Vanochtend was ik getuige van een ongeluk. Een niet oplettende, oude, corpulente man botste met zijn brommer op een jonge fietster. De overige aanwezigen op het kruispunt schrokken zich een hoedje, zo hard was de klap.
Met nog drie mensen probeerde ik de oude man overeind te hijsen, wat niet lukte, omdat hij nog half onder de brommer lag. Ik probeerde de brommer op te tillen, maar mens en machine lagen muurvast op de grond, elkaar gevangen houdend. Ik wist niet meer wat ik beet moest pakken of waar aan te sjorren en besloot mijn aandacht te verleggen naar de jonge vrouw.
"Hoe gaat het met jou?" vroeg ik, alsof ik de dienstdoende arts was die haar ronde deed langs de patiënten. Nu nog galmt die vraag vreemd na in mijn hoofd. Het zal hier niet zijn opgevallen. Ze was in shock en kon niet praten. Ze trilde. Ik schrok toen ik haar armen zag. Helemaal opengeschaafd, was mijn eerste indruk. Maar een tweede blik leerde mij dat ze psoriasis of een andere huidaandoening had. Gelukkig, dacht ik, niks aan de hand.
"Kun je verder?" vroeg ik.
Ze knikte.
"Sterkte vandaag" zei ik en ik gaf haar een klopje op de bovenarm. Ze glimlachte flauw door haar tranen heen.
Nu, zo thuis zittend, realiseer ik me dat ze beter opengeschaafd had kunnen zijn dan psoriasis hebben. Maar het was ook niet het moment om te zeggen: “hè wat vervelend, psoriasis, kan ik iets voor je doen?”
Ik had niet beter kunnen handelen. Op naar de volgende klus.
vrijdag, mei 12, 2006
woensdag, mei 03, 2006
Weg met de liefdesliedjes
"Liefdesverdriet is heel naar. Wat kun je je slecht voelen. Maar met de dagen of de weken neemt dat slechte gevoel af in hevigheid. Na verloop van tijd doe je je dingen als voorheen en moet je het verdriet moedwillig opwekken om het nog te voelen. Als je er helemaal klaar mee bent, kun je je zelfs niet meer voorstellen hoe je je voelde. Het is weg en de herinnering eraan ook." Aldus Corry, ervaringsdeskundige.
Hoe vaak overkomt je zulk ernstig liefdesverdriet in je leven? Twee keer? Drie keer? Samen goed voor hooguit een half jaar aan ellende. Een half jaar op een mensenleven!Je bent langer aan het tandenpoetsen.
Zo bezien is het buitenproportioneel hoeveel liedjes er gaan over ongelukkige liefdes (80%). Alsof wij niets anders aan ons hoofd hebben. Zijn er al liedjes over burnouts, stamcelonderzoek, de nieuwe herfstmode, de driezitsbank, overgewicht of zelfs obesitas?
Liedjes over verrassende doch alledaagse onderwerpen zijn de leukste, zo luidt mijn stelling.
Goede voorbeelden:
1. So long, Frank Lloyd Wright (Simon and Garfunkel)
2. Short People (Randy Newman)
3. Paperback Writer (The Beatles)
Wie denkt er mee?
Hoe vaak overkomt je zulk ernstig liefdesverdriet in je leven? Twee keer? Drie keer? Samen goed voor hooguit een half jaar aan ellende. Een half jaar op een mensenleven!Je bent langer aan het tandenpoetsen.
Zo bezien is het buitenproportioneel hoeveel liedjes er gaan over ongelukkige liefdes (80%). Alsof wij niets anders aan ons hoofd hebben. Zijn er al liedjes over burnouts, stamcelonderzoek, de nieuwe herfstmode, de driezitsbank, overgewicht of zelfs obesitas?
Liedjes over verrassende doch alledaagse onderwerpen zijn de leukste, zo luidt mijn stelling.
Goede voorbeelden:
1. So long, Frank Lloyd Wright (Simon and Garfunkel)
2. Short People (Randy Newman)
3. Paperback Writer (The Beatles)
Wie denkt er mee?
vrijdag, april 07, 2006
4x4
Vier dingen die niet later zijn gekomen:
- make-up
- jongens
- carrière
- rijbewijs
Vier dingen die inderdaad later zijn gekomen:
- alcohol
- koffie
- cafébezoek
- wandelen
Vier steden die ik wil bezoeken:
- San Francisco
- Madrid
- Rome
- Vancouver
Vier schrijvers van wie ik meer wil lezen:
- Reve
- Yourcenar
- Multatuli
- Proust
- make-up
- jongens
- carrière
- rijbewijs
Vier dingen die inderdaad later zijn gekomen:
- alcohol
- koffie
- cafébezoek
- wandelen
Vier steden die ik wil bezoeken:
- San Francisco
- Madrid
- Rome
- Vancouver
Vier schrijvers van wie ik meer wil lezen:
- Reve
- Yourcenar
- Multatuli
- Proust
woensdag, april 05, 2006
Spring is in the air
Twee blote billen. Niet lelijk, niet mooi. Gewoon, zoals billen zijn.
Wat doen die billen zo bloot op straat? Gaat de eigenaar plassen?
Nee, hij bukt voorover.
Oei!
Ik fiets door de Westerhavenstraat en kijk naar rechts de Molendrift in. Ik kom van het station zoals zo vaak, maar dit tafereel is nieuw. Behalve de blotebillenfiguur, zijn er nog drie jongens. Ze hebben vettig, half lang haar, te grote joggingbroeken, te korte honkbaljacks. Ze hebben ook heel veel lol en een bal. Ze gaan proberen met de bal tegen de billen te schieten.
Dit heb ik binnen een seconde waargenomen.
Wat doen die billen zo bloot op straat? Gaat de eigenaar plassen?
Nee, hij bukt voorover.
Oei!
Ik fiets door de Westerhavenstraat en kijk naar rechts de Molendrift in. Ik kom van het station zoals zo vaak, maar dit tafereel is nieuw. Behalve de blotebillenfiguur, zijn er nog drie jongens. Ze hebben vettig, half lang haar, te grote joggingbroeken, te korte honkbaljacks. Ze hebben ook heel veel lol en een bal. Ze gaan proberen met de bal tegen de billen te schieten.
Dit heb ik binnen een seconde waargenomen.
donderdag, maart 23, 2006
You're So Vayne
Ik denk dus nooit aan Jan Vayne. Echt nooit. Zelfs niet als ik net mijn lange haar heb laten knippen.
Vanmiddag om vier uur had ik een afspraak bij de kapper, om vijf uur zat ik in de Tuinbouwstraat op de stoep bier te drinken omdat de lentezon zo zonnig scheen. Kon ik gelijk mijn nieuwe kapsel laten zien aan Andrine. We hieven vrolijk ons flesje op naar voorbijgangers die jaloers groetten.
- Hé daar heb je Jan Vayne, zegt Andrine,
- Valt op dikke vrouwen, reageer als ik een afgetrainde hond.
- Vorige week zag ik hem ook al in Amsterdam. Hij heeft net een baby gekregen.
Een grote groene glanzende mercedes komt langs ons gegleden. Er zit een man met zonnebril achter het stuur, er ligt heel veel haar op de rugleuning van de stoel en een baby op de achterbank.
Hij rijdt de straat uit. Driehonderd meter tegen het verkeer in, maar dat realiseren we ons later pas. Een minuut later komt hij de straat weer in en parkeert zijn auto op de stoep bij Alice die wij ook kennen. Alice was toevallig haar rolschaatsen aan het uitdoen en vanuit de verte zien we hen een gesprek voeren. Ik erheen, ik wil dat haar wel eens van dichtbij zien.
- Hé Alice, kun je niet zien dat ik naar de kapper ben geweest? zeg ik met een steelse blik richting Jan Vayne.
- Nee, daar zie ik echt helemaal niks van.
- Er is echt heel veel af. Wel tien centimeter.
- Misschien moet je, als je wil dat ik kan zien of je naar de kapper ben geweest, eens een ander kapsel nemen.
- Maar het is in laagjes geknipt en al, zeg ik veelbetekenend. Ik loer nogmaals naar Jan Vayne.
Jan Vayne is echter zijn baby aan het uitladen. Hij gaat bij iemand op bezoek die aan de overkant van de straat woont. Hij wappert zelfbewust met zijn haar en steekt over.
Gelukkig heb ik nooit beweerd dat ik me normaal gedraag in het bijzijn van bekende Nederlanders.
de auto van Jan Vayne, geparkeerd op de stoep, in de straat waar hij zo even tegen het verkeer in had gereden
Vanmiddag om vier uur had ik een afspraak bij de kapper, om vijf uur zat ik in de Tuinbouwstraat op de stoep bier te drinken omdat de lentezon zo zonnig scheen. Kon ik gelijk mijn nieuwe kapsel laten zien aan Andrine. We hieven vrolijk ons flesje op naar voorbijgangers die jaloers groetten.
- Hé daar heb je Jan Vayne, zegt Andrine,
- Valt op dikke vrouwen, reageer als ik een afgetrainde hond.
- Vorige week zag ik hem ook al in Amsterdam. Hij heeft net een baby gekregen.
Een grote groene glanzende mercedes komt langs ons gegleden. Er zit een man met zonnebril achter het stuur, er ligt heel veel haar op de rugleuning van de stoel en een baby op de achterbank.
Hij rijdt de straat uit. Driehonderd meter tegen het verkeer in, maar dat realiseren we ons later pas. Een minuut later komt hij de straat weer in en parkeert zijn auto op de stoep bij Alice die wij ook kennen. Alice was toevallig haar rolschaatsen aan het uitdoen en vanuit de verte zien we hen een gesprek voeren. Ik erheen, ik wil dat haar wel eens van dichtbij zien.
- Hé Alice, kun je niet zien dat ik naar de kapper ben geweest? zeg ik met een steelse blik richting Jan Vayne.
- Nee, daar zie ik echt helemaal niks van.
- Er is echt heel veel af. Wel tien centimeter.
- Misschien moet je, als je wil dat ik kan zien of je naar de kapper ben geweest, eens een ander kapsel nemen.
- Maar het is in laagjes geknipt en al, zeg ik veelbetekenend. Ik loer nogmaals naar Jan Vayne.
Jan Vayne is echter zijn baby aan het uitladen. Hij gaat bij iemand op bezoek die aan de overkant van de straat woont. Hij wappert zelfbewust met zijn haar en steekt over.
Gelukkig heb ik nooit beweerd dat ik me normaal gedraag in het bijzijn van bekende Nederlanders.

zondag, februari 26, 2006
Een op de zeven
We hadden een uitwedstrijd in Appingedam, tegen de Pelikanen. We zaten met haar vijven in de auto en hebben nauwelijks grappen gemaakt over preventief ruimen, inenten en ophokken.
We hadden wel wat anders aan ons hoofd. Minerva had de Trouw mee. Waarom er mensen zijn (niet christenen nog wel) die die krant lezen is mij een raadsel, maar het kwam nu wel goed uit dat we hem bij ons hadden. Hoefden we ons niet met humor bezig te houden. De Trouw had een onderzoek gedaan (of publiceerde de uitkomst van een onderzoek dat ze niet zelf hadden gedaan) naar de kindvriendelijkheid van Nederlandse gemeentes.
Het kwam er op neer dat het overal in Nederland goed toeven is voor kinderen, behalve in de achterbuurten (achterstandswijken) van Rotterdam, en in Groningse en Friese dorpen. Het allerslechtste ben je als kind af in Oost-Groningen. De score van Appingedam hebben we niet opgezocht, ons oog viel op Bellingwedde.

Ja, kijk maar even goed. Dit is het kerkhof van Bellingwolde, dat ligt in de gemeente Bellingwedde. Bellingwedde heeft een kindersterftepercentage van 13,9%. Ik kon het ook haast niet geloven. Maar het stond in de Trouw.
We hadden wel wat anders aan ons hoofd. Minerva had de Trouw mee. Waarom er mensen zijn (niet christenen nog wel) die die krant lezen is mij een raadsel, maar het kwam nu wel goed uit dat we hem bij ons hadden. Hoefden we ons niet met humor bezig te houden. De Trouw had een onderzoek gedaan (of publiceerde de uitkomst van een onderzoek dat ze niet zelf hadden gedaan) naar de kindvriendelijkheid van Nederlandse gemeentes.
Het kwam er op neer dat het overal in Nederland goed toeven is voor kinderen, behalve in de achterbuurten (achterstandswijken) van Rotterdam, en in Groningse en Friese dorpen. Het allerslechtste ben je als kind af in Oost-Groningen. De score van Appingedam hebben we niet opgezocht, ons oog viel op Bellingwedde.

Ja, kijk maar even goed. Dit is het kerkhof van Bellingwolde, dat ligt in de gemeente Bellingwedde. Bellingwedde heeft een kindersterftepercentage van 13,9%. Ik kon het ook haast niet geloven. Maar het stond in de Trouw.
donderdag, februari 16, 2006
forensenleed
De sneltrein tussen Leeuwarden is niet de meest comfortabele. Je zit altijd met je knie tegen iemand anders knie. En dat is vies en griezelig. Als je pech hebt deel je de coupé met luidruchtige jongeren, telefonerende ouderen en/of breeduitzittende mannen.
Geen wonder dat ik eenmaal aangekomen op station Groningen mijn misantropie botvier in de geïmproviseerde fietsenflat aan de westzijde.
Waar is mijn fiets. GRRR. Wat is het hier een zooi. Grrr. Als iedereen zijn fiets op een geëigende plek zou parkeren, zou hier een pad zijn in plaats van een hindernisbaan. Grrr. Godver, mijn fiets staat vast omdat iemand het nodig vond zijn fiets er tegenaan te parkeren. Grrrrr. Eruit met die fiets en ik hoop dat ik wat spaken breek.
RAG RAG!!
"Ho maar, ho maar dat is mijn fiets." klinkt een zachte mannenstem.
"Die staat hier erg onhandig, hoe wil je dat ik mijn fiets eruit krijg?" GRR
"Het is hier ook zo vol altijd."
"Boven is anders plek genoeg", bijt ik hem toe.
"Ja, maar dat kan ik niet goed zien. Ik ben zeer slechtziend en kan de glijders niet goed onderscheiden."
"Oh, oké dan."
Bareuh...Ik had het moeten weten. Een fiets met gezinsbodefietstassen kan niet van een geluksvogel zijn. En ik wou z'n spaken breken, zijn achterlicht eraf trappen. Waarom tref ik op zo'n moment niet gewoon een luie rotvent?
Geen wonder dat ik eenmaal aangekomen op station Groningen mijn misantropie botvier in de geïmproviseerde fietsenflat aan de westzijde.
Waar is mijn fiets. GRRR. Wat is het hier een zooi. Grrr. Als iedereen zijn fiets op een geëigende plek zou parkeren, zou hier een pad zijn in plaats van een hindernisbaan. Grrr. Godver, mijn fiets staat vast omdat iemand het nodig vond zijn fiets er tegenaan te parkeren. Grrrrr. Eruit met die fiets en ik hoop dat ik wat spaken breek.
RAG RAG!!
"Ho maar, ho maar dat is mijn fiets." klinkt een zachte mannenstem.
"Die staat hier erg onhandig, hoe wil je dat ik mijn fiets eruit krijg?" GRR
"Het is hier ook zo vol altijd."
"Boven is anders plek genoeg", bijt ik hem toe.
"Ja, maar dat kan ik niet goed zien. Ik ben zeer slechtziend en kan de glijders niet goed onderscheiden."
"Oh, oké dan."
Bareuh...Ik had het moeten weten. Een fiets met gezinsbodefietstassen kan niet van een geluksvogel zijn. En ik wou z'n spaken breken, zijn achterlicht eraf trappen. Waarom tref ik op zo'n moment niet gewoon een luie rotvent?
maandag, februari 13, 2006
Waar te beginnen
Vul de goede vorm in van aller: Béatrice et Pierre ... à la piscine.
- dat kan niet.
- waarom niet?
- er staat geen je of tu of zo voor.
- Maar wel wat anders. Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je Béatrice et Pierre vervangen?
- Eh?
- Béatrice et Pierre zijn degenen die gaan. Dat zijn twee mensen. Waar zou je die door kunnen vervangen: nous, vous, ils, elles?
- Nous?
- Nee, niet nous. Dat betekent wij, dus daar zit je zelf altijd bij. Of een moi. Het is zij meervoud.
- Elle?
- Nee meervoud. Béatrice et Pierre gaan, dus zij gaan.
- Oh hun gaan.
- Ja, hun ja.
- dat kan niet.
- waarom niet?
- er staat geen je of tu of zo voor.
- Maar wel wat anders. Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je Béatrice et Pierre vervangen?
- Eh?
- Béatrice et Pierre zijn degenen die gaan. Dat zijn twee mensen. Waar zou je die door kunnen vervangen: nous, vous, ils, elles?
- Nous?
- Nee, niet nous. Dat betekent wij, dus daar zit je zelf altijd bij. Of een moi. Het is zij meervoud.
- Elle?
- Nee meervoud. Béatrice et Pierre gaan, dus zij gaan.
- Oh hun gaan.
- Ja, hun ja.
zondag, februari 05, 2006
Mijn geheugen maakt er een potje van
- Met die enorme bos haar lijk je wel een beetje op Jan Vayne, merkte Kiki op na het headbangen.
Heb ik een keer lang haar, word ik nog vergeleken met een man. Maar daar denk ik nu pas aan, over mijn eerste reactie had ik helemaal geen controle:
- Jan Vayne valt op dikke vrouwen, antwoordde ik voor ik er erg in had.
Jan Vayne valt op dikke vrouwen. Althans, dat heeft mijn gezette buurvrouw in de studentenflat mij ooit een keer verteld. Ze haatte zijn muziek, maar moest wel een zwak voor hem hebben. In 1992 moet dat geweest zijn. Sindsdien had ik nooit meer een gedachte gewijd aan Jan Vayne laat staan aan zijn sexuele voorkeur, maar nu blijkt die mededeling nog gewoon in mijn geheugen te zitten. Vreselijk als je bedenkt wat ik allemaal vergeet: afspraken met goede vrienden, dringende rekeningen betalen, verplichte vergaderingen, kind van vaste verkering van de naschoolse opvang halen.
Maar Jan Vayne zit er nog en er is geen reden om aan te nemen dat dat zal veranderen.
Heb ik een keer lang haar, word ik nog vergeleken met een man. Maar daar denk ik nu pas aan, over mijn eerste reactie had ik helemaal geen controle:
- Jan Vayne valt op dikke vrouwen, antwoordde ik voor ik er erg in had.
Jan Vayne valt op dikke vrouwen. Althans, dat heeft mijn gezette buurvrouw in de studentenflat mij ooit een keer verteld. Ze haatte zijn muziek, maar moest wel een zwak voor hem hebben. In 1992 moet dat geweest zijn. Sindsdien had ik nooit meer een gedachte gewijd aan Jan Vayne laat staan aan zijn sexuele voorkeur, maar nu blijkt die mededeling nog gewoon in mijn geheugen te zitten. Vreselijk als je bedenkt wat ik allemaal vergeet: afspraken met goede vrienden, dringende rekeningen betalen, verplichte vergaderingen, kind van vaste verkering van de naschoolse opvang halen.
Maar Jan Vayne zit er nog en er is geen reden om aan te nemen dat dat zal veranderen.

woensdag, februari 01, 2006
Hand eraf!
Mijn fiets is gestolen. Een paar weken geleden was dat. Inmiddels heb ik een nieuwe fiets, een veel fijnere, maar ik ben er toch nog niet helemaal overheen. Ik wil kunnen denken: die stakker had hem (of de opbrengst van de fiets) vast harder nodig dan ik. Maar ik voel alleen maar agressie. Hand eraf! Helemaal niet zo'n gekke straf.
Wat gebeurt er eigenlijk met fietsendieven als ze gesnapt worden? Wat voor straf krijgen ze? En hangt die af van de waarde van de fiets? Dat zou ik niet terecht vinden. Mijn stadsfiets is veel belangrijker voor mij dan de Koga Myata Road Traveler voor mijn vader.
Ik vind dat fietsendiefstal net zo ernstig is als autodiefstal en ook net zo zwaar bestraft moet worden. Maar Corry denkt dat dat niet haalbaar is. Met auto's kom je op een ander niveau: een fiets stelen is niet zo erg, autostelen is een ernstig misdrijf. Is het net zo erg om een fiatje te jatten als een rolls royce? What the hell. Mijn fiets, mijn fiets daar gaat het om. Dat is pas erg. De rest kan me niet schelen.
Wat gebeurt er eigenlijk met fietsendieven als ze gesnapt worden? Wat voor straf krijgen ze? En hangt die af van de waarde van de fiets? Dat zou ik niet terecht vinden. Mijn stadsfiets is veel belangrijker voor mij dan de Koga Myata Road Traveler voor mijn vader.
Ik vind dat fietsendiefstal net zo ernstig is als autodiefstal en ook net zo zwaar bestraft moet worden. Maar Corry denkt dat dat niet haalbaar is. Met auto's kom je op een ander niveau: een fiets stelen is niet zo erg, autostelen is een ernstig misdrijf. Is het net zo erg om een fiatje te jatten als een rolls royce? What the hell. Mijn fiets, mijn fiets daar gaat het om. Dat is pas erg. De rest kan me niet schelen.
zondag, januari 08, 2006
Wat is dat voor een ding
Dingedingeding, wat is dat voor een ding? zingt mijn vaste verkering. We zijn op vakantie geweest en verkeren in opperbeste stemming. Drie nachten in de Voerstreek en we zijn weer klaar voor een jaar werken en, dat is nieuw!, zuinig doen. We hebben er bijna zin in.
De Voerstreek, het is maar net over de grens, ze spreken er nog Nederlands, Nederland 1, 2 en 3 staan als eerste geprogrammeerd op de hoteltelevisie en toch zijn we er helemaal uit geweest. We waren in het dorpje Teuven (spreek de eu voor in de mond uit met getuite lippen): een knots van een katholieke kerk, een wasmachine- annex fietsenwinkel met benzinepomp direct aan de weg, twee hotels, het dorpshuis PATRIA en een hippiekroeg die we helaas niet hebben verkend.
Hoe konden wij immers het café halen als wij eerst het dorpshuis moesten passeren waar een verklede menigte deed alsof het carnaval was? En wij mochten er ook in voor vijf euro. Geen geld, want wij zagen een strak gepland programma met optredens van de plaatselijke turnvereniging, de dito lijndansclub, Big Benny uit Maastricht die carnavalskrakers ten gehore bracht onderwijl een indrukwekkend gemiddelde halend van 12 biertjes per uur, en enkele breekbare, schaars geklede meisjes die op bijna zuivere toon hartverscheurende liedjes zongen.
We voelden ons zeer bevoorrecht. Anderen moeten op wereldreis om als uitzonderlijke toerist aanwezig te mogen zijn bij een of ander inheems religieus ritueel. Wij waren slechts 5 minuten fietsen over de grens. We dronken bier mee alsof we volleerd waren, maar aansluiten bij de polonaise leek ons not done. Er zou ook een nieuwe Prins Carnaval worden gekozen, maar dat hebben we niet gehaald. De K. kerk slaapt niet uit, evenmin als de haan.
polonaise met overgave
De Voerstreek, het is maar net over de grens, ze spreken er nog Nederlands, Nederland 1, 2 en 3 staan als eerste geprogrammeerd op de hoteltelevisie en toch zijn we er helemaal uit geweest. We waren in het dorpje Teuven (spreek de eu voor in de mond uit met getuite lippen): een knots van een katholieke kerk, een wasmachine- annex fietsenwinkel met benzinepomp direct aan de weg, twee hotels, het dorpshuis PATRIA en een hippiekroeg die we helaas niet hebben verkend.
Hoe konden wij immers het café halen als wij eerst het dorpshuis moesten passeren waar een verklede menigte deed alsof het carnaval was? En wij mochten er ook in voor vijf euro. Geen geld, want wij zagen een strak gepland programma met optredens van de plaatselijke turnvereniging, de dito lijndansclub, Big Benny uit Maastricht die carnavalskrakers ten gehore bracht onderwijl een indrukwekkend gemiddelde halend van 12 biertjes per uur, en enkele breekbare, schaars geklede meisjes die op bijna zuivere toon hartverscheurende liedjes zongen.
We voelden ons zeer bevoorrecht. Anderen moeten op wereldreis om als uitzonderlijke toerist aanwezig te mogen zijn bij een of ander inheems religieus ritueel. Wij waren slechts 5 minuten fietsen over de grens. We dronken bier mee alsof we volleerd waren, maar aansluiten bij de polonaise leek ons not done. Er zou ook een nieuwe Prins Carnaval worden gekozen, maar dat hebben we niet gehaald. De K. kerk slaapt niet uit, evenmin als de haan.

dinsdag, december 27, 2005
De Stadsweg
Groningen is een stad. Geen Parijs of New York, maar ook zeker geen Drachten of Hoogeveen. Groningen is wel zo zeer een stad dat de enkele overgebleven dorpse elementen charmante curiositeiten zijn.
Zo heb ik een zwak voor de Stadsweg, de kortste weg tussen de Oosterparkwijk en Lewenborg. Niets doet er denken aan de stadse volksbuurt die je net hebt verlaten of aan de ellendige nieuwbouwwijk die je tegemoet rijdt. Moderne bestemmingsplannen zijn er nog niet gemaakt of uitgevoerd. Aan de linkerkant grazen wat verloren schapen op een bonkig stukje grasland, rechts staat een rijtje arbeidershuizen waar keurige dames kalmpjes van het pensioen van hun overleden echtgenoot leven. En het is er netjes: de tuintjes, de vensterbanken, de entree.
Dagelijks hoogtepunt is de komst van de postbode, die men al jaren kent, maar nog steeds met u aanspreekt. Zo nu en dan komt hij binnen voor een kop koffie, maar niet te vaak want daar krijg je maar praatjes van.

Zo heb ik een zwak voor de Stadsweg, de kortste weg tussen de Oosterparkwijk en Lewenborg. Niets doet er denken aan de stadse volksbuurt die je net hebt verlaten of aan de ellendige nieuwbouwwijk die je tegemoet rijdt. Moderne bestemmingsplannen zijn er nog niet gemaakt of uitgevoerd. Aan de linkerkant grazen wat verloren schapen op een bonkig stukje grasland, rechts staat een rijtje arbeidershuizen waar keurige dames kalmpjes van het pensioen van hun overleden echtgenoot leven. En het is er netjes: de tuintjes, de vensterbanken, de entree.
Dagelijks hoogtepunt is de komst van de postbode, die men al jaren kent, maar nog steeds met u aanspreekt. Zo nu en dan komt hij binnen voor een kop koffie, maar niet te vaak want daar krijg je maar praatjes van.


dinsdag, november 29, 2005
Les jours de ma vie
Het was de schuld van de Superdeboer. Ik wilde sinaasappels. Helaas waren ze in de aanbieding: twee netjes voor de prijs van één. Waarom niet één netje voor de helft van de prijs? Kan Balkenende niet eens wat gaan doen aan deze praktijken?
M'enfin, omdat ik wist dat de boodschappen nu niet meer in mijn rugzak zouden passen, besloot ik nog meer boodschappen te kopen, zodat ik met recht een doosje kon pakken. Want plastic tasjes kopen doe ik liever niet.
Doosjes op.
Zul je altijd zien.
Dan moeten de pakken zuivel maar onder de snelbinders.
Blijken er geen snelbinders op mijn leenfiets te zitten. Dan leg ik de pakken op de bagagedrager, houd ik de netten sinaasappels in de ene en mijn fiets aan de andere hand. Netten snijden in mijn vingers, maar ik houd vol. Een pak melk valt op de grond. Ik zet de fiets op de standaard om een hand vrij te hebben om het pak op te rappen. Standaard lam. Ik zet de fiets tegen mijn linkerbeen en raap in perfecte balans het pak op.
Na nog twee keer rapen besluit ik de pakken en de netten te wisselen. Ik drapeer de netten over de bagagedrager, klem de pakken onder mijn oksel, houd een hand aan het stuur en vervolg mijn weg. Pak schuift weg, valt op de grond. Ik buk om het op te rapen, maar moet dan de sinaasappels loslaten. Die vallen ook. Ik vloek. Ik ben op dertig meter van de superdeboer. Er komt een fietser uit een steegje.
"Gaat lekker hè?"
"Sorry", antwoord ik verdwaasd.
Soms kan ik het leven gewoon niet aan.
M'enfin, omdat ik wist dat de boodschappen nu niet meer in mijn rugzak zouden passen, besloot ik nog meer boodschappen te kopen, zodat ik met recht een doosje kon pakken. Want plastic tasjes kopen doe ik liever niet.
Doosjes op.
Zul je altijd zien.
Dan moeten de pakken zuivel maar onder de snelbinders.
Blijken er geen snelbinders op mijn leenfiets te zitten. Dan leg ik de pakken op de bagagedrager, houd ik de netten sinaasappels in de ene en mijn fiets aan de andere hand. Netten snijden in mijn vingers, maar ik houd vol. Een pak melk valt op de grond. Ik zet de fiets op de standaard om een hand vrij te hebben om het pak op te rappen. Standaard lam. Ik zet de fiets tegen mijn linkerbeen en raap in perfecte balans het pak op.
Na nog twee keer rapen besluit ik de pakken en de netten te wisselen. Ik drapeer de netten over de bagagedrager, klem de pakken onder mijn oksel, houd een hand aan het stuur en vervolg mijn weg. Pak schuift weg, valt op de grond. Ik buk om het op te rapen, maar moet dan de sinaasappels loslaten. Die vallen ook. Ik vloek. Ik ben op dertig meter van de superdeboer. Er komt een fietser uit een steegje.
"Gaat lekker hè?"
"Sorry", antwoord ik verdwaasd.
Soms kan ik het leven gewoon niet aan.
maandag, november 28, 2005
Geluk gehad
Corry is ziek. Al sinds 10 september. Een hersenschudding, opgelopen met voetbal. Pas na een weekendje feestvieren in Den Haag kwam ze er achter dat het ernstig is. Sindsdien is ze thuis, luistert ze naar boeken op cd's, radio 1 en cassettes van Paulus de Boskabouter.
Eerst was ze bang dat ze onherstelbaar hersenletsel zou hebben. Het duurde zo lang en het voelde kapot. Nu neemt ze toch wel enige verbetering waar en wil ze zorgen dat mensen die ook een hersenschuddig krijgen niet in paniek raken. Zegt het voort! Het gaat over, zij het langzaam.
"Ach", overrelativeert ze, "eigenlijk heb ik nog geluk. Een collega van mij, echt een heel mooie jongen, is met zijn gezicht tegen een bus opgelopen. Alles was stuk."
Vandeweek was hij, net als Corry, even op het werk. Zijn gezicht laten zien. Hij zag er niet zo slecht uit als werd gevreesd. Hij had een litteken, maar hij was nog steeds een behoorlijk mooie jongen. Wel voelt hij zich verschrikkelijk, heeft hij last van hoofdpijnen, oorsuizingen en watnietal. De collega's waren blij hem zo aan te treffen en vertelden hem dat hij geluk had gehad. Je kunt tenslotte ook doodgaan van tegen een bus aan lopen.
De jongen had tranen in zijn ogen. Je knalt tegen een bus, je bent maanden uit de roulatie, je wordt misschien wel nooit meer de oude en dan vertellen die amoebes dat je geluk hebt gehad.
Woensdag is de linkertrapper afgebroken van mijn fiets. "Heb ik weer", zei ik nepfatalistisch. Maar van het idee dat dit mijn stroke of bad luck is, vult mijn hart zich met blijmoedigheid. Trapper eraf. Haha.
Eerst was ze bang dat ze onherstelbaar hersenletsel zou hebben. Het duurde zo lang en het voelde kapot. Nu neemt ze toch wel enige verbetering waar en wil ze zorgen dat mensen die ook een hersenschuddig krijgen niet in paniek raken. Zegt het voort! Het gaat over, zij het langzaam.
"Ach", overrelativeert ze, "eigenlijk heb ik nog geluk. Een collega van mij, echt een heel mooie jongen, is met zijn gezicht tegen een bus opgelopen. Alles was stuk."
Vandeweek was hij, net als Corry, even op het werk. Zijn gezicht laten zien. Hij zag er niet zo slecht uit als werd gevreesd. Hij had een litteken, maar hij was nog steeds een behoorlijk mooie jongen. Wel voelt hij zich verschrikkelijk, heeft hij last van hoofdpijnen, oorsuizingen en watnietal. De collega's waren blij hem zo aan te treffen en vertelden hem dat hij geluk had gehad. Je kunt tenslotte ook doodgaan van tegen een bus aan lopen.
De jongen had tranen in zijn ogen. Je knalt tegen een bus, je bent maanden uit de roulatie, je wordt misschien wel nooit meer de oude en dan vertellen die amoebes dat je geluk hebt gehad.
Woensdag is de linkertrapper afgebroken van mijn fiets. "Heb ik weer", zei ik nepfatalistisch. Maar van het idee dat dit mijn stroke of bad luck is, vult mijn hart zich met blijmoedigheid. Trapper eraf. Haha.
maandag, november 14, 2005
IJsbergsla, wat een kommer

Het enige wat ik in het voordeel kan zeggen van ijsbergsla is dat knapperig is. Voor de rest alleen maar klachten.
Het ziet er niet uit. Dat blekige groene, wèèh. Als je het in reepjes snijdt blijft er niets van over, zeker niet als er nog een dressing overheen gaat. Echt zielig. De onooglijk gespierde bladeren heel laten kan ook niet.
En laten we wel wezen. Het smaakt nergens naar. Sommigen zeggen dat het naar water smaakt, maar daar doe je water te kort mee. Zeker zoals het bij ons uit de kraan komt.
Godverdegodver, wat kan ik chagrijnig worden van ijsbergsla. En hierin sta ik zeker niet alleen!
Abonneren op:
Posts (Atom)