vrijdag, februari 23, 2007

We komen eraan!

Sinds wij ons kunnen heugen worden wij heen en weer geslingerd tussen twee overtuigingen:

1. Wij horen er niet bij. Wij schieten te veel tekort om het te redden in deze maatschappij.
2. Er zijn maar weinig mensen die aan ons kunnen tippen.

Beide zijn ongezond voor ons.
Zijn wij te veel alleen, komen wij te weinig tot vergelijk met andere mensen, dan blijven wij hangen in overtuiging 1. Verlamd door een negatief zelfbeeld denken wij dat de gewoonste dingen niet voor ons zijn weggelegd: een vaste baan, een gelukkig gezinsleven, een eigen huis. Ofschoon afgestudeerd leiden wij rond de dertig nog steeds een studentikoos leven, maar wel van een triest soort: zonder beloftevolle toekomst.

Gaan wij te veel om met gelijkgestemden die ons feliciteren met onze talenten, vergelijken wij ons met het grauw dat ons omringt op het werk en in onze vrije tijd, dan beginnen wij te geloven in een ons eigen superioriteit op de vlakken die ertoe doen. Enig maatschappelijk malfunctioneren dat wij vertonen komt voort uit deze superioriteit. Onaangepaste bohémiens zijn wij, die wel uitkijken onze beste jaren in suburbia te slijten. Wij leven ons leven zoals het ons goeddunkt en deconstrueren alle gangbare gewoontes en conventies. Goede smaak en maatschappelijk makkelijk functioneren gaan moeilijk samen. Wij houden ons liever stil dan dat wij een voorspelbaar gesprek voeren over zaken die ons toch al niet interesseren.

Vreemde snuiters zijn we, zelden worden we helemaal serieus genomen door onszelf en anderen. Althans, zo stonden we er vanochtend voor.
Om half elf echter stapte Coco, zonder moraal, een auto in. Eergisteren had ze midden op het Europaplein nog een huilbui gekregen van de rijlesstress. Op de bijrijdersplaats nam plaats mevrouw B. De gevreesde mevrouw B.. Coco was eigenlijk bij voorbaat al kansloos, had haar rij-instructeur gezegd. Binnen een minuut scheurde Coco de busbaan op en had ze een ingreep te pakken. Waarna zij van de schrik de ruitenwissers aanzette en in zijn drie de bocht doorging (op rijles ging ik in zijn vier, dus er zit verbetering in, vergoelijkte ze (ik moet hier eerlijkheidshalve aan toevoegen dat ik niet eens wist dat het door de bocht gaan gekoppeld was aan wat voor versnelling dan ook)).
Na een half uur waren ze weer bij het CBR. "De schoonheidsprijs verdient het niet", zei mevrouw B., "maar het was wel veilig." Mevrouw B., met haar staalblauwe ogen had nog nooit iemand voor zijn eerste poging laten slagen. On-ge-lo-fe-lijk. Een ingreep en toch geslaagd!
Coco heeft een rijbewijs! En ik daardoor ook een beetje. We kunnen het niet geloven. Het is van zo'n gewoonheid dat we er euforisch van worden: er is iets doorbroken. Wat zal er nog meer voor ons weggelegd zijn?

zondag, februari 11, 2007

Bonny de kindervriend

-Ik heb mijn schoenen uitgetrokken! jubelt een stemmetje boven mijn hoofd.
Ik kijk omhoog en zie het triomfantelijke gezicht van een bebrild, blond meisje dat over mijn rugleuning heen hangt. Ik zit in de trein van Zwolle naar Nijmegen. Het meisje zit achter mij met haar vader en broertje. Ik heb een zwak voor kleuters met bril.
- Dat moet ook wel als je op de bank staat, reageer ik.
- Jaaa, ik sta op de bank! Roze is mijn lievelingskleur, verandert ze opeens het onderwerp.
- Dat dacht ik al, antwoord ik. Het meisje draagt een zuurstokroze trui en heeft roze strikjes in haar haar.
- Hoe heet je?
- Minke.
- Nienke?
- NEE, MINKE!
-Hoe oud ben je?
- Vier, ik zit al op de basisschool. Ik ben in januari vier geworden.
Minke staat inmiddels op de armleuning van mijn bank.
- Hou je je goed vast? Als de trein plotseling remt, val je op de grond.
- En dan worden mijn sokken vies.
- Precies
Zo kletsen wij wat over appeltaart, de kleuren roze en blauw en Isa die vandaag twee is geworden, af en toe hinderlijk onderbroken door Minkes vader die informeert of ik geen last van haar heb en minder hinderlijk door broertje Nanne die op zijn tong heeft gebeten en onder het bloed zit.
In Deventer moet ze eruit.
- Nee, ik wil bij die mevrouw blijven! protesteert Minke.
Ze ziet echter al snel in dat ze deze strijd niet kan winnen.
- Dag Minke, zeg ik, het was gezellig.
Het gezinnetje stapt kibbelend uit. Ik zet mijn reis tevreden voort.

zaterdag, februari 10, 2007

Maak het stuk, Marjan

Coco en ik zijn bij Marjan die binnenkort gaat verhuizen, we staan op het punt van vertrekken. Op de heenweg hebben wij reeds een weeralarm getrotseerd, dan moet de terugweg ook wel lukken. Coco wacht tot ik ook zo ver ben en zit met haar jas aan voor het aquarium. Ze observeert de visjes. Sommige zijn doorzichtig. Dat zijn vrouwtjes.
- Wat gááf, je ziet het graatje gewoon zitten, zegt Coco.
- Wil je het aquarium hebben? vraagt Marjan. Ze weet er geen geschikte plaats voor in het nieuwe huis.
- Nee, zegt Coco, ik vind ze wel leuk maar ik heb geen zin om dat ding schoon te houden.
- Deze hoef je maar twee keer per jaar schoon te maken.
Maar dat is Coco al te veel.
Coco zit er schattig bij. Ze heeft een muts met een bloemetje op en ze zit als een amazone op de grond voor het aquarium.
- Eentje heeft last van zijn rug, zegt ze. Wat is daar mee gebeurd?
Er zwemt inderdaad een gebochelde vis in de menigte. Zoiets zou mij nooit opvallen. Ik heb nog nooit goed naar een vis gekeken. Ook niet naar een bloem of een insect.
- Ik vind aquaria altijd en overal deprimerend, zeg ik, zeker als ze verlicht zijn.
- Maar het is toch leuk al die bewegende visjes?
- Ja en nee. Het lijkt net of er iets verandert. Nooit kijk je twee keer naar hetzelfde aquarium, maar ik vind dat maar schijnvariatie. Ze kunnen geen kant op en draaien maar wat om elkaar heen. Statischer dan dit kan het eigenlijk niet. En dan het besef dat onze levens niet wezenlijk anders zijn.
Inmiddels heb ik m'n jas en handschoenen aan en mijn muts op. We moeten ervandoor. Er is anderhalve centimeter sneeuw gevallen. Op elk twee wielen glibberen we de Indische buurt uit.
Hopelijk slaat Marjan het ding kapot, denk ik op de Korreweg. Met een grote loden pijp. Klang!! Rinkeldekinkel!! en dan overal glas, water en visjes, daar wil ik bij zijn!

zaterdag, januari 27, 2007

Het weekend begint

De zaterdagochtend is onder alle omstandigheden het beste dagdeel van de week. Zelfs als je zes dagen afwas weg moet werken. Terwijl ik het bestek afdroog hoor ik gerommel bij de brievenbus en aansluitend:
Plof.
Vandaags NRC (lekker dik, maar niet zo vervelend dik als de Volkskrant op zaterdag) valt op de mat. Ik hoef me geen zorgen te maken dat ik in een gat val als de vaat af is. Tevreden droog ik verder en dan hoor ik weer:
Plof.
Nog een krant, identiek aan het eerste exemplaar. Ik moet denken aan de economieles over het afnemend grensnut. Twee NRC's betekenen geen dubbel plezier en ik besluit er een bij de bovenbuurvrouw door de bus te doen.
Nog vóór ik het aanrecht heb drooggemaakt, gaat de bel. Ik kijk verwachtingsvol door het hoge raampje van de voordeur, maar zie niemand staan. Het moet een heel klein iemand zijn die op bezoek komt. Ik open de deur en voor mij zit een dikke neger op een brommer. Hij heeft een pukkel op zijn wang, een droevige blik in zijn ogen.
- Heeft u twee kranten gekregen? vraagt hij.
- Jaaa, antwoord ik een beetje paniekerig. Maar de tweede heb ik bij de buurvrouw door de bus gedaan.
Zijn blik wordt nog wat treuriger. Hij heeft een geplastificeerd vel met straatnamen en nummers in zijn hand. Zijn brommertassen hangen er leeg bij.
- Kom je er één tekort?
Hij knikt. Ik bel aan bij de buurvrouw, maar ze is niet thuis. Is dit mijn schuld? vraag ik me af. Ik kijk naar de figuur op de brommer, loop naar binnen en pak mijn eigen krant.
- Neem deze maar weer mee, zeg ik, ik lees hem wel op internet.
Maar hij wil hem niet aannemen. Hij rijdt wel terug, zegt ie. Er zijn er genoeg. Echt niet? Echt niet. Waarom blijft ie dan zo treurig kijken? We groeten, ik sluit de deur. Ik voel me moe en plof nu zelf neer. Mijn oog valt op de krant van gisteren: Madame Bovary wordt gefeliciteerd met 150ste verjaardag. Dat kan geen toeval zijn. En met een schok schiet het besef door me heen: die neger, c'est moi.

donderdag, januari 25, 2007

RELATIEPROBLEMEN

Het is me wat: op het eerste grand slam toernooi van het jaar ontbreekt de vrouwelijke nummer 1 van de wereld. Wat is er aan de hand? Justine Hénin-Hardenne heeft afgezegd vanwege relatieproblemen.
Ja, dat komt aan hè?
Aliesje, die ook wel het nodige aan relatieproblemen te verstouwen heeft gehad, raadt ten stelligste af deze aan te voeren als reden voor verzuim:
- Het gaat de mensen niet aan. Ik zou altijd zeggen dat ik buikgriep heb.
Zo niet Justine. De mensen moeten weten wat er aan de hand is, dan krijgen we ook geen praatjes, zo zal ze gedacht hebben. Maar van het woord relatieproblemen alleen al sla ik, als was ik een sensatiejournalist, compleet op hol: komt het nog goed met Hardenne? wat gebeurt er met de tennismiljoenen? werd ze geslagen? wil ze liever een vrouw?
En dan te bedenken dat het me allemaal geen zier interesseert.

Sjarapova, die het toch ook niet makkelijk heeft met haar pijnlijke rechtergroteteen zal volgende week de nieuwe nummer één zijn.

zaterdag, januari 13, 2007

Mooie jongen

De jongen in de trein is vreselijk knap. Knap zoals alleen noorderlingen dat kunnen zijn. Stug, blond haar, bakkebaarden, blauwe ogen. Vaak leest hij een mij onbekend, vergeeld boek met harde kaft, wat hem nog aantrekkelijker maakt. Zijn onhippe mobiele telefoon die ik hem één keer heb zien gebruiken wordt met een pleister bij elkaar gehouden. Hij draagt meestal kluskleren en die zitten hem goed. Ik vermoed dat hij timmerman is van beroep en zeer nauwkeurig en bedreven is.
In Buitenpost is hij tegenover mij komen zitten. Hij knikt naar me, glimlacht bijna.
De trein is spiksplinternieuw en rijdt vandaag voor het eerst. We zitten erbij alsof we een cadeautje hebben gehad. De jongen kijkt onderzoekend om zich heen. Dan valt zijn blik op het tafeltje. Hij begint te stralen:
- Nee maar, beukenhout!
Ik bekijk het tafeltje voor het eerst al staat het vol met spullen van mij.
- Gefineerd, zeg ik routineus.
Ongelovig buigt hij zich naar het tafeltje. Gaat met zijn hand langs de rand. Klopt er op.
- Verrek ja, je hebt gelijk! maar het is wel een echt laagje beuken.
Hij kijkt me vol bewondering aan.
Ik geef hem een knikje en een glimlach en verdiep mij in mijn lektuur. Vertel mij wat over hout.

maandag, januari 08, 2007

Maak er het beste van

We waren de grens nog niet over. Toch?
We gingen naar het toilet bij de benzinepomp. Bij de ingang stond een rijzige vrouw in wit uniform. Slavische trekken, donker, kort haar. Op haar naambordje stond iets dat eindigde op -ova.
- We zijn toch nog in Nederland? vroeg ik vertwijfeld.
Ze keek me aan, maar antwoordde niet.
- Sind wir schon in Deutschland? probeerde ik.
Weer geen reactie. Vast een Oosteuropese die Nederlands noch Duits spreekt. Hierheen gekomen om onze toiletten schoon te houden en 50 ct per klant te vangen.
De wc was onberispelijk. Schoner dan thuis. Zo her en der stonden bloemetjes en plantjes, maar niet zo veel dat je er niet goed van werd.
- Tschüss! zei ze trots toen we terugliepen naar de auto.
Als je dan toch toiletjuf bent, dan kun je maar beter de beste van de wereld zijn. Het lijkt me zó'n lekker haalbaar doel dat ik bijna zou willen ruilen.

zondag, januari 07, 2007

BV JACOBO

"Het probleem met ons", zegt Corry, "is dat wij niks willen." Corry wil graag dat er een probleem is met ons. Ze wil verklaren hoe het komt dat wij met al onze talenten en charmes volstrekte nobodies zijn in het Nederland van 2007. Het Nederland van welk jaar dan ook, eigenlijk.
Zodra je wat wilt, al is het nog zo stupide, ben je iemand. Wij deinen maar wat mee op toevallig langskomende golven.
"Ik wil me goed voelen", werp ik tegen.
"Maar dat is niets, Bonny! Daar heeft nog nooit iemand het ver mee geschopt."
We moeten dus iets willen worden of doen. Daarom denken we erover een bedrijfje op te zetten. Corry heeft een gat in de markt ontdekt. Ik zeg niet wat het is, want dan gaan anderen het ook doen, hoewel het ook weer niet zo gemakkelijk is, je moet er wel doctorandus voor zijn. Jan doet ook mee of liever gezegd: Jan is het kloppend hart van de onderneming.
Het zal ons eigenheid geven. Wij verwachten een grote toestroom van bewonderaars.

donderdag, december 14, 2006

Heel verdrietig

Zijn wij wel weerbaar genoeg voor deze maatschappij? Oké, we hebben centrale verwarming, genoeg eten, goede vrienden, fijne hobby's, maar het leven van alledag is een eenzame strijd.

Coco, ba in de filosofie, ma in de biologie, stapt een uitzendbureau binnen.
Ze ziet er goed uit, zelfs beter dan anders.
Achter een bureau zit een jong -jonger nog dan Corry-, zeer verzorgd, vrouwelijk persoon.
Ze leest Coco's cv. Ze kijkt heel ernstig, ze zal wel onder de indruk zijn.
Ze schudt haar hoofd.
- Ik word hier héél verdrietig van, zegt ze.
- Verdrietig? vraagt Coco
- Ik zie geen enkele commerciële ervaring. Nee, ik word hier echt heel verdrietig van. Ik kan niks voor je doen.
En Coco? Die ging niet meteen door het lint. Ze bedankte zelfs beleefd voor ze het uitzendbureau uitliep.

De vernederingen die ons ten deel vallen, laten lelijke littekens achter op onze ziel. En in de alcohol vinden wij steeds minder troost. We kunnen ook niet zo veel meer op. De aanname dat het alleen maar erger zal worden lijkt me dan ook gerechtvaardigd.

zondag, november 19, 2006

Zondagmiddag Zaikenhoes

Vroeger was het een uitje: op zondagmiddag met je vader en moeder op bezoek bij oma die in het ziekenhuis lag. Koetjes en kalfjes, een bloemetje op het nachtkastje, een vrolijke zuster met yoghurt en vla, een leuke kaart van de buurvrouw en als je je verveelde ging je naar de kinderkamer waar allemaal boeken lagen die je thuis en in de bibliotheek niet had. Wanneer je daarvan terugkeerde in de zaal van je oma stonden de gezichten wel eens zorgelijk, maar dat was vast omdat er over politiek werd gepraat.

Anno 2006 is het harde zakelijkheid. Een leuk uitje is het niet te noemen: op zondagmiddag naar de Albert Heijn in het Academisch ziekenhuis omdat de yoghurt of vla op is. Er zijn nog wel zieken in dat ziekenhuis. Chagrijnig slepen ze hun infuus door de grote hal, bepaald niet hun best doend er iets gezelligs van te maken. Reden om er maar weer snel vandoor te gaan met de boodschappen, terug naar het gezonde leven.

donderdag, november 16, 2006

Bij de overburen

Ik ken ze niet, de mensen van 77a, net zomin als ik de mensen van 75 ken. Maar ik weet nu wel wat van ze, namelijk dat ze het met elkaar eens zijn. Of zou de VVD het niet zó bedoeld hebben?



(klik om te vergroten)

maandag, november 13, 2006

Als ik niet schrijf word ik gek

dus schrijf ik
over een scheepswerf in Groningen
waar het ooit goed mee ging
maar nu niet meer
over een embryoloog
die op eigen houtje
zichzelf drie keer kloont
over mijn moeizame band met mijn moeder
die dement is
of dood
vuistdikke romans

vrijdag, oktober 27, 2006

Van Venus noch Mars

Met kaartlezen moet ik de kaart meedraaien.
Ik kan en wil vaak niet luisteren.
Toch praat ik niet veel.
Ik kan niet lachen om de Sopranos
en ook niet om desperate housewives.
Ik kan niet fileparkeren.
Als ik ja zeg bedoel ik niet misschien
Ik lieg niet en koop niet te veel schoenen.
Ik heb wel een herenfiets
maar weinig ruimtelijk inzicht.

donderdag, oktober 26, 2006

Bonny schrijft

(een koelkastgedicht, dat wel)

prinses op perzik
slaap maar weg
neem morgen maar een koffie
of twee

Bonny leest


Nederland leest. Hartstikke mooi, want "van alle menselijke verworvenheden is het lezen de belangrijkste", om met Hella Haasse te spreken. Zij geeft toe dat het vuur en het wiel ook niet uit te vlakken zijn, maar toch zo van een geheel andere orde dan het lezen.
En met ons allen gaan we nu hetzelfde boek lezen. Gratis te verkrijgen bij de Openbare bibliotheek. Het boek heet Alstublieft! Dubbelspel. Althans dat dacht ik toen ik een exemplaar in handen had. Dat bleek echter een misvatting.
Krijg je een keer wat, zul je het weten ook.