppel is nog niet geweest?

- Nee.

- Waar moet u heen?

- Naar Dieren.

- Ah, mooie omgeving.

Mevrouw haar vader was schaatsenslijper. En vroeger had je nog echte winters hè. Ze woonden in Drachten en als ze naar haar grootmoeder in Akkrum wilde, schaatste ze zo de achterdeur uit. En-dat-kon-elleke-winter.

- Van Drachten naar Akkrum op de schaats zonder te klunen?

- Ja hoor, en weer terug ook. Vroeger hoefden we nooit te klunen. Is dit Meppel?

- Nee, Beilen.

- Waar gaat u heen?

- Dieren.

- Ach natuurlijk, dat had ik al gevraagd.

Haar man is nu al 17 jaar dood. De eerste jaren waren zwaar geweest, maar ze raakte eraan gewend. Aad kwam wel eens langs, zijn vrouw was ook overleden. Het was wel gezellig, samen koffiedrinken. Op een gegeven moment deed hij haar een voorstel. "Wat bedoel je daar precies mee, Aad?" had ze gevraagd. Aad wilde samenwonen. Maar zij hoefde geen kerel meer tussen de lakens, want dat is toch wat ze willen. Dat hoofdstuk is klaar. Aad had haar bedankt voor haar duidelijkheid en had enkele maanden later een andere vriendin. Als ze hen tegenkomt trekt hij lachend een lange neus naar haar. Dan moet ze ook lachen.

- Meppel?

- Nee Hoogeveen.

- Waar gaat u heen?

- Dieren.

- Och ja, dat was ook zo.

En ja, wat is er verder nog. Ze woont nog op haarzelf, maar de kinderen hebben haar alvast ingeschreven bij een verzorgingshuis in Steenwijk. Hopelijk kan ze ooit nog een keer schaatsen, maar de heupen doen het niet goed meer. Wandelen gaat ook niet zo gemakkelijk. Als het apparaat hapert is er niet veel meer aan.

- Alles gaat voorbij, zeg ik misplaatst berustend. U heeft mooie dingen om op terug te kijken.

- Maar het gaat zo snel.

- Zeker, we zijn nu bij Meppel.

- Meppel?

- Hier moet u er toch uit?

- Ja, bedankt. Ah, ik zie mijn schoonzoon al. Waar moet u heen?

- Dieren. Ik hoop maar dat ik ook word opgehaald.

- Vast wel. Ik vond het gezellig. Tot ziens

- Ik ook. Tot ziens.