dinsdag, juli 28, 2009

Boeken zonder Zeeman

Een ramp heeft zich voltrokken: Michaël Zeeman is dood.
Hersentumor. Waar krijg je dat toch van? Eerst Patricia de Martelaere, nu Michaël. En dan zal ik nog wel iemand vergeten.
Ik kende hem persoonlijk. Althans, ik heb hem eens ontmoet bij Athena’s boekhandel. Wij maakten een praatje over Elizabeth Eijbers.
- Weet je wat het is, zei ik tegen hem, ik vind haar gedichten wel mooi, maar ik weet niet hoeveel effect ze cadeau krijgt door dat mooie Afrikaanse taaltje.
Hij ontstak in enthousiasme: over precies deze kanttekening had hij een essay geschreven in de krant. Of ik dat had gelezen.
- Nee, zei ik, dit kwam zo maar in me op.
Zielsverwanten, de cultuurpaus en ik.

- Het ergste, meldt Mosco vanuit Cambridge, is dat hij ons debuut nu niet meer kan bespreken in zijn programma.
Want die debuten, mensen, die komen eraan. En wij zagen al voor ons hoe Zeeman met boeken vanwege deze belangwekkende toevoegingen aan de Vaderlandse letteren opnieuw zou worden opgenomen. Rond de tafel zitten Bas Heijne, Nelleke Noordervliet en Maarten Doorman, speciaal opgetrommeld voor deze gelegenheid, allemaal wat ouder, dikker, grijzer. Aan het hoofd zit Michaël met nog datzelfde gekke haar. Hij houdt beide handen in de lucht, toont in de ene De Gastrodetective en in de andere De eigentijdse doktersroman. Zijn woorden tuimelen over elkaar, hij hapt naar adem tussen zijn zinnen door: twee debuten als oerknallen, dit moeten we bespreken, Bas, Nelleke, Maarten, fijn dat jullie hebben kunnen komen, ik zeg de Nederlandse literatuur leeft weer met deze geestige doch diepzinnige romans, maar natuurlijk wil ik ook graag weten wat jullie te zeggen hebben over deze meesterwerkjes. Bas, kunnen we weer spreken van de grote drie?

donderdag, juli 23, 2009

napraat over Brüno

Batjah (bekend van Bonny & Batjah) wilde met mij naar Brüno. Ik zou misschien met Coco, maar wilde ook met Batjah, vooral omdat Coco misschien wel zou afhaken. Kortom we zouden samen gaan, dat was min of meer de afspraak.
Van de week kreeg ik dit smsje: lieve vriendin, we hebben een busje gekocht! Klein, doch fijn. Nu 10 dagen zeilen met mn moeder en mn haar is geknipt. Ga bruno kijken opdat we kunnen napraten!
Nu vraag ik je! Hondstrouwe Bonny is gedist.
Wat te doen?
Huilen? Nee.
Boos worden? Nee.
Die film alleen kijken? Nee.
Die film kijken met Aliesje (bekend van radio en tv) en Nopi (überbekend als dj SoNori)? Ja. En napraten op het wijde web, want voordat we Batjah weer zien is dat haar alweer lang.

Dinsdagavond was het zo ver. Ik zat in zaal 8 van Pathé (hu) tussen mijn lieve vriendinnen in. Ik had koffie voor 1,90, dat vond ik aan de dure kant, op mijn werk kon je dezelfde drab gratis krijgen op de zesde verdieping en dat vonden we al te veel moeite!
Aliesje verwachtte niet te veel van de film, maar ze was toch in de stad en kon wel even naar de bios komen. Nopi wilde wel een keer naar een film die haar helemaal niets leek, bij wijze van experience. Ik daarentegen, verwachtte ondanks de wat matte recensies, dat deze film een knaller zou zijn!
Drie keer raden wie het goed had ingeschat! Bonny! Bonny! Bonny!
We hebben ons kostelijk vermaakt. Ik heb genoten van de dildofiets die overal mee naar toe werd gesleept en die ook nog eens dienst deed als aanduwer van de wieg van de zwarte adoptiebaby. De malle pakjes waren weergaloos, zoals de knotsgekke creatie die Brüno droeg tussen de orthodoxe Joden in Israël. Een enkele scène was afschuwelijk slecht, maar daar stond veel dijenkletserij tegenover: Africa is een geweldig land, full of afro-americans.
Als je denkt dat je met de trailer de hele film wel hebt gezien, heb je het mis. En van het gemekker van critici die vinden dat de spontaniteit er na Borat en Ali G wel af is, moet je je niets aantrekken. Het is juist spannend dat je niet weet of iets in scene is gezet of niet. Hoe dan ook is het bewonderenswaardig hoeveel lef Sacha Baron Cohen heeft en hoe knap en overtuigend hij in zijn rol blijft.
Aliesje bedankte mij na de film voor het initiatief. Nu had ze weer iets actueels gezien en kon ze ergens over meepraten. Ze zong vrolijk het slotlied van de film: Ich bin Brüno, dove of peace. We constateerden dat we allebei aan Paul de Leeuw uit de jaren '90 hadden moeten denken.
Nopi was ook tevreden. Ze vond de scène met de zoenende mannen in de freefightkooi geweldig. Ze verbaasde zich erover dat het slotlied nog geen grote hit was, omdat er allemaal wereldsterren aan meewerken.
“Dat is het misschien wèl, zei ik, weten wij veel wat er in de hitlijsten staat?" Maar het zou mij juist wel verwonderen.

Bezoek op de tuin

Daar zaten aan de picknicktafel onze oude vertrouwde zelven in klusbroeken en vale, verknipte t-shirts. En daar kwam als in een halo van licht de jonge, frisse Yuta in een naar het leek gesteven, getailleerd blousje en een elegante pantalon.
Ze keek met grote ogen naar ons gezelschap. Waar was ze terecht gekomen? Ze deed haar koptelefoon af en stopte haar ipod in haar handtas. Ik peuterde wat zand weg onder mijn nagels, haalde een hand door mijn haar, poetste achter mijn hand mijn tanden met mijn tong en vroeg met de balorigheid van iemand die niets te winnen had:
- Wat heb je erop staan?
Weer die verbaasde blik. Ik herhaalde mijn vraag
- Tosca, antwoordde ze.
Nu was het mijn beurt om verbaasd te zijn. Opera op de mp3 speler, onderschat ze niet de jeugd van tegenwoordig.
- Wat gaaf! Van Puccini toch?
- Huh?
- Tosca, de opera van Puccini?
- Nee, Tosca de band. Althans ik geloof dat dat het laatste was dat ik ervoor had. Wil je het horen?
- Nee dankjewel, antwoordde ik, ik was gewoon nieuwsgierig.

maandag, juli 20, 2009

Vervelender dan Spinvis

Er is gebakkelei over het maximumloon van omroepmedewerkers. Jezes, wat een stom onderwerp, maar we moeten toch even verder, want er is een punt waar ik naartoe wil schrijven. Plasterk heeft besloten dat nog maar vier of zes publiekeomroepmedewerkers meer dan Jan Peter van Balkenende mogen verdienen. Dat geeft natuurlijk gezeur, want wie moeten dat dan zijn en waarom kan niet iedereen rondkomen van wat is het eigenlijk? (je ziet ik heb me goed gedocumenteerd). Er zijn immers zoveel vervelende mannetjes in Hilversum die voor veel geld vervelende vragen stellen aan andere vervelende mannetjes, het wordt moeilijk kiezen. Gelukkig hebben de kijkcijferkannonnen allemaal bv'tjes waar de omroepen het geld naar kunnen storten, zodat niet doorzichtig is wat loon is en wat betaald wordt voor het programma dat ze leveren in het algemeen. Of zoiets. God, waar ben ik aan begonnen.
Afijn, dan is daar zo'n amoebe, Rik Felderhof, nog nooit een programma van gezien en die heeft wat gezegd in de NRC, namelijk dat hij helemaal niet bang is dat zijn loon in het geding komt omdat hij dus zo'n bv heeft. Hij werkte zo'n twintig uur in de week en kreeg daarvoor zes euroton van de NCRV. Hij heeft het goed voor mekaar vindt ie zelf. Een andere meneer, Hagoorth, windt zich op over Felderhofs arrogantie en daar heb ik een artikel over gelezen. Daarom weet ik dit allemaal. Bij dat artikel stond een foto van de man van zes ton en daar wilde ik het over hebben.
Wat bezielt die kerels om zo'n t-shirt onder hun bloes aan te trekken? Het is echt geen gezicht. veel te hoog sluitende boord. Heeft ie dat ook in zijn programma's? En trekt ie dan ook dat nare zelfgenoegzame hoofd erbij? Ik dacht dat ik Spinvis HEEEEL vervelend vond, maar Rik Felderhof is hem met deze foto al ruimschoots gepasseerd.
Dat was het punt dat ik wilde maken, over dat t-shirt. Ik neem aan dat er al genoeg over geschreven is door modejournalisten, maar ik moest het ook kwijt. Volgende keer maar weer een stukje over de fauna, ik ben kapot.

zondag, juli 19, 2009

Vroege vogel

Ik zie graag dat de dieren zich aan onze infrastructuur houden. Een kat die oversteekt bij het zebrapad, en zijn weg vervolgt over het trottoir kan rekenen op mijn waardering.
Ik heb het niet op de muizen in mijn tuinhuisje, maar ik voelde toch enige sympathie toen ik ze gisteren hondsbrutaal via de voordeur in en uit zag trippelen. Dan voel ik de behoefte om een heel klein deurmatje neer te leggen of een minideurbel. Bovendien weet ik nu ook dat ze weer naar buiten gaan als ze klaar zijn binnen.

Gisternacht had ik in een zeldzame aanval van slapeloosheid. Hoe is het mogelijk dat het anders zo goed gaat, dacht ik, dat slapen. Om half zes was ik het wakkerliggen moe en ik besloot tot een ochtendwandeling. Het was nog net niet echt licht. Toen ik de deur opende zag ik een onverwacht grote gedaante in de lucht. Hij bewoog zich naar buiten mijn gezichtsveld. Gefascineerd sloop ik naar het pad en gluurde om het hoekje. Wat ik toen zag was meer dan ik ooit had durven dromen. Op de lantaarnpaal voor mijn huisje zat een enorme uil. Ik overdrijf niet: ENORM. Geen idee wat voor type, maar hij was wel tien keer zo groot als het ‘decoratieve’ geval dat bij de buren in de tuin staat. En een partij harig!
Goudvinken heb ik al gehad in mijn tuin, laatst een ontspannen winterkoning op de vlonder, en daar was ik al zo blij mee. En dan nu dit. Een enorme uil! In mijn eerste seizoen nog wel. Mijn hart klopte in mijn keel, ik voelde mij een beetje dronken van geluk.
Ik deed een stapje om de vogel nog beter te bekijken, dat was een jammerlijke beslissing. De uil sloeg zijn enorme vleugels uit en smeerde hem d’r vandoor. Precies boven het pad, geruisloos zoals het hoort in vroege morgen.

zaterdag, juni 27, 2009

vrijdag, juni 26, 2009

Michael en ik

Tuurlijk was ik fan, daar was geen ontkomen aan. Ik speurde in de Varagids de playlist van de arbeidsvitaminen af en als Ben ervoor kwam of ABC dan zat ik klaar met mijn cassetterecordertje, een vinger op de rode knop en een op de blauwe.
Ik had ook een poster aan de muur. Van voor de operaties natuurlijk, al weet je het nooit helemaal zeker. Was dat neusje daar al niet een beetje klein en puntig?
Ik had één witte handschoen met glittertjes. Die deed het altijd goed in de playbackshow, zeker in combinatie met de polaroidzonnebril die ik stiekem van mijn vader leende. Niet dat ik ooit won. Misschien liet de rest van mijn outfit te wensen over, mijn broek was wel veel te kort, maar ik had geen glittersokken.
Pas nu besef ik hoe vreemd dat eigenlijk is: één handschoen. Je moet wel briljant zijn om dat te verzinnen.
Bij USA for Africa was ik er ook nog bij. Was ie niet schitterend in zijn uniform? en ook zo mooi van onder naar tot boven gefilmd. Kenny Rogers en Diana Ross waren gewoon in gelegenheids-t-shirt, maar daar hoefde je bij Michael niet mee aan te komen. Hij deed al genoeg voor het goede doel, hij had dat nummer goddomme geschreven. Iedereen die meedeed kon ik benoemen, zelfs de mensen die alleen in het koor zaten zoals Harry Belafonte en Michaels broers en zusjes.
Toch kwam toen wel zo'n beetje de omslag. Ik deinde karakterloos mee op de golven van de massa. Was Thriller de eerste plaat die ik moest en zou hebben, BAD heb ik niet eens meer gekocht, maar geleend uit de bibliotheek. Born In The USA moest en zou ik nu hebben. Ik heb een jaar lang met een pet in mijn kontzak rondgelopen.

woensdag, juni 24, 2009

Toch niet hier?

We zagen ze al rijden vlak voor we rechtsaf sloegen naar de camping: legertrucks. En ook hoorden we af en toe het geratel van mitrailleurs.
Langs de kant van de weg stonden schietschijven
"Maar er wordt niet met scherp geschoten hoor", stelde een grijze man ons gerust, "en ik kan het weten, want ik ben geboren en getogen in Darp."
Dus wij zetten onze tent op.

De volgende ochtend vroeg de beheerster of we lekker hadden geslapen
"Gaat wel. De hele nacht was het herrie: het leek wel alsof er een motorcrosswedstrijd werd gehouden of dat het bos om ons heen werd weggezaagd."
"Dat zijn de militairen, die aan het oefenen zijn."
"En dat moet ook 's nachts?"
"Ze oefenen voor Afghanistan."
"En daar is het altijd donker?"
"Ik weet het niet, maar laatst waren ze de hele nacht aan het schieten, dat was pas naar. Ik kon er niet van slapen. Oefenen okay, maar het kan toch wel een kéér ophouden? Toen heb ik de politie gebeld. Die zeiden dat ik de marechaussee moest hebben. De marechaussee opgezocht in het telefoonboek, mijn beklag gedaan en je raadt nooit wat voor reactie ik kreeg."
"..."
"Het is oorlog, mevrouw. Echt waar, dat is wat ie zei. Het is oorlog."
"Dus u heeft een klacht ingediend?"
"Ja dat heb ik gedaan. Ik zei: ik wil een klacht indienen, het is oorlog, maar toch niet hier?"

vrijdag, juni 05, 2009

Flirt

Als je blogger wil zijn moet je bloggen, tuinhuisje of geen tuinhuisje. En ik heb ook van alles te neulen: Europese verkiezings, Roger Federer, de familiefoto, maar het moet allemaal wachten want er gebeurde zojuist weer wat bij de kassa. Niet bij Ivana helaas, maar in een andere supermarkt.
De caissière van vandaag was best leuk, daar niet van, maar ik had niet de neiging op haar naambordje te kijken. Ik was mijn boodschappen in mijn tas aan het proppen toen zij het woord richtte tot de klant achter mij.
- Hoe is het met de verkering? vroeg ze zonder inleiding.
De klant achter mij begon hard te lachen. Het was geen onknappe jongen, niet de populairste van de klas vroeger, maar je kon zien dat hij zich goed had ontwikkeld (de populairen blijven juist vaak stilstaan, beweert mijn zus, en doen derhalve boete voor hun glorieuze schooltijd met een oninteressante persoonlijkheid).
- Doet men dat zo tegenwoordig? antwoordde hij, kun je niet gewoon zeggen 'wil je met me uit?'
De caissière bloosde tot achter haar oren. Ze zocht al scannend naar woorden, maar kon niks vinden.
- Weet je wat, zei de jongen, ik doe het zelf wel: wil je een keer met me uit?
- Ik heb al een vriend zei het meisje, bedeesd.
Uitmaken! direct! je mag mijn telefoon wel lenen, dacht ik, maar ik wist mijn mond eens een keer te houden.

dinsdag, mei 19, 2009

Hoe ik mijn onaantrekkelijkheid behoud

"Een compleet aantrekkelijk persoon is soms een beetje gemeen."
Niet alleen heeft mijn professor Henk Hillenaar mij binnen drie jaar door mijn afstudeerscriptie geloodst (een 7!!!), hij heeft mij ook voorzien van belangrijke levenslessen die hij op zijn beurt uit de literatuur heeft gepeurd. Bovenstaand citaat heeft betrekking op de verrukkelijke Gina Pietranera die de draak steekt met de onzekere suflul van een prins van Parma. Beide zijn personnages in La Chartreuse de Parme van Stendhal, "misschien wel het mooiste boek ooit geschreven" (cit. HH) . Lees het gerust als je eens tijd hebt, er is een recente vertaling van: De kartuize van Parma.
Hoe dan ook: ik weet al jaren wat mij te doen staat in mijn streven naar onweerstaanbaarheid, goede gelegenheden tot gemeenheid dienen zich echter niet dagelijks aan en ik wil het toch ook niet forceren. Een ware levenskunstenaar profiteert van wat de stroom hem brengt. Vandaag leek ik geluk te hebben.

Zoals wel vaker ging ik vanuit mijn werk naar de super. Ik had juist mijn fiets op slot gezet tegen de dichtsbijzijnde boom, toen ik een luid gejammer hoorde.
- Alsjeblieft, alsjeblieft. Wie koopt er een krantje van mij. Ik ben er zo flauw van, van die kutkrantjes. Als ik nog een keer 'nee sorry' hoor, eet ik ze op, allemaal.
Er waren meer mensen bij de ingang, maar de straatkantverkoper keek mij aan. Smekend. Hij toonde zijn stapeltje Riepes en vroeg bijna agressief:
- Mevrouw, wilt u misschien het tweede krantje van de dag kopen?
Dit was mijn kans. Een trilling van opwinding ging door me heen. Ik keek gauw tussen de electrische schuifdeuren door naar binnen om te checken of Ivana misschien getuige was van de vervolmaking van mijn aantrekkelijkheid, maar zag haar niet zitten. Ik opende mijn mond
- Nee s...
- Je gaat het zeggen hè, je gaat het zeggen hè, schreeuwde de straatkrantverkoper.
- Ik wil wel eens zien hoe jij die dingen oppeuzelt. En het is onschadelijk, het papier is chloorvrij, weet ik toevallig.
- Maak er maar een grapje van. Ik zit hier al vanaf twaalf uur en heb er nog maar één verkocht.
- Stop er dan mee.
- Die is lekker, dan kan ik buiten slapen.

Toen ik weer buitenkwam zat de zwerver op de grond. Een vrouw met een zwartgerande bril stond over hem heen gebogen. Ik gaf hem het kleingeld dat ik bij de kassa uit mijn portemonnaie had gehaald.
- Ik wil geen krantje, begeleidde ik mijn donatie, maar ook niet dat je buiten slaapt.
- Kijk, zei de vrouw, dat helpt weer een beetje.
- Dankjewel, riep de zwerver, hij woof me na met zijn linkerhand waaromheen een groezelig verband zat gewikkeld.
Ik woof neerslachtig terug en liep naar mijn fiets. Missie mislukt. Maar ja, ware liefdadigheid gaat nu eenmaal niet zonder offers.

vrijdag, mei 15, 2009

Gevochten

- Wat heb je daar Bonny, heb je gevochten?
- Wat? Waar?
- Daar bij je oog.
- Oh dat. Nee niet gevochten, ik had een belevenis in de supermarkt.
- Vertel, ik kan niet wachten.
- Nou, ga er maar even goed voor zitten, want dit is me weer een geschiedenis. Het gebeurde gisteravond, ik kwam uit mijn werk en dan weet je het wel.
- Trek?
- Misselijk van de honger. Moe. Nat van de regen. Niet wetende wat te doen voor het avondeten. Bepakt met tassen vol met werk- en vrijetijdgerelateerde spullen...
- Ja ja, een heel gehannes met nog een mandje erbij. Ze hebben ook mandjes op wielen, dat weet je he. En karretjes.
- Maar ik nam dus een draagmandje. Ik gooide er zo her en der wat in, ging naar de de kassa en herinnerde me toen dat ik nog kattenvoer voor Trui moest halen
- Voor dat aanloopgeval?
- Nee, die is weer weg, dit is een nieuw aanloopgeval. Dus eigenlijk ook 'ja'. Afijn ik alle paden langs, nergens kattenvoer te vinden. Ik vraag aan een jongetje met supermarktbloes of er wel een kattenvoersectie is. Wat denk je?
- Hij heeft geen idee.
- Precies, hij moest het een collega vragen. Een eikeltje van een studentje die deed alsof ik een mongool was door alleen maar te veronderstellen dat er geen kattenvoer zou zijn. Maar ik zweer je, meer dan 1 strekkende meter winkelschap was het niet. Iedereen in mijn toestand zou het over het hoofd hebben gezien. Ik bedankte hem sardonisch om dat woord maar eens te gebruiken en ging richting kassa. Alle kassa's waren open, dus ik moest een rij kiezen en wat doe je dan?
- Je kiest de knapste caissière.
- Wat is dat nu voor seksistische opmerking?
- Er zijn immers maar weinig mannelijke caissières, anders zou je die wel kiezen, die is gegarandeerd de snelste.
- Ik koos de kortste rij.
- En hoe was je caissière?
- Bloedmooi.
- Naam gelezen?
- Ivana.
- Knap en nog goed in haar werk ook.
- Ik had geluk. En als ik zeg bloedmooi bedoel ik ook bloedmooi. Zo'n type waar zowel mannen als vrouwen op vallen.
- En alles wat daar tussen zit?
- Ja, het hele spectrum gaat voor de bijl.
- En daar stond je dan bij Ivana. Kon je nog een beetje gewoon doen? Niet alle boodschappen tot op de cent nauwkeurig uitgerekend?
- Ik was de gewoonheid zelve. Geen naam genoemd. De groet goed getimed beantwoord. Niks uitgerekend. Ik betaalde met 21,60, kreeg er 10 terug en bedankte. Ik bukte me om alle bagage die ik even op de grond had gezet weer op te pakken en knalde toen met mijn oog op het plastic plaatje waar je je geld op kan leggen.
- Ai! En dat na alles wat je al had meegemaakt. Gevloekt?
- Ja. Shit! riep ik.
- En Ivana sleepte je toen naar het achterkamertje om je te verzorgen?
- Nee, ik pakte schielijk mijn spullen en rende de winkel uit.
- Dan had ik toch gelijk.
- Hoe bedoel je?
- Je hebt wel een gevecht geleverd.
- Ja, dat is zo. Het dagelijks gevecht. Fijn dat er soms sporen van zijn.

dinsdag, mei 05, 2009

Waterhouse, een natuurbeleving

Veel mensen voelen de behoefte zichzelf te definiëren als ofwel een natuur- ofwel een cultuurmens. En welk van de twee opties ze ook kiezen: ze zijn bijzonder tevreden met dit kenmerk: het geeft hun houvast bij het kiezen van een vakantiebestemming en het brengt reliëf aan in hun persoonlijkheid.
Voor natuurmensen is het lawaai van de grote stad onverdraaglijk. Zij vinden pas rust als de snelweg waar ze een uur eerder zelf over heen zijn geraasd buiten gehoorafstand is. In het hooggebergte, aan zee, in de lentepracht van de Provence komen ze weer tot zichzelf en raken ze in harmonie met de aarde.
Cultuurmensen daarentegen worden 'gek' als ze niet een minimale portie kunst, architectuur, geschiedenis tot zich kunnen nemen. Zij worden gevoed door de opwinding van de stad, ze verheffen zichzelf in musea, slenteren eindeloos over de boulevards, gaan terug in de tijd op historische locaties.
Ik vertel niks nieuws natuurlijk. We hebben dit gereutel allemaal al te vaak aan moeten horen en daarbij zijn alle varianten van heremitische wandelaar tot Picassojunk wel voorbijgekomen. Wij Droevees kunnen ons deel van de conversatie echter niet invullen in dezen. Wij kiezen zelfs niet voor het veilige midden van "een groene camping met een fatsoenlijke stad op hooguit een half uur rijden". Hou toch op! Wij zijn niets. Misschien waren we ooit wel wat, maar een gesprek te vaak voeren doet elke welwillendheid verdampen. En misschien ook wel elke inhoudelijke betekenis.
Wel verblijven wij graag op de tuin en bestuderen daar de krioelende pissenbedden onder een verdwaalde baksteen, de copulerende grauwe ganzen in de sloot en onvermijdelijk alles wat er aan fauna rondloopt en -fietst op de schelpenpaadjes. Niet alleen geven wij onze ogen de kost, ook steken wij met plezier de handen uit de mouwen, zeker in onze voornemens. Dat klinkt wellicht onheilspellend, maar met dit geweldige schilderij in gedachten zal het mij geen moeite kosten om op zijn minst goed voor de rozen te zorgen.


My sweet rose van John William Waterhouse, gisteren gezien in het Groninger Museum.

donderdag, april 30, 2009

Mijn Koninginnedag - omdat er nog wel een getuigenis bij kan

Eerst keek ik naar de tullefiessie. Ik had ook tumtums in de vorm van kersen.
De koningin had een roze boa en een rode jurk. Ik dacht: goh, wat verandert dat toch die kleurenmode. Een prinses met hoge hakken probeerde een golfbal te slaan vanaf de tee. Ze probeerde het drie keer, toen was het raak. Ze keek de bal na met de blik van een expert, dat vond ik lef.
Toen kwam er iemand met een bak met een grote lepel erin op de koningin af. Ze wilde het niet proeven, wat ik me goed kon voorstellen. Ze gingen in een cabriobus op weg naar Paleis het Loo waar ik zelf verscheidene malen ben geweest. Ze zwaaiden naar de mensen aan de kant van de weg. Ik zei nog: wat ben ik blij dat ik daar niet tussensta.
Toen vloog die auto tegen de Naald. Ik wist gelijk, in ieder geval eerder dan de toewandelende agenten en ook eerder dan Keti Zijnett die gilde "Laat Bea nou zien, daar gaat het toch om!" : dit is goed mis. Keti mopperde rigoureus feministisch dat de mevrouw van de tf ervan uit ging dat de bestuurder van de Suzuki een man was. Ik zei: logisch, vrouwen maken minder brokken. Keti: een vrouw had die bus wel geraakt. Via de tsjet droeg Roel bij: Wilders zal wel zeggen: die auto kwam van links.
In de stad was de stemming gewoon koninginnedags. Mensen waren oranje en uitgelaten.
E* van Cle was wat bedrukt en ik dacht: ja natuurlijk, het is ook erg.
Later in de middag zag ik een filmpje van de koningin waar ze zegt hoe ze van de kaart zijn in haar familie. Ze had nu iets zwarts aan. En ik kon wel zien dat ze van de kaart was, zou ik ook zijn, en toch dacht ik ook: maar wel de tegenwoordigheid van geest hebben om zo'n smaakvol zwart boezeroentje aan te trekken, hè. Daar kan ik niets aan doen, dat komt gewoon mijn hoofd inwaaien.
Bij mij in de straat hangen de meeste vlaggen nu halfstok. Heelstok vind ik niets op koninginnedag, halfstok ook niet.