zondag, maart 25, 2007

Brief aan Coco in Vianen

Coco,

Ik baal nog steeds van de kwarktaart die ik vanochtend bij de koffie heb besteld.
"Ik bestel altijd wat de bediening mij aanraadt", zei jij.
En ik bestel altijd wat mijn gezelschap neemt, anders ben ik bang dat ik spijt krijg. Maar ik geef niets om aardbeienkwark en daar had ik om moeten denken.
Toen we koffie en kwark op hadden moesten we gelijk weg van jou. Je had haast. Je moest vanavond weer naar Vianen en je had nog strijkwerk voor de hele week. Toch hebben we, toen we weer bij mijn huis waren, nog anderhalf uur op de stoep gezeten en gelegen.

"Kapitalisme verschilt niet zo veel van communisme", merkte je op, "wat heb je aan keuzevrijheid als het aanbod praktisch uniform is?" Het begin van de lamlendigste ideologische discussie ooit.
"Belgen zijn zo veel beschaafder dan Nederlanders" was je volgende onderwerp. Ze houden de deur voor je open zonder dat het gek lijkt. Ze klagen niet. Kortom, heerlijk gezelschap. Ik ben bang dat elk volk beschaafder is dan het Nederlandse.
Woonde ik maar in Spanje daar zou ik continu op de stoep kunnen zitten. Elke dag vijf euro om van te eten, meer zou ik niet nodig hebben. Helaas voorzag jij allemaal problemen met de premie van de zorgverzekering. "Je betaalt zo €400 als je in het buitenland zit. Daar zijn vast prijsafspraken over gemaakt." Jouw kennis van praktische zaken is een verzameling willekeurige feiten zonder samenhang, dacht ik zoals wel vaker.

Hangen is het leukste wat er is, herinner je je dat je dat een keer gezegd hebt Coco?
Hangen in de zon, je plichten verzaken en je daar niet slecht over voelen. Meer valt er niet te halen. Na jouw onvermijdelijke vertrek heb ik ons hoge niveau in mijn eentje weten vast te houden. Zo bezien is de kwarktaart de enige smet is op deze dag. Geen gek resultaat, maar ik streef naar perfectie.

Je Bonny

donderdag, maart 22, 2007

zondag, maart 18, 2007

Overal is rottigheid

Ik woon aan de Koninginnelaan en wat je ook hebt aan te merken op de straat, met de naam is niets mis. Net zo min als met Paterswoldseweg, Oude Kijk in 't Jatstraat of zelfs Gorechtkade.
Ik weet niet wanneer en waarom, maar ooit is de mode ontstaan om straatnamen te verzinnen zonder achtervoegsel.
- Waar woont u?
- Snip 3.
Dat is toch geen gehoor? Aan een straatnaam moet je kunnen zien dat het een straatnaam is, daar ben ik heel truttig in.
Vanochtend in Haren werd mijn verontwaardiging gewekt door dit bord:

Onacceptabel! Daar zou ik nooit willen wonen. Ik zou elke dag snikkend mijn straat inrijden omdat ik zou beseffen hoe onwaar het is. "Overal is rottigheid", zegt Anita. Hier dus ook.
Mijn suggestie: Zorgvrijweg.

dinsdag, maart 13, 2007

lullig

Het is dinsdag- of woensdagmiddag, dat komt op het zelfde neer. Na mijn werk ga ik even langs bij Coco voor een kopje thee. Dat krijg ik. Coco is erg tevreden met zichzelf, want ze is ergens aangenomen. Onze bv zal dus voorlopig wel niet van de grond komen. Desonkdanks stemt haar tevredenheid ook mij monter. Na een half uurtje stap ik weer op. Ik pak mijn schooltas van de grond en hijs hem over mijn schouder. Ik kijk Coco aan. We houden allebei toch maar mooi ons hoofd boven water, denk ik sentimenteel. Coco kijkt mij aan:
- Oh oh, leraar zijn is toch wel zóó lullig, zegt ze hoofdschuddend.
Een ijzige kilte maakt zich van mij meester. Alles is weer kapot. Honderdduizend dingen denk ik. Softwaretester zijn is toch ook wel zóó lullig. Softwaretesten in peperdure pakken is lullig. Werkeloos zijn is lullig. Vleeseten is lullig. Vegetariër zijn is lullig. Discodansen is lullig. Aan de kant staan is lullig. Autorijden is lullig. Treinreizen is lullig. Alles alles alles is lullig lullig lullig.

maandag, maart 12, 2007

Eerst de tandarts

- Dus je bent weer single? vraagt mijn collega
- Ik zou het niet direct de hoofdconclusie willen noemen, maar het is wel waar, beaam ik.
- In dat geval: ik heb twee kennissen die allebei niet al te lang geleden uit de kast zijn gekomen. Misschien zit er wat voor je bij?
- Misschien wel ja.
- Als je wilt kan ik wel een blind date voor je regelen. Of heb je iets tegen blind dates?
- Oh nee, integendeel. Blind dates zijn mijn lust en mijn leven. Wat zijn het voor vrouwen?
- De een is tandarts en de ander is tandartsassistente. Ze hebben ook samen een relatie gehad.
- Maar dat werkte niet?
- Nee
- Nou ja, eerst de tandarts dan natuurlijk.
- Geef me maar een seintje als je eraan toe bent.
- Doe ik.

Het is weer maandag

Elke doordeweekse dag zie ik haar lopen
langs mijn huis
en elke dag denk ik
die is pas eenzaam, Bonny
veel eenzamer dan jij.
Hoe moet die zich ooit goed voelen?
Wat doet ze als ze het eten op heeft?
Wie kan ze bellen?

Ik houd mijn deur maar dicht.

zondag, februari 25, 2007

Gratis consult

- Ik heb geen flauw idee wie jullie allemaal zijn, maar ik kom er gewoon bij staan.
We zijn uit, er is een feestje. Een mevrouw van tegen de vijftig in een bloemetjesshirt begint aldus tegen mij aan te praten. God weet wat voor interessante mededelingen ik in mijn leven allemaal heb gemist door te harde muziek op feestjes, maar dit verstond ik feilloos.
- Oh ja, ben je hier alleen? vraag ik beleefd.
- Ja, ik heb net een relatie beëindigd van 18 jaar.
- Oei oei, vanavond bij het eten?
- Nee.
- Vanmiddag? Afgelopen week?
- Nee.
- Maar je zei net.
- Nou ja, het afgelopen half jaar.
- Volgens Laura's theorie heb je dan nog een rouwperiode van een jaar te gaan. Voor elk jaar relatie moet je een maand rekenen. Anderen beweren dat je van eenderde van je hele relatietijd moet uitgaan. Maak dan je borst maar nat. Je bent toch niet de gedumpte partij, hoop ik?
- Ehm...
- Je gaat me niet vertellen dat je na 18 jaar aan de kant bent gezet?
- Ik heb het uitgemaakt, maar zij was degene die niet verder wilde.
- Jezes! Jij hebt het vuile werk opgeknapt en je wilde het niet eens uit? En nu is je hart gebroken?
- Ja.
- Zes jaar, is mijn diagnose. Veel sterkte, wat is je naam?
- Gonnie
- Veel sterkte, Gonnie.

vrijdag, februari 23, 2007

We komen eraan!

Sinds wij ons kunnen heugen worden wij heen en weer geslingerd tussen twee overtuigingen:

1. Wij horen er niet bij. Wij schieten te veel tekort om het te redden in deze maatschappij.
2. Er zijn maar weinig mensen die aan ons kunnen tippen.

Beide zijn ongezond voor ons.
Zijn wij te veel alleen, komen wij te weinig tot vergelijk met andere mensen, dan blijven wij hangen in overtuiging 1. Verlamd door een negatief zelfbeeld denken wij dat de gewoonste dingen niet voor ons zijn weggelegd: een vaste baan, een gelukkig gezinsleven, een eigen huis. Ofschoon afgestudeerd leiden wij rond de dertig nog steeds een studentikoos leven, maar wel van een triest soort: zonder beloftevolle toekomst.

Gaan wij te veel om met gelijkgestemden die ons feliciteren met onze talenten, vergelijken wij ons met het grauw dat ons omringt op het werk en in onze vrije tijd, dan beginnen wij te geloven in een ons eigen superioriteit op de vlakken die ertoe doen. Enig maatschappelijk malfunctioneren dat wij vertonen komt voort uit deze superioriteit. Onaangepaste bohémiens zijn wij, die wel uitkijken onze beste jaren in suburbia te slijten. Wij leven ons leven zoals het ons goeddunkt en deconstrueren alle gangbare gewoontes en conventies. Goede smaak en maatschappelijk makkelijk functioneren gaan moeilijk samen. Wij houden ons liever stil dan dat wij een voorspelbaar gesprek voeren over zaken die ons toch al niet interesseren.

Vreemde snuiters zijn we, zelden worden we helemaal serieus genomen door onszelf en anderen. Althans, zo stonden we er vanochtend voor.
Om half elf echter stapte Coco, zonder moraal, een auto in. Eergisteren had ze midden op het Europaplein nog een huilbui gekregen van de rijlesstress. Op de bijrijdersplaats nam plaats mevrouw B. De gevreesde mevrouw B.. Coco was eigenlijk bij voorbaat al kansloos, had haar rij-instructeur gezegd. Binnen een minuut scheurde Coco de busbaan op en had ze een ingreep te pakken. Waarna zij van de schrik de ruitenwissers aanzette en in zijn drie de bocht doorging (op rijles ging ik in zijn vier, dus er zit verbetering in, vergoelijkte ze (ik moet hier eerlijkheidshalve aan toevoegen dat ik niet eens wist dat het door de bocht gaan gekoppeld was aan wat voor versnelling dan ook)).
Na een half uur waren ze weer bij het CBR. "De schoonheidsprijs verdient het niet", zei mevrouw B., "maar het was wel veilig." Mevrouw B., met haar staalblauwe ogen had nog nooit iemand voor zijn eerste poging laten slagen. On-ge-lo-fe-lijk. Een ingreep en toch geslaagd!
Coco heeft een rijbewijs! En ik daardoor ook een beetje. We kunnen het niet geloven. Het is van zo'n gewoonheid dat we er euforisch van worden: er is iets doorbroken. Wat zal er nog meer voor ons weggelegd zijn?

zondag, februari 11, 2007

Bonny de kindervriend

-Ik heb mijn schoenen uitgetrokken! jubelt een stemmetje boven mijn hoofd.
Ik kijk omhoog en zie het triomfantelijke gezicht van een bebrild, blond meisje dat over mijn rugleuning heen hangt. Ik zit in de trein van Zwolle naar Nijmegen. Het meisje zit achter mij met haar vader en broertje. Ik heb een zwak voor kleuters met bril.
- Dat moet ook wel als je op de bank staat, reageer ik.
- Jaaa, ik sta op de bank! Roze is mijn lievelingskleur, verandert ze opeens het onderwerp.
- Dat dacht ik al, antwoord ik. Het meisje draagt een zuurstokroze trui en heeft roze strikjes in haar haar.
- Hoe heet je?
- Minke.
- Nienke?
- NEE, MINKE!
-Hoe oud ben je?
- Vier, ik zit al op de basisschool. Ik ben in januari vier geworden.
Minke staat inmiddels op de armleuning van mijn bank.
- Hou je je goed vast? Als de trein plotseling remt, val je op de grond.
- En dan worden mijn sokken vies.
- Precies
Zo kletsen wij wat over appeltaart, de kleuren roze en blauw en Isa die vandaag twee is geworden, af en toe hinderlijk onderbroken door Minkes vader die informeert of ik geen last van haar heb en minder hinderlijk door broertje Nanne die op zijn tong heeft gebeten en onder het bloed zit.
In Deventer moet ze eruit.
- Nee, ik wil bij die mevrouw blijven! protesteert Minke.
Ze ziet echter al snel in dat ze deze strijd niet kan winnen.
- Dag Minke, zeg ik, het was gezellig.
Het gezinnetje stapt kibbelend uit. Ik zet mijn reis tevreden voort.

zaterdag, februari 10, 2007

Maak het stuk, Marjan

Coco en ik zijn bij Marjan die binnenkort gaat verhuizen, we staan op het punt van vertrekken. Op de heenweg hebben wij reeds een weeralarm getrotseerd, dan moet de terugweg ook wel lukken. Coco wacht tot ik ook zo ver ben en zit met haar jas aan voor het aquarium. Ze observeert de visjes. Sommige zijn doorzichtig. Dat zijn vrouwtjes.
- Wat gááf, je ziet het graatje gewoon zitten, zegt Coco.
- Wil je het aquarium hebben? vraagt Marjan. Ze weet er geen geschikte plaats voor in het nieuwe huis.
- Nee, zegt Coco, ik vind ze wel leuk maar ik heb geen zin om dat ding schoon te houden.
- Deze hoef je maar twee keer per jaar schoon te maken.
Maar dat is Coco al te veel.
Coco zit er schattig bij. Ze heeft een muts met een bloemetje op en ze zit als een amazone op de grond voor het aquarium.
- Eentje heeft last van zijn rug, zegt ze. Wat is daar mee gebeurd?
Er zwemt inderdaad een gebochelde vis in de menigte. Zoiets zou mij nooit opvallen. Ik heb nog nooit goed naar een vis gekeken. Ook niet naar een bloem of een insect.
- Ik vind aquaria altijd en overal deprimerend, zeg ik, zeker als ze verlicht zijn.
- Maar het is toch leuk al die bewegende visjes?
- Ja en nee. Het lijkt net of er iets verandert. Nooit kijk je twee keer naar hetzelfde aquarium, maar ik vind dat maar schijnvariatie. Ze kunnen geen kant op en draaien maar wat om elkaar heen. Statischer dan dit kan het eigenlijk niet. En dan het besef dat onze levens niet wezenlijk anders zijn.
Inmiddels heb ik m'n jas en handschoenen aan en mijn muts op. We moeten ervandoor. Er is anderhalve centimeter sneeuw gevallen. Op elk twee wielen glibberen we de Indische buurt uit.
Hopelijk slaat Marjan het ding kapot, denk ik op de Korreweg. Met een grote loden pijp. Klang!! Rinkeldekinkel!! en dan overal glas, water en visjes, daar wil ik bij zijn!

zaterdag, januari 27, 2007

Het weekend begint

De zaterdagochtend is onder alle omstandigheden het beste dagdeel van de week. Zelfs als je zes dagen afwas weg moet werken. Terwijl ik het bestek afdroog hoor ik gerommel bij de brievenbus en aansluitend:
Plof.
Vandaags NRC (lekker dik, maar niet zo vervelend dik als de Volkskrant op zaterdag) valt op de mat. Ik hoef me geen zorgen te maken dat ik in een gat val als de vaat af is. Tevreden droog ik verder en dan hoor ik weer:
Plof.
Nog een krant, identiek aan het eerste exemplaar. Ik moet denken aan de economieles over het afnemend grensnut. Twee NRC's betekenen geen dubbel plezier en ik besluit er een bij de bovenbuurvrouw door de bus te doen.
Nog vóór ik het aanrecht heb drooggemaakt, gaat de bel. Ik kijk verwachtingsvol door het hoge raampje van de voordeur, maar zie niemand staan. Het moet een heel klein iemand zijn die op bezoek komt. Ik open de deur en voor mij zit een dikke neger op een brommer. Hij heeft een pukkel op zijn wang, een droevige blik in zijn ogen.
- Heeft u twee kranten gekregen? vraagt hij.
- Jaaa, antwoord ik een beetje paniekerig. Maar de tweede heb ik bij de buurvrouw door de bus gedaan.
Zijn blik wordt nog wat treuriger. Hij heeft een geplastificeerd vel met straatnamen en nummers in zijn hand. Zijn brommertassen hangen er leeg bij.
- Kom je er één tekort?
Hij knikt. Ik bel aan bij de buurvrouw, maar ze is niet thuis. Is dit mijn schuld? vraag ik me af. Ik kijk naar de figuur op de brommer, loop naar binnen en pak mijn eigen krant.
- Neem deze maar weer mee, zeg ik, ik lees hem wel op internet.
Maar hij wil hem niet aannemen. Hij rijdt wel terug, zegt ie. Er zijn er genoeg. Echt niet? Echt niet. Waarom blijft ie dan zo treurig kijken? We groeten, ik sluit de deur. Ik voel me moe en plof nu zelf neer. Mijn oog valt op de krant van gisteren: Madame Bovary wordt gefeliciteerd met 150ste verjaardag. Dat kan geen toeval zijn. En met een schok schiet het besef door me heen: die neger, c'est moi.

donderdag, januari 25, 2007

RELATIEPROBLEMEN

Het is me wat: op het eerste grand slam toernooi van het jaar ontbreekt de vrouwelijke nummer 1 van de wereld. Wat is er aan de hand? Justine Hénin-Hardenne heeft afgezegd vanwege relatieproblemen.
Ja, dat komt aan hè?
Aliesje, die ook wel het nodige aan relatieproblemen te verstouwen heeft gehad, raadt ten stelligste af deze aan te voeren als reden voor verzuim:
- Het gaat de mensen niet aan. Ik zou altijd zeggen dat ik buikgriep heb.
Zo niet Justine. De mensen moeten weten wat er aan de hand is, dan krijgen we ook geen praatjes, zo zal ze gedacht hebben. Maar van het woord relatieproblemen alleen al sla ik, als was ik een sensatiejournalist, compleet op hol: komt het nog goed met Hardenne? wat gebeurt er met de tennismiljoenen? werd ze geslagen? wil ze liever een vrouw?
En dan te bedenken dat het me allemaal geen zier interesseert.

Sjarapova, die het toch ook niet makkelijk heeft met haar pijnlijke rechtergroteteen zal volgende week de nieuwe nummer één zijn.

zaterdag, januari 13, 2007

Mooie jongen

De jongen in de trein is vreselijk knap. Knap zoals alleen noorderlingen dat kunnen zijn. Stug, blond haar, bakkebaarden, blauwe ogen. Vaak leest hij een mij onbekend, vergeeld boek met harde kaft, wat hem nog aantrekkelijker maakt. Zijn onhippe mobiele telefoon die ik hem één keer heb zien gebruiken wordt met een pleister bij elkaar gehouden. Hij draagt meestal kluskleren en die zitten hem goed. Ik vermoed dat hij timmerman is van beroep en zeer nauwkeurig en bedreven is.
In Buitenpost is hij tegenover mij komen zitten. Hij knikt naar me, glimlacht bijna.
De trein is spiksplinternieuw en rijdt vandaag voor het eerst. We zitten erbij alsof we een cadeautje hebben gehad. De jongen kijkt onderzoekend om zich heen. Dan valt zijn blik op het tafeltje. Hij begint te stralen:
- Nee maar, beukenhout!
Ik bekijk het tafeltje voor het eerst al staat het vol met spullen van mij.
- Gefineerd, zeg ik routineus.
Ongelovig buigt hij zich naar het tafeltje. Gaat met zijn hand langs de rand. Klopt er op.
- Verrek ja, je hebt gelijk! maar het is wel een echt laagje beuken.
Hij kijkt me vol bewondering aan.
Ik geef hem een knikje en een glimlach en verdiep mij in mijn lektuur. Vertel mij wat over hout.

maandag, januari 08, 2007

Maak er het beste van

We waren de grens nog niet over. Toch?
We gingen naar het toilet bij de benzinepomp. Bij de ingang stond een rijzige vrouw in wit uniform. Slavische trekken, donker, kort haar. Op haar naambordje stond iets dat eindigde op -ova.
- We zijn toch nog in Nederland? vroeg ik vertwijfeld.
Ze keek me aan, maar antwoordde niet.
- Sind wir schon in Deutschland? probeerde ik.
Weer geen reactie. Vast een Oosteuropese die Nederlands noch Duits spreekt. Hierheen gekomen om onze toiletten schoon te houden en 50 ct per klant te vangen.
De wc was onberispelijk. Schoner dan thuis. Zo her en der stonden bloemetjes en plantjes, maar niet zo veel dat je er niet goed van werd.
- Tschüss! zei ze trots toen we terugliepen naar de auto.
Als je dan toch toiletjuf bent, dan kun je maar beter de beste van de wereld zijn. Het lijkt me zó'n lekker haalbaar doel dat ik bijna zou willen ruilen.

zondag, januari 07, 2007

BV JACOBO

"Het probleem met ons", zegt Corry, "is dat wij niks willen." Corry wil graag dat er een probleem is met ons. Ze wil verklaren hoe het komt dat wij met al onze talenten en charmes volstrekte nobodies zijn in het Nederland van 2007. Het Nederland van welk jaar dan ook, eigenlijk.
Zodra je wat wilt, al is het nog zo stupide, ben je iemand. Wij deinen maar wat mee op toevallig langskomende golven.
"Ik wil me goed voelen", werp ik tegen.
"Maar dat is niets, Bonny! Daar heeft nog nooit iemand het ver mee geschopt."
We moeten dus iets willen worden of doen. Daarom denken we erover een bedrijfje op te zetten. Corry heeft een gat in de markt ontdekt. Ik zeg niet wat het is, want dan gaan anderen het ook doen, hoewel het ook weer niet zo gemakkelijk is, je moet er wel doctorandus voor zijn. Jan doet ook mee of liever gezegd: Jan is het kloppend hart van de onderneming.
Het zal ons eigenheid geven. Wij verwachten een grote toestroom van bewonderaars.