zondag, september 30, 2007

Komen drie vegetariërs bij de Chinees

In een rabiate fase van mijn vegetariaat heb ik het wel eens gedaan: vleesloos eten bij de Chinees. Het duimdikke menu bood drie opties: gado-gado, foe yong hai en patat met appelmoes. Ik koos de gado-gado en werd daar, om in hedendaagse uitzendbureautermen te spreken, heel verdrietig van. Slappe doorgekookte groenten met slappe doorgekookte pindasaus. Ik had het kunnen weten natuurlijk. Satésaus is bij de Chinees een soort bruine melk, het schenkt uitstekend, maar smaakt nergens naar. Toen nam ik een besluit dat nu, zes maanden later, nog quasi-fier overeind staat: ik mag overal vlees eten, maar niet thuis.

Net als gewone mensen zijn ook pseudo-vegetariërs graag onder soortgenoten en toen ik vrijdag met A. en L. ging eten bij Tong Ah was ik blij te ontdekken dat zij ook zo hun hele en halve principes hadden: A. koopt al haar vlees bij de groene slager, behalve broodbeleg, dat koopt ze bij de AH. L. wil eigenlijk helemaal geen vlees eten, waardoor A. ook tot het vegetariaat veroordeeld zou zijn, ware het niet dat L. A. tegemoet komt door voor kip een uitzondering te maken. Waarom kip minder erg zou zijn dan ander vlees werd mij niet helemaal duidelijk, maar ik vond het een mooie constellatie van regels.
Wat gingen wij bestellen?
Voor de vorm keek ik eerst bij de vegetarische gerechten en vond er wat ik verwachtte. Dat werd eend eten. Ik ben gek op peking eend en ik vind dat àls je vlees eet je het wel heel lekker moet vinden, anders is het zielig. Ik sloot het menuboek en wachtte af wat mijn gezelschap nam. L. nam uiteraard kip met saus, al was dat nu niet direct noodzakelijk en A. koos vis, ook zeer verantwoord. Wij deden onze bestelling bij een piepjonge Chinees, lid van de dertiende generatie Ah, gok ik. Wat of wij erbij wilden, vroeg hij, rijst, nasi of bami?
“Hebben jullie ook vegetarische bami?” vroeg L.
Dat was er en dat maakte deze maaltijd tot een pseudo-vegetarische, precies goed voor ons soort mensen. We hebben heerlijk gegeten, zonder wroeging, en daar gaat het om.

zaterdag, september 15, 2007

Buitengewoon amusant

Het is mooi weer, er is markt en toch zit ik binnen. Ramptoeristje te spelen. Ik zit mij namelijk buitengewoon te verkneukelen voor de tullefiessie waar de leden van de VVD met elkaar van gedachten wisselen over de kwestie RITA. Vroeger liet ik me nog wel eens intimideren door de liberalen, de rotarysfeer, de arrogantie, de eloquentie, en vond ik de V die stond voor volks misplaatst. Nu weet ik wel beter.
"VVD-ers gaan met stijl met elkaar om", zei voorzitter Jan van Zanen. Daar was vandaag niks van te merken, treurig natuurlijk, maar ook onweerstaanbaar grappig.
Een lid uit ik weet niet welk gehucht wijdde zijn spreektijd aan het al dan niet geschiktzijn van Kamp als partijleider: "ik vind hem houterig en toen hij minister van defensie was betwijfelde ik of hij wel bekwaam was." Ik lachen natuurlijk. Kamp zelf ook. "Boe, boe", riep de zaal.
De ik-verhalen waren niet van de lucht. Iedereen die aan het woord kwam moest kwijt hoe lang hij lid was van de partij en waarom: "toen ik in 1972 Hans Wiegel op tv zag wist ik de VVD is mijn partij. Dat is het nog steeds."
Helaas moet ik weg, want ik had hier de hele dag kunnen zitten, turvend hoe vaak het woordje buitengewoon voorbijkwam. Ben benieuwd of en hoe de VVD de rijen gaat sluiten om het gevecht tegen dit "verschrikkelijk linkse kabinet" (heb ik iets gemist?) op volle stootkracht te kunnen voeren.

donderdag, september 06, 2007

HEB JE HET AL GEHOORD?

Luciano Pavarotti is vannacht overleden. Toen ik gisteravond ging slapen was er nog geen vuiltje aan de lucht, Jan Pronk stond bovenaan teletekst met zijn potsierlijke spijtbetuiging, maar terwijl wij nietsvemoedend lagen te ronken, blies de "bebaarde tenor" zijn laatste adem uit in zijn woonplaats Modena, zo vernam ik vanochtend via de wekkerradio.
Dat is nog eens lekker wakker worden. Ik voel me altijd goed als beroemdheden overlijden. De opwinding, de sentimentaliteit (reken maar dat we de komende dagen kunnen zwelgen in de aria's Nessun Dorma en Una furtiva lagrima), het heb je het al gehoord?
Ik ben hartstikke ziek, ik weet het. Ik vecht tegen de vrolijkheid. Zet een treurig gezicht op, draai een requiem, kleed me stemmig, maar niks helpt, het zit te diep. Waar komt het vandaan? Is er een blauwdruk? Jazeker, daarvoor moeten we 21 jaar terug in de tijd, ik was net 13 en had nog weinig ervaring met de dood.

Augustus 1986, ergens in Beieren.
We bevonden ons op het sportveld, we waren aan het oefenen voor het grote volleybaltoernooi dat de volgende dag plaats zou hebben. Vakantie zonder zorgen.
- Heeeeee! klonk het opeens uit het appartementencomplex.
We keken om en zagen Jimmy die naar buiten rende. Jimmy was niet helemaal goed, dat zag je meteen. Zonder geestelijk gehandicapt te zijn had hij niet veel controle over zichzelf. Ging naar school met een busje dat hem 's ochtends vroeg ophaalde en tegen het avondeten weer thuisbracht. "Maar wel heel lief", zeiden zowel de meiden als de jongens over hem. Dat vond ik niet, maar het leek me strategisch handiger om het er mee eens te zijn.
Jimmy zwaaide met zijn armen.
- Hebben jullie het al gehoord? schreeuwde hij.
Wat kon er aan de hand zijn? Volleybaltoernooi afgelast? Een speelfilm vanavond in de grote zaal? Nee, het was duidelijk dat we het niet al gehoord hadden.
- Wat wat? vroegen we.
- Willem Ruis is dood! riep Jimmy triomfantelijk alsof hij hem zelf om zeep had geholpen.
Willem Ruis? Dat kon niet waar zijn. Zo jong nog, jonger dan onze vaders. Wist hij het zeker?
- Ja, het staat in de Telegraaf.
Een opwinding maakte zich van ons meester. We gingen op zoek naar Nederlanders aan wie we het konden vertellen in de hoop een primeur voor hen te hebben. Nieuwe gasten werden al op de hoogte gebracht voordat ze uit hun auto waren gestapt.
Diezelfde dag nog was het nieuws in alle uithoeken van het appartementencomplex doorgedrongen. Zo nu en dan kwam er iemand met nieuwe gegevens: de doodsoorzaak (hartaanval, verbaasde ons niets), de plaats van overlijden (Spanje), maar al gauw viel er niets meer over te zeggen. Ik herinner me nog mijn teleurstelling toen men over ging op de orde van de dag.

woensdag, september 05, 2007

Verloren meesterwerk

We hadden muziekles. Meneer Dijkstra was nogal in zijn knollentuin, want hij had 15 spiksplinternieuwe keyboards met 30 koptelefoons in zijn lokaal staan. Daar mochten we twee aan twee achter gaan zitten. Ik ging samen met Ingrid die al 10 jaar op pianoles zat. Zelf speelde ik heel verdienstelijk accordeon voor iemand met een jaar oefening, maar ik had er al vijf op zitten.
We moesten opdrachten uitvoeren. Ik weet niet meer wat, maar ze waren veel te gemakkelijk voor ons. Wij gingen dus pielen met het apparaat. Alle ritmes uitproberen en alle nepinstrumenten. Opeens had ik iets fantastisch te pakken. Een melodie met gigantische hitpotentie. Ingrid had het niet meer. Ze stootte iedereen aan die bij ons in de buurt zat . "Moet je horen wat Bonny doet!" en leende haar koptelefoon even uit. Ik was in de zone, varieerde naar hartelust, telkens terugkomend bij de oorspronkelijke melodie. Vlak voor een rood aangelopen Dijkstra de koptelefoon van mijn swingende hoofd rukte, knalde ik er nog een daverend slotakkoord uit.
Dit geweldige stuk muziek is helaas niet genoteerd of opgenomen en na mijn twee maanden keyboardschorsing heb ik niets meer van gelijk niveau geproduceerd.

donderdag, augustus 30, 2007

Zo'n avond

Na een dag hard werken installeer ik me met een bierglas vol gin-tonic voor de tullefiessie. Ik pak de afstandsbediening en daar ga ik los. Ik start met Nederland 3. Atletiek: een Italiaan springt 8.47 ver, het verst tot dan toe. Hij gaat helemaal uit zijn dak, hij doet me denken aan Coco op de eerste avond van haar vakantie. De Italiaan zijn moeder op de tribune heeft het niet meer. Krijgt ze een orgasme? Je zou het wel zeggen. Echt. Wij Droevees maken geen grappen over orgasmes.
Na 28 zenders beland ik op RTL7. Ik val midden in een film. Ziet er aangenaam uit, zo op het eerste gezicht. Een blinde man (Al Pacino) staat op het punt om met een mooie jonge vrouw te gaan dansen.
'Give me some coordinates', commandeert Al tegen een kakjongen die ook wel een grote rol zal hebben. De kakjongen zegt: ‘Het is een langwerpige dansvloer, wij staan nu aan de lange kant. Het orkest is aan uw rechterhand.’ Meer heeft Al niet nodig, hij leidt de dans prachtig, maar toch overtuigend blindeman spelend. Ik kijk in de vprogids welke film het is: Scent of a Woman, hij krijgt maar liefst vier van de vijf mogelijke sterren.
Een quiz op België 2: De Kanvaskrak. Niks over te zeggen, behalve dat de titel zo grappig is.
Foesbal: HSV wint voor de UEFA-bokaal met Fànderfart, Ajax is nog steeds uitgeschakeld voor de Champions League en dat is 'niet alleen botte pech', en Koeman hoort van een journalist dat Koevermans bij PSV komt. Koekoe, die gaan lekker loeien samen.
Afwassen, telefoneren, nieuw glas, nieuwe zapronde.
Scent of a woman loopt ten einde, naar ik vermoed. Al Pacino staat in een luxe hotelkamer en houdt een pistool op zijn eigen hoofd gericht, kakjongen is in paniek. Hij zegt:
‘Kolonel, doe het niet, u wilt toch leven!’
‘Waarom?’, vraagt de kolonel, ‘mijn leven is donker.’
‘Maar het leven heeft zo veel te bieden, kolonel.’
‘Wat dan, geef me één goede reden om te willen leven.’
Prima vraag, denk ik goedkeurend, ben benieuwd naar het antwoord.
‘I’ve never seen anyone dance the tango or drive the Ferrari better than you did.’
Nu maakt ie er een eind aan, denk ik. Dit kan echt niet. Hij wil een goede reden en krijgt dit. Ik wind me op en ben een beetje ongerust dat licht ontvlambare Al helemaal beserk gaat. Maar hij ontspant, tot mijn ontzetting. Zijn blinde ogen lichten op. Hij laat het pistool zakken.
'Wat heb jij nu helemaal gezien van het leven, kakjong', zegt ie zacht en even later: ‘I need a drink’.
Ik ook, denk ik. Opgelucht kakjong vindt dat hij koffie moet nemen, maar zo diep wil Al niet zinken en hij plakt met Jack Daniels.
Genoeg gezien, tf uit, naar bed, morgen weer hard werken.

vrijdag, augustus 24, 2007

Contigo

Ondanks periodiek terugkerende goede voornemens, wekelijks geworstel met El País, zelfstudie met behulp van grammaticaboeken en thematische woordenlijsten, bevindt mijn Spaans zich nog altijd op een belabberd niveau. Ook het boek Breaking OUT of Beginner's Spanish heeft mij nog niet bevrijd. Maar ik geef niet op! Een nieuw idioom geeft nieuwe invalshoeken aan het leven, en de Spaanse bevallen me wel.
Ik ben de baas, ik kies!
Zo kon ik mijn dag vanochtend heel aangenaam beginnen. Ik had over jou gedroomd, maar was blij dat in het Spaans te kunnen denken: Soñé contigo. Ik heb met je gedroomd, bedankt voor de prettige samenwerking.

dinsdag, augustus 21, 2007

Tijgerpoep

Aan: Dierenpark Emmen
Onderwerp: tijgerpoep

Beste mevrouw/mijnheer,

Hoewel ik veel van katten houd, heb ik een hekel aan de geur van kattenpis. In mijn tuin is het door de territoriumdrang van de buurkatten onleefbaar geworden. Bij Tuinland heb ik 'Kattenschrik' gekocht, een peperdure bus met stinkende witte korrels waarvan de geur de dieren op afstand moet houden. Geldklopperij! Ik had net zo goed poedersuiker kunnen strooien. Er is maar één middel dat echt werkt: tijgerpoep. Helaas wordt tijgerpoep niet meer verkocht omdat er onlangs een grote voorraad is ontploft in Eelde. Het schoonmaken kostte zoveel tijd en geld dat de handel niet meer rendabel was. Kan ik één dezer dagen langs komen met een open(!) emmer en een voorraadje tijgerpoep meekrijgen? Alvast bedankt voor uw antwoord.

Met vriendelijke groet,

Bonny Droevee

donderdag, augustus 09, 2007

Leven is vergeten? Was het maar waar!

Een groot deel van mijn geheugen wordt in beslag genomen door onzindingen: personalia van sterren die ik vroeger in de hitkrant heb gelezen, citoscores van klasgenoten, alternatieve betekenissen van autonamen (suzuki = scheur u zelf uw kist in), te sneu voor woorden, maar niet weg te schroeien. Een anomalie waar ik nooit last van heb, behalve soms, waarvan hier een illustratie.
Ik woon in een prachtig huis. Bovenop mijn prachtige huis is nog een woning en daarin woont de bovenbuurvrouw. Een betere bovenbuurvrouw kun je je niet wensen. Ze heeft gedurende mijn vakantie voor mijn basilicumplantje gezorgd als was het haar eigen vlees een bloed. Vanmiddag vroeg ze me hoe het met het plantje ging, terwijl ik al twee weken terug ben nota bene. Dat is een niveau van toewijding waaraan ik nooit zal kunnen tippen.
Ik hoor haar zelden ondanks de zeer matige isolatie van ons pand. Zij heeft me toevertrouwd dat ze zodra ze thuiskomt haar schoenen verwisselt voor geluidabsorberende slofjes omdat "je er anders met goed fatsoen geen parketvloer op na kan houden in een bovenwoning".
Nu is het tien voor één. Ik weet dat ze over tien minuten naar bed gaat, en vlak daarvoor, net als ieder normaal mens, naar de wc. En god weet wat ze allemaal naar binnen giet op een avond, maar dat geeft me een geklater! Of geklater is eigenlijk niet het juiste woord, daarvoor is het geluid te vol. Hoe dan ook, het is nogal wat wat er uit komt.
Alsof het niet erg genoeg is dat ik daarvan dagelijks oorgetuige ben, word ik ook nog elke keer belaagd door de herinnering aan een zekere episode uit Turks Fruit: de kunstenaar en Olga zijn aan het vrijen als Olga naar de wc moet. De kunstenaar wil het niet onderbreken en zegt: "blijf hier, ik drink het wel op" of iets van die strekking. Maar dat ziet Olga niet zitten en ze gaat toch, tot de kunstenaars opluchting want er klinkt me een geklater uit de wc, alsof er een berggeit staat te zeiken.
Waarschijnlijk was ik te jong toen ik het boek las, anders had het vast niet zo'n indruk gemaakt. En nu 18 jaar later, betaal ik daarvoor de tol. Avond aan avond voor het slapen gaan, moet ik denken aan pissende berggeiten en urine drinken. Ik zit er maar weer mooi mee.

zaterdag, augustus 04, 2007

Cliché nr 3

Wat ik nu weer heb meegemaakt, moet je luisteren. Zojuist zat ik voor mijn huis in de zomerochtendzon onbekommerd te genieten van mijn ontbijt. Ik heb het al vaker gezegd: fatsoenlijk weer en een evenwichtige hormoonspiegel, veel meer heb ik niet nodig om domweg gelukkig te zijn. Ik droeg en draag nog steeds een groene korte broek, een groen t-shirt en teva-sandalen (ik draag nooit sandalen, maar ik heb ze wel en ze waren heel duur, dus vooruit). Komen er van links twee mannen aan. Een buurman van verderop en een onbekende sjofel uitziende man. Ze zijn met elkaar in gesprek. Als ze ter hoogte van mijn huis zijn zwijgen ze even. Sjofelman monstert mij en mijn kom yoghurt enkele seconden en zegt duidelijk hoorbaar tegen de buurman:
- En dat is cliché nummer drie.

Ik ben nog steeds wel een beetje domweg gelukkig, maar de glans is er wat af. Wat heeft dit te betekenen? Ging dit over mij? Waarom? Zijn het die sandalen? Is die man niet verschrikkelijk onbeschoft en zou die geen boete moeten krijgen?
En, al weet ik dat ik het niet moet willen weten, wat zijn clichés 1 en 2?

vrijdag, augustus 03, 2007

Blondy Droevee

Mijn hele leven ben ik al blond, maar vreemd genoeg ben ik de enige die dat zo ziet. Anderen, al vinden ze nog me nog zo aardig, beweren altijd dat ik donkerharig ben. Misschien aan de donkerblonde kant aan het einde van een zonnige zomer, maar dan houdt het wel op. Om van het gehakketak af te zijn besloot ik vanmiddag tot een bezoek aan de kapper.
- Ik wil mijn haar graag laten blonderen, deelde ik mee in de hoop dat Monique, de kapster, verbaasd zou reageren. Blond haar laten blonderen? is dat niet wat dubbelop? Maar niks daarvan, mevrouw zit ook in het complot.
- Wil je highlights of helemaal blond?
- Helemaal blond, antwoordde ik vol bravoure.
- Weet je het zeker? Als het gaat uitgroeien wordt het heel lelijk. Tenzij je het elke vijf weken opnieuw verft.
- Nee, zo ver ben ik nog niet. Doe dan maar highlights.
- Je moet het zelf weten, het is jouw haar.
Wat is dat toch met mensen. Ze geven je twee opties. Je neemt een beslissing en ze willen je meteen overhalen van gedachten te veranderen, maar als je dan te snel overstag gaat is het ook weer niet goed.
- HIGHLIGHTS! riep ik.
En daar gingen we, door de kapsalon, langs de keuken, naar de verfruimte.
Monique begon blijmoedig aan het karwei. Met een kam selecteerde ze zorgvuldig twintig haren, legde die op een bewonderenswaardig net stuk aluminiumfolie, streek er met een kwastje blonde verf over en vouwde het pakketje dicht. Dit deed ze zo'n vijftien keer.
- Vind je dit leuk werk? vroeg ik belangstellend.
- Oh ja, vooral als de klanten blij zijn met het resultaat. Gisteren heb ik nog een vrouw dolgelukkig gemaakt met een permanent, ze kwam me er vandaag voor bedanken.
- Wat aardig dat ze daarvoor langskomt. Voor mij zal het niet uitmaken, zei ik. Ik doe het voor de andere mensen zodat die ook kunnen zien dat ik blond ben.
- Aha.
- Hoe lang moet ik wachten tot de verf is ingetrokken?
- Ongeveer een half uur.
- Kan ik dan even naar huis om mijn boek te halen, ik woon om de hoek.
- Je kunt beter niet te veel bewegen met die follie.
- Hè, had ik mijn boek maar meegenomen. Ik had dit kunnen voorzien.
- Is je boek zo spannend?
- Ja.
- Wat lees je dan?
Wat te antwoorden? Ik lees Is dit een mens? van Primo Levi. Maar het is ook een beetje gek om zo graag te willen verder lezen over Auschwitz. Dat kan ik dus niet zeggen. Vannacht was ik ook begonnen in Franse detective, maar dat was niet het boek dat ik bedoelde. Bovendien lees ik nooit detectives, al is deze wel leuk.
- Een detective, hoorde ik mezelf zeggen. Ik kromp een beetje ineen.
- Ik lees heel veel, zei ze fijntjes, maar nooit detectives.
- Ik lees ook nooit detectives, alleen deze, zei ik een complete idioot van mezelf makend. "Wat lees je wel?", vroeg ik erachteraan.
- Ik heb net de Decamerone uit.
Welja! Wat is dat toch met de Groningse middenstanders? De kaasboer leest Seneca en de kapster Boccaccio. En Bonny Droevee laat heur haar blonderen en leest een detective.
Toen Monique klaar was met de folie, zei ze dat ik wel in de tuin kon gaan zitten. Er was nog net een zonnig plekje. Ik kreeg een blad mee uit de leesportefeuille. De dertig minuten waren om voor ik het wist, met de Nieuwe Revue!
En mijn haar? Als het goed is zie je geen verschil.

maandag, juli 30, 2007

24 uur in Montbard

Wij bellen vanuit de auto naar de camping in Montbard. Is er nog plek? Moeten we reserveren? Een spottend geluid aan de andere kant van de lijn. Plek zat. A tout à l'heure dan! Dat dorp is dood, zeggen we tegen elkaar.

"Wist je dat de tgv hier stopt in Montbard?" vraagt de eigenares van de boekwinkel. We zijn maar één uur van Parijs. Het is nu mogelijk rustig in de campagne te wonen en 220 kilometer verderop in de metropool te werken. Maar dat kost wel wat natuurlijk, is alleen weggelegd voor de "cadres". Het is goed toeven hier, leuke activiteiten te over: zo is er donderdag een wandeling "op zoek naar" Buffon die hier vandaan komt. En er is een filmhuis waar niet alleen mainstreamfilms worden gedraaid.
Wij naar dat filmhuis. Elke dag één film, vanavond Die Hard 4. Montbard is dood, zeggen we tegen elkaar.

We willen naar een bar. Je snapt wel waarom. Alles gesloten behalve de kebabzaak. Op de terugweg komen we een oude Montbardaise tegen. Ze woont alleen met 11 katten en een afgedankte circushond. Montbard est mort, zegt ze. En de tgv en het filmhuis dan? vragen wij. Dat stelt niets voor. Iedereen gaat weg en het is stil. Zelfs haar dochter komt niet meer langs. Voelt zich te goed nu ze in Beaune woont. "Jullie gaan zeker ook weer weg?" Er zit niks anders op. Montbard is dood, maar de D980 langs de camping leeft, dag en nacht.

vrijdag, juli 27, 2007

Rasmussen, o la la

De kijk- en waarderingscijfers van de Tour de France hebben niet te lijden onder alle schandalen. Au contraire! We smullen ervan met z'n allen. Wat de sportieve waarde van deze wedstrijd is, kunnen we niet goed inschatten, maar dat dondert er ook niet zo toe.
De Tour gaat over afzien, een veel te zware inspanning leveren in een nostalgisch landschap. Deze inspanning is alleen maar zwaarder geworden omdat er voor de renners niks meer valt te winnen. We zijn dus dichter bij de essentie van het evenement gekomen.
Tuurlijk was Rasmussen in Mexico. Ik weet het zeker. Een goede leugenaar zorgt altijd voor stukjes waarheid in zijn leugen, zodat hij er ook zelf in kan geloven. Ik hoop wel dat we beelden van zijn vliegticket te zien krijgen of op zijn minst betalingsbewijzen. Het gaat ons allemaal aan tenslotte, de Tour is van ons de toeschouwers, zei de directeur Prudhomme gisteren.
Rasmussen was ook in Italië. Ook dat weet ik zeker. In de Dolomieten, gebied met veel naaldbomen, dus ideaal voor wielrenners.
Het lijkt me leuk als er een ander verhaal achter zit. Een buitenechtelijke affaire. Vrouwlief denkt dat Michael op stage is in Chihuahua, terwijl de stoere renner zich laat masseren door een Italiaanse schone in Baselga di Pinè. Tussen de bedrijven door toch even trainen, in de stromende regen in de hoop niemand tegen te komen, maar dan had hij buiten Davide Cassani gerekend. Bemoeizuchtig stuk vreten. Doorkruist heel Italië, weer of geen weer, speurend naar renners die zich daar stiekem ophouden.
Rasmussen kan maar beter open kaart spelen, zijn huwelijk is nu toch een hopeloze zaak, onuitstaanbaar als hij de komende maanden zal zijn. En welke krant zal als eerste de Italiaanse vrouw weten op te sporen? Ik verheug me op de koppen "Testosterongehalte Rasmussen zonder weerga", "Bij de bolletjestrui hoort een bolletjesbroek" etc.

maandag, juli 16, 2007

In plaats van werken

Wie kent hem niet: Benno Baksteen, luchtvaartdeskundige. Te mooi om waar te zijn, die combinatie van naam en beroep. Slagers die Beenhakker of Vleeshouwer heten vind ik minder grappig, want dat klopt te goed. Dan liever slagers die Bakker heten.
Op de site echtenamen staat een verzameling gekke, bestaande, Duitse namen. Zou je behandeld willen worden door een internist met de naam Alexander Krebs? of Frank von Au?
Misschien heb je meer vertrouwen in psychologe Brigitte Ohnesorge.
Dubbele achternamen of aangetrouwde namen kunnen doldwaze resultaten opleveren. Zo heb ik in mijn eigen familie een tante Wil Helmus als ze nog leeft. Ook spektakulär: Joseph Glas-Klar, Nikolaus Immer-Klever.
En dan zijn er de namen die een zin opleveren, de Satzbildner, zoals de zangeres Leanne Rhymes (she does, doesn't she?). Auf Deutsch: Rudolf Liest, Sabine Fingert etc.

Verspilde tijd?

Ik word vast wel een jaar of tachtig. Nog 46 jaar te gaan, ongeveer 17000 avonden. Is dat veel of weinig? Of om ter zake te komen: zijn het er genoeg om er een van door te brengen met het kijken naar Superman I en II?
Mijn eigen eerste antwoord is: ja.
Maar waarom? Het is pulp, het is niet te harden Amerikaans, dus vervelend moraliserend, het is inconsequent (bijv. waarom moet Clark Kent zijn bril afdoen om door dingen heen te kunnen kijken? (ik val over dat soort dingen)).
Maar ik ga me er ook goed door voelen. Superman is een prettige verschijning ondanks die onderbroek. En het leukste vind ik Clark Kent, de onhandige sukkelaar achter wie niemand de superheld vermoedt. De man op wie Loïs Lane echt niet verliefd kan worden. De romance tussen haar en Superman zie je dan ook onherroepelijk op de klippen lopen zodra de laatste zijn superkrachten heeft opgegeven voor haar. "Where's the man I fell in love with?" vraagt ze zich vertwijfeld af. Er blijft niets bijzonders van je over zodra je de liefde voorrang geeft.
Als gewone sterveling is hij kansloos tegen de eerste de beste boer in een caféruzie om een barkruk. Onthutsend vond ik dat hij later, weer in bezit van zijn superkrachten (hoe kon dat? het was toch een onomkeerbaar proces?), teruggaat naar dat café om die man een lesje te leren. "I've been working out", zegt hij triomfantelijk als hij hem alle hoeken van de zaak heeft laten zien. Superman op zijn kleinst.
Als Superman III "ervoor" komt ga ik weer kijken. Daarin is de held nog menselijker en zet hij uit verveling de toren van Pisa recht.
Overigens kijkt Clark Kent zelf geen televisie, "too much violence". Hij leest liever Dickens.

zondag, juli 15, 2007

Thoreau en Canetti

Coco en ik zijn in de boekhandel.
- Heeft u ook boeken van Elias Canetti?
- Ik zal het even voor u nakijken... We hebben alleen Stemmen van Marrakech op voorraad. Dat zijn reisnotities, het staat dan ook boven bij de reisverhalen.
- Verder niks? Maar die man heeft de Nobelprijs gewonnen! zegt Coco quasi-verontwaardigd.
Toch was er verder niks van Canetti.
- Laten we nog meer Nobelprijswinnaars noemen, zeg ik balorig. Dario Fo? Kenzaburo Oë? Niets van op voorraad zeker?
Alsof die Nobelprijs ons iets kan schelen, maar een mens moet wat.
Gelukkig had Coco nog meer te wensen.
- En Walden van ik weet niet hoe je het uitspreekt, is dat er wel?
De meneer zoekt het op. Er is één exemplaar van, tenzij het net op dit moment wordt gekocht. Ja dat snappen wij ook wel. Hij weet ook hoe je de naam van de schrijver uitspreekt: als Thoreau en niet als Theroux.
We worden naar de afdeling filosofie in de kelder gestuurd en zo waar! niemand is ons in de afgelopen drie minuten voor geweest. Coco is in haar nopjes. Ik was dat al, want ik trof zomaar een Album Montaigne aan en sta mijzelf toe Boven is het stil, de winnaar van de prijs voor het mooiste boekomslag, te kopen.

- Waar gaat dat Walden eigenlijk over? vraag ik als we buiten staan met onze buit.
- Het is het verslag van een man die zo'n afkeer kreeg van de consumptiedrang van de mensen, dat hij bij wijze van experiment zich heeft afgezonderd in het bos om daar zo eenvoudig mogelijk te leven.
- Haha, lach ik. Op naar Godert Walter, daar hebben ze vast wel wat van Canetti.